oktober 2008 -
Charisma - www.charisma.nl
Zeven genezingsprincipes in het Matteüs-evangelie
door Willem J. Ouweneel
Er is vanuit de Bijbel zoveel over de genezingsbediening te vertellen dat ik dit keer maar eens een bijzondere greep doe. Graag wijs ik op zeven principes die in de genezings- en bevrijdingsbediening van bijzonder belang zijn en die ik allemaal in het evangelie naar Matteus heb gevonden. Ik noem ze hier op, maak er een paar kanttekeningen bij en verwijs ook naar andere schriftgedeelten:
Het koninkrijk Gods en genezing horen bij elkaar. Als Jezus de blijde boodschap van het komende koninkrijk van God verkondigt, gaat dat steeds met tekenen en wonderen van genezing en bevrijding gepaard (Matt. 4:23v.; 9:35). Geen wonder: als eenmaal het koninkrijk in macht en heerlijkheid aanbreekt, namelijk bij de wederkomst van Christus, zal geen bewoner van dat rijk ooit meer zeggen: 'Ik ben ziek' (Jes. 33:24). Vandaag is dat rijk nog niet in macht en majesteit gevestigd - maar overal waar mensen leven onder de heerschappij van Christus wordt dat koninkrijk toch al zichtbaar. En waar dat gebeurt, vinden ook wonderen van genezing en bevrijding plaats. Hebr. 6:5 spreekt over de 'kracht van de komende wereld', dat is de kracht die zich zal openbaren in het koninkrijk zoals het na Christus' wederkomst zal bestaan - maar die kracht is nu ook al rijkelijk voorhanden (zie ook punt 3).
Geloof is de toegangspoort tot het koninkrijk, en tot alle zegeningen ervan. Jezus roept over het geloof van de Romeinse centurio verbaasd uit: 'bij niemand in Israël heb ik zo'n groot geloof gevonden!' (Matt, 8:10). Daarom zou deze heidense centurio een plaats krijgen in het koninkrijk van God, terwijl velen aan wie het eigenlijk beloofd was, Israëlieten, er vanwege hun ongeloof buiten zouden vallen. Wat was dan het 'grootse' aan dat geloof van de hoofdman? Hij geloofde dat één woord van Jezus genoeg was om zijn knecht gezond te maken (vs. 8,9)! Zó hoog keek hij tegen de Koning op! Ook het geloof van de vier vrienden in Matt. 9:2 was genoeg om de verlamde en vergeving van zonden én genezing van zijn ziekte te schenken.
Het koninkrijk is een koninkrijk van kracht, en daaronder valt ook de kracht om te genezen en te bevrijden. Jezus noemt de wonderen van genezing en bevrijding vaak 'krachten' (zie de NBG-vertaling in Matt. 11:20,21,23; vergelijk 13:54,58), want het zijn bijzondere openbaringen van de kracht van God. Paulus zegt dat het koninkrijk van God niet uit woorden bestaat, maar uit kracht (1 Kor. 4:20); dat betekent: niet uit mooipraterij, maar uit daden. Jezus had beloofd dat zijn volgelingen kracht zouden ontvangen als de Heilige Geest over hen zou komen (Hand. 1:8). Die kracht openbaarde zich bijvoorbeeld in Samaria en Efeze op geweldige wijze in wonderbare genezingen en bevrijdingen (Hand. 8:5-8; 19:11,12), en dat steeds in samenhang met de prediking van het koninkrijk Gods (1:3; 8:12; 19:8). Waar het koninkrijk is, zijn de wonderen; waar de wonderen zijn, is het koninkrijk.
Het koninkrijk houdt volmacht tot genezing en bevrijding in. Als Jezus zijn volgelingen erop uitstuurt, geeft Hij hun (vol)macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen (Matt. 10:1). Zij moeten deze volmacht uitoefenen in uitdrukkelijke samenhang met de prediking van het koninkrijk Gods: 'Ga op weg en verkondig: 'Het koninkrijk van de hemel is nabij.' Genees zieken, wek doden op, maak mensen die aan huidvraat lijden rein en drijf demonen uit' (vs. 7,8). Je zou dat zo kunnen lezen: Genees de mensen, want het koninkrijk Gods is nabijgekomen. Zo zegt Jezus in Luc. 10:9 ook tegen de tweeënzeventig: 'genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: "Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.' Het koninkrijk is er - kijk maar naar de genezingen en bevrijdingen!
De kracht van het koninkrijk omvat vele soorten van wonderen, niet alleen genezing en bevrijding. Zo was het wonder van de spijziging van de vijfduizend (Matt. 14:13-21) eveneens een bewijs dat het koninkrijk Gods was aangebroken. Immers, in Psalm 132:15 is het de Messias die belooft: 'Ik zal Sion met voedsel zegenen, de armen brood geven in overvloed.' Wie erop uitgaat in de kracht van de Heilige Geest om het koninkrijk van God - de heerschappij van Christus in deze wereld - te prediken, mag wonderen op allerlei terreinen verwachten. Denk maar aan Marc. 16:17,18: 'Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.'
De krachten van het koninkrijk zijn ook voor niet-Joden. In Matt. 15:24-28 komt Jezus een Kanaänitische vrouw tegen die uitroept: 'Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon.' Jezus antwoordt na een tijdje van zwijgen: 'Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël. Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.' Maar de vrouw antwoordt: 'Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen.'Toen antwoordde Jezus haar: 'U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren.' En vanaf dat moment was haar dochter genezen. Ook hier wordt een 'groot geloof daardoor gekenmerkt dat het Jezus zo groot ziet dat maar een beetje van Hem al geweldige dingen kan uitwerken. De centurio had aan één woord genoeg om genezing te verwachten, de vrouw had aan één kruimel genoeg om bevrijding te verwachten.
Geen genezingsbediening zonder ontferming. Jezus genas mensen niet alleen maar om te bewijzen dat Hij de Messias was of dat het koninkrijk van God aangebroken was. Nee, Hij genas mensen omdat Hij met ontferming over hen bewogen was. Als Jezus de twee blinden bij Jericho ontmoet, lezen we: 'Jezus kreeg medelijden en raakte hun ogen aan. Meteen konden ze weer zien en ze volgden hem' (Matt, 20:34). Het koninkrijk van God, en dus ook de genezingsbediening, is niet denkbaar zonder de liefde. De Vader heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon (Kol. 1:13). Daarom zegt Paulus dat we niet moet kissebissen over pietluttigheden: 'Als u uw broeder of zuster kwetst door wat u eet, handelt u niet langer overeenkomstig de liefde ( … ) want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest' (Rom. 14:15,17).
Liefde, kracht, geloof, volmacht, heerschappij - dat zijn enkele trefwoorden van het koninkrijk Gods. En het zijn ook enkele trefwoorden van de genezings- en bevrijdingsbediening. De twee kunnen niet zonder elkaar.
(Er is gebruik gemaakt van de NBV vertaling)
|