www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


Religie is zo gek nog niet
Een introductie in de godsdienstpsychologie
Joke van Saane
Uitg. Ten Have, Kampen 2010
270 blz. € 22,50 
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl



1. Nederlands Dagblad - 2 februari 2010 - www.nd.nl

Afstandelijke opsomming van meningen

Boekrecensie door Mart-Jan Paul

Met de buitengewoon afstandelijke titel Religie is zo gek nog niet presenteert dr. Joke van Saane een introductie in de godsdienstpsychologie.
Ze beschrijft kort enige historische lijnen van haar vak, kiest daarna zeven religieuze verschijnselen en licht die vanuit allerlei religies toe. In het derde en laatste deel komen zeven basistheorieën aan de orde, zoals de psychoanalyse, copingtheorieën en sociaal-cognitieve theorieën.

De achterflap presenteert dit boek als het nieuwe standaardwerk voor studenten en geïnteresseerde leken. Het biedt een keurig overzicht van stromingen en richtingen in de godsdienstpsychologie.
Het werk is in een toegankelijke stijl geschreven en in de kaders staan voorbeelden om de verbinding tussen theorie en praktijk te leggen.

De schrijfster geeft eerst aan dat de godsdienstpsychologie een discipline is die onderdeel uitmaakt van de psychologie én van de theologie, maar verderop staat nadrukkelijk dat godsdienstpsychologie een subdiscipline van de psychologie is en niet van bijvoorbeeld de theologie. Deze tegenspraak wordt niet verklaard. Hoewel de schrijfster docent godsdienstpsychologie is aan de Faculteit Godgeleerdheid van de VU te Amsterdam, houdt ze zich aan een zo objectief mogelijke beschrijving van religieuze beleving. Verschijnselen als gebed, gebedsgenezing, bekering, rituelen en ‘reli-shopping’ worden vanuit een psychologische invalshoek bekeken.
Daarbij maakt het niet uit of mensen naar Jomanda of naar Jan Zijlstra gaan: de psychische mechanismen zijn grotendeels hetzelfde.

Verwarrend

Inhoudelijk geeft het werk weinig toerusting voor predikanten, docenten, hulpverleners en mensen met psychische aandoeningen. Dit komt omdat de opsomming overheerst en omdat allerlei zaken de revue passeren zonder grondige bespreking of evaluatie. De lezer krijgt slechts een verwarrende hoeveelheid meningen voorgeschoteld en hij wordt alleen gelaten met zijn vragen, kritiek en verlangens.




De schrijfster citeert Herman Bavinck, die zeer gefascineerd was door de godsdienstpsychologie. Hij zag grote voordelen voor de pastorale praktijk en mogelijkheden om de kennis van het religieuze leven te vergroten. Maar Bavinck maakt bezwaar tegen het methodologisch tussen haakjes zetten van de waarheidsvraag, omdat er vanuit de godsdienstpsychologie geen instrumenten voorhanden zijn om deze te beantwoorden. Ook de sterke nadruk op empirische methode doet voor Bavinck afbreuk aan de rijkdom van beschrijvingen die men bijvoorbeeld in de Bijbel aantreft.

De schrijfster trekt de lijn door naar het heden en geeft aan dat veel theologen en gelovigen geloof zien als resultaat van een goddelijke openbaring die niet toegankelijk is voor wetenschappelijk onderzoek. Een wetenschap die religie uitsluitend als empirisch fenomeen beschouwt en daarbij bovendien geen rekening houdt met het bestaan van God, kan een gevaar opleveren voor het geloofsleven van mensen. Een dergelijke wetenschap roept de angst op voor geloofsafval.

Afstandelijk 

Met deze analyse legt Van Saane haar eigen kaarten op tafel en kiest ze voor de neutrale en afstandelijke benadering.
Dat is een keuze die ik betreur en die ook maakt dat haar boek weinig zinvol is voor mensen die in de praktijk zeer gebaat zouden zijn bij enige kennis van godsdienstpsychologische mechanismen, zoals coping (methoden van omgaan met stress en nood). Ik onderschrijf met Bavinck dat er grote voordelen zijn voor de pastorale praktijk en mogelijkheden om de kennis van het religieuze leven te vergroten.

We hoeven echt niet bang te zijn voor een gedeeltelijk empirische benadering van religie en godsdienst. Het verbaast mij dat de schrijfster deze positieve verwachting van Bavinck niet oppakt en daarmee verder gaat. Hier zitten studenten theologie en predikanten (ook in haar faculteit) op te wachten!

Wanneer we beseffen dat de psychologie slechts enkele aspecten beschrijft van een veel rijkere werkelijkheid, behoedt dit voor over- en onderschatting.
Verder bestrijd ik dat de godsdienstpsychologie de waarheidsvraag buiten beschouwing moet laten. Hier wreekt zich een bepaalde visie op wetenschap die weliswaar in de huidige westerse samenleving gangbaar is, maar door christenen fundamenteel betwijfeld dient te worden. In het verleden heeft de VU in wijsgerig opzicht hierover veel gepubliceerd en het is jammer dat de auteur hieraan geheel voorbijgaat.
Hierdoor werkt het boek bij veel lezers vervreemdend.

Levensvoldoening

Slechts één voorbeeld: ,,Bidden zorgt in het algemeen voor meer levensvoldoening, een hogere kwaliteit van leven, groter welbevinden en een duidelijker levensdoel’’. De verklaring is dat het bidden werkt als een cognitief mechanisme om de eigen ervaringen te ordenen en te interpreteren. Dit zou ook het positieve effect op het welbevinden verklaren. ‘Niet God, maar de bidder zelf staat garant voor het uitkomen van het gebed.’ Wat mij betreft kan dit aspect wel eens een rol spelen, maar hier blijkt de principiële tekortkoming van een godsdienstpsychologie die zich aanmeet verklaringen van godsdienstige verschijnselen te geven.

Er zijn heel wat andere publicaties uit binnen- en buitenland waar de diepe vragen van dit leven besproken worden, en waarin we geholpen worden om te gaan met ons verleden, met schuld en tekortkomingen, met verlangens en uitzichten. Die boeken hebben mij meer geholpen dan dit overzicht waarin pastorale boeken met psychologische inzichten ontbreken. Hier is religie slechts ‘zo gek nog niet’. Deze titel getuigt van een gebrek aan invoelingsvermogen waarover het in de godsdienst (de persoonlijke dienst aan God, niet slechts de afstandelijke ‘religie’) gaat en wat daarin mensen beweegt.

Wie slechts fenomenen waarneemt en rangschikt, bedrijft een wetenschap die de kern niet raakt. Het boek van Van Saane kan wetenschappelijk ‘correct’ zijn, maar ik zie uit naar een dieper, praktischer en christelijker vervolg.

www.vergadering.nu