www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


Calvijn spreekt
De actualiteit van een hervormer na 500 jaar
Dr. J. Hoek (red.)
Uitg. Groen, Heerenveen 2009
223 blz. €12,50
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

     In dit boek wordt aan de hand van teksten van Johannes Calvijn (1509-1564) aangetoond hoe actueel het onderwijs van de reformator van Genčve is. Op deskundige en tegelijkertijd toegankelijke wijze worden meer en minder bekende aspecten van Calvijns werk toegelicht. Aan de orde komen zijn visie op zonde en genade, op kerk en verbond, op de wet en op het gebed, op de cultuur en op de jeugd. Telkens blijkt dat Calvijn spreekt: hij heeft wat te zeggen voor kerk en theologie in deze tijd. 
     Calvijn spreekt is het tweede deel in een serie die wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond ‘Johannes Calvijn’ (THGB). In deze THGB-reeks zullen boeken verschijnen die de actualiteit van het gereformeerde belijden aan de orde stellen. De inhoud van deze boeken is de neerslag van lezingen die gehouden zijn tijdens door de THGB georganiseerde studieavonden. 
     Calvijn spreekt staat onder redactie van prof.dr. J. Hoek.
Aan deze uitgave werkten mee: dr. M. van Campen, dr. C.G. Geluk, dr. W. de Greef, prof. dr. J. Hoek, dr. W. Moehn, A.G. Kloosterman-van de Sluys, prof.dr. W. Verboom.
 


1. Nederlands Dagblad - 4 september 2009 - www.nd.nl

Calvijn scoort nog steeds hoog

Recensie door W. van ‘t Spijker

Tal van kwesties die in de zestiende eeuw speelden, blijken volgens dit boek in een of andere vorm ook nu nog actueel te zijn. Met Calvijn kan men ook vandaag nog wel uit de voeten en het is een beetje dom, dat een `Calvijnjaar’ nodig lijkt om dat weer tot ons te laten doordringen.

De onderwerpen die in deze uitgave besproken worden, raken stuk voor stuk centrale onderdelen van echte gereformeerde theologie. De schrijvers hebben een methode toegepast die de Geneefse reformator dichter bij de lezer wil brengen. leder onderdeel wordt ingeleid met enkele bladzijden tekst die aan Calvijn zelf ontleend zijn. Zo kan er een soort commentaar ontstaan, waarin zijn standpunt gehanteerd wordt om een thema toe te lichten.




De bijdragen betreffen de volgende onderwerpen: Calvijn over zonde en genade (J. Hoek), Calvijn en het verbond (W. Verboorn), Calvijn en de wet van God (W. de Greef), Calvijn en de kerk (W.H.Th. Moelin), Calvijn en het gebed (M. van tampen), Calvijn en de cultuur (C.G. Geluk), Calvijn en de jeugd (A.G. Kloosterman-van der Sluys).

Fundamentele inzet
Dr. J. Hoek raakt met zijn bijdrage het wezen van gereformeerde spiritualiteit. Zonde en genade komen uitdrukkelijk aan de orde in Psalm 51. Luther heeft er uitvoerig over geschreven, en bij Calvijn functioneert in heel zijn theologie de fundamentele inzet van de genade van God, die vergeeft en geneest. Christologie en pneumatologie gaan ook bij Calvijn hand in hand, hetgeen dr. Hoek laat uitkomen. Voor Calvijn waren de psalmen een anatomie van de ziel, met heel het brede palet van al haar ervaringen. Hoek noemt Calvijns uitleg een basiscursus van het geloof. Die doet het minstens zo goed als onze alpha- of bétacursus. Dit boekje kan ook daar wel gebruikt worden.

Over het verbond schrijft dr. W. Verboom. Hij constateert dat Calvijn er geen apart thema van heeft gemaakt maar ook, dat de idee als een rode draad door heel zijn theologie aanwezig is. Het gaat om de relatie met God die heel de gemeente raakt en waarin de verkiezing ook een rol speelt. Zij gaat niet op in het verbond, zij gaat er ook niet in onder. Calvijn houdt op tijd op. Hij zoekt geen passende solutie, maar hanteert de prediking van beide. 

Over het thema van de wet schrijft dr. De Greef. Hij gebruikt een bundel preken over Ps. 119, waarin Calvijn zijn eigen opvatting van de betekenis van de wet breed uiteenzet. Verhelderend is wat De Greef schrijft over de wet als openbaring van Gods goede wil jegens ons. Die opvatting verhindert ten diepste een legalistische kijk op de geboden. Calvijn ziet de psalm over wet en getuigenissen, inzettingen en rechten van God als een tekening van Gods heilswil, die tegelijk om realisatie van Gods kant vraagt. Zo komt het werk van de Heilige Geest in het licht te staan. En zo kan ook duidelijk worden dat de psalm niets anders kan zijn dan een gebed om de werking van de Geest.

Er ligt duidelijk een nuanceverschil als het gaat om de opvatting van Calvijn in vergelijking met die van Luther. In de lutherse traditie kon het gemakkelijker komen tot een aansluiting bij het latere piëtisme met zijn zieleworstelingen. Bij Calvijn ligt, zoals in heel zijn theologie, de nadruk op het samengaan van heiliging en rechtvaardiging en omgekeerd. Het artikel van De Greef gaat niet opzettelijk op deze kwestie in, maar laat de verbanden wel zien die binnen de gereformeerde traditie gemakkelijker konden leiden tot een heiligingsstreven dat los zou kunnen komen te staan van de voortdurende en genadige vergeving der zonden.

Vier regels
Een puur gereformeerd en Calvijns thema snijdt dr. Moehn aan in zijn bijdrage over de kerk bij Calvijn. Hij hanteert daarbij gegevens uit Hand. 2, Pinksteren. In die thematiek is Moehn thuis als weinig anderen. Pinksteren is kerk. Calvijn ook. We hebben van beide op dit punt weinig overgehouden.

Wat ons ten aanzien van de kerk tot nu toe nog op de been houdt, is het mechanisme van de relativering. Er zit, zo zou men haast zeggen, ook weinig anders op dan dat we zeggen: het gaat om Kerk met een hoofdletter. Daarbij hebben alle kerkelijke acties hun kracht verloren. Menswetenschappen, sociale vaardigheden en management kunnen weinig uitwerken. Het kan dan ook haast niet anders of tijd en samenleving hebben ons van het evangelie, dat is van het diepste geheim van de kerk beroofd. Het is goed om Moehns bijdrage zorgvuldig te bekijken, en dan ook nog eens te lezen in het licht van wat in het vierde boek van de Institutie door Calvijn wordt geboden.

Gezien de omvang van Calvijns theologie van het gebed in de Institutie is het wat bevreemdend dat aan deze belangrijke kant van Calvijns werk gemakkelijk wordt voorbijgegaan. De bijdrage van dr. Van Campen biedt een goed tegenwicht. Hij beschrijft Calvijns denken over het gebed niet primair aan de hand van wat de Institutie op dit punt biedt. Hij houdt zich aan de vier regels voor het gebed die daarin wel te vinden zijn en werkt dan het onderwerp breder uit. Vier regels: innerlijke concentratie, waarachtig verlangen, ootmoed voor God en vast vertrouwen. Langs deze lijnen werkt Van Campen Calvijns visie verder uit.

Heil en cultuur
Wat dr. C.G. Geluk schrijft over de betekenis van de cultuur voor Calvijn, opent perspectieven die we gemakkelijk uit het oog verliezen, wanneer we ons slechts concentreren op de vragen rond de heilsproblematiek. Toch behoort de cultuur er voor Calvijn wezenlijk bij. We ontkomen er ook niet aan om daarvan rekenschap te geven. Laat dan wél de samenhang van heil en cultuur duidelijk blijven. Calvijns actualiteit ziet Geluk voor een belangrijk deel in het gezag van het Woord van God, waarbij de ogen zeker niet gesloten mogen worden voor het goede dat op alle terreinen van het leven is gebleven, ook na de zondeval.

De laatste bijdrage is zeker niet de minst belangrijke. Mevrouw Kloosterman vat samen wat Calvijn te bieden heeft wanneer het gaat om kinderen en jongeren. Zo wordt de blik gericht op de toekomst van kerk en koninkrijk van God. Laat men dit stuk reserveren voor een bespreking op verenigingen of wat daarvoor in de plaats is gekomen.
Kortom: een bundel die hoog scoort, en lang betekenis kan houden.


Zie ook: www.refdag.nl/artikel/1415439/Calvijn+in+woord+en+beeld.html

www.vergadering.nu