www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

3 RECENSIES


Hemelse gewesten
Jenö Sebök

169 pagina's, verscheen, onder het imprint Moria, bij lmportantia Publishing in Dordrecht.
Het boek kost € 12,50. ISBN 9789066591288
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
 
De interesse in de geestelijke wereld is groter dan ooit. In de bijbel wordt veelvuldig over deze wereld gesproken als de "hemelse gewesten". In deze geestelijke wereld leven geestelijke wezens, engelen en demonen. 

Het grote probleem van onze tijd is dat we niet meer in de duivel geloven. In de bijbel wordt hij echter de god van deze eeuw genoemd en de overste van de wereld. Dat verklaart waarom er zoveel geweld en onrecht is. De bijbel vertelt ook dat er een einde komt aan zijn macht. Jezus Christus zal de heerschappij overnemen en dan vangt het vrederijk aan. 

We doen er goed aan eens grondig uit te zoeken wat de bijbel over de duivel en de geestelijke wereld openbaart. Veel mensen zullen zeggen dat de duivel zoveel eer niet toekomt, dat je je beter bezig kunt houden met wat de bijbel over God zegt. Het gevaar is dan dat je niet meer kunt geloven in een god die zoveel kwaad toelaat. Bovendien, de duivel is de grote tegenstander van God, zijn aartsvijand en dus ook onze aartsvijand, als we tenminste Jezus volgen. De Schrift vertelt ons dat er een strijd is op leven en dood tussen God en de duivel. En wij zijn bij die strijd betrokken. Dan doen we er goed aan onze vijand beter te leren kennen. Zolang we dat doen vanuit de bijbel is dat niet verkeerd; het wordt pas ongezond en gevaarlijk als we langs de weg van occultisme de duivel willen leren kennen. 

De schrijver geeft een verhelderend inzicht in wat de bijbel vertelt over de geestelijke wereld.


3. Profetisch Perspectief - augustus  2006

Dit artikel bevat de essentie van het onlangs verschenen boek Hemelse Gewesten, door Jenö Sebök

Recensie door G. Hette Abma

'Als God almachtig is, waarom laat Hij dan zoveel ellende toe op de wereld?"

Op Oudejaarsavond 2005 riep Youp van't Hek God weer eens op het matje. Hij had het over alle geweld, onrecht en ellende op de aarde en riep God ter verantwoording, onder luid applaus van het publiek. Youp kan het volksgevoel heel goed verwoorden. Daarom kreeg hij dan ook al die klappers op zijn hand. Maar hij en al die klappers zijn aan het verkeerde adres met hun klacht.

We geven God de schuld van alle ellende op de wereld, maar we moeten bij de duivel zijn. Want de god van deze eeuw, dat is de duivel! Johannes noemt satan de overste van de wereld. Paulus noemt satan de overste van de macht van de lucht, die de loop van deze wereld bepaalt. Job zegt dat de aarde in de macht van de goddeloze is gegeven. Als dat zo is, is het dan een wonder dat er zoveel ellende en onrecht op de aarde is? Dus al die ellende op de wereld is geen bewijs dat er geen god bestaat, maar het is het bewijs dat de duivel de god van deze wereld is.

Oké, de duivel is de god van deze wereld. Maar God (met een hoofdletter) is toch almachtig? Als God almachtig is, waarom laat hij dan toe dat de duivel de baas is op de wereld? Dit is een cruciale, maar ook legitieme vraag. Het antwoord daarop is heel paradoxaal: Dat komt doordat we een liefhebbende God hebben. Johannes zet er als het ware een '= teken' tussen: God is liefde. Het grote gebod, waaraan alle andere geboden ondergeschikt zijn, luidt niet voor niets: Gij zult de Here uw God liefhebben met geheel uw ziel, met geheel uw verstand en met geheel uw hart. God heeft de wereld geschapen om liefde te kunnen geven en te ontvangen. God, die liefde is, wil iets hebben om zijn liefde op te richten. Iets dat zijn liefde kan beantwoorden. Daarom heeft hij wezens geschapen, met verstand begiftigd en het vermogen om lief te hebben. Dat impliceert dat deze wezens een vrije wil hebben. Liefde laat zich niet dwingen. Je kunt iemand wel dwingen lief te doen, misschien kun je iemand dwingen lief te zijn, maar je kunt niemand dwingen lief te hebben. Daarom schiep God hoge wezens, begiftigd met een groot verstand en een vrije wil: de engelen. Die hadden God vrijwillig lief. Hoe lang dat goed gegaan is, vermeldt de Bijbel niet, maar op een dag werd een van de hoogste engelen, Lucifer, jaloers. Hij gebruikte zijn vrije wil om God de hoogste plaats te betwisten. Hij wilde op de troon van God zitten, Zijn plaats innemen en alle eer ontvangen die alleen de Schepper toekomt. Zijn liefde veranderde in haat, een kille berekenende haat. Dit is de zondeval in de hemel geweest.

Er kwam dus oorlog in de hemel. De Bijbel leert dat een derde van alle engelen Lucifer volgde, die vanaf dat moment satan (tegenstander) heet, of ook wel duivel genoemd wordt. Zijn volgelingen zijn de gevallen engelen, die demonen genoemd worden, of duivelen. Kennelijk had God het heelal ingedeeld in 'gewesten' die een hemelse vorst over zich gesteld hadden. Lucifer had van God het mandaat over de aarde gekregen. Door zijn val werd de aarde verwoest: 'woest en ledig'.

Hoe lang de aarde woest en ledig gebleven is, vermeldt de Bijbel niet, maar in Genesis 1 vanaf vers 2 wordt beschreven hoe God deze aarde herschiep als woonplaats, niet voor engelen of demonen, maar voor dieren en mensen. De mensen waren begiftigd met een goed verstand en een vrije wil om hun Schepper lief te kunnen hebben. Adam was Gods kroonprins, bestemd om satan op te volgen wanneer zijn mandaat zou zijn afgelopen. Om hem op de proef te stellen (om de mens te laten bewijzen dat hij Hem echt lief had) plantte God de boom der kennis in het paradijs. Er was de duivel alles aan gelegen om Adam te laten falen, want hij begreep wel met welk doel de mens op de wereld gezet was. We weten hoe dat afliep, De mens verviel in zonde en de aarde, die in principe goed geschapen was, werd vervloekt. De wet van de entropie deed z'n intrede. De aarde werd aan de vruchteloosheid onderworpen en de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid (entropie). Onderworpen aan de strijd tussen leven en dood, goed en kwaad. Vanaf dat moment kun je niet meer zeggen dat de schepping goed is, al is er nog veel dat heenwijst naar de Algoede. Nee, de schepping wacht met reikhalzend verlangen op het openbaar worden der zonen Gods, wanneer de aarde nogmaals wordt herschapen of vernieuwd.

Intussen hoopt satan nog steeds zijn domein te behouden; hij had gegrepen naar de troon van God in de hemel, en faalde. Daarna greep hij in zijn eigen domein naar de harten van de mensen, en slaagde. In zijn strijd om de macht komt hem alles van pas wat afbreuk doet aan Gods schepping. Dat verklaart waarom het zo'n puinhoop is op onze aarde.

Satan is dus de god van deze eeuw. Dat woord 'eeuw' houdt in dat er een einde komt aan satans heerschappij en dat het om een bepaalde tijd gaat. Als 'deze eeuw' is afgelopen, loopt ook het mandaat van de duivel af. Dan zal Jezus de Messias komen om orde op aarde te stellen. Dan zal er vrede heersen op aarde, sjalom, Gods vrede die gekenmerkt wordt door gerechtigheid. Dan zal niemand meer klappen voor Youp van 't Hek als hij God op het matje roept.

Maar waarom ontneemt God satan dan nu al niet zijn mandaat? Hij kan hem toch rustig afzetten wegens wanprestatie? Dat heeft te maken met Gods heiligheid. God zal een belofte nooit verbreken. Als satan dat mandaat voor een bepaalde tijd gekregen heeft, zal hem dat niet vóór zijn tijd worden afgenomen. We vinden hiervan een voorbeeld in de Bijbel. Saul en David staan model voor satan en Jezus. Koning Saul was door God gezalfd als overste over Gods volk Israel. Na verloop van tijd werd hij wegens wanprestatie gedisqualificeerd. Maar hij werd niet meteen afgezet, hoewel zijn opvolger David ook al tot koning gezalfd was. David, een type van Christus dus, kreeg tweemaal de gelegenheid om Saul te doden. Als hij dat gedaan had, zou niemand hem dat hebben kwalijk genomen. Maar hij deed het niet, want Saul was een gezalfde des Heren. Hij kon wachten op Gods tijd. En dat zullen wij ook moeten doen.

Dus in plaats van op God te schelden, kunnen we beter bidden met Asaf: Sta op, o God, richt de aarde, want Gij bezit alle volken. Of met Jezus: Verlos ons van de Boze, want van U is het Koninkrijk.


2. Reformatorisch Dagblad - 13 september  2006 - www.refdag.nl 

Speculeren over de geestelijke wereld
Jenö Sebök neemt Bijbelse grenzen te weinig in acht

Boekrecensie door S. D. Post

Achter de berichten die je in de krant leest zit een andere wereld, de geestelijke wereld. Daar wordt de strijd gevoerd tussen God en de duivel. Die strijd is bepalend voor wat er in de geschiedenis gebeurt. In ”Hemelse gewesten” wil Jenö Sebök deze realiteit achter de geschiedenis, de metahistorie, nader onderzoeken. 

Sebök, werkzaam bij de stichting Open Doors, onderzoekt de geestelijke wereld binnen Bijbelse kaders en presenteert het resultaat van dit onderzoek als een praatpapier, „aangezien niet alles geopenbaard is en we hier en daar moeten speculeren.” Zijn boek bestaat uit drie delen. De metahistorie wordt beschreven in het eerste en het derde deel, terwijl in het tweede gedeelte gefilosofeerd wordt over geesten. 

Sebök probeert aan de hand van de Bijbel de geestelijke wereld in kaart te brengen. Hij zet in met de zogeheten restitutietheorie (theorie van herstel). De Heere zou de hemel en de aarde schitterend geschapen hebben, maar door de val van de Lucifer werd alles woest en ledig. De schepping beschreven in Genesis 1 is dan ook een herschepping van die door het kwaad veroorzaakte chaos. 

God had echter al voor de zondeval van de engelen aan Lucifer de macht over de wereld gegeven. Adam was bedoeld om dat mandaat van wereldheerschappij over te nemen, maar omdat hij niet door de test, het proefgebod, heen kwam, ontging hem dat voorrecht. Het mandaat bleef bij de duivel, en dat mandaat kan God niet verbreken. Dan zou Hij de eigen spelregels overtreden. Vandaar dat de satan ook nu nog de heerschappij over de wereld heeft. Dat verklaart het onrecht en alle ellende in de wereld. 

God zou de duivel met een knip van zijn vinger kunnen vernietigen. Dat doet God niet omdat de duivel rechten heeft. God is als het ware gebonden door het mandaat aan de duivel. 

Na de dood en de opstanding van de Heere Jezus heeft Hij Zichzelf als toekomstig overste van de wereld gekwalificeerd. Als het mandaat van de duivel is verlopen, zal de Heere Jezus hem opvolgen, zoals David Saul opvolgde als koning. 

Satans macht is in die zin beperkt dat hij engelen en mensen kan gebieden, maar niet de winden. De krachten van de natuur zijn in Gods hand. De enige mogelijkheid wordt God verder geboden door het gebed. Als veel mensen bidden, dan biedt dat God de gelegenheid om te grijpen in de geschiedenis. Veel gebeden geeft God bepaalde rechten, zoals veel stemmen een politicus bepaalde bevoegdheden geeft. 

Eigen bril 
De winst van het boek ”Hemelse gewesten” is dat Sebök nadrukkelijk aandacht vraagt voor de metafysische werkelijkheid. Hij stelt terecht de totale geschiedenis in het kader van de strijd tussen de slang en het Zaad van de vrouw. 

Als ik dit boek als een praatpapier mag beschouwen, zou ik Sebök in ieder geval willen vragen zich nader te verdiepen in de directe gevolgen van de opstanding van Christus. Er zijn nadrukkelijk aanwijzingen in de Bijbel dat er op dat moment iets definitiefs veranderd is in de positie en de plaats van de satan en dat dit ook meteen geëffectueerd is. 

Het grote probleem dat ik heb met dit boek, is het speculatieve karakter ervan. Dat ontstaat soms door het gebruik van discutabele bronnen, met name in het tweede deel, maar ook door Seböks eclectische manier van omgaan met de Bijbel. Sommige kerngedeelten over de duivel komen niet of nauwelijks aan de orde, bijvoorbeeld Lukas 11:20-22, 2 Petrus 2:4 en Judas vers 6. Andere gedeelten leest hij door de bril van zijn eigen zienswijze. 

Ik wil dit ernstige verwijt duidelijk maken aan de hand van Seböks stelling dat ieder volk een vorst, een engel, in de hemelse gewesten zou hebben en dat dit door God is ingesteld. Hij noemt dan als eerste tekst Deut. 4:19, waar staat dat God de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir, aan alle volken heeft uitgedeeld. Sebök stelt vervolgens dat „des hemels ganse heir” staat voor goden en dat deze tekst aanduidt dat God ieder volk zijn eigen engel heeft gegeven. 

Een veel eenvoudiger uitleg van deze tekst is evenwel dat God de zon, maan en sterren ten dienste heeft gesteld voor alle mensen op de aardbodem. Sebök betrekt er vervolgens Deut 32:8 en 9 bij, waar zou staan dat God elk volk „toevertrouwde aan engelen.” Zo staat het echter alleen in de Groot Nieuws Bijbel. De basis voor deze vertaling is buitengewoon zwak: nergens in de breedte van de Bijbelvertalingen -van de Naardense Bijbel tot de Nieuwe Bijbel Vertaling- vindt deze lezing enige steun. 

In de derde tekst die hij ter ondersteuning aanhaalt, Jes. 24:21, legt de schrijver ten onrechte een relatie tussen de koningen die geoordeeld worden en de engelen. Alsof het om specifieke engelen van een bepaalde koning zou gaan. Niets in de tekst wijst daarop. De engelen (lees: duivelen) en de koningen zullen op dezelfde dag geoordeeld worden en in dezelfde plaats bewaard worden. 

Mist 
Op deze manier kun je proberen een gedeelte van het onbekende terrein van de hemelse gewesten in te vullen, maar daarmee verliest het boek aan autoriteit. En als het denken over de metawerkelijkheid leidt tot een beeld van God, dat erin bestaat dat God in Zijn wereldregering gehinderd zou worden door beperkingen, en dat alleen een grote hoeveelheid gebeden Hem in staat zou stellen in te grijpen, zijn we op de verkeerde weg. We kunnen dan beter erkennen dat er veel ontbreekt aan onze kennis en dat er mist in ons denken is en dat we de relatie tussen gebeden en Gods handelen niet altijd logisch kunnen analyseren. God is groot, wij begrijpen Hem niet. 

Kortom, ik waardeer de inzet van Sebök om de aandacht te richten op de realiteit van de hemelse gewesten, ik ben met hem van mening dat we door moeten gaan met het vergaderen van kennis en inlichtingen over de strijd en de tactiek van de tegenstander van Christus en christenen, maar laten we grenzen respecteren. 

Het lijkt me daarbij vruchtbaarder dat we ons vertrekpunt niet in eerste instantie zoeken in historische lijnen of in de wereldordening, maar in de heilshistorische lijn en het verlossingswerk van Jezus Christus.


1. Uitdaging - april 2006

Een reis door de hemelse gewesten

Schokkend cijfer: Volgens een recent onderzoek in Engeland gelooft 47 procent van de christenen aldaar niet in het bestaan van satan. Een soortgelijk onderzoek in Amerika, een paar jaar eerder, liet eveneens dergelijke uitkomsten zien.

Toch bestaat satan wel degelijk, betoogt Jenö Sebök in zijn boek Hemelse gewesten. Hij constateert dat de interesse in de geestelijke wereld groter is dan ooit tevoren. Die geestelijke wereld noemt hij 'hemelse gewesten', de plaats waar zowel engelen als demonen leven.




Het grote probleem is, zegt ook Sebök, dat we niet meer in de duivel geloven. Hij wordt in de Bijbel echter 'de god van deze eeuw' en 'de overste van de wereld' genoemd. Er komt weliswaar een einde aan zijn macht, maar vandaag de dag oefent de duivel die nog wel degelijk uit.

"We doen er daarom goed aan eens grondig uit te zoeken wat de Bijbel over de duivel en de geestelijke wereld openbaart", schrijft Sebök. De Bijbel vertelt ons dat er een strijd gaande is tussen God en de duivel. Een strijd op leven en dood. "En wij zijn bij die strijd betrokken. Dan doen we er goed aan onze vijand beter te leren kennen."

Zolang dat vanuit een stevige bijbelse basis gebeurt, is dat niet verkeerd. En dat is precies wat Sebök de lezer biedt. Weliswaar is het boek doorspekt met voorbeelden - van de Tachtigjarige Oorlog tot het afleveren van één miljoen Bijbels door Open Doors op een Chinees strand maar het is geschreven vanuit een solide bijbelse ondergrond.

Sebök haalt in zijn boek veel van stal. Hij geeft een heldere uitleg over de 'geboorte' van satan, maar werpt ook de vraag op waarom God eigenlijk wil dat mensen bidden voor Zijn plannen, terwijl die in werkelijkheid al door Hem zijn voorbereid en ook worden uitgevoerd. En nog heel, heel veel meer.

Hemelse gewesten is geen eenvoudig boek. Je moet er echt even voor gaan zitten om het allemaal op je in te laten werken. Gelukkig helpt de heldere schrijfstijl van Sebök daarbij. Maar het is de moeite waard het te lezen. Het geeft in verrassend kort bestek een even verrassend compleet beeld van de hemelse gewesten.

Sebök biedt de lezer als het ware een rondreis door die gewesten aan. Nee, geen beschrijvingen van die "Plaats', maar een verkenning van het territorium van geesten, van engelen, van demonen, van satan. Juist in deze tijd, waarin een stortvloed van occultisme over de wereld wordt uitgestort, is Hemelse gewesten een belangrijk boek. Misschien wist u het allemaal wel, maar om het zo compleet nog eens onder ogen te krijgen kan zeker geen kwaad. En misschien wist u het niet of was u niet van de ernst doordrongen, dan moet u het boek zeker lezen. Het is een eye opener!


Op 14 augustus 1791 werd Haïti aan de duivel gewijd. In Bois Caiman ging voodoo-priester Boukman voor in een ceremonie waarbij onder een heilige boom een varken werd geofferd. Formeel was het een opstand van Haïtiaanse slaven tegen hun Franse 'meesters', maar velen denken dat er meer aan de hand was en dat het land inderdaad aan satan werd gewijd. Twee eeuwen later, in 1991, deed de Haïtiaanse president Aristide het overigens nog eens dunnetjes over; ook hij wijdde zijn land aan satan.

In 1997 ging een groep christenen - voor het
eerst sinds 1791 - het gebied Bois Caiman binnen, ondanks hevige tegenstand. tot van regeringszijde aan toe. Toen de voodoo-priesters (die zich tijdens de christelijke gebedsdienst hadden verstopt) nadien bij Bois Caiman de geesten wilden oproepen, bleek dat niet meer te kunnen. Geen enkele geest meldde zich. Het gebied was 'schoon'.

Jeno Sebök verhaalt er in zijn boek Hemelse gewesten uitgebreid over. Bijgaande illustratie is een schilderij van Jean Pierre Ulrick, getiteld De ceremonie van Bois Caiman.

www.vergadering.nu