CV-Koers - juli-augustus 2008
Willem Ouweneel en Margriet van der Kooi
over lichamelijke genezing
Proclameren van of bidden voor genezing?
Is het heil in Christus alleen voor onze ziel, of ook voor ons lichaam? En wat houdt dit dan in? Theoloog Willem Ouweneel vindt
dat we genezing mogen proclameren. Geestelijk verzorger Margriet van der Kooi is behoedzamer.
Door Jan Heijnen
,,Ik spreek ziekte en aandoening vandaag aan en proclameer dat ze zich overeenkomstig Filippenzen 2:10 moeten buigen voor de
machtige naam van de Heer Jezus Christus. (…) Ik spreek mijn immuunsysteem aan en beveel het in overeenstemming te komen met
het Woord van God. Mijn immuunsysteem zal ziekte en aandoening in mijn lichaam vernietigen en zijn werk goed doen, want daartoe
heeft God het geschapen.’’
Bovenstaand gebed wordt wel gebruikt in ‘healingrooms’. Bepaalde christelijke gebedsgroepen claimen autoriteit over lichaam
en ziekte en proclameren genezing in naam van Jezus Christus op grond van zijn overwinning aan het kruis. De Here Jezus heeft
overwinning gebracht en als wij daaraan vasthouden, is vrijwel alles mogelijk. Het is een uiterste visie op Gods heilsplan met
ons lichaam, die in kerkelijk Nederland te vinden is. Helemaal aan de andere kant van het spectrum bevinden zich christenen die,
kort door de bocht gesteld, wel geloven in ziekte, maar niet in genezing.
,,Eigenlijk zien we de hele kerkgeschiedenis door een soort vals dualisme tussen ziel en lichaam’’, zegt theoloog Willem
Ouweneel, auteur van het boek Geneest de zieken! ,,De ziel wordt hoger gewaardeerd en verlossing van de ziel als vanzelfsprekend
geacht. Het lichaam moet wachten tot de wederopstanding. In de reformatorische traditie gaat het om behoudenis van de ziel. Als
mensen hun hele leven ziek waren, gaf dat als het ware hun vroomheid glans. Ook nu vinden we dit denkbeeld terug in vooral
bevindelijk gereformeerde kringen, waar mensen het felst tegen genezingsbediening zijn. Er zit een minachting voor het lichaam
achter die niet terecht is. In de eerste vijf verzen van 1 Timoteüs 4 en elders keert Paulus zich fel tegen deze visie.’’
Tegelijk ziet Ouweneel een reactietheologie. ,,In bepaalde pinkster- en charismatische kringen is alle aandacht verschoven van
ziel naar lichaam. Goddelijke genezing moet daar regel en geen uitzondering zijn.’’
Tegenhouden
Het gezonde standpunt ligt in het midden, stelt Ouweneel. ,,Ik zie het zo: het heil voor de ziel kunnen we garanderen op
grond van bekering en geloof. Bij de wederopstanding krijgen we een nieuw, volmaakt lichaam. Bovendien staat in Jesaja 53 dat
Jezus Christus ook onze ziekten heeft gedragen. Dat is dus wel degelijk onderdeel van het heilsplan. Er is nu al veel meer
genezing en herstel voor ons weggelegd dan mensen denken. In Geneest de zieken! citeer ik de Chinees Watchman Nee die zegt dat
God meer mensen zou willen genezen, maar dat wij genezing vaak zelf tegenhouden.’’
Vooropgesteld, Ouweneel is blij dat in kerkelijk Nederland steeds meer aandacht komt voor ziekenzalving en gebed voor genezing.
De verklaring die de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN) vorig jaar uitbracht (zie kader) is een belangrijke stap in
de goede richting. Toch zou het wat Ouweneel betreft nog wat verder mogen gaan. ,,In het stuk ligt een grote nadruk op bidden
met en voor zieken. Alleen ligt in het Nieuwe Testament niet de nadruk op bidden, maar op het proclameren van genezing. Bij
herhaling zegt de Heer: ‘Geneest de zieken’. In Marcus 16 noemt de Here Jezus bovendien als onderdeel van ‘de tekenen die
de gelovigen zullen volgen’, dat zij ‘op zieken de handen zullen leggen en zij zullen genezen’. Daarna lees je wat de
apostelen tegen de verlamden zeggen: ‘In naam van Jezus, sta op en wandel’.’’
Demon
Volgens Ouweneel leggen veel christenen in Nederland de verantwoordelijkheid alleen bij God neer. ,,Als je God vraagt om
iemand te genezen, komt de verantwoordelijkheid uitsluitend bij Hem te liggen. Dat is mijn kritiek op bijvoorbeeld de verklaring
van de CWN. De verantwoordelijkheid ligt meer bij de gelovige dan we vaak aannemen. Neem Marcus 9. De discipelen kunnen een
demon niet uitdrijven, waarop Jezus uitroept: ‘Oh ongelovig geslacht…’ Bij God is alles mogelijk. We mogen niet op Gods
stoel gaan zitten, maar Hij wil wel meer genezen dan wij denken. We moeten het lef hebben om genezing te proclameren. De meeste
christenen doen dat niet omdat ze bang zijn op hun gezicht te gaan. Er is ook heel wat moed voor nodig. Maar ik zie het als een
bijbelse opdracht én een belofte. De Here Jezus zegt tenslotte dat wij grotere dingen zullen doen dan Hij. De hamvraag is:
geloof je dat het gebed God op andere gedachten kan brengen? In het calvinisme vinden we dit niet terug. God is onveranderlijk.
Toch toont de Bijbel op verschillende plaatsen aan dat God wel degelijk zijn mening herziet. Als je gelooft dat je gebed God kan
beïnvloeden, bid je anders. Met meer verwachting.’’
We moeten ons dan ook afvragen wat er aan de hand is als iemand niet geneest, vindt Ouweneel. ,,Er zijn belemmeringen die
inderdaad in de weg kunnen staan. Denk aan wrok, bitterheid of betrokkenheid bij occulte praktijken. Jan Zijlstra heeft een boek
geschreven over vijftig redenen waarom mensen niet genezen. Hij had er nog wel vijftig kunnen noemen. Mensen willen meestal niet
stilstaan bij belemmeringen. ‘Iemand is al ziek, moeten we hem of haar daar dan ook nog mee belasten?’ We moeten er
behoedzaam mee omgaan. Niet alle ziekte wordt veroorzaakt door zonde, maar zonde heeft er wel meer mee te maken dan wij denken.
Niet alle ziekte heeft te maken met demonie, maar demonen hebben er wel meer mee te maken dan wij denken.’’
Ouweneel pleit er zeker niet voor ons niets meer aan te trekken van het medische circuit. Wel zou hij graag zien dat
ziekenzalving in meer kerkelijke gemeentes een centrale rol krijgt én dat er met meer verwachting gebeden wordt. ,,Het is niet
verstandig als iedere individuele christen naar een zieke christen gaat en genezing proclameert. Het is beter dat in te bedden
in de gemeente en de oudsten als vertegenwoordiging van die gemeente de ziekenzalving uit te laten voeren. Toen ik nog oudste
was, heb ik het regelmatig gedaan. Eerst houdt iemand een inleidend gebed. Dan zalft iemand de zieke, een ander legt de handen
op en een derde bidt. Wat ik dan bid? Uiteindelijk wel iets in de trant van: ‘In naam van de Here Jezus, word weer gezond.’
Maar er zijn geen sjablonen of regels voor een gebed waardoor iemand weer beter wordt.’’
Eerbied
Margriet van der Kooi, werkzaam als geestelijk verzorger, schreef met haar man in opdracht van de PKN een handreiking over
ziekenzalving. Ook zij is van mening dat het heil al op het aardse lichaam te betrekken is, maar...
( ... )
|