www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu
Bode - 1 september 2005

'Dezelfde Janneke,
en zo geliefd door God'


Een verhaal van complete vernieuwing en genezing

door
Tineke van Stormbroek-Abbes

Janneke wil haar verhaal wel vertellen. Zo zegt ze het in haar mailtje: 'Dank u voor de gelegenheid die u mij biedt om in de BODE te vertellen over wat God in mijn leven heeft gedaan. Iedere dag weer ben ik Hem dankbaar dat Hij mij heeft gered, bevrijd en genezen. Daar wil ik dan ook graag van getuigen.'

Vanuit mijn ooghoeken observeer ik haar voorzichtig. Dit is dus de vrouw bij wie God zulke grote dingen heeft gedaan. Iemand die ernstig ziek was, maar nu genezen is. Mijn eerste indruk is die van harmonie en vrede en dat komt niet alleen door haar mooie, stijlvolle, tijdloze en met zorg gekozen outfit. Het zijn vooral haar ogen die glanzen van zo'n diepe vrede dat het prettig is naar haar te kijken. De lijnen in haar gezicht tekenen iemand die veel geleden en meegemaakt heeft. Later blijkt dat er nog meer strepen zijn die herinneren aan het diepe dal waarin ze geleefd heeft. Ze praat veel en lang. Waarvan (of beter nog) van Wie het hart vol is, daar stroomt de mond van over!

Janneke Elisha Goudswaard is op 14 januari 1980 geboren in Terneuzen. Daar heeft ze tot haar achttiende gewoond. Ze is opgegroeid in een positief christelijk, behoudend en intellectueel gezin. Haar ouders zijn actieve
leden van een evangelische gemeente aldaar. Na het behalen van haar Atheneumdiploma volgde ze het basisjaar van de EH voorzover haar gezondheid dat toeliet.
Aan de Hogeschool voor de Kunsten begon ze met een balletstudie. Op deze school zag men voor het eerst dat er iets aan de hand was met Janneke. Men adviseerde haar te stoppen met de opleiding. Ook volgde ze in Amsterdam een tijdje de opleiding Mensendieck. In die tijd sliep ze al drie nachten in de week in het psychiatrisch ziekenhuis. Ze heeft nog een tijdje in het 'Arendsnest', een christelijk psycho-sociaal opvanghuis in Amsterdam, gewoond - maar ook in die periode verbleef ze al drie dagen per week in het ziekenhuis - totdat ook dat niet meer ging. Na haar vertrek uit het Arendsnest draaide haar leven volledig rond de Robert Fleury Stichting, algemeen psychiatrisch ziekenhuis te Leidschendam. Op dit moment, na haar genezing, volgt ze een secretaresseopleiding.

Wat is het allerbelangrijkste, dat wat je in ieder geval wilt vertellen?

Het belangrijkste dat me overkomen is, is de diepe relatie die ik met God en met de Heer Jezus heb gekregen en het intense besef dat mijn ziel gered is. Ik ben zo'n rijk mens geworden door dit alles heen. Ik zou niet graag centraal staan in dit interview. God moet centraal staan. Hij heeft me genezen. En dat bepaald niet op grond van mijn geloof. Dit is honderd procent genade! Hij heeft me niet alleen genezen, maar ook gered, voor eeuwig! Mijn Redder is God!

Je hebt een christelijke opvoeding gehad. Was je eerder tot bekering gekomen?

Jazeker, ik heb altijd in God geloofd. En ik dacht dat het zo goed was. Maar ik weet nu dat er meer is. Ik ging naar allerlei christelijke activiteiten. Mijn vrienden waren christenen, enz. En toch... Al op mijn vijfde besefte ik dat de dood in mij zat. Op het niveau van een kind bedacht ik, dat ik eigenlijk niet wilde leven. En dacht toen al dat ik niet oud zou worden en dat wilde ik ook niet. Als ik op de boot stond naar het vasteland, moest ik mezelf bedwingen om niet in het water in de zuigende kracht van de schroeven te springen. Als ik iemand opzocht die hoog in een flat woonde, liep ik dicht langs de muur omdat ik bang was dat ik zou springen. Op m'n veertiende ontwikkelde ik een lichte eetstoornis, maar weigerde een antidepressivum. Daarna werd ik doodmoe en werd de diagnose CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom, ook wel ME genoemd) gesteld waardoor ik vrijstelling kreeg van de lessen aan het Atheneum, waar ik overigens toch met glans mijn diploma haalde. Zelf begon ik te beseffen dat er iets heel anders aan de hand was dan CVS. Ik lag vaak op bed en probeerde te dissociëren zoals dat heet: jezelf ontstijgen en de realiteit ontvluchten. Ja, ik was er in die tijd van overtuigd dat ik een bekeerd mens was. Maar achteraf betwijfel ik de echtheid ervan.

Je begon dat zelf te beseffen. Merkte niemand anders het?

Nee. Het wonderlijke was: wanneer ik weer tot mezelf was gekomen, kon ik vervolgens urenlang balletdansen alsof er niets aan de hand was. Ik leidde daarmee een dubbelleven. Ik had zelfs een soort voorbeeldfunctie voor andere christenen. Ik danste bij Opwekking, bij De Bron in Dalfsen en was betrokken bij allerlei andere christelijke activiteiten. Achteraf gezien had dat nooit gemogen. Dat wat in mij was, was zo duister, hoe kon ik zo ooit een goede getuige zijn van God? Na zo'n optreden deed ik soms een suïcidepoging. Op de Hogeschool voor de Kunsten hebben ze het wel gemerkt, niet-christenen dus. Zij adviseerden me te stoppen met de opleiding. Toen kwam ik volop in de medische molen terecht. Al gauw werd de diagnose gesteld, wat tegelijk een vonnis leek: ik was borderlinepatiënt. Ik was al jarenlang suïcidaal en beschadigde mezelf (automutilatie: de strepen zijn nog steeds zichtbaar) en ging enorm op en neer in mijn stemmingen en zo waren er nog veel meer verschijnselen. En het was erg moeilijk te behandelen Nadat ik een tijdje in het Arendsnest had gewoond, werd ik na een suïcidepoging per ambulance naar het Robert Fleuryziekenhuis gereden. Mijn leven heeft zich zo'n vier jaar afgespeeld in en rondom dit ziekenhuis. Niet om te genezen, maar om te overleven en te leren omgaan met mijn ziekte.

Was je je bewust van je situatie? Zag je waar je in zat?

Absoluut! Ik wist dat het heel ernstig was. Dat ik levenslang had en dat ik mijn opleiding wel kon vergeten, hoe vastberaden ik ook was op dat punt. Het was hopeloos. Ook in die tijd werd er al veel voor me gebeden. Maar ik genas niet. Zelf voelde ik een ernstige blokkade, want zodra er voor me gebeden werd, bijvoorbeeld door mijn ouders, voelde ik een enorme woede opkomen. Een woede op mijzelf gericht. Later besefte ik dat het de demonen in me waren die in opstand kwamen. Vaak hoorde ik stemmen die me riepen en aanzetten tot suïcide, uur in, uur uit. Ik streed dan om vol te houden en mezelf niet te verwonden. Maar vaak ging ik voor de bijl, dan lukte het niet meer. Er was iets waardoor ik niet kon genezen. Bescherming vond ik in het ziekenhuis, daarvoor ben ik de artsen en verpleging nog steeds dankbaar. Maar genezing vond ik er niet.

Mag ik je vragen hoe je ouders in dit alles stonden?

Net als de meeste ouders hebben ze fouten gemaakt. Die we overigens later in alle liefde hebben doorgesproken en waarvoor God vergeving heeft geschonken, en ook over en weer is er vergeving geweest. Want, hoewel ze me onbewust pijn gedaan hebben, realiseer ik me maar al te goed dat ik ook hen pijn heb gedaan met mijn intense wens om te sterven. Ze konden mij niet bieden wat ik nodig had en daar hadden ze het heel moeilijk mee. Ze konden mij niet bereiken, want ik sloot de deur volledig voor hen. Later besefte ik dat ook hun worsteling met mij heel diep moet zijn geweest. De laatste jaren voor mijn genezing zijn zij het geweest, die mij er doorheen gesleept hebben. Ze stonden dag en nacht voor me klaar.

Op een bepaald moment belde mijn vader me op om de weg tot genezing te wijzen. Juist door dat telefoontje besefte ik dat mijn ouders, net als ik, wanhopig waren en er heel nauw bij betrokken waren. Die dag vergeet ik nooit meer. Ik dacht dat het mijn vader ook in de bol geslagen was. Mijn nuchtere vader praatte over iemand in Nigeria, een dienstknecht van God, die mensen genas door de kracht van de Heilige Geest. Ik raakte bijna in paniek. We hadden God immers al om genezing gebeden en daarvoor hoefde ik toch niet naar Nigeria? Ik had wel eens over T.B. Joshua gehoord, maar, daar kom ik rond voor uit: ik vond het een schrikbeeld.

Daarna kreeg ik een telefoontje van een vrouw die in Nederland bij de genezingsbediening van Joshua betrokken is. Het feit dat een wildvreemd iemand, met wie ik verder niets had, zoveel moeite voor me nam, raakte me zo diep dat ik besloot naar haar verhaal te luisteren. Ze vertelde over een meisje dat genezen was van MPS (meervoudig persoonlijkheids- syndroom) en vroeg of ik haar wilde ontmoeten. En dat is gebeurd. Voor mij was de genezing van zo'n ernstig syndroom (waarvan ik vele gevallen van nabij had meegemaakt) een aansporing om mee te gaan naar Nigeria. Het psychiatrisch team van het ziekenhuis stond er niet achter, maar ik luisterde niet naar hen maar naar de stem van God. De vertrekdatum was gepland op 11 juni 2004, maar uiteindelijk ben ik eerder gegaan omdat mijn leven in gevaar was. Samen met het van MPS genezen meisje reisde ik naar Lagos, Nigeria.

Moest je per se voor die genezing in Nigeria zijn?

Het ging niet alleen om genezing. Ik moest vooral God ontmoeten en naar zijn stem luisteren. In Lagos heb ik eerst een soort voorbereiding doorgemaakt, video's gekeken en bijbelstudies gevolgd. Ten slotte wilde ik maar één ding: al mijn zonden belijden aan de Heer. Ik kwam tot volledige belijdenis van zonden waardoor ik vergeving ontving en mezelf kon toewijden aan de Heer. Door Jezus' bloed werd ik gered, wat voelde ik me rijk!

Maar zelfs tijdens het gebed van T.B. Joshua, dat was op 2 juni 2004, merkte ik hoeveel hoogmoed en zelfhandhaving er nog in me was. Het kwam tot een volledige overgave aan God en op dat moment werd ik door Hem genezen. Het duistere, de demonen, die de ziekte veroorzaakten, werden als het ware uit mij gezogen toen ik op de grond lag. En ik voelde het heel duidelijk: dit was van God. Mijn angst en scepsis voor het hele gebeuren verdween. Ik ervoer een diepe rust en vrede en vreugde; het was of het licht geworden was. Ik was werkelijk bevrijd en de Heilige Geest was erbij. Ik keek op en wilde Joshua bedanken. Maar hij was er al niet meer. Zelf zou hij gezegd hebben: 'Prijs en dank God er maar voor, ik ben slechts zijn dienstknecht. Hij heeft je genezen!'

Daar stond ik dan. Ik was compleet vernieuwd, en compleet genezen, en het wonderlijke was: ik was nog gewoon dezelfde Janneke, maar zo geliefd door God, onvoorstelbaar. Na mijn genezing ben ik nog een tijdje gebleven. Op 11 juni voegden mijn ouders zich bij me. Ook voor hen was het een zegenrijke tijd in Lagos, vooral omdat ze konden genieten van een gezonde Janneke.'

Er zijn dossiers van een specialist, die de genezing medisch vaststellen. Alle vragen zijn daarmee niet weg. Vragen aIs: waarom wordt de één wel genezen en de ander niet? In het verhaal van Janneke blijkt dat het niet zonder meer afhangt van de mate van vertrouwen van de zieke zelf. Maar wat heeft Joshua waarvoor we helemaal naar Nigeria moeten reizen om te genezen? Janneke heeft ook niet op alle vragen antwoorden. Daar is ze eigenlijk ook nog niet zo mee bezig. Ze wil getuigen van de grote daden die God gedaan heeft in haar leven en wil verder leven in zijn dienst. Ik moet denken aan de blindgeborene die uitroept: 'Eén ding weet ik, namelijk dat ik blind was en nu zie!' Janneke heeft Hem gezien en ontmoet en dat wil ze aan iedereen vertellen. Maar de vragen blijven; helaas weten we niet alle antwoorden.

Janneke heeft de stem van God gehoord. Hij sprak door haar ouders, door het telefoontje dat ze in Nederland kreeg, in Nigeria vervolgens. Maar achteraf beseft ze dat God er steeds bij is geweest, Hij heeft zijn engelen gezonden om haar te bewaren, ook tijdens de suïcidepogingen. Uiteindelijk heeft Hij haar ziel gered en haar bevrijd en haar genezen. Even denk ik aan een lievelingspsalm van me: 'Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft. ( ... ) De HERE zal u bewaren voor alle kwaad. Hij zal uw ziel bewaren.

'Janneke heeft grote bewondering voor God gekregen. Ze wil niets liever dan de naam van God groot maken door haar leven en ze wil steeds meer op Jezus gaan lijken. Ze wil haar leven aan de Heer geven. Dat lijkt best een hoge prijs, maar ze beseft dat het de wil van de Heer is en dat Hij de kracht ervoor zal geven. Ze moedigt anderen aan om naar Gods stem te gaan luisteren. Hij is de Redder en Genezer. Ze denkt daarbij aan de tweede naam die haar ouders haar gaven bij haar geboorte: Elisha (spreek uit: Eliesja). Deze naam betekent Mijn God is Redder. Hij wil je ziel redden en dat kostte Hem alles. Hem komt alle eer toe.

Janneke kan nog net de bus halen. Ik slik een brok van ontroering weg als ik afscheid van haar neem. Ik kijk haar na terwijl ze met de lenige en soepele gang als van een ballerina naar de bushalte sprint. Een mens door God bemind.'Wees haar Bewaarder, Heer, 'bid ik, 'van nu aan tot in eeuwigheid! Ook als de stormen van het leven opsteken die geen mens bespaard blijven. Heer, laten uw licht en uw liefde altijd overwinnen, wat er ook gebeurt!'

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu