Friesch Dagblad
- 8 april 2008 -
www.frieschdagblad.nl
Tussen Pasen en Pesach
FD-Column - Willem Ouweneel
We zitten vandaag ongeveer halverwege Pasen en Pesach. Dat is raar, want het woord ‘Pasen’ kómt van het Hebreeuwse woord pèsach. Het christelijke Paasfeest is dan ook afgeleid van het joodse Pesachfeest. Christus stond op uit de dood op de zondag die in de Pesachweek viel, zodat Pesach/Pasen bij de christenen het feest van de opstanding is geworden. Je zou dus verwachten dat het christelijke Paasfeest zou samenvallen met het joodse Pesach. In werkelijkheid zit er dit jaar precies vier weken tussen: Pesach begint dit jaar op de avond van 19 april. Dat is wel uitzonderlijk: in 2006 en 2007 viel Pasen precies op de zondag in de Pesachweek, en in de komende jaren gebeurt dat eveneens. Maar in 2005 zaten er ook precies vier weken tussen Pasen en Pesach.
In de vroege Kerk werd Pasen gevierd op de 14de Nisan (de joodse lentemaand), dus op de dag van Pesach. Later verschoof het feest naar de zondag gedurende de Pesachweek, omdat Christus op die zondag was opgestaan. Beide feesten vallen achter samen met volle maan, waarbij 14 Nisan soms precies een volle maan later kan vallen. Dat is een heel verschil! Pasen wordt gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan na het begin van de lente. Pesach wordt gevierd met volle maan, halverwege de eerste maand van het religieuze joodse jaar.
De christelijke paasdatum werd vastgesteld tijdens het Concilie van Nicea (325 v.C.). Volgens de brief van keizer Constantijn de Grote, door Eusebius aan ons overgeleverd, was het de keizer niet onwelgevallig dat Pasen en Pesach niet samenvallen, want, schreef hij, het zou onwaardig zijn bij het vaststellen van de datum voor het ‘heiligste’ van alle feesten de berekening van de Joden te volgen. Hij stelde er prijs op ‘niets gemeenschappelijk met de Joden’ te hebben: ‘wij wensen ons te onthouden van de verachtelijke omgang met de Joden, want het is waarlijk schandelijk voor ons hen te horen pochen dat wij zonder hun aanwijzingen het feest niet zouden kunnen houden’. En dan volgt er nog een hele reeks antisemitische geluiden.
Dit jaar worden we er opnieuw aan herinnerd dat het aan het treurige antisemitisme van de vroege Kerk te wijten is dat Pasen en Pesach soms zo ver uit elkaar liggen. Het gaat trouwens niet alleen om antisemitisme, maar ook om puur heidendom. Vanaf 21 maart zijn de dagen weer langer dan de nachten; de heidenen vieren dan de overwinning van de zonnegod. De Engelse en Duitse naam voor ‘Pasen’ (Easter, Ostern) herinneren aan de godin Ostra of Eastre, de lentegodin. De missionarissen in onze streken wilden Pasen zo vroeg mogelijk na 21 maart vieren en gaven het feest in het Engels en het Duits zelfs zijn heidense naam.
De Oosters-Orthodoxe Kerken gaan voor de berekening van de paasdatum nog steeds uit van de Juliaanse kalender, die dertien dagen achterloopt bij onze kalender. Het gevolg is dat Pasen in Oost en West vaak niet samenvallen: dit jaar valt Pasen in het Oosten maar liefst vijf weken later dan in Westen. Zo zitten we dit jaar dus opgescheept met drie Paasvieringen: de westers-christelijke op 27 maart, de joodse op 20 april en de oosters-christelijke op 27 april. Wat een gedoe!
Er is al enige tijd sprake van dat de oosterse en de westerse kerk Pasen op een en dezelfde dag zouden moeten vieren. Dat zou mooi zijn, maar eerlijk gezegd maakt het mij niet zoveel uit op welke dag ze in Athene en Moskou Pasen vieren. Maar met de Joden is het wat anders, want die wonen hier om de hoek. Zouden we niet liever dat oude antisemitische onrecht afschaffen en de opstanding van Christus weer gaan vieren in de Pesachweek? Dan zouden we de bekende Avondmaalsvieringen van Witte Donderdag mooi kunnen verplaatsen naar de vooravond van Pesach, waarop ook Jezus met zijn discipelen Pesach heeft gevierd én het Avondmaal heeft ingesteld.
Prof. dr. Willem J. Ouweneel doceert aan de Evangelische Hogeschool in Amersfoort, de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven en de Evangelische Theologische Academie in Zwijndrecht en is auteur van vele boeken op het terrein van theologie en filosofie.
|