Bron: Caroline Glick - www.carolineglick.com

Antisemitisme en zijn beperkingen

Israel, vrijdag 15 augustus 2014

door Caroline Glick

Buiten de VS is in de hele westerse wereld antisemitisme een steeds krachtiger sociale en politieke kracht aan het worden. En de kracht ervan begint een stevige invloed te krijgen op Israëls betrekkingen met andere democratieën.

Kijk eens naar Zuid-Afrika. Na een eenzijdige stemming door de Universiteit van Cape Town ten behoeve van een boycot van Israëlische Studenten Vereniging, vrezen Joodse studenten dat hun eigen Studentenvakbond zal worden uitgesloten om nog langer actief te zijn op de campus. Carla Frumer van de Zuid-Afrikaanse Joodse Studenten vereniging vertelde aan The Times van Israël: "Als zij bewijzen dat wij een zionistische organisatie zijn en Israël steunen, kunnen ze ons verbieden en ons uitschrijven."

In Sydney in Australië kregen Joodse families vorige week een drievoudige schok toen joodse kinderen op een gehuurde schoolbus werden aangevallen door acht antisemitische dronken tieners.

De eerste schok was dat hun kinderen, sommige waren nog maar vijf jaar oud, in hun schoolbus geterroriseerd werden.

De tweede schok was dat de buschauffeur een ongeplande stop maakte om de antisemieten in de bus te laten stappen en de kinderen lastig te vallen.
Klik en lees meer over Caroline Glick en haar boek, websites, lezingen, etc...
De derde schok was dat na het gevangen nemen van zes van de acht aanvallers, de politie hen diezelfde avond nog uit de gevangenis heeft vrijgelaten.

Alles samen bleek het incident een obsceen zorgniveau onder de Australische autoriteiten te hebben betreffende het terroriseren van joodse kinderen. Joodse families kunnen er niet vanzelfsprekend op rekenen dat hun kinderen zullen worden beschermd door niet-Joden, of ze nu schoolbuschauffeur zijn of politie.

Helaas willen deze verhalen niet boven water te komen in een stijgend tij van antisemitisme in een ontwikkelde wereld. Van Parijs tot San Paulo, van Berlijn tot Boston kunnen de Joden niet meer zonder angst gebruik maken van de openbare ruimte en ze worden steeds meer beperkt.

Hetzelfde is het geval in de linkse politieke kringen.

Vorige week was Paul Estrin, de voorzitter van de Canadese Groene Partij, gedwongen om af te treden vanwege zijn pro-Israël-standpunt. Op 25 juli zette Estrin een pro-Israël bericht op de website van de partij. Zijn post veroorzaakt een woedeuitbarsting onder de trouwe partijgenoten. De Green Party leider, MP Elizabeth May, nam afstand van Estrin. Bijna de gehele partijleiding hekelde hem en hebben zijn aftreden geëist.

In een reactie die deze week werd gepubliceerd in het Canadese 'Joodse Nieuws', heeft Estrin uitgelegd dat hij lid werd van de partij, omdat hij een verschil wilde maken op het gebied van de bescherming van het milieu en mensenrechten. Hij geloofde niet dat zijn werk om deze doelen in de Groene Partij te bereiken hem zou noodzaken zijn steun voor Israël te laten vallen. Zijn recente ervaring liet hem zien dat hij verkeerd zat.

In zijn woorden: "Ik ben er nu van overtuigd dat iemand niet eenvoudig Israël kan ondersteunen binnen de grenzen van de Groene Partij van Canada."

Soortgelijke gevoelens hebben zich in de afgelopen weken voorgedaan bij de pro-Israël leden van Groot-Brittannië's Labor Party. Nadat partijleider die Ed Miliband zich met de meerderheid van de partijleden tegen Israël keerde over de Operatie Protective Edge, publiceerde Kate Bearman, de voormalig directeur van Labor's Vrienden voor Israël, een artikel in de 'The Jewish Chronicle' met de aankondiging dat ze de Labor Partij ging verlaten.

Bearman schreef: "Ik voel dat de haast van Ed Miliband in zijn veroordeling van Israëls grondaanval in Gaza mij geen andere keus gaf dan afscheid te nemen van de partij waarop ik altijd heb gestemd en campagne voor heb gevoerd."

Een brits onderzoek gehouden aan het eind van vorige maand door YouGov toonde aan dat 62 procent geloofde dat Israël oorlogsmisdaden had begaan in Gaza. Dit omvat 72% van de Labor aanhangers en 57% van de conservatieven.

Met andere woorden, bijna tweederde van de Britten gelooft dat Israël niet het recht heeft om zich te verdedigen. En omdat Israël wordt omgeven door krachten die streven naar de vernietiging ervan, kunnen we extrapoleren dat op zijn minst bijna tweederde van de Britten er geen probleem mee zou hebben dat Israël van de kaart wordt geveegd.

Deze stijgende politieke kracht van antisemitisme was al eerder van invloed bij de ondersteuning van het regeringsbeleid richting de Joodse staat. Buigend voor de anti-Israëlstandpunten van zijn-liberale coalitiepartners, heeft de Britse premier David Cameron besloten dat de uitvoer van wapens naar Israël zal worden opgeschort als Hamas de huidige ronde van oorlog met Israël blijft voortzetten.

De belangrijkste motor die de ene westerse natie na de andere westerse natie aandrijft om de steun voor Israël achterwege te laten en het recht ontzeggen van bescherming van de Joodse gemeenschappen, is de toenemende macht van de islamitische minderheden in deze landen. Zoals Douglas Murray uitlegde in een essay dat gepubliceerd werd door het Gatestone Instituut deze week: wanneer het gaat om Israël en Joden, zijn helemaal geïntegreerd en gematigde moslims in Europa er snel bij om toe te treden tot de jihadisten, om Israël aan de kaak te stellen, en zij zitten achter antisemitische vervloekingen en bedreigingen.

De eenparigheid van de anti-semitische vooroordelen onder de moslimgemeenschappen in het westen, en het effect ervan op de politiek van westelijke naties, geeft aan dat in de toekomst, de westelijke naties richting de staat Israël meer gemeen zal hebben met de standpunten van soennitische Arabische Staten dan met die van de VS.

Sinds de dageraad van het moderne zionisme, meer dan een eeuw geleden, hebben Arabische samenlevingen zich verenigd rond de zaak van het vernietigen van het Zionisme als een politieke macht en Israël als een fysieke entiteit. Als gevolg hiervan is het reguliere standpunt van Arabische regeringen altijd geweest het ondersteunen van de vernietiging van Israël. Ze hebben dit doel willen bereiken via verschillende middelen, met inbegrip van het aangaan van oorlogen tegen de Joodse staat, door proxies en door andere onregelmatige krachten te steunen in hun inspanningen om Joden te doden, en schade toe te brengen aan Israël en door gebruik te maken van internationale organisaties – eerst en vooral de Verenigde Naties – om een internationaal antisemitisme te institutionaliseren dat gericht is tegen de Joodse staat, en Israël te criminaliseren met als doel het te laten verdrijven door de internationale gemeenschap.

In de afgelopen jaren hebben we een geleidelijke en stille afscheiding gezien van verschillende soennitische Arabische regimes van de oorlog tegen Israël, wanneer zij hun belangen als meer uitgelijnd zagen met Israël, dan met zijn vijanden op het slagveld.

De eerste keer dat dit gebeurde was tijdens de Hezbollah-oorlog met Israël in 2006. In de weken van de opening van de oorlog waren Egypte en Saoedi-Arabië aantoonbaar enthousiast bij het vooruitzicht van een Israëlische verdrijving van het Iraanse proxy-leger in Libanon. Zoals zij het zagen, zou een Israëlische overwinning op Hezbollah een krachtige klap toedienen aan de Iraanse hegemonie over de Perzische Golf en Egypte. Het zou de romance beëindigen van de Moslim Broederschap met de mullahs in Teheran.

Deze soennitische Arabische steun voor Israël nam af toen premier Ehud Olmert een serie miskleunen maakte in zijn leiderschap bij de oorlog, wat de Sunni-leiders overtuigde dat Israël geen strategische overwinning zou scoren.

In de afgelopen zes weken van Operation Protective Edge zijn Egypte, Saoedi-Arabië, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten zelfs meer dan open geweest over hun voorkeur voor een Israëlische overwinning, die zij als een klap voor de Moslim Broederschap zien. Vandaag voelen deze regimes zich veel meer bedreigd door de Moslim Broederschap en Iran, dan ze acht jaar geleden deden. Inderdaad, zo groot is hun verlangen naar een Israëlische overwinning op de Moslim Broederschap in Gaza dat ze bereid zijn om voor de eerste keer publiekelijk hun standpunt te uiten.

Het is niet zo dat in "de Arabische straat" in Mekka en Cairo men gestopt is met het haten van Joden. Het is gewoon zo dat de regimes bereid zijn om de politieke invloed van Jodenhaat te neutraliseren met het oog op hun voortbestaan.

In de toekomst kan wellicht een dergelijke gemeenschappelijkheid van belangen de enige manier voor Israël zijn om strategische samenwerking met westerse landen te ontwikkelen.

Dit alles is zeer verontrustend. Maar zeker voor vandaag is het niet Israëls meest dringende zorg. De politiek opvallende antisemitisme in het westen zal geen invloed hebben op hoe dit gevecht eindigt.

De enige spelers in het spel vandaag zijn Israël, Egypte en de Obama-regering. En Israëls probleem vandaag is niet het antisemitisme van de westerse samenlevingen. Het is de vijandigheid van de Obama-regering.

In tegenstelling tot de situatie in Europa is antisemitisme niet een belangrijke kracht in de VS. Dat is voor een groot deel de schuld van de acties van de Obama-regering, en is er een groeiende aanvaarding in Washington van valse, antisemitische beschuldiging dat Israël het Amerikaanse buitenlandbeleid dicteert.

Maar het Amerikaanse publiek ziet Israël als een bondgenoot en een vriendschappelijke democratie. En als gevolg daarvan zal de meerderheid van de Amerikanen Israël consequent steunen en ook verwachten dat de Amerikaanse regering Israël zal steunen in zijn oorlog tegen de islamitische terroristen, en in haar verlangen om te voorkomen dat Iran een kernmogendheid wordt. Deze algemene weergave wordt op zijn beurt weerspiegeld in de overheersende pro-Israël standpunten die worden ingenomen door de overgrote meerderheid van de leden van de beide huizen van het Congres.

Het is gezien het feit dat zijn standpunt uit de pas loopt met het openbare VS standpunt, dat Barack Obama niet in staat is geweest om openlijk te breken met Israël. Maar achter de schermen heeft hij al sinds het begin van Operatie Protective Edge zijn regeringskracht gebruikt om Hamas en de islamitische sponsors in Qatar, Turkije en Iran te helpen, ten koste van Israël en de soennitische Arabische regimes.

Met andere woorden, overwegend dat David Cameron zich gedwongen voelde door de binnenlandse politieke realiteit zich tegen Israël af te zetten, voelt Obama zich gedwongen door de binnenlandse politieke realiteit het feit te verbergen dat hij Israël de rug heeft toegekeerd.

Zoals The Wall Street Journal donderdag meldde, was Obama's nieuwste anti-Israël actie de instelling vorige week van een onofficieel wapenembargo tegen Israël. Het negeren van de standaard procedures die door de jaren heen waren aangenomen in overeenstemming met de strategische samenwerking van de VS met Israël, heeft Obama gekozen om het Amerikaanse leger de macht te ontzeggen voor het automatisch goedkeuren van Israëlische verzoeken om munitie en reserve onderdelen aan te vullen. Al dergelijke verzoeken moeten nu de specifieke goedkeuring krijgen van het Witte Huis.

Om de vijandige aard van zijn daden te verbergen, heeft Obama getracht dit te presenteren als een eenvoudige bevestiging van een presidentiële controle over het buitenlands beleid van de VS - om zo de antisemitische ondertoon te weergalmen van de beschuldigingen van Israëlische controle over het Amerikaanse buitenlandse beleid.

In feite scheppen Obama's acties een presidentieel besluit om zijn eigen officiële beleid van handhaving van de alliantie van de VS met Israël te verwaarlozen.

Obama ging vorige maand een soortgelijke weg met het uiterst discriminerende FAA vliegverbod op Ben-Gurion Airport. De FAA heeft geen dergelijk verbod ingesteld op landen als Oekraïne en Pakistan, waar burgerlijke passagiersvliegtuigen daadwerkelijk zijn neergeschoten. Maar, onder verwijzing naar "een overvloedige voorzichtigheid" heeft de FAA een vliegverbod op Israël ingesteld waar geen burgerlijke passagier nog werd bedreigd.

Zoals de regering het gepresenteerd heeft, was het FAA-besluit om de economische levensvatbaarheid van de staat Israël direct te bedreigen, niet vanwege vijandigheid jegens Israël, maar uit een zorg voor het welzijn van de vliegtuigpassagiers.

Op een gelijksoortige manier trachtte vorige maand de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, een verkeerde regeringsvoorstelling te geven van het aannemen van de staakt-het-vuren voorwaarden van Hamas als het officiële VS-standpunt. Kerry beweerde dat hij slechts de Egyptische staakt-het-vuren overeenkomst versterkte, waarvan de regering zei dat ze die ondersteunde, terwijl hij deze feitelijk verwierp.

De massale destabilisering van de Arabische wereld in het kielzog van de Arabische lente heeft veel Israëliërs ertoe geleid om onze regio te her-evalueren wat betreft de kansen en bedreigingen waarmee we ons confronteert zien.

Met de opkomst van antisemitisme als een politieke kracht in de westerse wereld, en met de radicale verschuiving in het Amerikaanse buitenlandbeleid onder Obama is het essentieel dat Israël een soortgelijke nieuwe evaluatie zal uitvoeren van haar betrekkingen met de westerse democratieën.

De schrijver is de auteur van The Israeli Solution: A One-State Plan for Peace in the Middle East [De Israëlische Oplossing: Een Eén-Staat-Plan voor vrede in het Midden-Oosten].

[ Oorspronkelijk gepubliceerd in The Jerusalem Post. ]

(Vertaald door Harry Sleijster)

 

 

 

Counter