www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

30 januari 2009 - Nederlands Dagblad

Van creationist tot kosmologisch agnost  

Het Historisch Documentatiecentrum aan de VU en het Nederlands Dagblad organiseren in het kader van het Darwinjaar 2009 een serie van vier debatten. Het thema is 'Botsen over het begin - de evolutie van het christelijke scheppingsdenken'. Donderdagavond sprak als eerste Willem Ouweneel. Hieronder een samenvatting van zijn lezing.






Onlangs werd ik in Bionieuws aangeduid als creationist, terwijl het Nederlands Dagblad mij vroeg te spreken over 'Van creationist tot evolutionist'. Beide kloppen niet. Als 'creationist' betekent: iemand die in een schepping van de wereld door God gelooft, dan ben ik creationist. Zo noemde ook Jan Lever zich creationist, terwijl hij toch in een algemene evolutie (van eencellige tot mens) geloofde.

Vandaag betekent 'creationist' echter iemand die een algemene evolutie afwijst, gelooft dat de (huidige) wereld geschapen is in zes letterlijke dagen, zo'n 6000 ŕ 16.000 jaar geleden, en dat de aardlagen grotendeels ontstaan zijn door de zondvloed.

Omgekeerd: als 'evolutionist' betekent: iemand die in (een mate van) evolutie gelooft, dan ben ik evolutionist. Zo noemt ook Cees Dekker zich, terwijl hij toch gelooft dat God de Schepper en Onderhouder van de wereld is.

Geloofslading 
In eigenlijke zin betekent 'evolutionist' (let op dat in de wetenschap uitzonderlijke achtervoegsel '-ist') iemand die niet alleen in een algemene evolutie gelooft, maar daaraan bovendien een ideologische of geloofslading geeft.

In de genoemde betekenissen ben ik geen creationist (meer), en evenmin evolutionist. Ik interesseer mij wel voor de problematiek: als bioloog wil ik weten hoe de levende natuur zich ontwikkelt, als filosoof interesseren mij de relaties tussen geloof en wetenschap, en als theoloog zoek ik de rechte uitleg van Genesis 1(-11).

In mijn boek De schepping van God heb ik tien verschillende exegeses van Genesis 1 op een rijtje gezet. Ik ben het meest geporteerd van de kadertheorie van Nico Ridderbos (het kader waarin Genesis over God als Schepper bericht - de scheppingsweek - is niet meer dan een schema; het is vooral de boodschap die binnen dat kader gebracht wordt, die voor alle tijden en alle mensen van fundamenteel belang is). Ook zie ik veel in de typologische opvatting van Karl Barth (uitgaan van de geestelijke betekenis van de tekst). Er is alleen een schepping/evolutieprobleem als men uit de tien exegeses van Genesis 1 voor het litteralisme kiest. Mijn boek schildert de grote problemen die deze 'letterlijke' uitleg meebrengt: zij gaat voorbij aan het literaire genre, de literaire structuur en de theologische gerichtheid van Genesis 1 en aan de biologische en kosmologische onmogelijkheden van deze uitleg. Zodra wij kiezen voor waarschijnlijker exegeses van Genesis 1, is het hele schepping/evolutieprobleem van de baan.

God erbij 
Op basis van acht van de tien exegeses van Genesis 1 is dus een 'theďstisch evolutionisme' mogelijk. Dit is de aanname van een algemene evolutie op basis van natuurwetenschappelijke aanwijzingen, terwijl men tegelijk gelooft dat de Schepper de natuurwetten heeft ingesteld en alle natuurprocessen 'draagt'. Wel wekt de term 'theďstisch evolutionisme' de suggestie dat een algemene evolutie uit zichzelf niet kan, en dat God erbij gehaald wordt om haar mogelijk te maken. Binnen de natuurwetenschap mogen wij nooit een beroep op God doen om de leemten in onze kennis op te vullen. Zo mag 'theďstisch evolutionisme' dus alleen betekenen dat de algemene evolutie geheel uit de ons bekende biologische wetten verklaard wordt, maar dat God de insteller van die wetten is en de 'drager' van het evolutieproces.

Voor mij is het trouwens nog steeds de vraag of een algemene evolutie inderdaad geheel uit de bekende biologische wetten verklaard kan worden. Wij weten tegenwoordig veel over evolutie binnen soorten en het ontstaan van nieuwe soorten. De vraag is echter of deze kennis toereikend is om toename van orde, complexiteit en informatie-inhoud binnen de evolutie te verklaren.

Genetisch 
Anders gezegd: bezaten de eerste eencelligen reeds de genetische informatie die het uiteindelijke ontstaan van zoogdieren mogelijk maakte? Zo nee, waar komt nieuwe informatie vandaan? Kan deze geheel verklaard worden uit mutatie (wijziging) van het beschikbare genetische materiaal en soortgelijke mechanismen?

Ik geef toe dat evolutie een interessante verklaring biedt voor de grote anatomische en genetische overeenkomsten binnen het dieren- en plantenrijk. Maar ik weet niet of de thans bekende genetische mechanismen een evolutie van eencellige tot mens principieel mogelijk maken. Zo nee, dan mag men niet zeggen dat algemene evolutie een natuurwetenschappelijk feit is.

Wat ben ik dan nu? Ik geloof dat er evolutie plaatsvindt. Ik geloof ook dat God de Schepper en Onderhouder van alle dingen is. Wat ik niet zeker weet, is of er een algemene evolutie heeft plaatsgevonden. Daarom noem ik mij een 'ontstaansagnost': iemand die niet zeker weet hoe het leven zich hier op aarde ontwikkeld heeft, en die zich bovendien afvraagt of we het in dit leven ooit zeker kúnnen weten. Maar de hoofdzaak blijft voor mij overeind en dáárin ben ik zeker géén agnost: ik geloof in Genesis 1. Ik geloof dat God de Schepper en Onderhouder van de wereld is. En ik geloof in een zekere mate van evolutie. De rest zal ik wel zien.

Prof. dr. W.J. Ouweneel (1944) is gepromoveerd in de biologie, de filosofie en de theologie en doceert aan de Evangelische Theologische Factulteit (Leuven), de Evangelische Theologische Academie (Zwijndrecht) en de Evangelische Hogeschool (Amersfoort).


En verder de reacties op www.willemouweneel.nl:
    11-2 : Ouweneel: Nóg zo'n krant...
      9-2 : Schepping en evolutie - zelfs de 'kwaliteitskranten' snappen het niet...

 

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu