www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

Nederlands Dagblad - 19 juni 2004 - www.nd.nl 

Invulling toekomst verdeelt christenen
Symposium rond het nieuwste boek van dr. J. Hoek: Hoop op God

van onze redactie kerk 

EDE - ,,Het is ook míjn gebed, dat er zoveel mogelijk van het volk Israël tot bekering zullen komen'', zei dr. H.R. van de Kamp tijdens een symposium rond het nieuwste boek van dr. J. Hoek, getiteld Hoop op God. 


Eschatalogische verwachting. Hij sprak aanvankelijk over 'enkelen', en dat vonden sommigen in de zaal veel te zuinigjes, in het licht van 'aldus zal gans Israël behouden worden' uit Rom. 11 : 25. 

Van de Kamp bleef erbij dat met het 'gans Israël' wordt bedoeld: delen uit álle - Israël en de heidense - volkeren. ,,Niet het bloed, maar de bekering tot God is beslissend.'' Het totaal van alle gelovigen maakt samen het geestelijke ,,macro-Israël'' uit, vond Van de Kamp. Actuele ontwikkelingen in en rond Israël beziet hij daarom louter in politiek opzicht. Tegelijk liet hij de mogelijkheid open dat God zich ,,op ongekende wijze zal ontfermen'' over Israël. 

Hét punt van discussie is volgens de vrijgemaakt-gereformeerde theoloog: is een massale bekering ons ook belóófd? Volgens hem niet en daarmee streek hij in tegen de haren van enkele aanwezigen, die in de Bijbel teksten lezen waaruit die belofte zou blijken (Hand. 1 : 6 en Zach. 10 : 6). Een vrouw over die laatste tekst, geïrriteerd: ,,Hoe joods moeten we zijn om echt te begrijpen wat daar staat?'' 

Letterlijk 

Dr. Hoek neigde er toe 'gans Israël' meer letterlijk dan geestelijk te nemen, waarbij hij zich beriep op dr. M.J. Paul, die de 'gelaagdheid in profetieën' aanwijst. Ook kon hij enigszins meegaan met mr. H.P. Medema - donderdagavond ook een van de inleiders - die sprak over een vóórvervulling (de kerk) en een eíndvervulling (Israël, samen met de kerk) van Gods beloften. De gedachte van W.J. Ouweneel dat God twee volken heeft - Israël en de volkeren uit de heidenen - wees Hoek echter af. ,,Ten diepste is er hoop voor Israël omdat er hoop is op God'', refereerde Hoek aan de titel van zijn boek. Hij benadrukte Gods trouw die Zijn waarheid nimmer zal krenken. 

Van de Kamp noemde het evenwel beslissend dat God met zijn heilsplan ,,wereldwijd'' (Gen. 1-11) is begonnen. Vervolgens is er sinds Gen. 12 via Israël sprake van ,,een tijdelijke wegversmalling''. Maar in de beloften aan Abraham blijft er voor 'alle volken' ,,perspectief''. 

Vijandschap 

In de eschatologie (leer van de laatste dingen) komen veel onderwerpen voor die christenen onderling verdelen, waaronder het chiliasme: de leer van het duizendjarig vrederijk (Openb. 20). Prof. A. van de Beek, door aanwezigen uitgedaagd hierover ook wat te zeggen, wees een 'angel' aan. Tegenover het gegeven dat álles in Jezus Christus is vervuld, staat de toekomstverwachting. ,,Deze twee gaan eigenlijk moeilijk samen.'' 

Sommige mensen verwachtten deze avond een fellere discussie. Van de Kamp veronderstelde dat dit niet gebeurde omdat de aanwezigen gezamenlijk willen buigen voor het gezag van de Schrift. 

Ook Medema zette met zijn stellingen in op het gemeenschappelijke. Stelling 1: 'Dispensationalisten (aanhanger van een tijdperkenleer, red.) zijn wij allemaal. In de opname van de gemeente geloven wij allemaal.' En stelling 3: 'De kerk heeft nooit Israël vervangen, en Israël zal nooit de plaats van de Kerk innemen.' Bij het laatste deel van stelling 3 had Hoek bedenkingen, evenals bij Medema's vierde stelling: 'Er zijn hemelse zegeningen voor de gemeente, en aardse zegeningen voor Israël'. Hoek wilde dat 'hemelse' en 'aardse' liever niet uit elkaar trekken. 

Wel kon op veler instemming rekenen de stelling: 'Er gaat maar één ding boven eschatologische verwachting... Hoop op God'. Medema wilde christenen inspireren meer in beweging te komen voor de Komende. 

Maar wat hebben christenen te verwachten? Of zitten ze slechts in de 'wachtkamer voor de eeuwigheid'? (Hoek). Hoe dit alles te bezien in het licht van het (gerealiseerde?) duizendjarig vrederijk, als tegenhanger van de Grote Verdrukking? Van der Kamp beschouwde het duizendjarig rijk niet als een concrete periode maar als een samenvatting van een aantal perioden van windstilte voor de kerk. 

Hoek liet weten van een uitgesproken chiliasme geen voorstander te zijn. Hij pleitte wel voor ,,een scheut'' chiliasme, in de zin dat de toekomst niet alleen negatieve krachten zal laten zien, maar ook ,,verrassingen en meevallers van God''. In dit verband zag hij een geestelijke opwekking tot de mogelijkheden behoren. 

Over de opname van de gemeente (stelling 1), zei dr. Hoek: ,,Inderdaad geloven we allen daarin, maar niet als een escape (ontsnapping uit de verdrukking), maar als een escorte: samen met Christus de Wederkomst tegemoet.'' 

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu