www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


De hunkerende generatie
De leefwereld van jongeren
Els van Dijk
96 blz., prijs € 9,95. 
Uitgeverij De Banier, 2011
9789033630682
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...
of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl



Over jongeren wordt veel gezegd en geschreven.Vaak blijft men steken bij hun uiterlijk waarneembare gedrag en dat stemt niet altijd meteen hoopvol. Maar wat beweegt hen nu werkelijk? Zijn zij echt zo onverschillig en ongemotiveerd of is het onvermogen?
Een schets van de christelijke jongerenwereld en een appel op volwassenen.



3. Focus op de Bijbel - december 2014 - www.focusopdebijbel.org 

De hunkerende generatie 

Recensie door Peter van Beugen

Hoewel het boekje al drie jaar geleden is verschenen, past het inhoud zo goed bij het thema van deze Focus - opvoeding en social media - dat we het toch graag bij de lezers onder de aandacht brengen. Het 96 pagina's tellende boekje is geschreven door Els van Dijk, die al jaren directeur is van de Evangelische Hogeschool. Vanuit die hoedanigheid heeft ze vele honderden jongeren van dichtbij meegemaakt en heeft ze ook betrokkenheid getoond bij hun belevingswereld. We bevelen het zonder meer ter lezing aan bij iedereen die op een of andere manier betrokken is bij jongerenwerk.

Na een korte inleiding beschrijft Els in het hoofdstuk "Vermoeid en verward" de complexiteit van de wereld die wij, ouderen, nalaten aan onze jongeren. Het volgende hoofdstuk "Belevingscultuur" schildert de wereld van de jongerencultuur. Die lijkt zo mooi met al de keuzevrijheid en de vrijblijvendheid, maar leidt - paradoxaal genoeg - juist alleen maar tot meer verwarring en onzekerheid. Het hoofdstuk "Informatiemaatschappij" neemt - hoe kan het ook anders - een centrale plaats in in het boek en daar kom ik later uitgebreider op terug.

Het boekje sluit af met het hoofdstuk "Verlangen wekken". De kracht van dit hoofdstuk is dat het heel nadrukkelijk niet gericht is tot jongeren maar tot ouderen en heldere aanwijzingen geeft waar zij op kunnen letten in de omgang met jongeren. Het boekje is doorweven met voorbeelden die uit het leven zijn gegrepen en verbindt deze voorbeelden met de thematiek die Els aan de orde stelt.

Ik wil nu doorgaan naar het onderwerp van de informatiemaatschappij en wil de inhoud van het boekje voor zichzelf laten spreken door er tamelijk uitvoerig uit te citeren. Wellicht dat daardoor bij u de lust wordt opgewekt om ook van de rest van de inhoud kennis te nemen! Ik begin te citeren uit de paragraaf infobesitas: 'de angst om er niet bij te horen, om iets te missen van de grote hoeveelheid informatie, maakt jongeren ziek. Die angst wordt infobesitas genoemd. Het is de nieuwe trend met als klachten: vermoeidheid, slaapgebrek en concentratieproblemen.

Met de komst van de nieuwe media wordt er op de jongeren een tsunami van informatie afgevuurd en zij zoeken deze overvloed zelf ook heel actief op. De mediaconsumptie krijgt verslavende kenmerken. Het continu bereikbaar zijn en continu alles willen volgen, in volledige privacy, buiten het blikveld van docenten en ouders en toezicht van andere volwassenen, heeft een keerzijde: informatiestress.' (p.19)

'Het feit dat jongeren zo graag gezien worden op sociale sites, en dus in sociale netwerken, moet gezien worden tegen deze achtergrond. Zij willen gekend en erkend worden. En als het 'echte leven' wat dit betreft weinig lijkt te bieden, wordt het daar gezocht waar het leven zich in werkelijkheid lijkt af te spelen: op hun beeldscherm. Het is nogal veelzeggend dat een tiener die een dag niet wordt gebeld zich niet gewenst weet. Waar de generatie boven hem constateert dat het 'lekker rustig was vandaag' op dit punt, trekken tieners heel andere conclusies. En dat heeft weer alles te maken met hun dieperliggende verlangens, waarvan zij zich overigens lang niet altijd bewust zijn [...] Jongeren zoeken meer en meer hun uitvlucht in simpel vermaak en een virtuele realiteit. Niet uit onverschilligheid, maar uit onmacht. Er lijkt een deken van apathie en lethargie over hen te liggen, maar deze heeft wel een oorzaak [...] Er is zoveel gaande in de wereld waar we dagelijks van op de hoogte worden gehouden, dat het steeds aantrekkelijker en zelfs noodzakelijk wordt om een muur op te trekken om zo bewust niet te worden meegesleurd in de draaikolk van tragiek die iedere nieuwe gebeurtenis met zich meebrengt. Niet voor niets zijn 'chill' en 'relax' onze toverwoorden.' (p.26-30)

In het hoofdstuk 'de informatiemaatschappij' vervolgt Els: 'De traditionele samenleving, maar zeker ook nog de verzuilde samenleving zoals we die in Nederland tot in de eerste helft van de vorige eeuw kenden, kenmerkte zich door een grote gezamenlijkheid als het gaat om normen en waarden. De socioloog Durkheim noemde dat een heel hecht conscience collective.... Juist de audiovisuele media hebben aan de doorbreking
van de verzuiling een belangrijke bijdrage geleverd. Met het toenemen van het amusementsgehalte van met name de televisie werd het onderscheid tussen de verschillende omroepen steeds minder duidelijk. Inmiddels is aangetoond dat de levensbeschouwelijke achtergrond van kijkers geen criterium meer is voor de programma's die bekeken worden. De samenleving is uiteengevallen. Er is geen inhoudelijk gemeenschappelijk element dat mensen bindt... Bij jongeren treedt een verschuiving op als het gaat om de invulling van hun normen- en waardenpatroon. Het zijn niet langer de beginselen die zij vanuit hun kerk en gezin met zich omdragen, maar meer en meer gebruiken zij soaps, politieseries, comedy's en jongerenseries om zich een oordeel te vormen over morele kwesties en om te laten zien wie ze zijn en waar ze in het leven voor staan.' (p.41-44)

'Moderne media zijn meer dan middelen die ons ter beschikking staan. Als we er veel mee werken, hebben zij invloed op ons functioneren en ons denken. Dat stelt Nicholas Carr, deskundige op het gebied van de moderne media en het menselijk brein. Enkele jaren geleden merkte hij op dat hij in zijn denken anders begon te functioneren. Hij kon zich slecht concentreren en was snel afgeleid. Na verloop van tijd viel hem op dat hij zich permanent begon te gedragen alsof hij achter de computer zat. Hij was onrustig en had in zijn hoofd steeds een bepaalde honger naar nieuwe informatie... Carr stelt derhalve dat het veelvuldig gebruik van internet de hersenen permanent verandert. Je vertoont na verloop van tijd ook internetgedrag als je niet op internet zit. En het omgekeerde geldt ook: als je bepaalde dingen niet meer doet, verliezen je hersenen ook de interesse daarin... het zou wel eens kunnen zijn dat op termijn de veelgebruikers van internet en multitasken dreigen hun creativiteit te verliezen, hun probleemoplossend vermogen, het talent om conceptueel te denken en zich diep te concentreren op een moeilijke tekst.' (p.52,53)

In het boekje van Els komen tal van verschijnselen ter sprake, die wij zo enorm goed herkennen: verdwijnend verantwoordelijkheidsgevoel, individualisering die doorslaat in vrijblijvendheid, normvervaging, de sociale 'vluchheuvel' van de mediatechnologie, omdat een gewone conversatie als te confronterend kan worden ervaren. We zien het dagelijks om ons heen. Een snapchat is een boodschap die maximaal 10 seconden zichtbaar blijft voor de ontvangers en daarna verdwijnt: de vluchtigheid van het leven ten top. En dan is er nog dubsmash, instagram, youtube, netflix, de ontelbare hoeveelheid glossy, games, humor sites, er is te veel om op te noemen.

Zelfs wanneer we de overvloed aan geweld en losbandigheid buiten beschouwing laten en alleen de onschuldige apps en media meerekenen, stellen we vast dat de tegenstander van onze zielen een walk-over overwinning behaalt in het geestelijke leven van de opgroeiende generatie. Alleen snelle prikkels winnen hun aandacht, er is voortdurend iets nieuws dat je ook gezien moet hebben, hun hersencentra draaien overuren om bij te blijven in het digitale vermaak. Rust en concentratie wordt hun onmogelijk gemaakt. Stille tijd houden wordt bijna een pijniging. jongelui raken in paniek als ze hun telefoon moeten afstaan, als 'het internet er uit ligt', en ook de televisiekabel nog eens is opgeborgen: ... en wat moeten we nu doen?'

Het is niet overdreven om te zeggen dat er op grote schaal een verslaving is: een generatie van digiholics. Nee, internet is niet verkeerd, e-mail niet, facebook niet en WhatsApp ook niet. Maar de tol die het eist op ons sociale en geestelijke leven is een orde groter dan die van de opkomst van de televisie. De oudere generatie moet er - samen met de jongere generatie - mee leren omgaan. Leren grenzen stellen, leren zelf nee te zeggen, leren keuzes maken, leren first-things-first te stellen, leren dat er gewone gezelligheid is met elkaar - het is maar een greep uit de voorbeelden die we hen moeten stellen. Wie begint na te denken over het onderwerp opvoeding en sociale media kan al gauw het gevoel bekruipen dat hij er misschien wel laat mee begonnen is, maar te laat is het nooit. Het boekje 'De hunkerende generatie' kan een goede aanzet zijn.


2. De Oogst - januari 2012 - www.totheildesvolks.nl/nl/de-oogst | www.habakuk.nu 

De hunkerende generatie 

Recensie door Krijn de Jong

Twee dingen. Onlangs hoorde ik voor de VPRO een verslag van een experiment. Een groepje jongeren was 24 uur lang gevolgd in al hun moderne media-uitingen. Was de programmamaker ook nog geraakt? Ja, het had hem ontroerd dat door heel veel bizarre zaken heen de jongeren toch op zoek waren naar liefde en aandacht. Pas zag ik een moeder op de fiets. Kindje voorop in het kinderzitje. Moeder met telefoon aan haar oor. In gesprek, helaas niet met haar kindje. 

Door al die moderne communicatiemiddelen is de wereld ingrijpend veranderd. Om maar wat te noemen, er is een geweldige kloof ontstaan tussen jong en oud. De jeugdcultuur een beetje vatten, het levensgevoel van jongeren een beetje begrijpen, ik zou het graag willen. Maar soms wanhoop ik. Het beweegt voortdurend. ‘Zodra je denkt de kwestie in beeld te hebben, verschiet ze alweer van kleur.’ 

Communicatiewereldje 
Els van Dijk, directeur van de Evangelische Hogeschool, schreef er een boekje over: ‘De hunkerende generatie’. Het is een bijzonder boekje. Het is recht uit het hart geschreven en het geeft hoop. Als het over jongeren gaat, ligt irritatie al snel op de loer. Als ouder besef je dat dat niet helpt. Els van Dijk kijkt zo: ‘Ik zie jongeren als kwetsbare mensen in een verwarrende maatschappij.’Zo’n 
manier van kijken doet iets met je. Er worden weer dingen mogelijk. In heel veel opzichten kunnen ouderen niet meer spreken uit ervaring. Alles is nieuw. Dat hele communicatiewereldje is van na hun tijd. Hoe kunnen ze nog leiding geven? Els Van Dijk geeft in dit boekje handvatten. Geen goedkope. Gelukkig maar. 

Verslaving op de loer.......

Lees verder op: www.habakuk.nu...


1. Friesch Dagblad - 1 januari 2012 - www.frieschdagblad.nl 

Hunkerende generatie zoekt levenswijsheid op Google

Recensie door Hanneke Goudappel

In de zoektocht naar identiteit zijn jongeren overgeleverd aan zichzelf. Levenswijsheid wordt steeds minder overgedragen, stelt Els van Dijk in De hunkerende generatie. De sleutel? Aandacht.

Het boek De hunkerende generatie. De leefwereld van jongeren wordt morgen gepresenteerd op een gelijknamig symposium in Amfersfoort, georganiseerd door de Evangelische Hogeschool (EH), de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en het Reformatorisch Dagblad.
Toen directeur drs. Els van Dijk van de EH dit voorjaar een lezing hield voor leidinggevenden uit kerk en onderwijs, kreeg ze het verzoek een boek te schrijven over jongeren en de cultuur waarin ze leven. ‘Het is een dubieuze onderneming om de cultuur en haar invloed op jongeren in kaart te brengen’, schrijft ze. ‘Zodra je denkt de kwestie in beeld te hebben, verschiet ze alweer van kleur.’
Dat ze er toch een boek over heeft geschreven, is omdat ze vindt dat jongeren het verdienen ‘de juiste opvoeding en begeleiding te krijgen op weg naar de volwassenheid’.
Ze hoort veel mensen klagen over jongeren. ‘Ze zijn ongeïnteresseerd, lui, maken hun huiswerk niet of oppervlakkig, hebben hun zaakjes niet op orde, neigen naar wereldgelijkvormigheid, ze binden zich niet makkelijk ergens aan, enzovoort.


Eigen welzijn
Ze citeert ook Rob Wijnberg, hoofdredacteur van NRC Next, die een paar jaar geleden in een artikel zijn eigen generatie (twintigers) beschreef. ‘Hij vat dat samen in drie aspecten: wij zijn ongeïnteresseerd in medemens en maatschappij (boeiuh!), geestelijk en lichamelijk passief (chilluh) en alleen maar bezig met het eigen welzijn (pimpuh).’
Wat is er aan de hand?, vraagt Van Dijk zich af. ‘Doen wij (opvoeders, begeleiders) iets fout, of gaat er bij de jongeren iets niet goed, of is het een combinatie van beide? Is het onwil of onmacht? Weten wij wel wat jongeren bezighoudt? En zo ja, hebben wij antwoorden op hun vragen?’
Je zou de huidige generatie jongeren voor een groot deel verwend kunnen noemen, schrijft Van Dijk. ‘Ze krijgen alles van hun ouders, van hun beltegoed tot al het andere wat hun hartje begeert, en weten in de meeste gevallen niet wat ontberingen inhouden.’
Tegelijk worden ze meer dan ooit geconfronteerd met de gebrokenheid van het bestaan, signaleert ze. Als directeur van de Evangelische Hogeschool werkt ze dagelijks met jongeren. Studenten van allerlei kerkelijke snit: met PKN- of evangelische achtergrond tot jongeren uit gereformeerd-vrijgemaakte of Gereformeerde Gemeente-hoek.
Ze ziet jongeren als ‘kwetsbare mensen in een verwarrende maatschappij’. ‘Ze zijn overal en nergens tegelijk mee bezig en het leven lijkt hun te overkomen.’
‘De angst om niets te missen maakt dat jongeren zich laten vullen door alles wat op hun pad komt, maar maakt ook dat zij niet meer de vragen stellen bij het leven’, aldus Van Dijk. ‘De informatiemaatschappij brengt de nieuwsgierigheid tot zwijgen.’
De enorme stroom informatie die op jongeren afkomt heeft grote impact op hen, stelt ze. ‘De informatiemaatschappij verandert het denken van jongeren. Over informatie beschikken is iets heel anders dan het ontwikkelen van denkvermogen en het vormen van een visie op de werkelijkheid.’
Jongeren worden meer en meer afhankelijk van de media waarover zij beschikken, aldus Van Dijk. ‘Sociale media - zoals Twitter, Facebook en Hyves - zijn voor hen belangrijke instrumenten waar ze bevestiging en erkenning zoeken, waarmee meteen gezegd is dat zij die elders blijkbaar onvoldoende vinden.’

Waan van de dag
Als ze jongeren vraagt waarnaar ze verlangen, wat ze in elk geval willen bereiken, wat hun idealen zijn, blijft het vaak lang stil, merkt ze. ‘Het leven lijkt meer en meer gevuld te worden met de waan van de dag; morgen zien we wel weer verder. Dat is geen onwil, maar onvermogen en onmacht.’
Onder al het uiterlijk vertoon van jongeren, van hun gadgets, blingbling tot het uit hun dak gaan, zit het diepe verlangen naar bevestiging en erkenning, stelt Van Dijk. ‘Ze zijn op zoek naar hun identiteit en naar de zin van dit leven.’
Ze haalt Ton Roumen aan die in zijn boek Pedagogiek van de aandacht (Meinema, 2008) een treffende illustratie geeft van het belang van bevestiging. Een docente vroeg haar leerlingen om het beste wat zij over hun klasgenoten konden vertellen, achter hun namen op te schrijven. Ze inventariseerde alle positieve opmerkingen per leerling en deelde die weer uit. Alle leerlingen waren aangenaam verbaasd en blij verrast. Toen een van de leerlingen tijdens zijn werk voor de krijgsmacht omkwam in oorlogsgebied, vertelde zijn vader dat hij in de portefeuille van zijn overleden zoon een sterk verouderd blad papier had aangetroffen, dat vaak was open- en dichtgevouwen. Het was het blad met de bevestigende en bemoedigende opmerkingen van zijn klasgenoten.

Hart
Als Van Dijk haar studenten vraagt of ze uit hun hart durven leven, krijgt ze meestal twee soorten reacties. De ene is: dat durf ik niet, en de andere: wat is dat? ‘Dat vind ik schrijnende antwoorden. Ons hart, als het belangrijkste centrum van ons leven, lijkt verborgen te moeten blijven uit angst voor kwetsbaarheid, of het is zelfs nog nooit aangesproken, zodat jongeren niet weten hoe ze daarbij moeten komen. Dan is er in de gezinnen, op school en in de kerk echt iets misgegaan.’
In die zoektocht naar identiteit zijn jongeren meer dan ooit overgeleverd aan zichzelf, ziet Van Dijk. ‘Terwijl de wereld om hen heen steeds ingewikkelder en minder overzichtelijk wordt, moeten zij hun weg maar weten te vinden. Het is niet (meer) vanzelfsprekend dat zij thuis, in de kerk en op school leren om van hart tot hart met anderen te spreken. Levenswijsheid wordt steeds minder overgedragen van de ene generatie op de andere, maar wordt verschraald tot informatie. En het loket waar zij die informatie kunnen vinden heet Google.’
Willen we investeren om levenswijsheid over te dragen, in plaats van dat over te laten aan moderne communicatiemiddelen?’, vraagt Van Dijk zich af. ‘Jongeren hebben behoefte aan mensen die met kennis van zaken en met gezag spreken en die aandacht hebben voor de persoon van de jongere. Daarom moet in de kerk, op school en in het gezin ruimte zijn voor ontmoeting. Zodat verbondenheid ervaren wordt. Zijn wij daarvoor bereid en beschikbaar?’
Want jongeren hebben mensen nodig die een rolmodel en identificatiefiguur willen zijn. ‘Mensen die een visie hebben ontwikkeld op het leven en die visie weten over te dragen. Jongeren zitten niet te wachten op clichés over hoe het hoort, maar hebben behoefte aan nabije volwassenen, die laten zien hoe het leven is. (.) De inspirerende docent en de nabije pastor. Maar ook de mentor, de raadsman. De aanwezige ouder.’
Heeft de kerk een gidsfunctie voor jongeren?, vraagt ze zich af. ‘Of is de kerk een systeem geworden? Dragen we overtuigingen over, of laten we ons hart zien? Durven we transparant te zijn over wat God gedaan heeft aan onze ziel, of zijn we daar gesloten over?’

Een vuur ontsteken
Ze is onder de indruk van de vele ‘gidsgesprekken’ die ze met jongeren voert. Over de meest uiteenlopende onderwerpen kloppen ze aan met de vraag om even mee te denken. ‘Het mentorschap verdient meer dan ooit aandacht, tijd en ruimte.’ Ook in de kerk, als het aan Van Dijk ligt. ‘Alles wat met God te maken heeft moet niet verworden tot een systeem, een keurslijf, een set van opgelegde normen en waarden en een massa regels. Het gaat erom dat hun hart geraakt wordt en dat het verlangen naar God opgewekt wordt.’ Ze citeert de Griekse filosoof Heraklites: ‘Opvoeden is geen emmer vullen, maar een vuur ontsteken’.
Verlangen oproepen kan alleen als ouders en andere begeleiders hun eigen verlangen en dus hun eigen hart laten zien. ‘Wie niet bij zijn eigen hart kan komen, kan ook niet bij dat van zijn kinderen komen.’
Het allerbelangrijkste voor jongeren? ‘Dat er van hen gehouden wordt. Iemand die niet daadwerkelijk ondervindt dat hij bemind wordt, kwijnt weg of zoekt het in het surrogaat.’ Tijd en beschikbaarheid zijn belangrijke voorwaarden. ‘Je hart kan nog zo vol liefde zijn, maar als er geen tijd is voor elkaar, kan de liefde niet beoefend worden.’

 

www.vergadering.nu