www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


Allemaal gereformeerden
In gesprek met tien gereformeerde voormannen
Andries Knevel
Uitg. Kok, 2009
117 blz., € 15,-
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Andries Knevel weet vriendelijk maar vasthoudend een tiental gereformeerde voormannen aan de tand te voelen in dit boek. Over wie ze zijn, wat hun kerkverband inhoudt, wat zijn bestaansgrond is en waarom men niet kan of wil samengaan met andere gereformeerden. Door de opzet biedt Allemaal Gereformeerden met alle achtergrondinfo zowel een prachtig overzicht van een belangrijk deel van de kerkelijke kaart, alsook een leerzame inkijk in de keuken van tien orthodoxe gereformeerde kerkverbanden. Aan het woord komen: ds. G. de Fijter (PKN), ds. A. de Snoo (GKV), ds. D. Quant (CGK), drs. J. Mudde (NGK), drs. I.A. Kole (Ger.Gem.), ds. K.J. Bijleveld (Voortgez.GKN), dr. S. de Marie (GKNH), dr. W. van Vlastuin (HHK), dhr. B.J. van Vreeswijk (Ger.Gem. in Nederl.), drs. P.A. Zevenbergen (Oud-Ger.Gem).
 


1. Nederlands Dagblad - 22 mei 2009 - www.nd.nl

Krokodillentranen bij de verdeeldheid

Recensie door Roel Sikkema

'Wie zou niet wenen?' Een vaak gehoorde zin, wanneer een gereformeerde voorman de 'repeterende breuk' van de scheuringen, die in ons land tot meer dan tien soorten gereformeerd leidden, trachtte te typeren. Maar ook een lege uitspraak, velen huilen krokodillentranen.

In 1973 verscheen het boekje Tien keer gereformeerd waarin tien voorlieden van toen vertelden wat ze van die kerkelijke verdeeldheid vonden. 35 jaar later deed EO-presentator Andries Knevel alles nog eens dunnetjes over. Hij vroeg zich af of er een generatie later wel zoveel veranderd is.




Rekenkundig is het alleen nog maar erger geworden. Zo laat Knevel zien dat het in 1973 niet om tien verschillende kerkgenootschappen ging, maar slechts om acht (zeven gereformeerde kerken plus de Nederlandse Hervormde kerk, waarin zich toen drie gereformeerde modaliteiten bevonden). De 'zeven' van toen zijn nu ‘elf’ geworden. Want ook al fuseerden de Hervormde en de Gereformeerde Kerken (met de Lutherse Kerk) tot de Protestantse Kerk, dit leverde ook twee nieuwe kerkgenootschappen (de Hersteld Hervormde Kerk en de Voortgezette Gereformeerde Kerken) op. Daarnaast vormden zich intussen ook de Gereformeerde Kerken in Nederland (hersteld), een afsplitsing van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). “Een soort kerkelijke herverkaveling dus, die uiteindelijk niet in minder, maar in meer kerken van gereformeerd belijden heeft geresulteerd. Alle werk voor niets, zou je haast zeggen", aldus Knevel.

Verbondenheid
'Wie zou niet wenen?' De enige die in dit boekje - een weergave van een aantal radio-interviews - deze klassieke zin in de mond neemt, is de hersteld-hervormde dr. Wim van Vlastuin. Juist uit zijn mond klinkt dit wat merkwaardig. Want het zijn juist de vertegenwoordigers van de drie ‘nieuwe' kerken (naast Van Vlastuin zijn dat drs. Kersten Jacob Bijleveld van de voortgezette GKN en dr. Siem de Marie van de GKN (hersteld)) die benadrukken dat ze bezig zijn met de opbouw van een eigen kerkelijk leven en daarom niet zoveel tijd en energie steken in contacten met andere kerken. Van Vlastuin staat er wat dubbel in, omdat hij zich tegelijkertijd niet neer wil leggen bij de gebrokenheid van de kerk. Maar als hem wordt doorgevraagd hoe hij met collega-predikanten uit andere kerken omgaat en daarbij ook wel herkenning ziet, komt hij toch niet verder dan: “Ik zeg niet dat je dan gelijk tot kerkelijke eenheid komt, maar er mag in ieder geval een stukje geestelijke en theologische openheid en verbondenheid zijn."

Vrijzinnigheid
Knevel vraagt terecht aan ieder van zijn gesprekspartners wat nu het eigene van hun kerk is. Waarom staan ze apart van de grote PKN die - zo blijkt uit het gesprek met hun voorzitter ds. Gerrit de Fijter - toch ook een gereformeerde kerk wil zijn? De antwoorden op die vraag zijn nogal eenstemmig: in de PKN hebben waarheid en leugen beide een plaats, waarbij nogal eens de naam van de vrijzinnige ds. Hendrikse uit Middelburg valt. De Fijter ontkent die brede ruimte, maar als Knevel doorvraagt komt De Fijter er niet echt uit. Het lijkt er dan op dat hij discussies over de opvattingen van Hendrikse maar wat detaillistisch geneuzel vindt, te vergelijken met discussies over welk eten je lekker vindt. Zo stelt hij dat ze in Groningen heel blij zijn met een goede Hollandse maaltijd. “Maar als ik in het westen van het land kom, dan zijn daar allerlei hele verfijnde eethuisjes te vinden. Zo gaat het vaak ook op het kerkelijk erf. Dan is er een aantal zaken zo ontzettend uitgespit. Soms heeft het met de kleding te maken, een andere keer met de liederen die we wel of niet moeten zingen."

Overigens ziet De Fijter ook een klein PKN'tje ontstaan: “Ik heb nog een vraag voor dominee De Snoo: wat voor overeenkomsten ziet hij tussen de Protestantse Kerk en de ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt)? Ik vind dat die namelijk erg veel beginnen te lijken op de protestantse". Enkele pagina's later geeft ds. Arie de Snoo een reactie op deze vraag, waarbij hij zich zoals te verwachten was aansluit bij de andere gesprekspartners die de PKN een veel te brede kerk vinden.

Verder lijken de verschillen tussen de diverse kerken voor een belangrijk deel cultuurverschillen te zijn. Leg een buitenstaander maar eens uit wat het verschil is tussen de Oud-Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. En, waarom kunnen de voortgezette Gereformeerde Kerken niet fuseren met de Nederlands Gereformeerde Kerken? Toch niet alleen omdat Bijleveld en de zijnen zo druk bezig zijn met de opbouw van - weer - een eigen subcultuur?

Plaatselijk
Allemaal gereformeerden is eigenlijk een wat deprimerend boek. Want er wordt wel veel gezegd, maar in de praktijk niet zoveel gedaan. Toch huilen niet alle geïnterviewden krokodillentranen. De gesprekspartners van de PKN, de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en de Nederlands Gereformeerde Kerken lijken het meest onder de kerkelijke verdeeldheid te lijden. Tegelijkertijd wordt ook het betrekkelijke van institutionele eenheid ingezien. Drs. Jan Mudde (Nederlands gereformeerd) wijst erop dat in Haarlem - de plaats waar hij op het moment van het interview predikant was - een vrij nauw samenwerkingsverband is tussen diverse kerken van orthodoxe snit. Dat maakt Mudde uiteindelijk toch een beetje optimistisch. “Kerken gaan nu meer en meer terug naar waar het om gaat, Jezus Christus, die gekruisigd is, gestorven, begraven en opgestaan. Wie zich daarin vinden, die vinden elkaar rond de levende Heer. Ondanks het feit dat er tien gereformeerde kerken zijn, heb ik heel veel hoop voor de toekomst van de samenwerking tussen christenen in Nederland. Laten we dan vooral plaatselijk beginnen."


www.vergadering.nu