Start

Vrouwen profeteren
   FAQ
   Brochure
   Winston
   Godet
   Praatstuk
   Links

Muziek

Opname
   Geen opname?
   Israel terzijde gesteld?
   250 redenen
   FAQ - vragen
   J.N. Darby

Wedergeboorte

Zoonschap
   Eeuwig zoonschap

Genezing
   Geneest de zieken
   Handoplegging
Heilige Geest
Charismatisch

Verzoening


Home > Vrouwen profeteren > FAQ > Brochure > Winston > Godet > Praatstuk > Links

F. Godet
Het profeteren en het prediken der vrouwen.

Inleiding.

De volgende citaten van Godet zijn een beetje ouderwets van taal, maar wie de moeite neemt om het te doorgronden, ziet duidelijk de (nuance-)verschillen tussen profeteren en leren/preken/onderwijzen. Het zijn geen grootse allesoplossende uitspraken, maar dat mag ook niemand verwachten. Een kleine aanwijzing is het slechts.

De gelovige exegeet F.L.Godet (1812-1900) schrijft in zijn commentaar op 1 Corinthe over bidden en profeteren. Ook over het profeteren van de vrouwen. Hij beschrijft in 1886 een belangrijk kenmerk van het profeteren: profeteren heeft het karakter van een onmiddellijke en plotselinge openbaring, dit in tegenstelling tot prediken.

Op blz. 679 van zijn commentaar op 1 Korinthe geeft hij een samenvattende mening over 1Ko.11:5 en 1Ko.14:34. Paulus schrijft daar eerst dat zusters bidden en profeteren met een bedekking op het hoofd en dan iets verderop dat zij moeten zwijgen. Dit lijkt in tegenspraak. Godet schrijft daarover een bijzonder verhelderend stukje, waarbij hij aan beide teksten recht doet. In het nu volgende citaat geeft Godet zijn samenvatting van Paulus' mening in een parafrase:

------------------------

Godet schrijft:

Wat de vrouwen aangaat, wanneer zij het woord in de vergadering willen nemen om te bidden of te profeteren, dan verzet ik mij daar niet tegen; alleen dat dat niet geschiede zonder dat zij het gelaat bedekt hebben met een sluier. Maar over het geheel genomen, dat de vrouwen het stilzwijgen bewaren. Want het komt van haar kant niet van pas in de vergadering te spreken.

In de voetnoot zegt Godet hierbij echter:
Zou men nu heen gaan en concluderen uit hetgeen wij gezegd hebben met betrekking tot de profetie, welke door de ontwikkeling van de kerk veranderd is in de levende prediking, dat de vrouw, die profeteren mag, ook mag preken? Dan zou men vergeten dat juist haar karakter van onmiddellijke en plotselinge openbaring, de uitzondering met het oog op de profetie motiveerde. Wanneer dit karakter niet meer bestaat, dan valt de reden voor de uitzondering daarmede. Hoe meer nu de prediking dientengevolge het karakter krijgt van de onderwijzing, des te meer behoort zij tot die arbeidzaamheid, die alleen de man toekomt en der vrouw verboden is.

------------------------

Tot zover het citaat. Helaas is het in wat moeilijk en ouderwets Nederlands.

Godet geeft dus ten eerste als zijn mening dat de profetie in de loop van de geschiedenis veranderd is in 'prediking', of 'preken'. Tussen haakjes, dat zou misschien ook bij de Vergadering in de praktijk van de profetische woorddienst wel eens heel vaak het geval kunnen zijn.

Ten tweede geeft Godet hierbij aan dat het de vrouw in dat geval dus niet toekomt te spreken, dus te onderwijzen. Maar als er sprake zou zijn van 'echte' profetie, dan is dat een bijzonder geval waarbij 1Ko11:5 geldt, en dan mag de vrouw 'gedekt' bidden en profeteren.

~~~~~~~~~~~~~