24 april 2010 - Focus op de Bijbel - www.focusopdebijbel.org
Organisch netwerken in de Vergaderingen
Organisch gemeente netwerken
Gezonde structuren die sociale verbanden versterken zijn belangrijk. Direct al in Genesis introduceert God het gezin als bouwsteen van de maatschappij. Gezinnen hebben onderlinge contacten en vormen dorpen en stammen. De Gemeente is vanuit dit oogpunt evenzeer een menselijke gemeenschap waar structuur en organisatie nodig zijn. Steeds vaker wordt hierbij opgemerkt dat de Gemeente een organisme is en geen organisatie. Dat is maar al te waar, maar tegelijk kunnen ook organismen alleen maar bestaan dank zij een wonderlijke interne organisatie.
door Philip Nunn
God heeft in onze lichamen zodanig orde aangebracht dat het leven zich kan ontwikkelen en in stand kan blijven. Zijn er in de Schrift ook aanwijzingen voor het ontwerp van een structuur in de Gemeente? En wanneer richten wij ons naar een ontwerp, en waar is de ruimte voor menselijk initiatief en creativiteit?
Afkeer van georganiseerde gemeenten structuur
Door toedoen van Constantijn de Grote en de macht van het Romeinse Rijk werd de Gemeente een georganiseerd, rijk en krachtig bouwwerk. Als we terugkijken in het verdere verloop van de kerkgeschiedenis zien we een beschamend misbruik van religieuze autoriteit. Veel gelovigen zijn door alle scheidingen in kerken en gemeenten allergisch geworden voor iedere vorm van organisatie. Zij geloven misschien nog het liefst gewoon thuis en houden georganiseerde godsdienst maar liever op een afstandje.
Sommige gemeenten functioneren als stand-alone gemeenten. Ze erkennen wel dat alle gelovigen samen het Lichaam van Christus vormen maar onderhouden geen contacten met andere gemeenten. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, bijvoorbeeld de vorm van leiderschap (neiging tot controle, vgl. Diotrefes 3 Jh.9,10). Sommige gemeenten hebben pijnlijke herinneringen en willen zich beschermen tegen invloeden en inmenging van buiten af. Sommigen zijn gewoon zo bezig met interne zaken zoals pastoraat, jeugdwerk, onderwijs en hulpverlening dat zij geen tijd en energie hebben om over hun eigen grenzen heen te kijken. Weer andere gemeenten zijn gewoon groot, zelfvoorzienend en hebben geen behoefte aan contacten met andere gemeenten. Of misschien interesseert men zich gewoon niet voor het grotere geheel.
|
Als we ervoor kiezen om gewoon onze eigen weg te gaan, volgen we dan Gods ontwerp? Een aantal van de bovengenoemde redenen om contacten met andere gemeenten te mijden klinken logisch, maar biedt de Bijbel ook richtlijnen over de onderlinge omgang van gemeenten?
Een zoektocht
Paulus was een expert op het gebied van de geschriften van het Oude Testament en hij verklaart dat de gemeente een verborgenheid was die hem door openbaring bekend was gemaakt (Ef.3:1-7). Voor richtlijnen voor het gedrag van de gemeenten gaan we dus zoeken in het Nieuwe Testament en we zoeken daar naar drie soorten van hulpbronnen: (a) voorschriften, (b) gelijkenissen en (c) voorbeelden.
Voorschriften
Tot mijn grote verbazing ben ik in mijn zoektocht in het Nieuwe Testament nergens rechtstreekse voorschriften tegengekomen over de relatie tussen de verschillende plaatselijke gemeenten, noch in de woorden van de Heer zelf, noch in de brieven van Paulus. Over de omgang tussen individuele gelovigen zegt het Nieuwe Testament veel, maar ze zegt niets over wat de ene gemeente met de andere gemeente moet doen. We zetten onze zoektocht daarom voort naar indirecte aanwijzingen.
Gelijkenissen
Veel onderwijs in de Schrift wordt ons middels gelijkenissen aangeboden. Op die manier leren we dat de Heer Jezus de goede Herder is, het brood des levens en het licht van de wereld. Over de gemeente vinden we ook een aantal beelden, bijvoorbeeld het Lichaam van Christus, het huis van God en een heilige tempel. Elk van deze gelijkenissen leert
ons iets bijzonders over de gemeente. Maar als we ze nader bekijken zien we dat we er wel dingen uit kunnen leren over de gemeente als geheel, de rol die de individuele gelovigen daarin spelen en hun verhouding tot Christus, maar nergens laten ze ons iets zien over de verhouding tussen de plaatselijke gemeenten onderling!
De gouden kandelaars
Van de bijna 100 gelijkenissen of beelden die ik gevonden heb in het Nieuwe Testament is er maar een waar we verschillende plaatselijke gemeenten naast elkaar vinden, en dat is in het beeld van de zeven gouden kandelaars (Op.1:20): de zeven kandelaars zijn de zeven gemeenten. Kunnen wij uit dit beeld lering trekken over de verhouding tussen gemeenten? Wat we in ieder geval zien is dat de kandelaars niet rechtstreeks aan elkaar verbonden zijn, zoals de armen van de kandelaar in de tabernakel. Elke lamp is hier een individuele lichtdrager en Christus wandelt temidden van deze kandelaars. Hij beloont de gemeenten voor het goede dat Hij in hen vindt en vermaant ze voor de gebreken die ze vertonen. Het was hier duidelijk niet aan de gemeenten om elkaar te beoordelen, dat was Christus' werk. Ook worden de gemeenten niet verantwoordelijk gesteld voor de gebreken die bij andere gemeenten werden gevonden.
De vroege kerkgeschiedenis
Nu gaan we kijken naar onze laatste informatiebron, namelijk de voorbeelden uit de praktijk van de gemeenten zoals die beschreven worden in het Nieuwe Testament. Hoewel we voorbeelden uit de praktijk niet als absolute normen kunnen hanteren zijn ze toch relevant voor ons. Het is leerzaam om te zien hoe het evangelie zich verspreidde vanuit Jeruzalem en hoe nu ook onder de volken gemeenten ontstonden. Dit waren geen geïsoleerde autonome gemeenten die helemaal los stonden van andere gemeenten, maar ze waren ook niet centraal of regionaal bestuurd. We zien o.a. dat er sprake is van de volgende activiteiten:
- Gemeentestichting.
De eerste gemeente ontstond in Jeruzalem. Snel daarna kwamen er steeds meer gelovigen in Antiochië. En vervolgens zien we dat de gemeente in Jeruzalem het initiatief neemt voor de vorming van een nieuwe gemeente in Antiochië (Hd.11:20- 22).
- Zending.
Weer enige jaren later zien we dat de gemeente in Antiochië de roeping erkent van Paulus en Barnabas, en 'nadat zij hadden gevast en gebeden legden zij hen de handen op en zonden hen uit' (Hd. 13:1-3). Deze gemeente bood actieve steun aan leraars en evangelisten die buiten hun eigen woonplaats een bediening hadden. Later deelden ook andere gemeenten in die ondersteuning (Fi.4:16).
- Onderlinge bezoeken.
Evangelisten en leraars bezochten de verschillende gemeenten om de gelovigen te bemoedigen en op te bouwen (Hd.18:22-27, 2Ko.8:18). Er waren ook sociale contacten om de onderlinge gemeenschap te versterken. Als een bezoeker onbekend was nam hij een aanbevelingsbrief mee van zijn thuisgemeente (2Ko.3:1).
- Uitwisselen van informatie en gaven.
Men zond brieven rond om elkaar te bemoedigen en op te bouwen. In sommige brieven kon men elkaar op de hoogte brengen en waarschuwen tegen verkeerde leringen of leraren. In andere brieven kon men gebedszaken met elkaar delen (1Ko.16:3, Gal.1:1-3, Ko.4:7-16, 2Pt.3:1, 3Jo.:12). Niet elke gemeente had alle gaven. Gezamenlijke kansen of bedreigingen zijn een goede gelegenheid voor samenwerking.
- Gastvrijheid.
Gastvrijheid stond hoog in het vaandel. De gelovigen stelden hun huizen open en boden ook ondersteuning met goederen en diensten aan bezoekers uit andere gemeenten (Hd.28:14-15, Rm.16:1,2, Fi.2:28-29, 3Jo.:5,6).
- Financiële ondersteuning.
De gemeenten hielden collectes om andere gemeenten te ondersteunen die noden hadden (Hd.11:29-20, 2Ko.8 en 9).
- Gemeentebouw.
Een gemeente die goed functioneert kan een voorbeeld en een inspiratie zijn voor andere gemeenten. Zo was de gemeente in Thessalonika een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje (1Th.1:1-7).
Organische gemeentenetwerken
Levende organismen hebben een natuurlijke wisselwerking. De organische manier van netwerken bevordert de groei, kan zich aanpassen aan veranderingen, zorgt voor voedingsstoffen, kan gebreken herstellen en bescherming bieden tegen potentiële bedreigingen. Kortom, organische netwerken is Gods ontwerp voor de optimale bevordering van het leven. Organisatorisch gezien hebben organische netwerken een platte structuur en we geloven dat deze manier van netwerken het beste overeenkomt met de wisselwerking tussen de gemeenten zoals we die zien in het Nieuwe Testament.
Gangbare modellen voor gemeentenetwerken
Veel gemeenten hanteren vandaag een hiërarchisch model, waarbij gezag wordt toegekend aan een aantal gemeenten of personen in een bepaalde regio. Die zijn op hun beurt weer ondergeschikt aan een nationale synode. Dit model biedt uit organisatorisch oogpunt zekere voordelen, maar heeft geen schriftuurlijke basis. Christus is het Hoofd van de gemeente en de oudsten in de gemeente zijn verantwoordelijk voor de plaatselijke besluiten (1Pt.5:1-5).
Tussen Christus en de plaatselijke gemeenten staat geen toegevoegde gezagslaag of structuur.
In het Oude testament waren alle twaalf stammen verantwoordelijk voor het gedrag van heel het volk. Sommigen proberen dit model toe te passen op de gemeente en suggereren dat iedere gemeente verantwoordelijk is voor het gedrag van het hele Lichaam van Christus op aarde. In de praktijk vormen dergelijke gemeenten een `circle of fellowship' waarbinnen men een gezamenlijke verantwoordelijkheid uitoefent. Een besluit van een gemeente binnen de 'circle' wordt door alle andere gemeenten overgenomen; doet men dit niet, dan wordt men buiten de 'circle' gesloten. Dit model heeft misschien voordelen maar ook tijdverslindende nadelen. De fundamentele zwakheid is dat het in strijd is met de historische aanwijzingen vanuit de Schrift. We lezen in het Nieuwe Testament van gemeenten waar misstanden zijn, en zelfs ernstige misstanden waar urgentie voor verandering was geboden. Maar we lezen nergens dat deze gemeenten werden buitengesloten of dat andere gemeenten rekenschap moesten afleggen voor wat zich elders afspeelde.
Veel evangelische gemeenten spreekt het idee aan van volkomen vrijheid. Het spreekt ook onze hedendaagse mentaliteit van persoonlijke onafhankelijkheid aan. In zulke gemeenten is het gemakkelijker om besluiten te nemen. Maar hoewel gemeenten hun eigen activiteiten en verantwoordelijkheden hebben laat de Schrift eveneens overeind dat de gemeenten niet van elkaar geïsoleerd zijn: er zijn ‘organische' verbindingen voor het welzijn van alle gemeenten.
Verdeeldheid onder de gemeenten
Het bijbelse model van de plaatselijke gemeente kan heel goed in iedere cultuur worden ingepast. Met de verspreiding van het evangelie over de wereld zien we op verschillende plaatsen gemeenten ontstaan, aangepast aan hun eigen cultuur. Het nieuwtestamentische model van organisch netwerken laat toe dat gemeenten met hun verschillen, en soms met hun gebreken, contact hebben om elkaar te bemoedigen en op te bouwen. We kunnen makkelijk een idealistisch beeld vormen van de nieuwtestamentische gemeenten en veronderstellen dat de gemeenschap onder die gemeenten mogelijk was, omdat de praktische overeenkomsten groot waren en de problemen gering. Maar de werkelijkheid is anders: in Korinthe waren broeders die pronkten met hun gaven en die moreel verwerpelijk waren (1Ko.5), in Kreta waren gemeenten die niet goed werden bestuurd (Ti.1:5), in Galatië waren gemeenten waar judaïsme in opkomst was (Gal.2:4), en de gemeente in Jeruzalem vond het moeilijk om te breken met de joodse tradities (Hd.21:20). De gemeente waar Gaius deel van uitmaakte had ernstige problemen met leiderschap (3 Jo.:9,10) en een aantal gemeenten in Klein Azië vertoonden ook problemen op leerstellig en moreel gebied (Op.2,3).
De problemen en gebreken werden niet ontkend. In alle gevallen zien we dat er activiteiten zijn om te corrigeren en te verbeteren. Maar we lezen nergens dat een gemeente werd buitengesloten van de gemeenschap. Als de gemeente echt in een slechte toestand verkeert, is er Christus zelf, het Hoofd van de gemeente, die zegt: 'Als u zich niet bekeert, zal ik tot u komen en de lamp van haar standaard wegnemen' (Op.2:5).
De voordelen van organisch netwerken
Het vergt tijd en energie om belangstelling en betrokkenheid te tonen in het welzijn van gelovigen uit andere gemeenten. Is dat de moeite waard? Wel, de eerste reden om organisch netwerken in praktijk te brengen, is dat we geloven dat de Bijbel ons dit patroon voorhoudt. Maar bovendien is het ook voor ons welzijn, zoals al Gods plannen goed zijn voor ons. Gaven uit een gemeente kunnen worden gebruikt voor de opbouw van een grotere groep van gelovigen. Sommige missionaire en evangelisatie activiteiten kunnen beter worden uitgevoerd in een gezamenlijke inspanning. Sommige projecten zijn gewoon niet haalbaar voor een kleinere gemeente, al is het maar om financiële redenen. Een veranderende wereld stelt ons voor nieuwe uitdagingen. Ook daarin kunnen gemeenten elkaar ondersteunen om zich toe te rusten met het oog op mogelijke bedreigingen of kansen. En last but not least: door de onderlinge bijeenkomsten en de samenwerking verblijden we ook elkaar. Echte christelijke gemeenschap is altijd verfrissend, zowel voor de ouderen als voor de jongeren.
Hoe ontwikkel je organische netwerken
Om organische netwerken te ontwikkelen tussen gemeenten moet aan bepaalde randvoorwaarden worden voldaan:
1. contact, er moet een patroon zijn voor regelmatig contact, de gemeenten moeten gezamenlijke interesses of activiteiten hebben;
2. ondersteuning, beide gemeenten moeten op een of andere wijze het nut inzien van de contacten. De energie die men erin investeert gaat gepaard met zegeningen die men ontvangt, al is het maar de vreugde die men ervaart;
3. vertrouwen, zonder vertrouwen blijven contacten altijd formeel en afstandelijk, ze zijn dan geen levensader. Vertrouwen ontwikkelt zich over de tijd en dit gaat sneller naarmate men meer aan dezelfde waarden hecht;
4. onderscheid, de 'afstand' tussen verschillende gemeenten is niet altijd gelijk. Organische betrekkingen laten zich niet in een uniform patroon forceren. Met de ene gemeente zal men intensere contacten ontwikkelen dan met de andere;
5. flexibiliteit, naarmate de omstandigheden en behoeften veranderen, zullen ook de contacten zich aanpassen. De toenadering tussen verschillende gemeenten in een organisch netwerk kan groter of kleiner worden al naar gelang wat er onder de gelovigen leeft en het vermogen om elkaar daarin tot steun te zijn.
De tijd om weer contact te zoeken
In de afgelopen decennia hebben veel vergaderingen diepgaande scheidingen ondergaan als gevolg van het streven naar onschriftuurlijke en opgelegde vergaderingnetwerken. Als gevolg van de 'ontploffing' van dit netwerk over de afgelopen jaren zijn veel vergaderingen, vooral in Nederland en Duitsland, verder uiteen gedreven. Is het onafwendbaar dat de contacten verloren gaan? Is het wenselijk of is het toch jammer dat er van deze contacten op termijn niets meer overblijft? Kunnen we een nieuw type betrekkingen ontwikkelen? Zijn we bereid om meer organische contacten te onderhouden? Persoonlijk geloof ik dat het oude systeem geen stand kon houden. Schriftuurlijke waarheid kan niet eindeloos worden genegeerd. De verwijderingen die zijn ontstaan zijn begrijpelijk, gezien de talloze brieven, bemoeienissen en discussies.
Maar we zijn nu tien jaar verder en de situatie is veranderd. Nu de stofwolken van de explosie langzaam optrekken stellen we vast dat veel vergaderingen de mogelijkheden hebben om op een organische manier met elkaar te netwerken:
• wij voelen ons niet meer verantwoordelijk voor wat zich afspeelt in andere vergaderingen zoals vroeger;
• er is geen verhouding van onderlinge afhankelijkheid;
• we hoeven geen angst te voelen voor wat andere vergaderingen zeggen of doen;
• we hebben door schade ondervonden dat het niet eenvoudig is een gemeente te besturen en gaan daardoor meer genadevol met elkaar om;
• er is geen sprake van een exclusieve band. Iedere vergadering is vrij om haar eigen contacten te ontwikkelen die haar verder helpen bij groei en ontwikkeling.
Is er misschien een nieuw contact dat uw gemeente kan verkennen of een oud contact dat hersteld kan worden? Verzoening kan worden bewerkstelligd door vernedering, dialoog, belijdenis en vergeving. Door verzoening kan herstel worden bewerkt en krijgt Gods organische netwerk een kans om te groeien. Kan uw gemeente voordeel hebben van een organisch netwerk? Moet er dan misschien iets veranderen en wie gaat dit onderzoeken, wie neemt het initiatief?
Conclusies
Het Nieuwe Testament schildert een beeld van een groeiende groep christelijke gemeenten. Deze gemeenten zijn niet hiërarchisch georganiseerd, waren niet aansprakelijk voor elkaars gedrag maar leefden evenmin in onafhankelijkheid en isolatie van elkaar. Er zijn aanwijzingen uit de Bijbel dat de gemeenten met elkaar een organisch netwerk vormden. Dit model van interactie tussen gemeenten is vandaag nog steeds mogelijk. Organisch netwerken is een ontwerp van God dat zelfs in een gevallen wereld werkt. De vergaderingen zouden er voordeel van hebben als ze erbij stilstonden hoe ze nu betrekkingen onderhouden met andere gemeenten en op welke manier nieuwe contacten kunnen worden aangegaan of oude worden hersteld om elkaar te bemoedigen en op te bouwen. God wil ons nog steeds graag zegenen door gezonde organische gemeentenetwerken.
Een uitgebreide versie van dit artikel (Organic Networking) is verkrijgbaar op www.philipnunn.com
|