Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Hoe te stromen in de gaven van de Heilige Geest - 3
Andrew Wommack

Deel 1. Het belang van de gaven
Deel 2. De Heer staat altijd ‘Aan’
Deel 3. De Goddelijke stroom

Oorspronkelijke titel: How To Flow In The Gifts Of The Holy Spirit
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Vertaling: 2008 Jan Vossen

De gaven van de Heilige Geest behoren tot de belangrijkste voordelen van het christenleven. Ze stellen ons in staat anderen te bereiken met bovennatuurlijke vermogens.

Deel 3: De Goddelijke stroom

In dit onderwijs ga ik spreken over de ‘Goddelijke stroom’. In feite heb ik deze titel en dit concept van John Osteen, die nu bij de Heer is. Maar hij had een klein boekje uitgegeven. Ik heb dat gelezen, ik weet niet wanneer, maar het is minstens 20 jaar geleden. En dat had als titel ‘De Goddelijke stroom’ en legde dit heel eenvoudige principe, dat ik in deze les ga vertellen, uit. 

Laat ik eerst zeggen dat ik in het eerste onderwijs over dit onderwerp heb gesproken over het belang van de gaven. Ze zijn niet verhandelbaar. God heeft altijd bedoeld dat Zijn Woord door wonderen en tekenen gevolgd zou worden. En wonderen en tekenen vinden plaats als predikers functioneren in de gaven van de Heilige Geest. 

En in ons vorige onderwijs sprak ik erover dat het grootste probleem om in de gaven van de Geest te stromen dit begrip is, dat de gaven van de Geest bij vlagen komen en gaan, en dat je maar moet wachten tot God je aanraakt, en dat God niet voortdurend door de gaven stroomt. Ik heb vertelt dat God altijd ‘aan’ staat. Hij is altijd bereid en in staat om mensen te helpen en te bedienen. En alleen als wíj ‘aan’ gaan staan, als wij onszelf ertoe brengen om gevoelig en beschikbaar voor God te zijn, zál Hij door ons heen stromen met gaven van de Heilige Geest. En natuurlijk heb ik deze punten in het voorgaande onderwijs verder uitgewerkt. 

Vandaag wil ik naar 1 Johannes 4 gaan, naar twee heel eenvoudige verzen die je waarschijnlijk wel eerder hebt gehoord. 1 Johannes 4 vers 7 Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren en kent God. 8 Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. En het punt dat ik uit dit gedeelte duidelijk wil maken is, dat het stelt: ‘God ís liefde’. God hééft niet alleen maar liefde, het is niet één van zijn karaktereigenschappen, het is de kern van Zijn aard. God ís liefde. En God leeft binnen in ons, en daarom woont liefde binnen in ons.

In Galaten 5:22 zegt de Schrift: Maar de vrucht van de Geest en dat is met hoofdletter G dus de Heilige Geest, is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof (SV), zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Als jij wederomgeboren wordt, komt God zelf binnen in je wonen. En als je de Heilige Geest ontvangt, is de karakteristieke vrucht van de Heilige Geest liefde, blijdschap, vrede etc. Dus God zelf, die liefde is, leeft binnen in je. Van de Heilige Geest is de dominante vrucht liefde en dus is al die liefde binnen in je. 

Sommigen van jullie denken: ‘Oh nee, binnen in mij is geen liefde te vinden’. Het probleem is, dat wij meestal alleen maar het gebied van onze ziel en emoties waarnemen. Er is nog een ander gedeelte van ons, de geest. Als je wederom geboren wordt is dat het gedeelte dat verandert, en volgens het Woord van God heb jij wel degelijk Gods liefde in jouw hart uitgestort gekregen door de Heilige Geest. Dat merk jij misschien niet altijd, maar in jouw geest is het wel degelijk aanwezig. 

En dit is dus het hoofdpunt van dit derde onderwijs in deze set, en dat is dat God liefde is, en dat liefde binnenin je woont. Als jij liefde voelt die uit jou stroomt naar iemand, dan is dat God die uit jou naar iemand stroomt. Het is niet jouw natuur, jouw menselijke natuur om lief te hebben. Je houdt misschien van enkele mensen die jou goed behandelen. Maar dat is niet Gods soort liefde, dat is een zelfzuchtig soort liefde, op grond van, zolang als zij jou goed behandelen, of als die persoon er leuk uitziet, dan heb jij deze ‘liefde’, die romantische gevoelens, naar hen toe. Maar wacht tot ze de ‘Chest–to–drawers’ ziekte krijgen, als hun brede borstkas in elkaar is gezakt, of de ‘dunlop’ ziekte, als hun buik over de riem heen bubbelt, dan zeggen mensen opeens: ‘mijn liefde is verdwenen, ik hou niet meer van hem’. Nou, je hebt nog nooit van hem gehouden met Gods soort liefde. Je hebt gewoon lust voor hem gehad zolang jij er voordeel aan had. Dat is een goedkope imitatie van Gods soort liefde. 

Maar er bestaat een ‘agape’, dat is het Griekse woord voor Gods soort liefde. Als jij wederomgeboren wordt, dan woont dát soort Goddelijke liefde binnen in iedere gelovige. Als jij in de Heilige Geest wordt gedoopt, zegt Romeinen 5 dat de liefde van God door de Heilige Geest in je hart uitgestort wordt. Dus, iemand die met de Heilige Geest is gevuld, heeft een bovennatuurlijke liefde in zijn hart. Dat gaat niet automatisch functioneren, maar naarmate jij meer volwassen wordt in de Heer en God gaat zoeken, om Hem door jou heen te laten stromen in de gaven van de Heilige Geest, dan is één van de manieren om te onderscheiden of die gaven aanwezig zijn en stromen, herkennen wanneer je liefde voelt. 

Er staan veel voorvallen in de Bijbel, minstens vier in de Evangeliën, dat Jezus bewogen was met mededogen voor de mensen. Er staat dat Hij met ontferming bewogen was en Hij de mensen de handen oplegde en de menigte genas. Paulus sprak daar ook over in 2 Korintiërs 5:14 waar hij zegt: Want de liefde van Christus dringt ons.
In 1 Johannes, waar we net in het 4e hoofdstuk lazen, zegt de apostel Johannes: 19 Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. 20 Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan (ook) God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben. En er is gewoon een overvloed aan verzen die aangeven dat Christenen door liefde gekenmerkt zouden moeten worden. 

In Johannes 13 gaf Jezus Zijn discipelen deze opdracht op de avond voor zijn kruisiging. Hij zei: 35 Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander. Weet je, een goddelijk soort liefde naar andere mensen is een onderscheidende karakteristieke eigenschap van een volwassen, rijpe christen. En naarmate jij volwassener wordt en verlangt te gaan stromen in de gaven, kan ik je verzekeren dat één van de dingen die gaat gebeuren, is dat je bewogenheid gaat krijgen met mensen. En als je niet uitkijkt ga je nog denken dat je dat bent. Jij denkt dat het medelijden is. Jij denkt dat het een emotioneel, sentimenteel ding is, en zet het van je af. 

Maar volgens deze verzen in 1 Johannes 4 ís God liefde. En als jij die Goddelijke soort liefde uit je voelt stromen naar iemand, dát is God! En God geeft je niet alleen maar dit gevoel van mededogen en liefde om jou lekker te laten voelen. Veeleer, als jij liefde naar een persoon uit je voelt stromen, dan is dat God die uit jou naar die persoon vloeit. En Hij verlangt om die persoon te bedienen. En natuurlijk, omdat God bovennatuurlijk is, is zijn vermogen ver boven onze natuurlijke vermogens en verlangt God ernaar door de gaven van de Heilige Geest hen te bedienen. En die zijn bovennatuurlijk. Hij wil die persoon aanraken door een van die gaven. 

Dus iedere keer als jij deze liefde, deze bewogenheid uit je voelt stromen zou jij je moeten realiseren dat dit het begin is, dat is de stroom van de Heilige Geest en je zou moeten uitgaan en verwachten, dat de gaven van de Heilige Geest gaan werken. Je zou de gaven binnen in je moeten opwekken en uitstappen. Doe een stap op het water en begin die persoon te bedienen. 

Laat ik je hier een voorbeeld van geven. Niet lang nadat de Heer me dit principe echt liet zien door dat boekje van John Osteen, was ik pastor van een kerk in Pritchard Colorado. Dit zal ergens in 1978 zijn geweest. Ik was pastor in deze kerk en er kwamen enkele gasten in de kerkdienst. Er waren maar iets van honderd mensen daar en dus wist ik dat zij nieuw waren. Er was een echtpaar dat binnen kwam en ze gingen op de achterste rij zitten. Maar zodra ik opstond en dit echtpaar zag, ging mijn hart uit naar die vrouw. Ik voelde zó’n bewogenheid voor die vrouw. Het was niet fysiek, het was geen lust, het had helemaal niets te maken met een fysieke man/vrouw relatie. Het was gewoon de bewogenheid van God naar deze vrouw. En de hele tijd dat ik het Woord van God predikte, merkte ik dat ik haar richting uit getrokken werd. In feite predikte ik tegen haar. Ik wist helemaal niets over haar. Ik had haar nog nooit eerder gezien. Maar ik voelde zoveel bewogenheid. En daarom kon ik nauwelijks wachten tot ik klaar was met prediken, omdat ik wist door deze liefde die naar haar uitging, dat het God was die met haar bewogen was. En dat Hij zichzelf in een of andere gave van de Geest wilde manifesteren. 

En zo gauw ik klaar was, riep ik deze vrouw naar voren. Ik wees naar haar en zei: ‘Zou u naar voren willen komen? God heeft een woord voor u’. Weet je dat ik geen flauw idee had wat ik tegen die vrouw moest zeggen? Ik had helemaal niets. God had me niets laten zien, ik had niets onderscheiden. Het enige dat ik voelde was Gods bewogenheid, die naar haar uit ging. En in zekere zin stapte ik op het water. Ik had mezelf in een positie gemanoeuvreerd waarin ik over de brug moest komen met het horen van de stem van God en God door me heen laten stromen. Ik stond voor honderd mensen en had gezegd: ‘God heeft een Woord’. Zij kwam naar voren en was nogal verlegen en schuw. Ik voelde me ongemakkelijk en had geen idee wat ik tegen haar moest zeggen. Ik begon dus maar voor haar te bidden. En ik zei: ‘Vader, ik weet dat U deze vrouw liefhebt’. En toen zei ik: ‘God laat me net zien…’, en zodra ik dat had gezegd had ik opeens een onderscheiding. Ik besefte dat deze vrouw depressief was en diep bedroefd. Ik onderscheidde dat. Ik wist niet wat de oorzaak ervan was. Het volgende wat gebeurde was dat ik een woord van kennis kreeg. God begon me te openbaren dat de reden dat zij zo was, was dat ze iemand had verloren. Iemand die heel nabij haar was, was gestorven. En toen ik dat zei stortte deze vrouw ineen. Ze begon te huilen en ik wist dat ik doel getroffen had. Ik wist dat dit God was, die deze vrouw wilde helpen. Daarom ging ik verder met dingen uit te spreken zoals ik voelde dat God ze aan me gaf. 

En nadat ik de situatie had onderscheiden dat iemand was gestorven, toen kwam het woord van wijsheid los, wat ik moest doen met deze situatie. En de Heer liet me zien dat de reden dat zij zo kapot was van deze situatie, was dat zij dacht dat God deze persoon had laten sterven. Maar het woord van wijsheid was, dat God het niet had gedaan. Het was niet God die deze persoon had gedood. En het was ook niet God die het had toegestaan. God regelde dat soort dingen niet. En bij herhaling zei ik maar: ‘Het is de vernietiger die dit deed. Het was God niet. Het was de vernietiger. De vernietiger doodde deze persoon’. En in ieder geval, deze vrouw werd vrijgezet en ik begon haar te vertellen hoe God haar liefhad, en dat God haar pijn zou genezen en al deze dingen. God had haar niet in de steek gelaten. God had niet geweigerd haar gebeden te verhoren.

En na de dienst kwamen deze man en vrouw naar me toe. Ze kwamen uit een stad die 30 km verder lag. En ze hadden een zoon die aan leukemie was gestorven. Ongeveer twee maanden hiervoor. Het was in een klein stadje in Colorado, waar maar zo’n honderd mensen in de stad woonden. En er waren twee jonge mensen datzelfde jaar aan leukemie overleden. De kans dat zoiets gebeurt is bijzonder klein. Ik bedoel, dit was demonisch. Dit was satan die hier de hand in had. Het was niet iets fysieks of organisch. Ik geloof dat het een demonische aanval was. En deze vrouw had onderwijs gehad dat leerde dat er helemaal niets gebeurt zonder dat God het toestaat. En daarom baden ze en vroegen God om hun zoon te genezen. Maar ze vochten er niet tegen met de overtuiging dat het van de duivel was. Ze dachten dat God een doel had om hun zoon leukemie te geven. Ze verlangden dus wel naar genezing, maar weerstonden de ziekte niet echt. Ze gaven eraan toe en daardoor stierf hun zoon. En dat gaf hun dit verdriet. 

Maar vóór deze zoon stierf, reed hij op een keer dat stadje binnen. En het was ver buiten op de prairies van Colorado, je kon heel ver kijken. En terwijl hij deze kleine stad binnen reed, opende de Heer zijn geestelijke ogen en zag hij een enorme demonische macht die over dat stadje hing. Ik bedoel, het leek wel honderden meters hoog. Het hing boven dat stadje. En toen hij het zag stopte hij en vroeg: ‘God, wat is dat’? En de Heer vertelde hem: ‘Het is de vernietiger, dit is wat jou aan het vermoorden is. Ik ben niet degene die dit doet. Het is de duivel’. Ik geloof echt dat God probeerde tussenbeide te komen en genezing naar die jongen te brengen. De jongen kwam thuis en vertelde dit verhaal aan zijn ouders. Zij spraken met de pastor van de kerk. Maar het paste niet binnen hun theologie en daarom verwierpen ze het. Maar toen ik deze profetie deed, dit woord van kennis en wijsheid aan deze vrouw gaf, gebruikte ik exact dezelfde terminologie: de vernietiger deed het. Dat was precies wat God aan deze jongen had laten zien. Zij kon zich dit herinneren en het was zó specifiek, dat het deze vrouw vrij maakte. Het genas haar verdriet. Ze mistte natuurlijk nog steeds haar zoon, maar nu had ze niet langer het gevoel dat God haar in de steek had gelaten. Ze besefte dat zij niet een staat waren geweest de waarheid te geloven. Ze voelde zich daardoor niet veroordeeld en werd gewoon vrijgemaakt, Ze werd gewoon bevrijd en het was een belangrijk keerpunt in hun leven. 

En weet je hoe dat allemaal begon? Ik had geen flauw idee wat ik tegen haar moest zeggen voor ze vooraan stond. Maar ik merkte deze bewogenheid op, de liefde van God die door mij naar haar toe stroomde, en ik reageerde daarop en boem: de gaven van de Heilige Geest begonnen te werken. Dit is de manier waarop God ons in de gaven van de Heilige Geest leidt. Als jij die bewogenheid uit je voelt stromen naar iemand, dan is dat God die uit je stroomt. Er zit kracht in die liefde, en je moet het niet wegredeneren. Je moet daar op reageren. Net als vorig jaar augustus. Ik was toen in Engeland, en er was een vrouw met kanker. En zij stond met alles wat ze wist om God hiervoor te geloven. Maar ze had heel veel pijn. En haar man vertelde me hier over. Ik ging er dus heen om met haar te praten. Toen ik met haar sprak begon bewogenheid gewoon door me heen te stromen. En nogmaals, sommigen van jullie kennen mij misschien niet en je vraagt je af: ‘Jij voelt altijd maar bewogenheid voor vrouwen’. Het was totaal niet fysiek. Het is God. En ik heb geen tijd dit te onderbouwen, je moet me maar op mijn woord geloven. De man van die vrouw stond daar. Mijn vrouw stond recht naast me, en ik vertelde haar iets. Ik zei: ‘Kijk, dit is God, dit is niet van mij, maar ik voel gewoon de bewogenheid van God’. En ik citeerde dat vers dat de Heer met ontferming werd bewogen en ik omhelsde deze vrouw. En ik begon voor haar te bidden en te huilen en ik omhelsde haar wel vijf tot tien minuten en toonde bewogenheid voor haar. 

En ik denk dat sommige mensen dit niet beseffen, maar God ís liefde. En als jij op die manier liefde naar mensen uit laat gaan, dan stroomt genezing uit je. Alles wat God is stroomt uit je. Ik heb het uiteindelijke resultaat nooit gehoord, maar ik geloof werkelijk dat Gods zalving door mij heen stroomde door deze liefde. En ik heb geleerd daar op te reageren. En weet je, ik heb dit op een moeilijke manier geleerd. Zoals ik al heb gezegd, had ik dit kleine boekje. Maar lang voordat ik dat boekje van John Olsteen kreeg, getiteld: ‘De goddelijke stroom’, heb ik ervaringen gehad waarin God probeerde me dit te leren, maar ik was geen goede leerling. 

Ik herinner me nog, dit is echt heel lang geleden, ik weet niet eens meer hoeveel jaar geleden, maar het zal waarschijnlijk meer dan 30 jaar geleden zijn, vlak nadat ik de doop in de Heilige Geest ontving en begon te functioneren in de gaven van de Heilige Geest, dat ik gewoon aan het bidden was. En terwijl ik aan het bidden was, kwamen mensen me gewoon in gedachten. En ik denk aan deze man, Bob Lewis kwam in mijn gedachten. En hij was mijn jeugdleider geweest in de baptistenkerk toen ik 6 of 7 jaar oud was. In feite waren mijn broer en zus meer bij de jeugd. Maar hij kwam bij ons thuis en wij speelden pingpong. En hij was gewoon een aardige vent. Daar kende ik hem dus van. Maar het was waarschijnlijk 20 jaar geleden dat ik hem gezien had, maar het kan wel langer geleden zijn. Maar ik hoorde iemand vertellen dat hij ook de doop in de Heilige Geest had ontvangen en pastor was van een kerk in El Paso, in Texas. En dat hij grote wonderen zag gebeuren. Ze hadden een kamer vol rolstoelen en krukken, spalken en dat soort dingen. En mensen werden genezen en er gebeurden wonderen in het leven van deze man. En ik was daar enthousiast over. Maar ik had die man in geen tijden gezien en het was maanden geleden dat ik iets over hem had gehoord. En opeens, terwijl ik aan het bidden was, kwam deze man Bob Lewis in mijn gedachten. En ik voelde bewogenheid voor hem. Ik zat te denken: ‘Ik vraag me af wat er aan de hand is met Bob Lewis’. Ik dacht gewoon aan hem en was aan het bidden maar ik begreep niet precies wat er aan de hand was. En een bepaalde periode gebeurde dit bijna iedere keer als ik ging bidden. Ik weet niet hoe lang, maar het kan best vier weken geweest zijn of een maand of zoiets. Ik dacht voortdurend maar aan hem. Maar ik legde het weg. Ik herkende het niet, dat als ik bewogenheid voelde voor iemand, dat het dan God was. Ik negeerde het dus verder. 

Ik negeerde het zo lang dat ik er uiteindelijk niet meer aan dacht. Maar niet lang daarna kreeg ik een ander bericht over hem, dat hij in zijn auto was gestapt en toen hij zijn hand op de auto deur legde, werd hij gebeten door een rode mier. En hij stierf ogenblikkelijk. Zij gezin vond hem liggend naast de auto, dood vanwege een allergische reactie op een mierenbeet. Dat is zeer ongewoon. Ik heb nog nooit van iemand gehoord die stierf door de beet van een rode mier. Het was eigenaardig. En je zou gaan denken dat het bovennatuurlijk was. Niet van God bovennatuurlijk, maar demonisch, omdat hij zo effectief was en God hem gebruikte haatte satan hem en viel hem aan. En zodra ik dat bericht hoorde, wist ik ogenblikkelijk dat ik aan deze man had gedacht en bewogenheid voor hem had gevoeld omdat God door mij had willen stromen om voorbede voor deze man te doen. Ik begrijp niet alles hoe dit werkt, maar ik geloof werkelijk dat wij door voorbede kunnen ingrijpen en andere mensen kunnen helpen. Dat we Gods kracht vrij kunnen zetten en bescherming over hen kunnen uitspreken. En ik geloof echt dat God door mij heen voorbede wilde bewerken om Bob Lewis te beschermen. En ik was te afgestompt, te ongevoelig om het te begrijpen. En toen ik dat bericht hoorde, bekeerde ik me ogenblikkelijk en zei: ‘God, help me om dit niet meer zo te doen’. 

Pas jaren later hield ik ergens een bijeenkomst. En de man die de aanbiddingdienst leidde heette Bob Lewis. En nadat de samenkomst was afgelopen liep ik naar hem toe en zei: ‘Weet je, ik kende vroeger een jeugdleider, in onze baptistenkerk die Bob Lewis heette. Dezelfde naam die jij hebt’. En die man zei: ‘Dat was mijn vader. Ik ben Bob Lewis Junior’. En ik vroeg: ‘Was jouw vader pastor van een kerk in El Paso’? En hij zei: ‘Ja, dat is dezelfde Bob Lewis’. En toen ik daar achter kwam vernederde ik mezelf en ik zei tegen zijn zoon: ‘Wist je dat God hem bijna iedere keer dat ik bad op mijn hart had gelegd, een periode van een maand lang. En ik voelde bewogenheid voor hem, maar ik wist gewoon niet wat er aan de hand was. Ik heb geen voorbede voor hem gedaan en toen ik hoorde dat hij was gestorven, toen wist ik ogenblikkelijk dat God door mij heen voor hem voorbede had willen doen’. En ik bood zijn zoon mijn excuses aan. Ik zei: ‘Het spijt me, ik wil dat je weet dat God bezig was en deze situatie probeerde te keren, maar ik was er niet gevoelig genoeg voor om het te doen’. 

En Bob Lewis Junior zei tegen mij: ‘Je bent minstens de 12e persoon die me precies ditzelfde heeft verteld’. Hij zei: ‘Blijkbaar heeft God tot mensen over de hele VS heen gesproken maar niemand heeft gereageerd’. En weet je, zo heb ik op de harde manier geleerd dat als je bewogenheid voelt, die uit je stroomt naar iemand, dat je daar op moet reageren. Je moet er iets mee doen, omdat God liefde is. En als die liefde door je heen stroomt, dan is dat God die door je heen stroomt. Het hoeft niet iets dramatisch of iets heel bijzonders te zijn. Je kunt gewoon voor ze bidden. En als God je vervolgens nog andere aanwijzingen geeft, volg dat dan op. Maar ik wil je echt aanmoedigen, net als bij mij, ik wil dit niet verkeerd zeggen, ik bid voor mensen als God ze op mijn hart legt. Maar ik laat het niet bij alleen maar voor ze bidden. Ik geloof dat je ook moet handelen en iets doen als dat mogelijk is. Als ik dus voor iemand bidt of opeens begin ik aan iemand te denken, dan schrijf ik ze. Of ik bel ze op. Ik ga iets doen om op de een of andere manier contact op te nemen, omdat ik geloof dat er iets is dat God door mij heen voor die mensen wil doen. En soms is dat alleen maar ze opbellen en hallo zeggen. 

Ik herinner me Joe Nay die me in feite op gang gebracht heeft in de bediening. Wij waren de beste vrienden. Hij was erbij op de avond dat God mijn leven veranderde, op 23 maart 1968. We hebben samen heel wat dingen meegemaakt. Maar door allerlei verschillende dingen, ik geloof niet dat het iemands schuld is, groeiden we op de een of andere manier uit elkaar. Toen ik terug kwam uit het leger, ging hij een heel andere kant op. Ik was gewoon niet belangrijk voor hem. In ieder geval, hij was boos op me geworden en had mij afgeschreven. En tien jaar lang hadden wij geen enkel contact. Maar toen ik op een dag aan het bidden was, kreeg ik Joe Nay in mijn gedachten en ik voelde zo’n bewogenheid voor hem dat ik voor hem bad. Maar daarna kreeg ik het gevoel dat ik iets voor hem moest doen. Dus ik probeerde hem op te sporen. Hij woonde niet langer in Arlington Texas. En ik heb hem een keer horen zeggen dat Anita’s ouders in Longvieuw Texas woonden. Haar meisjesnaam was Wilson. Dus begon ik de Wilsons in het telefoonboek op te bellen. En ik kreeg bingo, degene die opnam was Anita Nay. En ik zei: ‘Anita, ik ben Andy en ik wilde jullie bellen. Ik voelde me door de Heer geleid om jullie te bellen’. En ze hing direct op! En ik dacht: ‘Nou, dit is niet wat ik verwachtte, God, ik dacht dat U het was, die door mij naar hen uitreikte’. In ieder geval, het is een lang verhaal, maar binnen vijf minuten belde ze mij terug. Ze was aan het huilen en zei: ‘Andy, het spijt me’. Ze vertelde allerlei problemen, die ga ik niet allemaal noemen, maar ze waren helemaal vastgelopen in de bediening. Joe was niet langer in de bediening en werkte in een reguliere baan. Ze waren die dag zelfs hun huis kwijtgeraakt. Hun huis was in beslag genomen. En Anita was zó ontmoedigd dat ze vlak voor ik belde aan het bidden was. Ze zei: ‘God, als er een God is’. Toen ze dat vertelde schokte het mij dat iemand die zó krachtig in de Heer was geweest zó ontmoedigd kon worden dat ze werkelijk zei: ‘Als er een God is’. Ze zei: ‘God, als er een God is, waarom zijn wij dan altijd bezig met mensen te bedienen, maar bedient er nooit iemand ons? Laat iemand ons bedienen. U weet waar we zijn, U kunt iemand ons laten opbellen’. En terwijl ze dat bad ging de telefoon en was ik aan de lijn. En ze was zó overdonderd dat ze ophing. 

Toen belde ze terug en ik ging haar bedienen. En daardoor herstelde God mijn relatie met Joe en Anita. Joe was uit de bediening. En God gebruikte mij om te helpen hem te bedienen en weer terug in de bediening te gaan. Anita is nu naar de Heer, maar Joe is hertrouwd. Hij is fulltime in de bediening en een zegening voor velen. En daar kwamen geweldige dingen uit voort. Maar weet je hoe dat allemaal tot stand kwam? Ik voelde gewoon bewogenheid voor hem. 

Hoe vaak heb jij aan iemand gedacht en voelde je bewogenheid en gewoon een liefde. Misschien was het niet overweldigend of totaal verpletterend, maar je voelde gewoon wat van de bewogenheid van God voor iemand. Je was over hen bezorgd. En het enige wat jij hebt gedaan was die gedachte laten komen en je legde het weer weg. Je bent verder gegaan en hebt er niets mee gedaan. Ik verzeker je, dat dit niet de manier is waarop God het heeft bedoeld om te zijn. 

Enkele dagen geleden gaf ik hier les in op mijn Bijbelschool. Het ging over precies dit onderwerp, over de Goddelijke stroom en dat als je bewogenheid voelt, je daar gehoor aan geeft en iets doet. En ik was klaar met het lesgeven en binnen een minuut stond ik met studenten om me heen, allerlei vragen te beantwoorden. Mijn secretaresse kwam binnen en zei dat Bob Nichols, die een bestuurslid van mij is en een zeer goede vriend, aan de telefoon was. Ik nam hem aan met de studenten om me heen, nadat ik hier net over onderwezen had. En Bob zei: ‘Ik weet dat je tussen twee lessen in zit, ik zal je niet lang ophouden, maar ik wil dat je weet dat ik je liefheb. Ik was aan het bidden en God liet me zien dat ik je gewoon moest zeggen dat ik van je houd’. En dat was precies waarover ik onderwijs gaf. En weet je, het was een object les voor al die studenten en het zegende mij tegelijkertijd. Dat is soms het enige dat er voor nodig is. 

Ik weet nog dat ik in Pritchard Colorado was. Ik was daar heen gegaan en ik had een kerk achtergelaten. Het was geen grote kerk, maar we hadden tussen de 40 en 60 leden in Childess Texas. En voor de eerste keer in mijn leven kon ik licht zien aan het eind van de tunnel en het was niet de volgende trein. Ik bedoel, er was eindelijk optimisme dat ik een kerk had die het zou overleven. Er waren genoeg mensen die me geld gaven. En voor het eerst in jaren hadden we regelmatig te eten. En de dingen begonnen te lopen. En toen riep God me om naar Pritchard Colorado te gaan, dat maar 144 mensen had in de hele stad, en 10 of 11 mensen in de kerk. En de enige uitweg uit die stad leek ‘met de voeten vooruit’. Zo zag het ernaar uit. Maar ik wist dat God me daar had geroepen en weet je, een van de manieren waarop ik dat wist was, dat ik op die mensen verliefd werd en ik volgde die bewogenheid, die ik in mijn hart had, op.

Toen ik van Childres Texas naar Pritchard Colorado ging, zag het ernaar uit dat de enige manier waarop ik daar ooit weg zou gaan met de voeten vooruit was. Maar ik ging er heen en bediende deze mensen en er gebeurden heel wat dingen. Er gebeurden geweldige dingen, maar ook heel nare dingen. Binnen 6 maanden waren er enkele mensen in die kerk die me gekruisigd wilden hebben. Ze logen over me, zeiden dat ik overspel pleegde, dat ik vloekte, dat ik dronken was, drugs gebruikte. Ze zeiden dingen over me, dat was gewoon niet te geloven. In ieder geval, ik stond op het punt de handdoek in de ring te gooien. Ik denk niet dat ik het echt zou hebben gedaan, maar ik dacht erover na. Ik was ontmoedigd en had last van zelfmedelijden. En precies op dat moment, belde een vriend van me die in een andere staat woonde. En hij zei: ‘Hoe gaat het met je’. En hij sprak over het weer en over zijn koeien, en andere dingen. En hij was gewoon heel luchtig. En ik zei: ‘Ben, waarom bel je eigenlijk’? En hij zei: ‘Ik was gewoon aan jou aan het denken en ik wilde je laten weten dat ik van je hou, en ik waardeer zo wat je doet’. 

En weet je, dat maakte gewoon een heel verschil in mijn leven. Hij gaf me geen profetie van God, hij deed niets bijzonders, maar het gaf me gewoon het gevoel: ‘God, U weet waar ik doorheen ga. En U houdt van me en U legde het op het hart van deze vriend om me op te bellen, precies op het moment dat ik dit nodig had om te horen. Want U geeft om mij’. En het bemoedigde me en haalde me uit deze hele verleiding waar ik op het punt stond om aan toe te geven. En het maakte verschil. En weet je, dat is alles wat je soms moet doen. Gewoon bellen en zeggen: ‘God heeft je op mijn hart gelegd en ik wil dat je weet dat ik van je houd en dat ik voor je bid. Is er iets wat je nodig hebt, waar ik voor kan bidden of wat ik voor je kan doen’? Als je dat zou doen, zou je verbaasd zijn hoe de gaven van de Heilige Geest door je heen zouden werken. 

Soms heb ik dat soort dingen gedaan en iemand opgebeld. En net zoals ik vertelde over Joe en Anita Nay, dan storten ze hun hart uit en vertellen me allerlei problemen. Ik ben in staat geweest voor ze te bidden. Woorden van wijsheid, woorden van kennis komen. Ik ben in staat geweest mensen geld te sturen en ze zo te zegenen. Ook dat is een gave van de Heilige Geest in Romeinen hoofdstuk 12 waar wordt gesproken over de gave van het geven. En weet je, dat is een gave. In staat zijn aan mensen te geven en ze daarmee te zegenen. En dus je doet gewoon dat soort dingen en de gaven van de Heilige Geest beginnen te stromen en de levens van mensen worden veranderd. 

Weet je, als jij dit principe niet begrijpt, als jij wel wilt dat de gaven van de Heilige Geest gaan stromen, maar je negeert deze bewogenheid van God, dan denk ik niet dat je de gaven van de Heilige Geest kunt onderscheiden zoals je zou moeten. En volgens 1 Korintiërs hoofdstuk 13, zelfs al zou je in de gaven van de Heilige Geest functioneren, maar je bent niet gemotiveerd door liefde, dan baat het je helemaal niets. 

Laat ik je dit even voorlezen uit 1 Korintiërs 13. Denk eraan dat hoofdstuk 13 precies tussen hoofdstuk 12 en 14 inzit! En die gaan allebei over de gaven van de Heilige Geest. En dan wordt hoofdstuk 13 er tussen geplaatst, waar over liefde wordt gesproken. Dat wil niet zeggen dat liefde beter is dan de gaven van de Heilige Geest, maar het zegt dat de gaven van de Heilige Geest die door liefde werken, en gemotiveerd worden uit liefde, veruit superieur zijn aan de gaven van de Heilige Geest die zónder liefde werken. 

Wist je dat je in de gaven van de Heilige Geest kunt stromen en het vleselijk kunt doen? Dat is precies het verwijt dat Paulus maakte in 1 Korintiërs 12 en 14! Hij sprak over hun samenkomsten. Hij zegt zelfs in het elfde hoofdstuk dat als ze samenkwamen om gemeenschap te hebben, er mensen dronken werden en andere mensen bekritiseerden en verachtten. Ze verachtten de zwakke broeders. Weet je, je kunt een christen zijn, de Heilige Geest hebben en zelfs in de gaven van de Heilige Geest functioneren en toch vleselijk zijn. Je kunt dus in de gaven van de Heilige Geest stromen en toch, zelfs al zal God het tot op zekere hoogte gebruiken, uiteindelijk allerlei problemen veroorzaken en mensen kwetsen. 

Ik heb dat wel degelijk gezien in mensen. Die hadden echte gaven van God, maar misbruikten ze om zichzelf te promoten en niet om mensen te dienen. Weet je hoe je dat soort dingen voorkomt? Door je ervan te verzekeren dat de gaven gemotiveerd en omgeven zijn door Gods soort liefde. 

Weet je, de gaven van de Heilige Geest zijn krachtig. En met alles wat krachtig is, moeten er bepaalde voorzorgsmaatregelen worden genomen. Je geeft geen atoombom aan een kind om mee te spelen. Het is gevaarlijk. Een atoombom is krachtig en heeft potentie. Als het verkeerd wordt gebruikt zal het je doden. Het kan je vernietigen. Hetzelfde is met een pistool of een mes. Je hebt beperkingen nodig en een zekere rijpheid om er mee om te kunnen gaan. Nou, de gaven van de Heilige Geest zijn krachtig en hebben een geweldig potentieel ten goede, maar ze kunnen op zo’n manier worden gebruikt dat ze in feite mensen beschadigen. En ik heb dat gezien. Ik heb mensen gezien met een grote zalving op hun levens, die mensen manipuleerden en beheersten met behulp van de gaven van de Heilige Geest. 

Er is kracht in de gaven. En er is de potentie ten goede, maar er is ook potentie ten kwade. Hoe voorkom je dat het verkeerd gaat. Hoe kom je zover dat je de gaven van de Heilige Geest niet misbruikt en niet voor zelfzuchtige doeleinden gebruikt. De manier om dat te doen is je ervan te verzekeren dat de gaven worden gemotiveerd door liefde. Dat is precies dit principe waar ik het over heb gehad. Je moet in deze goddelijke stroom komen. Waarin je door bewogenheid wordt aangedreven, niet voor jezelf, maar voor de personen aan wie je bedient. De gaven van de Heilige Geest zijn er niet voor jezelf! 

Dus 1 Korintiërs 13 zegt in vers 1: ‘ 1 Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. Je kunt in tongen spreken en het vleselijk doen. Je kunt het doen zonder door liefde te zijn gemotiveerd, maar dan is het maar schallend koper en een rinkelend cimbaal. Met andere woorden, het is nutteloos. Het bewerkt helemaal niets. In tongen spreken is niet automatisch. Je hebt geloof nodig terwijl je in tongen spreekt, gemotiveerd door liefde. Galaten 5:6 zegt dat geloof door liefde werkt. En als jij niet in geloof in tongen spreekt en niet door liefde bent gemotiveerd, Gods soort liefde, dan baat het je niets. 

Vers 2 zegt: Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets. Dit gaat over het functioneren in de gaven. En als je het niet doet gemotiveerd door liefde, baat het je niets. Vers 3: Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets. Je kunt zelfs werkelijk je leven geven als offer voor iemand anders. Waarvan de Bijbel zegt dat niemand grotere liefde heeft dan wie zijn leven neerlegt voor zijn vrienden. Maar het is niet automatisch zo, dat als jij je leven opoffert het door liefde is gemotiveerd. Het kan zelfs vanuit volkomen zelfzuchtige motieven gebeuren. 

Ik speculeer hier een beetje, maar ik maak deze tape niet lang na de terroristische aanval op het WTC in New York en het Pentagon in Washington D.C. We kennen nog niet alle details, maar het lijkt erop dat deze kapers Islamitische strijders waren die waren wijsgemaakt dat als zij hun leven zouden geven, dus hun leven opofferen om Amerikanen te vermoorden, dat ze een speciale plaats in de hemel zouden krijgen. En een harem van vrouwen tot hun beschikking zouden krijgen. Dit is een voorbeeld van mensen die hun leven opofferen. 
Maar is het uit liefde gedaan? Voor andere mensen? Nee, ze hadden in feite een diepe haat voor mensen. Ze vermoordden onschuldige vrouwen en kinderen. Het was helemaal niet gemotiveerd uit liefde voor anderen. Het was gemotiveerd door liefde voor zichzelf. Zij waren misleid dat ze een speciale positie in de hemel konden veroveren met een hele harem vrouwen als ze onschuldige mensen zouden vermoorden. En ze waren letterlijk bereid de levens van andere mensen te verwoesten en verwoesting aan te richten in de levens van miljoenen mensen over de hele wereld, en vrees en pijn te veroorzaken en al die dingen om er zelf beter van te worden. 

En dat is precies waar 1 Korintiërs 13:3 het over heeft. Zelfs al geef jij je eigen leven om te worden verbrand, en dat deden ze, ze verbrandden zelf levend in deze aanvallen, maar als het niet uit liefde gebeurt, baat het je niets. Dit is niet gedaan vanuit Gods soort liefde voor andere mensen. Het is gedaan uit pure zelfzucht en boosheid en haat. En het baatte hen niets.

De gaven van de Geest moeten gemotiveerd worden door liefde. En daarom geloof ik dat één van de grootste motivaties voor en toegangen tot de gaven van de Heilige Geest deze waarheid over bewogenheid is. God is liefde. En wij moeten deze bewogenheid door ons heen laten stromen, naar andere mensen en beseffen dat als dat gebeurt, dat God is. En als we dan uitstappen in verwachting en de gaven die binnen in ons zijn aanwakkeren, dan zullen die gaven naar andere mensen stromen. En om ons te weerhouden om vleselijk en manipulerend bezig te zijn en het te doen voor ons eigen zelfzuchtige voordeel, is de sleutel, de veiligheidsgordel daartoe, dat het gemotiveerd moet zijn door liefde. Precies zoals deze verzen onderwijzen. 

Een sleutel tot het functioneren in de gaven is dus in feite het functioneren vanuit de liefde van God. Iemand die niet mediteert op de liefde van God, die geen gemeenschap met God heeft, die zelf God niet liefheeft, zal niet in staat zijn andere mensen lief te hebben met de gaven van de Heilige Geest. En als je dit goed begrijpt, dat de gaven voor anderen zijn, en dat ze altijd zijn gemotiveerd uit liefde en bewogenheid, zal dat ook beperkingen geven aan wat je zult zeggen, en ook hóe je het tegen mensen zegt. 

Bijvoorbeeld in 1 Korintiërs 14 waar over de gave van profetie wordt gesproken. Daar staat in vers 3: Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, opbouwend en bemoedigend. De gave van de Heilige Geest, de eenvoudige gave van profetie waar hier over gesproken wordt, is altijd bedoeld tot stichting, opbouw en bemoediging. Met andere woorden, het wordt gemotiveerd door liefde. Het wordt nooit gebruikt om iemand neer te halen. Ik heb echt mensen zien gaan staan en zeggen: ‘Zo spreekt de Heer’. En dan vegen ze iemand de mantel uit. Maar dat was helemaal God niet die dat deed. Dat waren zij zelf, die de Heer gebruikten en zeiden ‘Zo spreekt de Heer’, zodat ze hun eigen boosheid en frustratie konden botvieren, en hun teleurstelling over iemand. En ik verzeker je dat dit niet uit God is. Er zijn mensen die dat soort dingen hebben gedaan. 

Weet je, als je zou begrijpen dat de gaven van de Heilige Geest altijd in liefde zijn gevat en tot opbouw en bemoediging en stichting van de persoon zijn, dan zal je dat weerhouden om een verwijt en een bestraffing uit te spreken en maar tegen iemand te keer te gaan. Dat is niet goed. Ik heb behoorlijk krachtig gefunctioneerd in een woord van kennis en van wijsheid en het onderscheiden van geesten. En de Heer heeft me heel wat dingen over mensen laten zien. En door de jaren heen ben ik beter geworden in het dienen in de gaven. Ik heb al voorbeelden gegeven hoe ik, toen ik begon, het niet altijd juist deed. Mijn hart was misschien wel goed, maar sommige van deze dingen moet je leren. Je moet leren met tact te handelen. En dat ben ik nog steeds aan het leren. Sommige mensen vinden dat ik nog niet zo heel veel heb geleerd. Maar ik heb voor heel wat mensen gebeden. Het komt onmiddellijk bij me op dat ik voor heel wat mensen gebeden heb die homoseksueel waren. En we stonden eens voor een groep van heel wat mensen, honderden mensen, een gebedsrij, en opeens laat de Heer me zien dat deze persoon homoseksueel is. Maar ik zeg dan niet: ‘Je bent homoseksueel, God heeft me net gezegd dat je homoseksueel bent. En je hebt dit en dat gedaan’. Ik denk niet dat zoiets opbouwt, sticht en bemoedigt. Ik denk niet dat God mensen op die manier te kijk wil zetten en bestraffen. 

Er kan, laat ik even een klein P.S. invoegen, en dan kom ik terug op mijn verhaal. Het is mogelijk dat zoiets kan gebeuren door de bediening van een profeet. Maar er is een heel verschil tussen de bediening van een profeet en het profeteren waar wij allemaal in kunnen functioneren. Sommigen hebben daar misschien geen goed onderscheid in. En ik heb hier niet de tijd om dat allemaal te onderwijzen. Maar er is profetie, waarbij je gewoon aan iemand een woord van God geeft, een eenvoudige profetie, waar iedere gelovige in kan functioneren. ‘Gij kunt allen profeteren, een voor een zodat de ander daar van kunnen profiteren’. Dat staat in 1 Korintiërs 14:31 Want gij kunt allen, de een na den ander profeteren, opdat zij allen leren, en allen getroost worden. Zie je, het is om op te bouwen, te stichten en te troosten. Ieder christen kan daarin functioneren. Jullie kunnen allemaal door God geïnspireerd worden. En in een kerkdienst gebeurt dit normaal tijdens de lofprijs en aanbiddingdienst. 

Dan hoor je mensen naar voren komen en iets eenvoudigs zeggen. Zoals: ‘Mijn kinderen, God zegt dat Hij van jullie houdt. Hij is blij met jullie en jullie lofprijs. God troont in jullie lofprijs. God hoort uw gebeden. God zegent u. Houd goede moed. Wees niet ontmoedigd’. Het kan verband houden met een actuele gebeurtenis: ‘Maak je geen zorgen hierover, God zorgt ervoor’. Dat is iets eenvoudigs, iets dat bemoedigt en opbouwt. Maar soms staan mensen in een kerkdienst op en geven een verwijt: ‘Zo spreekt de Heer, God is boos, er komt oordeel over deze stad’. Weet je, dat is buiten de orde. Omdat de profetie die zo in de kerkdienst functioneert altijd zou moeten zijn tot opbouw, tot stichting en tot bemoediging. Het is niet het moment om een verwijt te geven, dat is geen ‘profeteren’ maar behoort wel tot de bediening van een profeet. Een profeet kan mensen tot de orde roepen. Er zijn Schriftuurlijke voorbeelden van profeten die koningen ter verantwoording roepen en hele landen. Er zijn voorbeelden van profeten die voorzeggingen doen over dingen die gaan gebeuren en leiding geven en instructies; aan mensen, aan kerken, aan steden etc. Er zijn voorbeelden van profeten die gaan staan en een waarschuwing geven. Die zeggen: ‘Er komt hongersnood’. Agabus de profeet deed dat in Handelingen. Dat is de bediening van een profeet. En dat is anders dan iemand die functioneert in een gave van profetie. 

De gave van profetie is altijd iets bemoedigends. Ik hou van je, en zoiets. Het is altijd opbouw, stichting en bemoediging. En als iemand gaat staan en probeert richting te geven, aanwijzing, waarschuwingen, bestraffing, dan is dat geen profeteren, maar de bediening van een profeet. En dat zou niet onder de term ‘profeteren’ moeten vallen. De bediening van de profeet is één van de vijfvoudige bedieningen die in Efeziërs hoofdstuk 4:11 wordt genoemd waar staat: En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars. Daar staan vijf bedieningsgaven. En leraren is er een van. Dat zou hetzelfde zijn als ik in een kerk ging staan en opeens onderwijs zou gaan geven. Het onderwijs zou heel Schriftuurlijk kunnen zijn, helemaal correct, en iets dat God mij heeft laten zien, maar als ik zo in een kerkdienst zou opstaan, de pastor staat achter de preekstoel, maar ik ga opeens staan en ga onderwijs geven, dan is dat verkeerd. 

Als ik tijdens de lof en aanbiddingdienst zou gaan staan en die gelegenheid zou nemen om onderwijs te geven, en mensen instrueren over iets dat ik die week had geleerd, dan is dat verkeerd. Dat is de bediening van een leraar, en de juiste manier om dat te gebruiken zou zijn als ik naar de pastor ga, en zoiets zeg als: ‘God heeft me iets laten zien en ik wil dit graag delen met de gemeente’. En de pastor zou mijn gave moeten erkennen, mijn roeping, en mij die toestemming geven. Zo zou het moeten werken. Het is verkeerd als ik ga staan en het zo maar doe. Het is net zo verkeerd voor een profeet om te gaan staan en opeens maar bestraffing, correctie en leiding te gaan bedienen. Hij moet naar de pastor gaan en toestemming krijgen om dat te bedienen. Hij moet erkend worden door degene die de leiding over die dienst heeft. 

Maar in een profetie, een eenvoudige profetie die ter opbouw, stichting en bemoediging is, staat in 1 Korintiërs 14:31 dat wij dat allen kunnen doen. Je moet het om de beurt doen en er is een verkeerde en een goede manier om dat te doen, maar we kunnen daar allemaal in functioneren. Dus, in ieder geval, er is een verschil tussen de bediening van een profeet en wat naar ik geloof de Bijbel een eenvoudige profetie noemt. En wij moeten het verschil daartussen beseffen. 

In ieder geval, dit was een klein p.s. Ik wil terugkeren naar mijn oorspronkelijke onderwerp. Ik had het erover dat de gaven van de Heilige Geest gemotiveerd en ingebed in liefde moeten zijn en dat dit beperkingen stelt aan hoe je het doet. En ik gebruikte dit voorbeeld waar ik voor een menigte stond en iemand naar voren kwam en de Heer me liet zien dat hij homoseksueel was. En ik wilde niet zomaar zeggen: ‘Je bent een homoseksueel’, omdat ik vond dat dit niet tot opbouw, stichting en bemoediging in liefde was. Je kunt de gaven van de Heilige Geest zo brengen dat ze opbouwen, stichten en bemoedigen. Ik geloof dat je dat zo moet doen. Als je geen positieve manier vindt om de gaven van de Heilige Geest te gebruiken, dan moet je volgens mij blijven zwijgen totdat je een positieve manier hebt gevonden om dat te doen. 

Wat ik dus deed, ik begon tegen deze persoon te zeggen: ‘God houdt van je. En er zijn allerlei soorten verwondingen en pijn binnen in jou’. En daar bediende ik een poosje in, en ik functioneerde in een woord van kennis. Nou is dit wel voor iedereen waar, maar de Heer liet me specifieke dingen zien over deze persoon. Hoe hij verwond en afgewezen was, misbruikt als kind. Terwijl ik dit bediende begon deze jongen te huilen. En de Heer bediende hem zo. En toen zei ik: ‘En daarom zijn er problemen in jouw leven. Er zijn dingen die je hebt gedaan, waarvan je niet wilt dat iemand het weet’. En in ieder geval ik bediende hem en zei: ‘Er zijn dingen die je binnen in jezelf hebt verborgen, maar God weet het en God houdt toch van je. Het maakt niet uit. God maakt je nu vrij’. En zo ging ik verder die persoon te bedienen. 

Het publiek wist alleen maar dat er pijn en gekwetstheden waren, fouten en zonden die deze jongen had begaan, maar ze wisten niet echt waar ik het over had. Ik wist waar ik het over had. Deze jongen wist waar ik het over had. Maar ik bediende het op een manier dat het een positief ding was. En weet je, na de dienst kwam die jongen naar me toe en zei: ‘Je weet niet waarover je mij bediend hebt’. En ik zei: ‘Oh ja, dat weet ik wel. Ik weet precies waarover ik bediende’. Maar in ieder geval, hij beleed het en vertelde me deze dingen. En weet je, ik wist het wel, maar je kunt de gaven van de Heilige Geest op die manier gebruiken. Je moet wijsheid gebruiken. 

Dat wil niet zeggen dat er nooit een moment is dat je de gaven van de Heilige Geest gebruikt en op een hele krachtige manier brengt. Ik kan aan andere gelegenheden denken dat ik mensen heb gezegd: ‘God is met je bezig geweest en je hebt het afgewezen en bent de andere kant op gegaan. En de Heer houdt van je en wil dat jij je omkeert’. Ik heb soms een houding van rebellie of onverschilligheid in iemand geopenbaard. Maar ik doe dat alleen maar als ik weet dat die persoon al ontvangt, dat hij zichzelf vernedert en een open boek is en klaar is voor alles wat God voor hem heeft. En dan kan ik zoiets bedienen. En dan naar een woord van wijsheid gaan: ‘Als je hierop reageert zal de Heer je leven veranderen. Je zult nooit meer hetzelfde zijn’. 

Er zijn dus momenten dat ik dingen die behoorlijk recht voor zijn raap zijn bedien en best wel hard ben. Maar ik doe het alleen maar als ik merk dat die persoon er ontvankelijk voor is en het aanneemt en het zo een positief ding is. Met andere woorden, ik gebruik alle gaven van de Geest tot opbouw, stichting en bemoediging. En dat is echt een beperking die ik mezelf opleg. Met andere woorden, de gaven moeten door liefde worden gemotiveerd want anders ben je gewoon een schallend koper en een rinkelende cimbaal. 

En ik wil best aan jou belijden dat er momenten zijn dat ik iemand bedien en dat ik weet dat ze niet ontvangen. En ik onderscheid dingen over iemand en ik weet dingen over iemand die negatief zijn, en ik zou die dingen kunnen zeggen en openbaren, maar ik heb dan geen woord van wijsheid dat me in staat stelt het een positieve wending te geven en het op een manier aan die persoon te bedienen dat het positief uitwerkt. Met andere woorden, dan zou het zeer negatief werken. Ik denk aan een recent geval dat ik voor iemand aan het bidden was die kanker had. Hij was er zo slecht aan toe dat hij niet eens naar de samenkomst kon komen. Ik moest naar hen toe gaan. Ik was voor hen aan het bidden. En terwijl ik bad onderscheidde ik dat ze het gebed niet ontvingen. En ik wist niet wat ik daarmee moest doen. Ik wilde niet zomaar zeggen: ‘Ik geloof dat jullie dit gebed niet ontvangen’. Want ik wist niet of het aan hen lag. Misschien lag het wel aan mij. Misschien lag ik niet op een lijn met God. Maar ik wist niet hoe ik het moest zeggen. Ik weet niet hoe ik dit op de juiste manier moet zeggen, dat ik niet op fysieke gevoelens afga. Ik geloof dat het een geestelijk onderscheidingsvermogen was. Geestelijke waarneming. Ik propageer helemaal niet om maar af te gaan op wat je maar voelt. Maar ik verzeker je dat als je de Heer zoekt, je kunt waarnemen wanneer kracht of goedheid uit je stroomt naar iemand toe.

Ik herinner me dat ik met iemand bad die genezing nodig had. Ik bad en de pijn vertrok ogenblikkelijk. Het was reumatische artritis. En er werden mensen wonderbaarlijk vrij gezet. En na de dienst kwamen ze naar me toe. Het was dertig of veertig minuten nadat ik voor hen gebeden had. En ze vertelden: een deel van die pijn begint weer terug te komen. En ik leerde hen hoe ze daar zélf voor konden bidden, hoe zij dat zelf konden doen. En heel specifiek benadrukte ik dat je tot de pijn moest spréken. Markus 11:24 zegt dat: ‘wie tot deze berg zégt’. Met andere woorden, niet tot God over jouw probleem spreken, maar rechtstreeks tot jouw probleem spreken. Als het probleem artritis is, of pijn, dan moet je daar tegen spreken. 
Ik legde dit dus aan die persoon uit. En ik zei: ‘Nou moet jij bidden. Jij bestraft het en dit zal je leren hoe je hiermee af moet rekenen als het ooit terug probeert te komen’. De dame begon te bidden en eerst zei ze: ‘Vader, ik dank U dat u me hebt genezen. Ik weet dat het zal werken’. En wat ze zei was op zich juist, maar ze sprak niet tegen het probleem. En opeens besefte ze wat ik tegen haar had gezegd en zei ze: ‘Pijn, ik beveel je nu uit mijn knie te gaan’. Toen ze dat zei kon ik de kracht van de Heilige Geest in die vrouw voelen stromen. Ik hield haar handen vast. En ik kon de stroom van Gods kracht voelen. Dat is precies wat Jezus voelde in het vijfde hoofdstuk van Markus. Toen die vrouw kwam en de zoom van Zijn kleed aanraakte. Hij voelde kracht uit Zich stromen. Je kunt de kracht en de beweging van God voelen stromen. Niet op een fysieke manier. Het is een geestelijke waarneming. Ik heb het niet over tintelingen en trekkingen en dat soort dingen. Soms gebeuren dat soort dingen, maar ik heb het over een geestelijke waarneming. 

Dus terug naar mijn andere verhaal. Toen ik bad voor deze man die kanker had, voelde ik gewoon dat het niet werkte. Dat het niet in zijn leven stroomde. Nou, wat ik meestal doe als ik voor iemand bid en ik neem niet waar dat het stroomt, dan is er een verhindering. Meestal schakel ik in zo’n situatie over naar een woord van kennis en begin iemand te bedienen in iets dat volledig los staat van de genezing die ze nodig hebben. Met andere woorden, er is een of andere weerstand en ik weet niet wat het is. En dan begin ik te zeggen: ‘De Heer laat me zien dat jij een situatie in je leven hebt, waar je met financiele dingen hebt geworsteld. Je hebt gebeden en God zegt nu op dit moment dat dit probleem voorbij is. God heeft zijn kracht vrijgezet’. En ik ga bedienen over iets dat niet eens over genezing ga. Ik gebruik dit woord van kennis en deze mensen zullen opeens beseffen: ‘Hé, dit is God. Ik heb niet eens gevraagd over mijn financiën’, of wat het ook is waar ik over bedien. En ze zeggen: ‘Dit is God’ en hun geloof stijgt en ze openen zich daardoor en beginnen van God te ontvangen op dit gebied van financiën. Ze worden vrijgezet. En als ik dan waarneem dat ze open zijn, dat ze de zegen van God op dat gebied ontvangen, dán kom ik terug op de fysieke genezing, waar ik merkte dat er weerstand was. En ik zeg: ‘Nu is de zalving aan het stromen om die rug te genezen’. Of wat het dan ook is. En daardoor vindt opeens deze genezing, die eerst geblokkeerd werd, wel plaats en worden de mensen vrijgezet. En dat is een krachtige manier. 

Met andere woorden, je kunt waarnemen dat mensen wel of niet ontvangen. En soms kan ik deze gaven van de Heilige Geest gebruiken om hier om heen te gaan en een positieve ingang vinden die de persoon opent. Maar bij deze man die kanker had, nam ik waar dat er een belemmering was voor de kracht van God om te stromen. Maar ik kon geen enkele positieve manier vinden. Ik had geen andere woorden om aan hem te bedienen. Ik had niets te zeggen waardoor ik het een positieve zaak kon maken. Dus: ik zei niets. Ik bad gewoon voor hem. Ik zei verder niets. Ik wilde hun geloof niet belemmeren. Op de eerste plaats weet ik gewoon nog niet alles en mijn waarneming is soms gewoon vlees. Soms ben ik het gewoon en is het God niet. Dus wist ik niets anders te zeggen of te doen op een positieve manier, dus ik bad gewoon een gebed in geloof en liet het los. 

En als je mij direct nadat ik voor deze man had gebeden had gevraagd, geloof je dat hij is genezen? Had ik gezegd: ‘Ik geloof van wel’. Want daar geloofde ik voor. Maar ik had dit voorbehoud, dat ik deze belemmering voelde, dat iets de stroom van Gods Geest belemmerde. Maar ik kon geen positieve manier vinden om dat onder woorden te brengen, dus dat deed ik niet. De volgende avond kwam de dochter van deze man terug naar de samenkomst. En ze zei: ‘Ik ben de dochter van de man waarvoor je gisteravond hebt gebeden’. Ik zei: ‘Oh, hallo, hoe is het met hem’. Ze zei: ‘Nou, hij heeft nog steeds enorm veel pijn en het lijkt niet dat er veel is gebeurd’. En dus zei ik tegen haar, niet in een woord van kennis of zoiets, maar gewoon: ‘Ik voelde dat er de een of andere belemmering was, dat de kracht van God niet echt stroomde’. En ik begon vragen te stellen: ‘Is hij soms ontmoedigd?’ Vaak hebben mensen die zo lang pijn hebben een zware strijd. Ze willen graag geloven, maar ze zijn gewoon ontmoedigd. In ieder geval, ik sprak met haar en ze ging verschillende dingen vertellen. En door de situatie beter te begrijpen kreeg ik sterk het idee dat dit wel eens de belemmering zou kunnen zijn voor de genezing. In ieder geval ik sprak met haar hierover. We baden samen en stemden overeen en geloofden dat de kracht van God in deze man zou manifesteren. De volgende avond kwam ze terug en vertelde dat hij tevoren niet eens in staat was geweest om op te staan en te lopen of wat dan ook te doen, hij was ontmoedigd en de pijn was zo erg. Maar nadat we gisteravond hadden gebeden was hij opgestaan, had gelopen en was blijer dan ze hem in lange tijd daarvoor had gezien. Dat was positief. 

Ik heb haar daarna niet meer gezien, maar er was een opmerkelijk verschil nadat we de tweede keer hadden gebeden. En zie je, daar waren enkele belemmeringen. Misschien als ik sterker en meer gevoelig voor God was geweest, had ik dat misschien aan kunnen pakken toen ik met deze man bad. Maar om wat voor reden ook, ik weet dat het niet aan God lag. Het had zijn belemmering kunnen zijn, zijn ongeloof, maar ook mijn gebrek aan gevoeligheid. Er kunnen heel wat dingen zijn. Er zijn hier zoveel variabelen dat ik er niet verontrust of veroordeeld door ben. Ik ben nog steeds op zoek. Ik ben nog steeds een beginner en aan het groeien. Maar om wat voor reden ook, ik was niet in staat om te zien of te onderscheiden dat de kracht van God in die man aan het stromen was, en ik wist dat er meer was dat aangesproken moest worden. Maar ik wilde niet aankomen met iets te zeggen dat een veroordeling zou zijn en schuldgevoel geven en pijn veroorzaken, omdat dat niet de juiste manier is om in de gaven van de Heilige Geest te stromen. 

De gaven van de Heilige Geest moeten ingebed worden in Gods soort liefde. Er is die goddelijke stroom die alle andere dingen laat werken. En ik moedig je gewoon aan. Als jij ernaar verlangt in de gaven van de Heilige Geest te stromen, dat je moet beseffen dat God liefde is. Als jij liefde en bewogenheid uit je voelt stromen naar iemand, dan is dat God en zal Hij altijd de een of andere bovennatuurlijke gave van de Heilige Geest hebben om deze mensen te bedienen. En als je het begint toe te passen, besef dat het niet alleen puur de Heilige Geest is die door je heen stroomt. God zal je indrukken geven, onderscheidingen en kennis, maar jíj moet het zeggen. Er is ruimte dat jij fouten maakt. Stort niet in elkaar als je een fout maakt. Besef dat je aan het leren en aan het groeien bent. En besef ook dat je kunt groeien en leren in de manier waarop je het onder woorden brengt. Het gaat niet zo dat de Heilige Geest gewoon je mond neemt en die op en neer beweegt. Maar naarmate je mensen bedient wordt je er meer ervaren in en zul je op een steeds positievere manier bedienen. 

En besef dat het niet alleen door liefde gemotiveerd moet zijn, maar ook in liefde gedáán moet worden. Het moet door liefde omgeven zijn. Het moet zijn tot opbouw, stichting en bemoediging. Iets positiefs. En zelfs al onderscheid je iets negatiefs in iemand, zoek een positieve weg om het te brengen. Gebruik een positieve manier om die situatie om te draaien. En als je het op die manier doet, als liefde je motivatie is en je drijvende kracht die alles beperkt totdat het past binnen deze begrenzing van liefde. En als je op die manier in de gaven stroomt, zul je niet alleen ervaren dat God door je heen stroomt en je geweldige gaven geeft, maar je zult ook zien dat mensen vrijgezet worden en de levens van mensen worden veranderd. 

Volgens mijn inschatting denk ik dat dit wellicht het geweldigste is dat God me heeft laten zien over het stromen in de gaven van de Heilige Geest. Nogmaals zeg ik dat dit geen compleet onderwijs is over de gaven van de Heilige Geest. Het gaat meer over hoe je er in stroomt. We hebben het erover gehad dat God altijd ‘aan’ staat. God wil altijd bedienen en is altijd klaar en bereid om het te doen. Het is een kwestie dat wij de gave die binnen in ons is moeten opwekken. En dan moeten wij deze les over de liefde leren, en zorgen dat alles wat we doen volledig ingebed is in en gemotiveerd door liefde. 

Ik zeg je, als je dat ontvangt, erover mediteert en dit in je leven toepast, dan denk ik dat je erachter zult komen dat God je nog meer wil gebruiken in de gaven van de Heilige Geest dan dat jij erin gebruikt wil worden. En als jij jezelf aan deze eenvoudige principes houdt, zul je merken dat als God kan vertrouwen dat je het op zo’n manier zult doen, dat het God verheerlijkt en de persoon opbouwt, in plaats van manipulerend, controlerend en veroordelend te worden of wat voor ander gebruik ook van de gaven, dan zul je merken dat God vaak door je heen spreekt en zul je geweldige dingen zien gebeuren. 

Ik bid en geloof dus dat God dit zal gebruiken en je in herinnering brengt. En dat als je in de gaven stroomt en ernaar streeft om een zegen te zijn voor mensen, dat je deze dingen zult herinneren en zult zorgen dat Gods kracht overvloedig wordt in jouw leven en door jou heen zal stromen in de gaven van de Heilige Geest. 



 

www.vergadering.nu