www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

6 RECENSIES


Een dubbelsnoer van licht
honderd grootse joodse en christelijke godsmannen door de geschiedenis heen - en hun moeizame relaties
Willem J. Ouweneel
ISBN: 9789461534262
Uitgever: Aspekt, 2014
Paperback, 550 pagina’s
Prijs: € 24,95
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Dit boek is het derde in een trilogie over drie zeer verschillende historische onderwerpen: in deel 1 honderd vrouwen, in deel 2 honderd componisten en in dit deel 3 honderd joodse en christelijke geestelijke leiders. Dit boek is een dubbelsnoer: het joodse en het christelijke snoer, al vroeg gescheiden en af en toe flink met elkaar in de knoop rakend, maar - zo is de verwachting van velen - als twee rivieren uiteindelijk weer in één bedding uitmondend, als de Messias verschijnt. 

Het boek concentreert zich op de voornaamste joodse en christelijke `smaakmakers`: de rabbi`s, de denkers, de geleerden, de filosofen, de theologen. De meeste hoofdstukken gaan over een Jood en een niet-Jood, meestal contemporain. Ook dit keer zijn een aantal didactologische (deels ook genealogische) tabellen opgenomen. Het boek wil een bijdrage leveren, uitdrukkelijk vanuit christelijk standpunt, aan het `gesprek` tussen Joden en christenen. Zo veel `gesprek` is er nog altijd niet. Dat is ook geen wonder na eeuwen van vooral `christelijk` geïnspireerd antisemitisme. Joden hadden en hebben geen boodschap aan christenen, en christenen tot voor kort ook niet aan Joden. Dat is in de laatste zestig jaar gelukkig aan het veranderen.

Prof. dr. Willem J. Ouweneel (1944) is gepromoveerd in de biologie (1970), 
de filosofie (1986) en de theologie (1993). Hij is hoogleraar geweest in de wetenschapsleer van de natuurwetenschappen, de filosofie en de systematische theologie. Zijn grote belangstelling voor Israël blijkt uit eerdere boeken: Israël en de Kerk (1991), Het Jobslijden van Israël (2000), Hoogtijden voor Hem (2001), `Hoe lief heb ik uw wet` (2001), Israël en de Palestijnen (2002), Joden en christenen (2013, met rabbijn L.B. van de Kamp).

..


6. - december 2021 - www.uitdaging.nl 

Geleerde Joden & christenen en Israël

Recensie door Marco van Putten

Gods volk heeft in elke generatie geleerden die het nalatenschap van de vorige generatie oppakte, verder uitwerkte en dat weer doorgaven. Zo ontstonden snoeren van leraren en hun leerlingen. Professor Willem Ouweneel beschrijft deze snoeren vanaf Abraham tot het heden in het boek ‘Een dubbelsnoer van licht’. Waar gaat het over?

Ouweneel onderscheidt als Darbist twee heilswegen voor Gods volk; die van Joden en die van christenen. Vandaar dat hij in zijn boektitel de benaming ‘een dubbelsnoer’ (twee aparte snoeren) gebruikt.

Het woord ‘licht’ in de titel vat hij op als het Bijbelse licht, dat vandaag nog dimlicht zou zijn. Het zou pas licht worden als de Messias Joden en Christenen samenbrengt.

Boekanalyse
Ouweneel is bioloog, filosoof en Theoloog en was voor elk van deze wetenschappelijke vakken hoogleraar. In dit boek beschrijft Ouweneel de 100 grootste Joodse en christelijke Godsmannen door de geschiedenis. Dit boek is het derde deel van zijn reeks 100 grote personen.

Zijn doel met dit boek is om een bijdrage te leveren vanuit een christelijk standpunt aan het gesprek tussen Joden en christenen. Hij hoopt dat dit gunstig werkt voor de bestrijding van antisemitisme. Ook hoopt hij door dit boek op wederzijdse interesse.

Na een Voorwoord en een Inleiding volgen 27 Dubbelportretten (hoofdstukken) in min of meer chronologische volgorde. Aan elk dubbelportret is gemiddeld zo’n 17 pagina’s gewijd. Voetnoten geven hoofdzakelijk Bijbelteksten, maar ook diepte-informatie. Bij de tekst zijn zwart-wit plaatjes gevoegd en tabellen. In grijsgekleurde secties zijn feiten over de personen uit de dubbelportretten opgenomen.

Andere personen worden behandeld in portretten en medaillons. Buiten Abraham en Mozes, 30 Joodse en 22 niet-Joodse portretten en 46 medaillons. De gekozen personen zijn subjectief. Het zijn vrijwel alleen mannen. Daarnaast zijn 50 excursies opgenomen waar Ouweneel op een bepaald onderwerp in gaat. De meeste aandacht besteedt hij aan de eerste en de tweede eeuw.

In de Bijlage (appendix) is een overzicht van de genealogisch-didactologische leersnoeren gegeven. Het boek sluit af met een uitgebreide literatuurlijst, een woordenlijst en een personenregister.

Evaluatie
Dit is een toegankelijk en interessant overzicht van een selectie van belangrijke geleerden en van belangrijke fenomenen uit de geschiedenis. Een naslagwerk. Opmerkelijk is dat Ouweneel in dit boek de focus heeft op het volk Israël en hun godsdienst. Hij bestrijdt daarbij vooral Vervangingstheorieën.

Het woord ‘dubbelsnoer’ in de titel suggereert dat deze geleerden verweven zouden zijn. In direct contact met elkaar stonden. In zijn beschrijving komt echter herhaaldelijk aan het licht dat er geen of amper contact was. Er was waarschijnlijk wel wederzijdse beïnvloeding, maar zeker is dat niet. Meestal stonden ze negatief tegenover elkaar (tegenreactie). Vandaar dat in de ondertitel die relatie ‘moeizaam’ wordt genoemd.

Ouweneel gaat uit van de christelijke tradities (en diens dogma’s) en staat positief tegenover de Rooms-katholiek kerk en de rabbijnen, maar heeft geregeld ook terechte kritiek op de christelijke kerktraditie. Dit boek wordt aangeraden.


5.  De Leesclub van Alles - 20 augustus 2017 - https://deleesclubvanalles.nl...

Een dubbelsnoer van licht
De relatie tussen de christelijke kerk en het Jodendom

Boekrecensie door Wolter Huttinga

Eén van de vele thema’s die Ouweneel sinds jaar en dag bezighouden is de relatie tussen de christelijke kerk en het Jodendom. Daarover gaat dit boek. Het blijkt het derde deel in een serie te zijn waarin Ouweneel ‘snoeren’ met historisch belangwekkende personen aaneenrijgt. Na een snoer van befaamde vrouwen en beroemde componisten werkt hij deze keer een dubbelsnoer uit: steeds worden beroemde christelijke denkers gecontrasteerd met invloedrijke Joodse denkers en rabbi’s uit dezelfde periode. Op deze manier lijkt het boek impliciet een soort dialoog op gang te willen brengen die in werkelijkheid nooit heeft bestaan. Helaas, vindt Ouweneel.

Centrale stelling

Het is een erg dik boek, maar de kern van wat de auteur wil betogen kun je al vrij gauw vinden. Hij betoogt dat Jodendom en Christendom beide het ‘licht van God’ uitstralen en bewaren, maar dat ze wel allebei een blinde vlek hebben: “De blinde vlek van de Joden is Jezus, de blinde vlek van de christenen is Israël.” Het is zijn diepe overtuiging dat beiden op dat punt ooit “de schellen van de ogen zullen vallen”. Ouweneel moet vooral de christelijke voorvaderen, hoe hoog hij ze ook heeft zitten, voortdurend tot de orde roepen. De één heeft zich nog negatiever over de Joden uitgelaten dan de ander.

Lees verder...


4.  Over Boeken - 19 april 2015 - http://over-boeken.blogspot.com...

Een dubbelsnoer van licht

Boekrecensie door Evelien de Nooijer Alting

[....]

“Een dubbelsnoer van licht” is een soort encyclopedie betreffende de belangrijkste christelijke en joodse rabbi’s, denkers, geleerden, filosofen en theologen. Ouweneel zet steeds een joodse en christelijke geleerde die zo ongeveer in hetzelfde tijdvak leefden tegenover elkaar; en voegt daar een aantal korte beschrijvingen (medaillons) van mensen die in hun spoor volgden, aan toe. Voor een groot gedeelte gaat het boek over de manier waarop Joden en christenen elkaar door de eeuwen heen hebben beïnvloed, genegeerd, en onderdrukt - de christenen de Joden uiteraard heel wat vaker dan omgekeerd. De typisch joodse vraag is: ‘Wat moet ik doen?’. De typisch christelijke vraag is: ‘Wat kan ik weten?’. Natuurlijk gaat Ouweneel met zevenmijlslaarzen door de joods-christelijke denkgeschiedenis; over elk genoemd personage is een biografie te schrijven of al geschreven. Ik ben daar als recensent echter zeer bij gebaat, want ik kom die namen in allerlei verhalen tegen. Zodoende krijg ik vanzelf een beetje een globale indruk over wat er op dit terrein allemaal onder de zon is gepasseerd. 

En dat is nog niet alles. Ouweneel wisselt zijn persoonsbeschrijvingen ook nog eens af met vijftig paragrafen waarin hij de belangrijkste controversiële kwesties in het joden- en christendom beschrijft, waardoor het boek nooit saai wordt. Dan moet je denken aan onderwerpen als: ‘Het trinitarisme’, ‘Wat is antisemitisme?, ‘Godsmoordenaars’, ‘De vervangingstheologie’, ‘De gnostiek’, ‘Wetticisme’, ‘Sjabbat versus zondag’, ‘Ascese’, ‘Verplicht huwelijk versus celibaat’, ‘De beschuldiging van rituele moord’, ‘De inquisitie’, ‘De kabbala’, ‘Messiasbelijdende Joden’, enzovoort enzoverder. Ieder hoofdstuk begint met een stukje uit zijn dagboek - Ouweneel heeft veel plaatsen bezocht waar historische beroemdheden hebben geleefd of liggen begraven – plus een korte beschrijving van de periode waarin de genoemde personen leefden.

Wat opvalt is dat er niet één vrouw in het boek voorkomt. Vrouwen komen in de geschiedenis niet aan bod. Gelukkig is “Een dubbelsnoer van licht” het derde deel van een trilogie, waarin het eerste deel gewijd is aan 'Honderd vrouwen' - dat op dezelfde leest is geschoeid als "1001 vrouwen" van Els Kloek – en deel twee aan 'Honderd componisten'. Ouweneel is trouwens bijzonder vrouwvriendelijk voor een strenge protestant: ergens stelt hij dat Adam veel zondiger was dan Eva. Eva werd verleid (door de slang tijdens de zondeval zoals beschreven in Genesis), van Adam staat dat er niet: hij zondigde willens en wetens. 

Dimlicht
Ouweneel omschrijft God vooral als ‘licht’, wat me aan het prachtige motto van de universiteit van Oxford doet denken: “Dominus Illuminatio Deo”. God bewoont volgens de Bijbel een ‘ontoegankelijk licht’: “…

Lees meer...


3.   indekerk.be Blog - december 2014 - indekerk.be...

Een dubbelsnoer van licht

Boekrecensie door Raymond R. Hausoul

Begin 2014 verscheen het honderddrieënvijftigste boek van Willem J. Ouweneel. Een dubbelsnoer van licht is het derde en laatste deel van een trilogie over verschillende historische onderwerpen. De auteur wil er de relaties en verschillen tussen christenen en joden doorheen de geschiedenis in achterhalen en naar voren brengen. Belangrijke religieuze stromingen, denkers, rabbi’s, theologen en filosofen, passeren in dit boek de revue.

Een dubbelsnoer van licht start met het dubbelportret ‘Abraham en Melchizedek’ aan het prille begin van de heilsgeschiedenis. Elk dubbelportret geeft inzicht in de vraag hoe andere volken omgingen met de joden. Zo plaatst de auteur vervolgens Mozes naast Jetro en Jesaja naast Ezra. Hiermee is de tijd van het OT afgedekt. Daarna volgen voor wat de verdere tijd betreft, nog vierentwintig dubbelportreten, waarin telkens een volgeling van Christus naast een volgeling van het jodendom staat. Na een korte inleiding op het personage, wordt beschreven hoe beide ‘volgelingen’ uiteindelijk omgingen met elkaar. Hoe gingen christenen om met joodse niet-christenen in hun tijd? Waar lagen de spanningen? Waar lagen de raakvlakken?

Naast de zevenentwintig dubbelportretten besteedt het boek nog aandacht aan: (1) zesenveertig medaillons, waarin de auteur nog meer personages bespreekt uit het tijdvak van de dubbelportreten; en (2) vijftig excursies over uiteenlopende onderwerpen die een rol spelen in de dialoog tussen joden en christenen.

Door de grote hoeveelheid aan informatie is het een uitdaging om bij het doornemen van de dubbelportreten, medaillons en excursies het geheel te blijven overzien. Sommige personages passeren in sneltreinvaart de revue. Zelf ondervond ik meermaals dat de personages te weinig tijd leek te worden gegund om uit de verf te komen. Hun leven werd in korte alinea’s neergezet. Na het lezen van meerdere beschrijvingen had ik dezelfde indruk als bij het doorlezen van een grote hoeveelheid encyclopedische artikels. Een heldere structuur, zoals die bijvoorbeeld aan te treffen is in Het Jodendom van Hans Küng, zou hierin meer rust hebben gebracht.

Uiteindelijk vormt Een dubbelsnoer van licht in essentie een speerpunt dat gericht is tegen de vervangingstheologie (supersessionisme), dat de kerk als de vervanger van Israël ziet in Gods heilsplan. Van dat laatste wil de auteur niets weten. De kerk dient zich ernstig te bezinnen over de vreselijkheden waarmee zij de joden en de joodse leer bestreden.

In zijn eigen theologische reactie op de vervangingstheologie blijft de auteur echter beknopt. Zo is niet meteen duidelijk waarop de auteur zijn mening baseert dat bijbelteksten als Rom.11:16-24 of 1Pet.2:9-10 – die dikwijls worden aangehaald door het supersessionisme – enkel principieel voor de christen gelden. Wie als christen voor waar neemt wat er in deze teksten staat, handelt onjuist, aldus Ouweneel (p.186-187). Zijn pleidooi tegen het supersessionisme kan hierbij de uiteindelijke indruk geven dat de gemeente slechts een kleine broer naast het veel betere Israël is.

De vraag: ‘Hoe dachten christenen over joden doorheen de geschiedenis?’, wordt in het boek uiteindelijk met ‘negatief’ en ‘slecht’ beantwoord. Christenen verdrukten de joden en verwierpen hun geschriften. Tegelijk mogen we die houding m.i. niet los zien van de vraag: ‘Hoe dachten joden over Christus?’ Voor de mogelijk diepere samenhang tussen beide vragen is er weinig oog doorheen het boek. Het antwoord op de vraag ‘Hoe denken mensen over Christus’, bepaalt voor veel christenen in hoeverre iemand een ‘grootste Godsman’ is – een term die de auteur in de ondertitel van zijn boek voor zowel de niet-christelijke jood als de christen gebruikt. Deze persoonlijke houding tegenover Jezus van Nazareth had volgens mij in deze uiteenzetting nog meer uit de verf mogen komen. Het zou ertoe kunnen bijdragen de negatieve houding van de christen historisch beter te duiden.


2. Profetisch Perspectief - december 2014 - www.profetischperspectief.nl

Dubbelsnoer van licht


Recensie door G. Hette Abma

Het is niet de bedoeling van professor Willem Ouweneel een complete verhandeling te bieden over de relatie van Joden en christenen door de loop der eeuwen heen. Alleen vraagt hij de aandacht voor de portretten van de voornaamste smaakmakers en daarnaast worden er door hem ook nog medaillons van hun tijdgenoten getoond.

De auteur biedt ons ontzettend veel in zijn volumineuze boek van 550 bladzijden. Hij geeft daarin opnieuw blijk van een encyclopedische kennis. Van honderd grootse Joodse en christelijke Godsmannen verschaft hij een korte biografische schets. Hun onderlinge relatie blijkt echter moeizaam te zijn.

Steeds ben ik geneigd te denken aan een dubbel lichtspoor. Waarom toch loopt de route van Joden en christenen zo uiteen? Volgens dr. Ouweneel is dit het gevolg van een onverzoenlijk geschil betreffende de persoon van Jezus Christus. Het contact tussen Joden en christenen was daarom doorgaans moeilijk. In deze tijd is het gesprek voorzichtig op gang gekomen. De controverse zal echter niet worden opgelost, tot het moment waarop God de hele wereld verlost, zoals dit beloofd is in de Bijbel. En daarbij denkt Ouweneel concreet aan de komst van de Messias. Aan het begin van het boek heeft hij dan ook de lofzang op Sion in het messiaanse rijk (Jes.60) opgenomen.

Bedelingenleer
De schrijver veroorlooft het zich te spreken over 'dimlicht'. Bij Joden is Jezus de blinde vlek. En bij christenen is dat Israël. Zoals velen bekend is, spreekt Paulus over een bedekking die ligt op het hart van Israël (2Kor.3:14). Minder is tot christenen doorgedrongen dat er volgens Jesaja een sluier ligt over alle volken en een bedekking over alle naties (Jes.25:7). Die bedekking is volgens Ouweneel een noodzaak in de regeringswegen van God. Als Israël in de christelijke kerk was opgegaan, zou er geen volk meer zijn geweest waarvoor in de eindtijd de profetieën in vervulling moeten gaan. Israël en de volken moeten een gescheiden weg blijven gaan. Eens zullen de schellen van de ogen vallen. Dat is dankzij de komende Messias in het messiaanse vrederijk (p.167). Blijft de vraag waarom er al niet eerder sprake kan zijn van een wegnemen van de bedekking. Geeft God geen voorproef als Joden belijden dat Jezus de beloofde Messias is en gelovigen uit de volken zicht krijgen op de plaats van het volk Israël in Gods heilsplan? Wordt Ouweneel mogelijk door de vooronderstelling van de bedelingenleer verhinderd om daar meer accent op te leggen? [Ouweneel ontkent niet dat al eerder individueel de bedekking kan worden weggenomen. Dat geldt of je nu wel of niet een bedelingenleer vooronderstelt (HS)]

Waarom stel ik zo'n kritische vraag? Het zou mij geen enkele moeite kosten om met diverse tonen de loftrompet te steken voor de prestatie die Ouweneel opnieuw heeft geleverd. Van harte hoop ik dat velen het instructieve boek kopen en vooral ook zullen lezen. We doen de auteur echter het meest eer aan als we niet kritiekloos kennis nemen van de inhoud van zijn boek. Opvallend is dat mensen die zicht hebben gekregen op Israël een vernietigend oordeel vellen over kerkvaders, zoals Athanasius of Chrysostomos en ook de hervormer Luther. Ouweneel is voorzichtiger in zijn stellingname. Ik ben geneigd hem daarin bij te vallen, al realiseer ik me dat je daardoor het kwaad van anti-judaïsme en antisemitisme wel kunt vergoelijken. En dat kan nooit de bedoeling zijn. Hoeveel verwijdering hebben die anti-Joodse sentimenten door de loop der eeuwen niet gegeven tussen de volgelingen van Jezus en het volk waaruit Hij geboren werd?

Hellenistisch denken
Mogelijk wil Ouweneel de eeuwenlange controverse tussen Joden en christenen teveel in stand houden. In Excurs 9 schrijft hij dat het verschil niet alleen de persoon van Jezus betreft, maar ook de triniteitsleer, de leer van de drie-enige God. Voor Joden is het immers ondenkbaar de Messias te vergoddelijken, ook kunnen zij de heilige Geest niet zien 'als een afzonderlijke entiteit naast de Vader.' Voor mij is de terminologie alleen al moeilijk te verteren: de goddelijkheid van Jezus en de heilige Geest als afzonderlijke entiteit... Ouweneel poneert mij te gemakkelijk: 'Ik aanvaard Chalcedon, dat wil zeggen de tweenaturenleer' (p. 179). Zonder enige aarzeling schrijft hij ook over het trinitarisme (p.162). Doen we er goed aan zo zonder reserve het hellenistische denken te aanvaarden met de terminologie van 'persoon', 'natuur' en 'substantie'? Wordt daardoor het licht van Gods Woord niet teveel gedimd? Op het concilie van Nicea werd bovendien ook de paasdatum gewijzigd op grond van anti-Joodse motieven. Is het niet beter dat we ons daarvan distantiëren?

Sjabbat versus zondag
Een omstreden punt onder de volgelingen van Jezus is de rustdag. Ouweneel geeft een overzicht van de verschillende posities die worden ingenomen. Zelf is hij ervan overtuigd dat gelovigen uit de volken formeel niet staan onder het vierde gebod, omdat de mozaïsche wet, waarvan het sjabbatsgebod een hoeksteen is, alleen aan Israël is opgelegd (p.249). Ik ben het met hem van harte eens dat bij de meerderheid van de theologen in de gevestigde kerk de vervangingstheologie wordt gehuldigd. Zij zeggen immers dat het vierde gebod van gelding is, maar dat in de nieuwtestamentische bedeling de zaterdag is vervangen door de eerste dag van de week. Zijn andere conclusies deel ik niet allemaal. Hoe weet hij zo zeker dat de apostelen het gebod van de Sjabbat niet hebben toegepast op de niet-Joodse christenen? Het kan toch zijn dat ze op de eerste dag van week samenkwamen en tevens de Sjabbat hebben gevierd? Vele historici gaan daarvan uit. Verder vind ik het curieus dat Ouweneel vaststelt dat zelfs als de niet-Joodse christenen niet onder de mozaïsche Thora staan, toch zeker negen van de Tien Geboden deel uit maken van de messiaanse Thora. En dan stelt hij terecht de vraag: waarom dan niet ook dat enig overblijvende sjabbatsgebod? Bedenk daarbij ook dat, al hebben vele uitmuntende niet-Joodse christenen de zondag gevierd, zelfs zij erkenden dat God zelf nog steeds de Sjabbat 'houdt', zoals Hij dat deed bij de schepping. Ten slotte moeten we ons realiseren dat in het komende messiaanse rijk niet alleen de Joden, maar ook alle volken de sabbat zullen houden (p.252)! Er zijn dus veel argumenten om vast te stellen welke dag door God bedoeld is als wekelijkse rustdag. Laten we er geen ruzie over maken, maar ons wel voortdurend daarop beraden. Naar mijn overtuiging zal er ooit een tijd komen dat niet langer de zondag wordt gehouden, maar dat de Sjabbat weer zal worden gevierd. De bezinning op de moeizame relatie tussen Joden en christenen kan nu reeds zijn vruchten afwerpen.


1. Historiek - 14 juli 2014 - http://historiek.net/

Honderd beroemde Joodse en christelijke denkers


Recensie door Enne Koops

De bekende theoloog Willem J. Ouweneel heeft recent een mooi boek, Een dubbelsnoer van licht, gepubliceerd over de relaties tussen het Jodendom en christendom, die hij etaleert aan de hand van honderd portretten van beroemde denkers, aangevuld met allerlei thematische excursies over bijvoorbeeld het antisemitisme, de kabbala, de kruistochten en de inquisitie.

Ouweneel concentreert zich, vanuit een expliciet christelijk standpunt, voornamelijk op Joodse rabbi’s, christelijke filosofen, theologen en andere geleerden. Liefst honderd centrale personen uit christendom en Jodendom passeren de revue. Ouweneel wil met zijn boek een bijdrage leveren aan het gesprek tussen Joden en christenen.

Het christelijke en oecumenische uitgangspunt van dit boek betekent niet dat dit vuistdikke werk oninteressant zou zijn voor historici. Integendeel: ondanks het subjectieve karakter is dit boek zeer leerzaam, met name voor diegenen die meer wil leren over de eeuwenlange (vaak slechte) verhoudingen tussen Joden en christenen. Of over een keur aan religieus-historische thema’s zoals de vervangingstheologie, gnostiek, mystiek, ascetische geloofsgroepen, het Grote Schisma (1054), de Investituurstrijd dan wel over het ‘Hollandse Jeruzalem’ Amsterdam.

Ascese: monniken en nonnen
Om een indruk van dit mooie boek te geven; in een excursie over ‘ascese’ – een strikte onthouding van aardse (genot)middelen nagestreefd door principiële religieuze groeperingen zoals monniken – lezen we het volgende:

...... Lees verder...

www.vergadering.nu