Reformatorisch Dagblad - 2 oktober 2006 - www.refdag.nl 

„Echte liefde vraagt offers”
Stichting Gave belegt toerustingsdag in Ermelo

Van een medewerker

ERMELO - „Het beste dat je een asielzoeker kunt geven, is het Evangelie van Jezus Christus. Dat Evangelie kenmerkt zich door opkomen voor recht, strijden tegen onrecht en de gevolgen daarvan, maar ook door het verkondigen van Jezus Christus.” 

Dat zei ds. P. Kos, voorganger van de Baptistengemeente De Rank te Utrecht en bestuursvoorzitter van de Evangelische Alliantie, zaterdag op de toerustingsdag van de stichting Gave in Ermelo. Stichting Gave ondersteunt gemeenten in het opzetten van het werk onder vluchtelingen. 

„Passie voor de vreemdeling deel je met de Heere God”, aldus ds. Kos. „Je kunt de ander niet met Gods liefde liefhebben als je de liefde van God voor jezelf niet kent. Je kunt de ander pas liefhebben als je zelf de liefde van God kent en weet dat God die ander net zo gewild en liefheeft als jou. Wij hebben immers lief omdat God ons eerst heeft liefgehad.” 

Passie heeft volgens ds. Kos ook te maken met lijden. Met moeder Theresa zegt hij dat echte liefde pijn doet, want die vraagt offers. Het kostte Jezus Christus Zijn leven.

Passie 
Het besef van de eigen geschiedenis is volgens de Utrechtse predikant een van de sleutels om passie te hebben voor asielzoekers. Hij somt een aantal dingen op „die wij met asielzoekers gemeenschappelijk hebben.” Dat is, aldus ds. Kos, dat God onze Schepper is, dat we van nature, door de zonde, bij de heilige God niet kunnen komen, waardoor we vijandig tegenover Hem staan. „En dat God ons zo liefheeft, dat Hijzelf in Zijn Zoon naar deze aarde kwam en voor ons de weg ging van het kruis en daaraan stierf in onze plaats. 

Dat God ons liefde geeft voor onze naaste komt doordat God die liefde in ons hart heeft uitgestort door Zijn Geest. Hoe meer je beseft hoe groot de genade van God is, hoe sterker het verlangen en hoe groter de passie is om mensen in hopeloze en soms uitzichtloze situaties te vertellen dat er hoop is, dat er vrede is. Vrede die alle verstand te boven gaat en die uitstijgt boven elke situatie.” 

In een van de vele workshops gaat Marco Vermin, directeur van Gave, in op de vraag wat we kunnen doen voor asielzoekers. „Je hart openen voor de ander, relaties aangaan en in hun leven binnendringen”, zegt hij. 

Hij is ervan overtuigd dat God een plan heeft met asielzoekers in Nederland. „De wereld komt naar het Woord”, aldus Vermin. Hij wijst daarbij op het gebed van Salomo in de tempel, de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag en de kamerling uit Ethiopië die naar Israël komt en vraagt onderwezen te worden in het Woord. 

Op de vraag hoe iemand tot Jezus te leiden, antwoordt Vermin dat dit allereerst Gods werk blijft. „Hij opent het hart. Maar op de prediking wordt het door het scheppende Woord gewerkt.” 

Irak 
Rasak Avakthi vertelt in een van de workshops over Gods wonderen in Irak. „Vroeger was ik moslim”, zegt hij, „maar Jezus heeft mijn ogen geopend en ik heb een nieuw leven gekregen.” 

In 1990 is Rasak gevlucht uit Irak en sindsdien brengt hij in Nederland het Evangelie onder allerlei groepen en kerken. Regelmatig gaat hij terug naar Irak, waar bekeerde moslims ondergronds samenkomen, aan wie hij over het Evangelie vertelt. „Moslims die zich tot het christendom bekeren, worden absoluut vermoord”, zegt hij. 

Evert Jan Brouwer, fractiemedewerker van de SGP in de Tweede Kamer, geeft vanuit zijn partij de christelijke visie weer op het vreemdelingenbeleid. Als pijlers van dat beleid noemt hij herbergzaamheid, barmhartigheid en rechtvaardigheid. „Politiek asiel is een recht dat van oudsher verleend werd aan mensen die in het gebied waar ze vandaan kwamen, vervolgd werden en gevaar liepen voor lijf en leden. Voor deze noodgevallen moet er onder ons plaats zijn.” 

Aan de andere kant, zo verwoordt hij het SGP-standpunt, moet asiel in principe tot dit soort noodgevallen beperkt worden, en als de kust weer veilig is ligt terugkeer naar het land van herkomst in de rede. „Alleen zo kan er ook weer plaats komen voor weer anderen die in nood verkeren.”