www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

25 april 2009 - www.nd.nl

Mattheüs was best zwart-wit

Mattheüs van der Steen doet van zich spreken in evangelisch Nederland, met grootschalige bijeenkomsten en een prijswinnend boek. Hij was erg kritisch over de kerken, maar doet nu een ,,bijzondere ontdekking’’: het christelijk erf biedt hem meer ruimte dan hij dacht.

door onze redacteur Sjoerd Mouissie

HARDERWIJK – ,,Ik zit helemaal niet te wachten op dit gesprek.’’ Mattheüs van der Steen is zichtbaar boos. Het interview vindt plaats in het kantoor van zijn organisatie Touch, Reach and Impact the Nations (TRIN), in een bedrijfsverzamelgebouw aan de rand van Harderwijk.

Aan de wand hangen grote foto’s en posters van evangelisatiecampagnes, al dan niet in het buitenland. Volgende week houdt TRIN een vijfdaagse ‘Heaven on Earth-conferentie’ in de IJsselhallen in Zwolle, waar ruim zevenduizend bezoekers worden verwacht. Onder het thema ‘Revival!’ verwacht de organisatie een ,,machtige uitstorting van de Heilige Geest’’.

In de afgelopen jaren ontwikkelde TRIN zich razendsnel tot een geruchtmakende charismatisch-evangelische organisatie. Haar bijeenkomsten, met namen als firenights, destiny for life en outreaches, trekken volle zalen in veel Nederlandse plaatsen. Over de grens, in Afrika en Azië, houdt de organisatie zich vooral bezig met noodhulp, zoals een adoptieprogramma voor weeskinderen.

Bijna zeventig Nederlanders gingen in februari met TRIN naar India, om daar een grootschalige evangelisatiecampagne te houden van tien dagen. Na terugkomst klonken de cijfers indrukwekkend: volgens de organisatie hadden 120.000 mensen ,,hun leven voor het eerst aan Jezus gegeven’’, al nuanceerde Mattheüs van der Steen deze aantallen door nog voor de reis in deze krant te zeggen dat ,,twintig tot dertig procent’’ van hen na drie maanden nog in een kerk komt.

Er is lof, maar ook kritiek. In diverse bladen en kranten werd gesteld dat de organisatie zich te radicaal afzet tegen de kerk, en dat de grote bijeenkomsten vooral mensen trekken die van de ene charismatische ervaring naar de andere gaan. Ook websites laten zich niet onbetuigd – zo suggereerde de website Goedgelovig onlangs regelmatig dat de financiële huishouding van TRIN niet transparant zou zijn. Een claim waar volgens TRIN niets van waar is: inmiddels heeft de organisatie een jaarverslag op internet gepubliceerd, en meer gegevens zijn op komst. ,,Wij kunnen alles tot elke cent verantwoorden.’’




Een dag voor het interview had Van der Steen (33) lopen nadenken over dat laatste. Ondanks zijn enthousiasme voor de conferentie had hij er even de pest in. ,,Vraag maar aan mijn medewerkers, ik ben hier altijd de vrolijke Hans. Maar gisteren dus niet. Ik word moe van al die mensen die hun oordeel al klaar hebben.’’

Het zit je wel hoog.
,,Ja, ik moet mijn ei even kwijt. Ik geloof in positieve en negatieve kritiek. Dat eerste krijgen we van een groep mensen die over onze schouder meekijkt en adviezen geeft. Negatieve kritiek is niet eerlijk, ik vind het moeilijk me er tegen te verdedigen. Ik heb er een probleem mee als juist broers en zussen in Christus vaak een oordeel klaar hebben. Omdat TRIN juist de veelkleurigheid van het lichaam van Christus probeert zichtbaar te maken.

Kritiek op wat ik doe, raakt voor mij Jezus. Hij is mijn enige motivatie. We proberen nu bruggen te slaan tussen de verschillende kerken in Nederland. We gaan daar open in, want wij kunnen ook van hen leren.’’

  
Zwart-wit

De bijeenkomsten van TRIN trekken volle zalen, met daarin ook veel bezoekers uit gevestigde kerken, zoals de Protestantse Kerk. Ben jij verbaasd door de openheid van die kerken voor de evangelische beweging?

,,Ja, zeker. Ik ben in het verleden best zwart-wit geweest. Sinds twee of drie jaar kom ik erachter dat er op het christelijk erf veel meer is dan ik dacht. Dat is een bijzondere ontdekking. Ik ontmoet regelmatig kerkleiders – om ze in de ogen te kijken en te vragen hoe zij Jezus beleven. Tien jaar geleden was ik betrokken bij een jeugdkerk in Ermelo. Er kwamen behoorlijk veel jongeren van de straat tot bekering. In een vergadering met lokale kerkleiders smeekten wij bijna om hulp, of zij die jongeren een plekje wilden geven in de kerk. Toen was het antwoord dat zij het te druk hadden met de eigen gemeente. Ik denk dan: hun hart zou toch voor deze jongeren moeten kloppen?

Goed, die openheid was er toen niet. Maar vanaf nu mag je TRIN ook zien als een beweging die zijn weg ook binnen de kerkelijke structuur kan vinden. Maar nog niet iedereen doet mee hè, er zijn nog veel harten te winnen.’’

Van der Steens’ boek Durf te dromen won onlangs de Publieksprijs van het Christelijke Boek. Die uitverkiezing werd met gemengde gevoelens begroet. Sommigen noemden het boek ‘fantastisch’, anderen ‘gevaarlijk’. De kritiek richtte zich vooral op wat Van der Steen – van de mavo via een zendingsorganisatie en een beddenwinkel naar evangelist – schreef over de kerken, waar hij weinig enthousiasme voor evangelisatie bespeurde. ,,Ik werk niet samen met dit soort christenen, ik noem ze het soort waar Jezus ook zo’n moeite mee had. Hij noemde ze zelfs adderengebroed, farizeeërs die al hun religieuze dingen deden maar geen enkele bewogenheid hadden voor datgene waar het echt om draait: de hulpbehoevenden, de zieken, de ongelovigen’’, schreef Van der Steen.

Wat je nu over de kerk zegt, klinkt heel anders dan wat er in je boek staat. Komt de stevige taal in je boek door de ervaringen in Ermelo?

,,Na een bijeenkomst sprak Hans Eschbach me aan. Hij was erg enthousiast over het boek, maar noemde een passage ‘jammer’.’’ Die opmerking bleek te slaan op de bewering dat christenen die niets geven om de zending ,,maar in de kerkbanken bij hun soortgenoten’’ moesten aanschuiven. ,,Besef je wel dat je hier mijn hele achterban mee bedoelt, zei hij. Daar had ik helemaal niet bij nagedacht! Bij de tweede of derde druk heb ik ‘kerkbanken’ veranderd in ‘pluche stoelen’. Het is jammer dat de volgende druk al klaar is, want misschien moet ik beter uitleggen wat ik bedoel. Ik ben absoluut niet tegen de kerk.’’

Wat wil je dan wel zeggen?
,,Ik ben tegen een systeem dat mensen tegenhoudt om te leven naar Gods bedoeling. Ik geloof ook echt niet dat de kerk een gebouw is waar je elke zondag bij elkaar moet komen. Waanzin, dat staat niet in de Bijbel. Wij zijn nu, zoals we hier zitten, ook kerk.

Het instituut kerk moet grondig bekeken worden, inclusief de pinkster- en evangelische ‘kerken’.

Waarom is er zo veel leegloop? Waarom hebben we onze impact op alle lagen van de maatschappij verloren? ‘We’ inderdaad, want ik heb daar ook aan bijgedragen. Laten we, in plaats van elkaar te veroordelen, ons afvragen hoe we hier iets aan kunnen doen.

Sommigen gaan op zondag naar de kerk, puur omdat ‘het moet’, zonder een levende relatie met Jezus te hebben. Maar ik wil zo graag dat wij geen stoelwarmers zijn, maar dat we mensen meenemen van de straat, dat zij zich thuis gaan voelen in de kerk. Dat is toch de bedoeling?’’

Tussen april en augustus 2008 hield evangelist Todd Bentley grote bijeenkomsten in de Amerikaanse stad Lakeland, een stad in Florida. Sympathisanten van Bentley een brede man vol met ,,in opdracht van God’’ gezette tatoeages, toonden zich erg enthousiast over de samenkomsten – zij spraken over een massale uitstorting van Gods Geest, waarbij mensen zouden zijn genezen en doden werden opgewekt. De evangelist stopte in augustus vorig jaar met zijn ‘bediening’, nadat bekend werd dat hij huwelijksproblemen had en een ,,ongezonde relatie’’ onderhield met een vrouwelijk staflid van zijn organisatie. Mattheüs van der Steen bezocht, met enkele anderen, twee samenkomsten in Lakeland. Later hield TRIN firenights in Rotterdam en Nieuwegein, die in hun opzet niet veel verschilden van de samenkomsten in de Verenigde Staten.

  
Teleurstellend

Nu zegt Van der Steen dat hij de bijeenkomsten in Lakeland ,,teleurstellend’’ vond – er ,,gebeurde immers hetzelfde’’ tijdens de activiteiten die TRIN in die tijd al organiseerde. ,,Als dat een opwekking was, mochten wij ons ook zo noemen.’’ Van der Steen heeft Bentley nooit ontmoet en wilde ook niet dat de Lakelandvoorganger hem de handen zou opleggen. ,,Er was iets in me wat dat verhinderde’’, maar wat dat precies was, kan hij niet uitleggen.

Vragen over Lakeland doen Van der Steen zuchten. Hij wil ,,het nog één keer vertellen’’, om er daarna ,,niet meer over te praten’’.

Is het waar dat jullie Lakeland ‘de meest pure vorm van opwekking’ hebben genoemd?

,,Ja, dat heb ik gezegd en daar sta ik nog steeds achter. Wij zagen gewone mensen op straat praten over wat er in de samenkomsten gebeurde. Dat is voor mij een echte opwekking. Maar ik heb nooit gezegd dat Todd Bentley zelf zo zuiver als een konijn was! Ik vond die tatoeages ook vreselijk. Die man is een grote oen geweest. Er was al zoveel kritiek op hem, en toen speelde hij alle critici in de kaart. Hij werd een soort superster en dat hoort niet in het koninkrijk van God. Jezus is de enige met die positie.’’

Heeft dat gebeuren invloed gehad op hoe jij je werk doet?

,,Ja, zeker. Het gevaar bestaat altijd dat je op een voetstuk wordt geholpen, of er zelf op gaat staan. Omdat ik nu het gezicht ben van een steeds grotere beweging, heb ik met mijn vrouw Rebekah afgesproken dat wij verkeerde zaken tussen ons of met anderen dit jaar oplossen. Wij gaan naar mensen toe om vergeving te vragen, daar waar we verkeerde dingen hebben gezegd.

Het gezin heeft weer de eerste plaats gekregen. ’s Avonds zit ik om half zes al in pyjama op de bank met de kinderen naar de film Finding Nemo te kijken.

Wat er bijvoorbeeld met Andries Knevel gebeurde in de discussie over schepping of evolutie, deed me wel schrikken. Je hebt zo hard gewerkt voor een organisatie, daar veel voor opgeofferd. Dan maak je één fout en zit je op een glijbaan, en kan alles in een paar seconden kapot gaan. Daarom willen wij TRIN transparanter maken, bijvoorbeeld met een raad van advies.

Sinds kort heb ik ook een groep mensen die mij persoonlijk adviseert. Daar zitten voorgangers in als Willem Ouweneel en Jan Sjoerd Pasterkamp. Zo liet ik hun een boekje lezen dat ik geschreven heb – toen bleken er dingen in te staan die niet kloppen. En er is iemand met wie ik iets vervelends heb meegemaakt, en waar ik al twaalf jaar mee worstel. Dan helpen ze mij, en zit ik met tranen in de ogen te luisteren naar hun adviezen en eigen ervaringen. Ik ben dus erg bezig in mijn eigen hart te laten kijken. Want wat in Lakeland is gebeurd, had ook mijn glijbaan kunnen worden.’’

Ben jij naïef?
Het blijft enige tijd stil. ,,Om deze organisatie te leiden, met al het werk in het buitenland, kan je niet naïef zijn. Maar misschien ben ik te hoopvol. Ik geloof honderd procent in wat ik doe en verwacht eigenlijk dat anderen ook zo geloven. En als dat niet zo is… is het ook goed, maar ga dan niet met modder gooien. Laten we elkaars visie en werk gaan waarderen. Zet die persoonlijke verschillen aan de kant. Daar verlang ik naar, ik geloof dat er iets bijzonders staat te gebeuren in dit land. Ja, ik geloof dat écht.’’


‘Zij moeten bevrijd worden’

Gevraagd naar zijn ideeën over TRIN, vertelt theoloog en auteur Otto de Bruijne over dr. Tokunboh Adeyemo, oud-directeur van de Evangelische Alliantie in Afrika. De Bruijne zelf kwam onlangs in het nieuws met zijn onderzoek Ooit evangelisch, naar kerkverlating in evangelische gemeenten.

Adeyemo was een van de sprekers tijdens de Heaven on Earth-conferentie van TRIN in de Rotterdamse Ahoy, vorig jaar. Hij logeerde toen bij De Bruijne, een vriend van vroeger. ,,Ik was verbaasd over de reactie van Adeyemo, toen ik hem naar zijn bevindingen vroeg’’, zegt De Bruijne. ,,Hij antwoordde resoluut: ‘Dit moeten wij in Afrika beslist niet hebben. Wij kennen het liggen in de geest en dat extreme hoofdschudden en dubbelklappen uit de traditionele Afrikaanse religie. Mensen moeten niet liggen in de geest, maar staan in de Geest! Al deze mensen hier moeten bevrijd worden’.’’

Persoonlijk is De Bruijne er van overtuigd dat TRIN ,,vol goede bedoelingen zit’’. ,,Maar veel uiterlijke afleidingen worden omleidingen en misleidingen. Voor veel bezoekers is het podium normatief: allerlei lichamelijke uitingen gaat men als geestelijk beschouwen. Zij hebben het idee net zo te moeten doen en worden als de geestelijk leiders, zoals Mattheüs van der Steen. Dat kan een gevaar zijn.’’


‘Hij flapt er soms wat uit’

Een voorganger in het ‘team’ van Mattheüs van der Steen is Willem Ouweneel, die steeds vaker te zien is bij activiteiten van de charismatischevangelische organisatie Touch, Reach and Impact the Nations (TRIN). Ouweneel is een evangelische wetenschapper – theoloog, bioloog en filosoof – die behoort tot de Vergadering van Gelovigen. In de evangelische wereld geniet hij vooral bekendheid door zijn talrijke boeken over het christelijk geloof. In het interview valt zijn naam diverse keren en vanaf september verbindt Ouweneel zich aan een soort Bijbelschool van TRIN. Volgens de hoogleraar is het ,,altijd verstandig’’ dat een leider om begeleiding vraagt. Ook in het geval van Van der Steen, want ,,hij flapt er nog wel eens wat uit’’. Zijn opvattingen worden wel gematigder, zegt Ouweneel. ,,In de evangelische wereld komt het vaak voor dat men een verwrongen beeld heeft van de kerk. Ook Van der Steen heeft ooit uitgestraald dat de kerk een slappe, doodse bedoening is waar je hard voor moet wegrennen. Maar dat is gewoon niet waar.’’

Het is zeer waarschijnlijk dat ook TRIN ,,op den duur salonfähig’’ wordt, stelt Ouweneel. Dan wordt de organisatie opgenomen in de bestaande structuren en zullen charismatisch ingestelde mensen, die nu van conferentie naar conferentie trekken, TRIN ,,te gematigd’’ gaan vinden. Dat is niet erg, stelt de hoogleraar. ,,Organisaties kunnen verdwijnen, als ze maar een goede functie hebben gehad in de christelijke wereld – en dat is bij TRIN het geval. Jeugdkerken zie je nu ook bijna niet meer, maar ze hebben wel een onmiskenbare invloed gehad op jongeren.’’

,,Ik zie veel in Van der Steen’’, vervolgt Ouweneel. ,,Daarom vind ik het de moeite waard hem te begeleiden. Maar ik ben daar wel voorzichtig in – hij heeft al veel bereikt in het volgen van zijn roeping, dan ga ik hem niet vertellen dat het zus-en-zo anders moet.’’

Op Goede Vrijdag stelde Ouweneel overigens niet zeker te weten of hij ‘we’ of ‘ze’ moet zeggen, als hij over TRIN spreekt. In een toespraak tijdens een TRIN-avond zei hij: ,,Nu kan ik tegenover de krant net doen alsof ik het van een afstand kritisch volg. Als het uitkomt, zeg ik ‘we’, anders zeg ik ‘ze’. Dan ben ik de objectieve buitenstaander. Als ze weer bellen met de vraag: wat vindt u van TRIN? zeg ik, tja, er zitten goede kanten aan…’’ 


Lees ook de recensie (ND - 14-3-2009) over het 'gevaarlijke' boek "Durf te dromen"...

Lees hier het vervolg van de misverstanden over TRIN...
 

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu