www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


Biografisch lexicon
voor de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme.
Deel 6
J.W. Buisman en G. Brinkman (red.).
Uitg. Kok, Kampen 2006
550 blz. € 49,90
9789043512794
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Kampen - 19 juni 2006 - Na bijna veertig jaar is het 'Bibliografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme' gereed. Wie belangstelling heeft voor de grote namen in het Nederlandse protestantisme, kan de zes delen raadplegen. Dat heeft uitgeverij Kok in Kampen maandag laten weten, aldus het ANP.

Het zesde en laatste deel wordt maandag tijdens een symposium in de Theologische Universiteit in Kampen gepresenteerd. De dichteres Ida Gerhardt is erin opgenomen, maar ook sekteleider Lou de Palingboer, de Haagse voorganger Johan Maasbach en kerkmusicus Willem Mudde. Het lexicon was in 1967 een initiatief van het Kerkhistorisch Gezelschap. Elf jaar later verscheen het eerste deel. Het moest de opvolger van het 'Biografisch Woordenboek van Protestantse Godgeleerden' worden, waaraan in 1959 na het overlijden van een van de twee samenstellers een voortijdig einde kwam. In tegenstelling tot dat boek, waarin alleen aandacht aan theologen werd besteed, staan in het lexicon ook korte biografieën van andere mensen die sinds het begin van de Reformatie in 1517 voor het Nederlandse protestantisme van belang zijn geweest. De redactie van deel 6 berustte bij dr. J.W. Buisman, parttime medewerker van de Theologische Universiteit in Kampen.

De uitgave van het Biografisch lexicon is een initiatief van het Kerkhistorisch Genootschap.
Het eerste deel verscheen in 1978 en sindsdien heeft het zich als standaardwerk door zijn kwaliteit een reputatie verworven.
Deel 6 is het slotdeel van dit veertigjarige prestigieuze project. Hierin komen een groot aantal beschrijvingen van minder bekende figuren wier leven en werk niet in het lexicon mogen ontbreken. Zo zijn er teksten opgenomen over de hugenoot Claude Saumaise, de mystieke chiliast Petrus Serrarius en de doopsgezinde schrijver J.Ph. Schabaelje, wiens geschriften destijds ongekend hoge oplagen haalden.
Verder bevat dit deel een compleet naamregister op de 6 delen.


1. Nederlands Dagblad - 30 juni 2006 - www.nd.nl 

De belangrijkste protestant van Nederland

door Willem Bouwman

Het Nederlandse protestantisme is bijna vijf eeuwen oud en heeft duizenden theologen, dominees en oefenaars en honderden dissidenten, ketters en querulanten voortgebracht. Meer dan 2200 waren belangrijk genoeg om opgenomen te worden in het Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme, waarvan nu het zesde, laatste deel verschenen is. Wie van die 2200 was het belangrijkst? Op die vraag geeft het lexicon een antwoord, zij het indirect.

In het zesde deel is een register opgenomen waarin alle lemma's staan vermeld, van pastoraal psycholoog C. Aalders tot de dominee/historicus N.P. van der Zijp. In dat register is tevens te lezen in welke lemma's zij nog meer worden genoemd. Zo heeft ds. J.J. Buskes een eigen lemma, maar treedt hij ook in 22 andere lemma's op. Weinigen doen het hem na, maar toch legt Buskes het af tegen Hendrik de Cock (34) en K.H. Miskotte (38). Buskes is van hetzelfde gewicht als zijn geestverwant, de hervormde theoloog en barthiaan Th.L. Haitjema, die ook 22 maal 'scoorde'.

De verwijzingen geven een indruk van iemands contacten en de wijdte van zijn netwerk. De Kamper nieuwtestamenticus S. Greijdanus telt elf verwijzingen, allemaal naar gereformeerde tijdgenoten, zoals H.H. Kuyper, R.H. Bremmer en D. van Dijk. Kennelijk richtte Greijdanus de blik vooral op eigen kring of gingen buitenstaanders aan hem voorbij. Zo verging het de meeste theologen en voorgangers in de negentiende en twintigste eeuw, de tijd waarin het protestantisme uiteenvloeide in een delta van stromingen en richtingen. Vrijzinnigen hadden hun blik bijna principieel op de wereld gericht, maar de 22 connecties van H.T. de Graaf, vrijzinnig hoogleraar te Leiden, bevonden zich allemaal in vrijzinnige kring, op één na, W.A. Visser 't Hooft, die dan ook de vader van de oecumene was.

Voor andere vrijzinnigen, maar ook voor afgescheidenen, bevindelijken en confessionelen geldt hetzelfde: de contacten bleven beperkt tot eigen kring, of - niet zo waarschijnlijk - tot kerken en kringen buiten het bereik van het Biografisch lexicon, zoals katholieken, vrijdenkers en joden. Een van de weinige uitzonderingen was ds. J.T. Doornenbal, orthodox hervormd predikant te Oene. Hij was bevriend met de dichter Gerrit Achterberg, en de oud-directeur van de VPRO, E.D. Spelberg, kwam graag bij hem in de kerk, evenals de Rotary uit het nabijgelegen Epe. Doornenbal stond 27 jaar in Oene, van 1946 tot 1973, en kreeg meer dan 120 beroepen, waarvoor hij steeds bedankte.




Schooldag
En dan waren er protestanten die van kerk, kring of richting veranderden, zoals ds. W.S. Hugo van Dalen, begonnen als gereformeerd predikant, hervormd geworden, vervolgens Russisch-orthodox en daarna rooms-katholiek. W.S. Hugo van Dalen komt in het Biografisch lexicon helaas niet voor - hij overleed op 10 juni jl. op 89-jarige leeftijd -, maar A.M. Berkhoff wel, die nauwelijks voor Hugo van Dalen onder doet: hij begon als christelijk-gereformeerd predikant, werd Nederlands-hervormd en eindigde bij de Bond van Vrij Evangelische Gemeenten. Hij was de grondlegger van de 'Schooldag' van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de oprichter van het maandblad De laatste dingen, waarin hij waarschuwde voor de spoedige komst van de antichrist. Verzet tegen de Duitsers vond hij onbegonnen werk, omdat God de satan vrijliet, maar hij treurde om zijn enige dochter, die lid was van de NSB. Zij was evenmin honkvast.

Ook de ontwikkelingsgang van W.H. van de Pol stond garant voor een oecumenisch getinte kennissenkring. Hij was hervormd gedoopt, ontving het vormsel in de Anglicaanse Gemeente van Utrecht en werd in 1940 katholiek en in 1944 tot priester gewijd. In een van zijn laatste en bekendste boeken, Het einde van het conventionele christendom, relativeerde hij de verschillen tussen kerken. Hij beriep zich op waarneming, maar een goede biograaf neemt daar geen genoegen mee. Helaas moet die biograaf nog komen.

Het verlangen naar goede biografieën wordt voortdurend gewekt in het Biografisch lexicon, dat zelf uiteraard beknopt en beperkt moest blijven. Er staan zoveel lemma's in die de nieuwsgierigheid prikkelen en de gedachten doen uitgaan, dat ze vragen om meer. De biografie van ds. A.G. Barkey Wolf, altijd getooid met hoed, krant en paraplu, zal vertellen waarom hij in Loenen aan de Vecht, zijn eerste gemeente, een kerkje bouwde dat leek op de Metropolitan Temple van C.H. Spurgeon, de Engelse kanselredenaar, en waarom hij gereformeerd predikant kon blijven, hoewel hij luide liet weten dat hij de veroordeling van dr. J.G. Geelkerken verwierp. Uiteindelijk, in 1950, verloor hij zijn preekbevoegdheid omdat hij scheiden ging. Hij vertoont opmerkelijke overeenkomsten met dr. H.W. van der Vaart Smit, want beiden waren gereformeerd predikant in 's-Graveland, beiden lieten hun naam veranderen, beiden gingen scheiden, beiden verloren hun ambt en verlieten de Gereformeerde Kerken. Kardinaal verschil: Barkey Wolf was goed en Van der Vaart Smit was fout in de oorlog.

Verkering
Curieus is de kerkelijke overstap van R. Bijlsma, auteur van Schriftuurlijk Schriftgezag. Toen hij in 1928 als achttienjarige theologiestudent in Kampen verkering kreeg met de hervormde Margje van der Zee, werd er zoveel bezwaar gemaakt, dat hij prompt hervormd werd en in Groningen verder ging studeren. Bijlsma was ook de auteur van Christelijk geloof en nationaal-socialisme uit 1943, het herderlijk schrijven van de hervormde synode tegen de nazi's, dat elders in dit boek aan K.H. Miskotte toegeschreven wordt. Ten onrechte, want Bijlsma was de ontwerper, de aanvullingen kwamen van Miskotte.

Prachtige biografieën zijn te schrijven over ds. M.A. Krop, die gewapend verzet tegen de verroomsing van Nederland onontkoombaar vond; over K.H. Kroon, die als student de VU verliet uit ongenoegen over de veroordeling van Geelkerken en later de PvdA verliet omdat die zo weinig werk maakte van de erkenning van de staat Israël; en over de hervormde dominee van Loppersum, dr. P.J. van Leeuwen, pleitbezorger van de Groninger taal en cultuur, cum laude gepromoveerd op Het christelijke onsterfelijkheidsgeloof, en maker van het prachtige gedicht 'Lopster toren', dat in 1981 door het duo Rooie Rinus en Pé Daalemmer op muziek werd gezet, behalve het tweede couplet, omdat het een expliciet christelijke boodschap droeg.

Ook het lemma van dr. R.H. Bremmer maakt hongerig. In zijn jonge jaren was hij een radicaal vrijgemaakt predikant, later werd hij gematigder, schreef een zwaar betwiste brochure, Heroriëntering noodzakelijk, en promoveerde bij G.C. Berkouwer aan de VU op Herman Bavinck als dogmaticus. Enkele vrijgemaakte hoogleraren in Kampen waren er zo verbolgen over, dat ze weigerden zijn proefschrift in ontvangst te nemen. Meer dan eens werd Bremmer gepasseerd bij een hoogleraarsbenoeming. Wonderwel sloot hij zich nooit bij de 'buitenverbanders' aan.

Voornaam
Deel 6 van het Biografisch lexicon is eigenlijk een collectieve biografie, want ondanks alle verschillen hebben de honderden biografietjes iets gemeenschappelijks. Opmerkelijk vaak zijn de hoofdpersonen afkomstig uit eenvoudige kring of uit een onderwijzers- of domineesgezin. Menig theoloog was de zoon van een koopman, vertegenwoordiger of handelaar. Telgen uit de adel en de aristocratie opteerden niet voor theologie of pastoraat, een enkeling daargelaten, zoals Everard du Marchie van Voorthuijsen, voorman van de Oud Gereformeerde Gemeenten, maar voor hij zover kwam, was hij achtereenvolgens hervormd, gereformeerd en christelijk-gereformeerd geweest.

Hij is een van de voornaamste mensen in het lexicon - zijn moeder heette Adolphine Julie Wttewaal van Stoetwegen -, maar niet de belangrijkste, want buiten zijn eigen lemma komt hij slechts één keer voor, bij Th. van der Groe. Daaraan gemeten zijn Voetius, Arminius en Episcopius van meer belang, of Balthasar Bekker, G. Groen van Prinsterer, H. Kraemer en K.H. Miskotte. Toch leggen zij het allemaal af tegen de held van dit lexicon, Abraham Kuyper, die met 132 verwijzingen iedereen heel ver achter zich laat. Buskes, Haitjema en H.T. de Graaf, toch niet de geringsten in het protestants Jeruzalem, kunnen ieder precies zesmaal in zijn zak.

www.vergadering.nu