www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

"Van mening veranderen is niet erg"
 
"Soms is alle publiciteit een last en zou ik liever een Hervormde dorpsdominee zijn." 

Prof. dr. W.J. Ouweneel was de maanden na zijn boek 'Geneest de zieken' regelmatig in het nieuws. 'Wat is Ouweneel toch veranderd'! Sommigen vonden de verandering een verontschuldiging ten opzichte van zijn eerdere theorieën.

"Ik moet er niet aan denken dat ik nooit veranderd zou zijn.

"Geef mij maar het geestelijke avontuur"

Visie 43 - 16 oktober 2004 - door Marcus Wisse

Zelfs de totaal afgedwaalde professor Kuitert deed een duit in het zakje: 'Over twintig jaar is Ouweneel waar ik nu ben'. Ouweneel: "Nooit wordt Kuitert in orthodoxe kring geloofd, maar als hij zoiets zegt, wordt het gevreten. 'Zie je wel, Kuitert zegt het zelf'. Onzin!"

Is van mening veranderen erg? Zegt het iets over iemands standvastigheid? Ouweneel vindt van niet: "Mensen die zeggen dat ze altijd hetzelfde over een thema gedacht hebben, begrijp ik niet. Onlangs hoorde ik een hoogleraar zeggen dat hij in al die jaren dat hij theoloog was, nooit een standpunt had moeten herzien op twee kleinigheidjes na. Ik geloof niet dat een mens van 20 of 25 al zo de hele werkelijkheid in zijn zak heeft dat hij op die leeftijd over alles al een gevestigde mening kan hebben. Als je nooit je mening hoeft bij te stellen, betekent dat alleen maar dat je de meningen van je leermeesters ongewijzigd hebt overgenomen en zelf te weinig hebt nagedacht. Mensen die hun standpunten eens en voor altijd vastgesteld hebben, voelen zich daar blijkbaar happy bij. lk ben meer voor het geestelijke avontuur."


Waarmee alles ter discussie staat?

"Ik vind dat ik zeer standvastig ben. Alle facetten van het Evangelie die in de ure des doods en voor de eeuwigheid beslissend zijn, hebben voor mij nooit ter discussie gestaan. Veel dingen daar omheen zijn secundair. Maar voor veel mensen tellen die secundaire dingen niet mee. Veel mensen willen die secundaire zaken ook niet ter discussie stellen. Zij zijn uitgedacht over bijvoorbeeld het werk van de Heilige Geest in de gelovige, want hun leermeesters zeggen dat dat bij de pinksterbeweging hoort. Dat staat dan vervolgens wel zó vast, dat gelijk duidelijk is dat iemand die er anders over is gaan denken, 'dwaalt'. Zo zou ik niet kunnen leven. In de eerste plaats kun je vaak niet meer met je leermeesters napraten over een thema en ten tweede heb je de rest van je leven nodig om de meningen van je leermeesters te toetsen en daarin je eigen weg te vinden.

Ik heb mijn goeroes altijd vereerd, maar na verloop van tijd ook gemerkt dat ze deel van mijn bagage werden en dat ikzelf intussen verder groeide. Dat geldt bijvoorbeeld voor Darby, die in onze eigen kring belangrijk is, of Francis Schaeffer of C.S. Lewis. Ik heb een ontwikkeling doorgemaakt waarbij het gedachtegoed van al die mensen opgenomen werd in mijn geestelijke bagage. Dat bedoel ik niet in arrogante zin. Ik groeide niet boven hen uit, maar mijn persoonlijke theologische ontwikkeling is eigensoortig. Daarbinnen geven mijn leermeesters antwoord op bepaalde vragen. Vroeger verabsoluteerde ik hun antwoorden, maar later ging ik hun antwoorden gebruiken bij het formuleren van wat ik zelf als bijbelse antwoorden zag. Die zoektocht blijft als het goed is mijn hele leven doorgaan. Sommigen zijn met hun 25e al uitgezocht. Ik ben pas oud als dat geestelijke avontuur me niet meer interesseert. lk wil me er nooit voor generen om nieuwe inzichten vrijmoedig ten toon te spreiden."


Bent u niet bang dat sommigen blijven steken bij de gedachte waar u ze bijvoorbeeld tien jaar geleden op bracht, maar waar u nu zelf van afgeweken bent?

"Dat helpt die mensen alleen maar om geen Ouweneel adept te worden. Ruwweg heb je twee groepen mensen. De ene groep vindt de ouwe Ouweneel prachtig en de nieuwe maar niets. En de andere groep zegt: 'Geef mij Nieuweneel maar. Veel praktischer en bewogener'. Sommigen zijn er trots op dat ze al mijn boeken gelezen hebben. Tegen degenen die mijn vroegere boeken gelezen hebben en nu in de war raken van nieuwere boeken zeg ik altijd: 'Je moet niets geloven van wat ik geschreven heb, totdat je het zelf onderzocht hebt en tot de conclusie komt: 'Daar kan ik mee leven'."

De 'groep Nieuweneel' is er toch ook?!

"Natuurlijk. Iedereen maakt een eigen ontwikkeling door. Sommige mensen zijn al op een punt waar jij dan aankomt. Maar dat betekent niet per se dat ze 'verder' zijn. Zij zijn al die stations waar jij langs geweest bent niet langs gegaan. Zij kunnen net zo goed oogkleppen op hebben. Er was onlangs iemand die in het openbaar tegen mij zei: 'Welkom in de charismatische wereld'. Na afloop vroeg ik hem ernstig of hij dat nooit meer wilde zeggen. Ik ben zo blij dat ik bevrijd ben van een bepaald hokje waar ik ingemetseld was. Ik wil nooit meer in een hokje komen. Ook niet in dat van de charismatische wereld. Ik wil staan in een brede christelijke traditie en leren van iedereen van wie iets te leren valt.

Helaas hebben mensen behoefte aan hokjes. Vroeger was ik een Vergaderingsjongen en als ik daar even van afweek, kwamen mensen al huilend naar mij toe. Als je een etiket op hebt, kunnen veel christenen er vaak niet bij dat je je tegelijkertijd verbonden voelt met een heleboel dingen die in een heel andere geloofsgemeenschap horen. Door mijn theologische studies voel ik me thuis in de stevige theologische bedding van de gevestigde reformatorische kerken. Die mis ik zo vaak in evangelische kringen. En ik voel me ook verwant met de charismatische beweging, omdat ik daar naast allerlei excessen toch veel zie waar ik van leer. Maar ik voel me ook nog steeds zeerverwant met de Vergaderingen, waar ik nog steeds toe behoor."


Toch is velen niet voor niets opgevallen dat u de laatste jaren aandacht heeft voor thema's die vooral in charismatische kring de aandacht hadden. Sommigen scharen u onder de charismatischen.

"Dat suggereert dat ik een bekering heb doorgemaakt van de ene stroming naar de andere. Ik zat echter niet in de ene stroming en ben nu niet in de andere onder te brengen. Ik wil staan in de breedte van de christelijke traditie. Als ik inzichten gekregen heb die in bepaalde kringen al lang golden, wil dat niet zeggen dat ik nu bij die kring hoor. 'Ouweneel is pinkster geworden', belachelijk. Ik was vroeger tegen excessen in de pinksterbeweging en wie mijn boek nu leest, ziet dat er wat dat betreft niets is veranderd."

"Van gedachten veranderen, is zo gek niet: Churchill zei: 'Als je met je twintigste geen communist bent, heb je geen hart. Maar als je het op je veertigste nóg bent, heb je geen verstand'. Volg je op je twintigste met groot enthousiasme je kerkleiders, dan is dat een goed teken. Maar als je op je veertigste niet zelf iets bijgeleerd hebt, wordt het eng. Dan ben je geprogrammeerd. Als je een persoonlijke ontwikkeling doormaakt, ga je dingen relativeren, zonder dat de waarheid van het Evangelie er onder lijdt."

Onlangs verscheen een soort vervolg op Geneest de zieken, het boek Meer Geest in de
gemeenten. Dat gaat over het leven met, uit en door de Geest. Dat is volgens Ouweneel nog te weinig realiteit bij veel christenen. "In de Drie formulieren van Enigheid heeft de Geest uitsluitend te maken met de bekering en hooguit met een stukje heiligmaking. Kwesties als geestelijke groei, vervulling met de Heilige Geest of doop met de Heilige Geest kom je in de reformatorische belijdenisgeschriften niet tegen. Het gaat in verband met de Geest dan alleen maar om de zekerheid van het geloof Een heel hoofdstuk in mijn boek gaat echter over de vraag: Is dat het nu, of is er meer? Let wel: Het is het allerbelangrijkste waarom het kan gaan, maar de Geest wil zoveel meer geven."

"Maar," tekent Ouweneel aan, "het hart is vaak wijzer dan het verstand. Veel christenen die nooit geleerd hebben over de Heilige Geest, hebben wel onderwijs genoten van de Heilige Geest. Veel christenen durven misschien niet eens te zeggen dat ze kind van God zijn, maar eigenlijk zijn ze heel vergevorderd in het leerproces dat bij een leven uit genade hoort. In de praktijk weten ze zelfs wat de stem van de Heilige Geest is, maar ze noemen het anders. Je moet de zaken in traditionele kringen niet erger voorstellen dan ze zijn. Maar ik zeg wel: als je nooit gehoord hebt wat het leven door de Heilige Geest inhoudt, kun je ook niet benoemen wat er in je leven gebeurt. Zou men meer weten wat het werk van de Heilige Geest inhoudt, dan zou men ook veel verder kunnen groeien. Door Gods genade zie je echter dat zulke mensen toch veel bereiken. Om het te ontdekken, moet je wel heel vaak door het jargon heen luisteren, maar dat geldt voor vrijwel elke kring. Zelden kunnen mensen het aan dat andere woorden in een bepaalde context dezelfde betekenis kunnen hebben."

Overdreven
"in '78 heb ik het in het boek Het domein van de slang over een aantal excessen gehad, ook in charismatische kring. lk overdreef daarbij schromelijk, moet ik achteraf zeggen. Maar dezelfde excessen zie ik nog steeds en die stel ik nog steeds aan de orde. 'Iedereen die genoeg geloof heeft, zal genezen', is bijvoorbeeld zo'n exces. Dat kom je steeds minder tegen. Ook de charismatische kring is sinds '78 opgeschoven."


Overdrijven zei u: Is uw woordgebruik altijd even zorgvuldig? In het vuur van een betoog zei u eens: 'Er zijn mensen zo vertrouwd aan hun rolstoel dat zij genezing moeilijk accepteren. Zij willen alleen maar vertroeteld worden.' Hard!

"Ik kan me voorstellen dat mensen dat hard vinden. Natuurlijk zal ik nooit zeggen dat iedereen die in een rolstoel zit zich daar goed bij voelt. Maar er zit een psychologisch element in. Wíl iedereen echt beter worden? Ik weet van een vrouw die doof was. Iemand vroeg haar of ze weer zou willen horen. Ze dacht na en zei toen: 'Het zou wel mooi zijn om de stemmen van mijn kinderen te horen. Maar ik zou het toch niet willen. Het is zo onbekend voor mij, dat ik me geen raad zou weten.' Dat is het vast houden aan het vertrouwde. Iemand die in een rolstoel zit, krijgt daardoor vaak bepaalde aandacht waar hij of zij op leeft. Je hele identiteit kan daardoor in die rolstoel komen te zitten en alle aandacht die je krijgt, heeft alles met je kwaal te maken. Op eigen benen staan, letterlijk en figuurlijk, kan dan heel bedreigend zijn."

"Ik vroeg een zieke eens of ik voor haar mocht bidden. 0, dat mocht wel, 'er hebben al zoveel mensen voor me gebeden, maar als je het graag wilt...' ik héb gebeden, maar bij mezelf dacht ik: 'Het zal niets helpen, want je gelooft er niet meer in.' Geloof heeft met genezing te maken. Dat is psychologisch ook verklaarbaar. Mensen die een enorm sterke wil hebben om te genezen, maken een grotere kans dan mensen die de uitkomst gelaten afwachten. Als ze ertegen zouden knokken, zou de kans op genezing alleen al psychosomatisch gezien toenemen. Maar je moet dus ook niet alles op het geloof schuiven."


In 'Meer Geest in de gemeenten' waarschuwt u voor valse profeten. Het lastige is dat in dat kader iemand als T.B. Joshua uit Nigeria of Jan Zijistra door dezen een profeet en door genen een valse profeet genoemd worden.

"Daar is een eenvoudig antwoord op: Kijk naar de persoonlijke levensstijl en luister naar de prediking van zo iemand. Of de wonderen echt zijn, vind ik veel minder interessant. Wat is de uitwerking van de prediking of van een wonder op de relatie van de betrokkene met de Here God? Toets het! Maar: Als je kwaad wilt, kun je altijd iets vinden. Het blijven subjectieve toetsstenen. Elke dominee die sigaren rookt, kun je op levensstijl afkeuren. Ook kun je iemands leer langs de lat van je eigen duidelijk omschreven theologie leggen. Ook dan zal elke profeet 'door de mand vallen'."


Maar volgens sommigen kunnen de werkingen van de Geest heel snel samengaan met demonische machten.

"Dat is ook waar, maar gooi het kind niet met het badwater weg. Er is geen prediker die niet zo gezegend wordt door God of er zijn dingen in zijn leven waar je vraagtekens bij kunt plaatsen. Dan is sigaren roken nog maar een klein onderdeel. Bekende predikers of geniale theologen hadden vaak moeilijke karakters. Het werd bijvoorbeeld ook van Klaas Schilder gezegd. Dat zeg ik niet om het te vergoelijken, maar laten we niet doen alsof we op geweldige ideeën komen als we iets ontdekken wat aan een verkondiger niet deugt. Je kunt iedereen pakken op de werken van het vlees. Zelfs de apostelen vallen dan door de mand. Maar dat doet niets af aan hun bediening."

Boekrecensies over 'Meer Geest in de gemeenten'

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu