Reformatorisch Dagblad
21 oktober 1999
"Opheffen samenwoningsplicht doet afbreuk aan het
huwelijk"
Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG - Eens gingen mannen en vrouwen samenwonen omdat ze van elkaar hielden en werden om
die reden wettelijke bepalingen rond het huwelijk vastgelegd. Nu zijn er mensen die wel
wettelijk gehuwd willen zijn, maar niet meer willen samenwonen. We leven in een wonderlijke
wereld, vindt mr. H.P. Medema, jurist en uitgever te Vaassen.
Het voorstel van staatssecretaris Cohen om de samenwoningsplicht voor gehuwden uit het
Burgerlijk Wetboek te schrappen, is enerzijds niet meer dan zinnebeeldig, maar anderzijds
revolutionair, stelt Medema. Hij valt daarin prof. mr. J. E. Doek, voorzitter van de
Vereniging voor Familie- en Jeugdrecht bij, die dinsdag in deze krant liet weten dat het
voorstel waarover het kabinet zich morgen beraadt, "in hoge mate symbolisch" is.
Medema: "Dat is inderdaad het geval. Het komt in de praktijk al vaak voor dat mensen wel
getrouwd zijn maar niet samenwonen. Zij hebben daar vaak economische redenen voor. In veel
gevallen gaat het ook om forenzen. In zekere zin is de samenwoningsplicht voor gehuwden daarom
een dode letter in de wet."
Toch neemt Medema er geen genoegen mee het voorstel uitsluitend symbolisch te duiden. Het gaat
hem ook om de ethiek van de beeldvorming. "Dit voorstel doet opnieuw afbreuk aan het
beeld van het huwelijk. In feite zeg je dat het samenwonen geen essentieel bestanddeel meer is
van het huwelijk. Daardoor ontstaat meer en meer het beeld van het huwelijk als een machine
met allerlei onderdelen, die je naar believen uit elkaar kunt peuteren."
"Dat is iets heel anders dan de bedoeling van de Schepper met het huwelijk",
vervolgt Medema. Het huwelijk is volgens hem, net als bijvoorbeeld het vaderschap, een
"afspiegeling van goddelijke werkelijkheden." Het schepsel raakt steeds verder
verwijderd van zijn Schepper wanneer het de beelden, de afspiegelingen van goddelijke
werkelijkheden ontregelt, aldus Medema.
Homohuwelijk
Hij ziet dat laatste ook gebeuren met het kabinetsvoornemen om het huwelijk open te stellen
voor personen van hetzelfde geslacht. "Bij al dit soort ontwikkelingen gaat men uit van
een mensbeeld dat niet bijbels is. De mens wordt gezien als sterk, onafhankelijk, als iemand
die zelf keuzes maakt, zelf de elementen van zijn leven als bouwstenen op elkaar stapelt.
Waarden als trouw en commitment verdwijnen in zo'n beeld. Mensen willen zelf bepalen met wie
en hoe lang zij een seksuele relatie zullen hebben. Er wordt een beeld geschapen van de mens
als iemand die eigenlijk niemand nodig heeft en alleen een band aangaat op het moment dat hij
daar behoefte aan heeft. Begrippen als solidariteit en liefde verdwijnen."
Naar aanleiding van het homohuwelijk en het zelfbeschikkingsrecht voor kinderen op euthanasie
zei de Leidse rechtsfilosoof Kinneging zaterdag in deze krant sceptisch dat we het
huwelijksrecht zo langzamerhand wel kunnen opheffen en het vennootschapsrecht toepassen.
"Hij signaleert inderdaad dezelfde tendens", aldus Medema. "De mens als vrije
contractpartner. We gaan met mensen steeds meer om zoals we ook omgaan met zaken of dingen. We
zijn in Nederland al een eeuw lang liberaal in de omgang met goederen en worden dat nu
langzamerhand ook in de omgang met mensen."
Unicum
Voorzover Medema bekend, zou het zowel internationaal als historisch een unicum zijn wanneer
de Nederlandse regering de samenwoningsverplichting zou schrappen. Vooral in historisch licht
is het een vreemd voorstel, aldus Medema. "Juist omdat mensen uit liefde gingen
samenwonen, werden er bepalingen over het huwelijk in het recht opgenomen. Dat is dus precies
andersom. Eerst was het het sociale feit: mensen gingen samenwonen en er was
sprake van wat men noemde de "affectio maritalis". Omdat dat allerlei consequenties
had, kwam er wetgeving."
Tevergeefs zal men daarom in de Bijbel zoeken naar het burgerlijk huwelijk. Medema: "Hoe
huwelijken werden gesloten, weten we niet. Toch is het in de Bijbel nergens onduidelijk of
twee mensen getrouwd zijn of niet. Daarover bestond in die tijd geen enkele twijfel."
Duidelijk getuigenis
Christenen moeten tegen voorstellen als de opheffing van de samenwoningsplicht voor gehuwden
een duidelijk getuigenis afleggen, meent Medema. "We moeten aangeven dat op deze manier
weer een kruispunt wordt gepasseerd. Laten we bekennen dat we als christenen ook niet altijd
iets moois van het huwelijk hebben gemaakt, maar laten we tegelijk tonen dat het huwelijk van
een samenwonende man en vrouw iets heel moois kan zijn." |