Bijbelgetrouw, krachtig en
praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
Hoe vervul je jouw bestemming - 2
Andrew Wommack
Deel 1. Iedereen heeft een bestemming.
Deel 2. Hoe word je een levend offer?
Deel 3. Vernieuwing van je denken.
Deel 4. Volg de verlangens van je
hart.
Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Inleiding:
In onze meer en meer humanistische maatschappij, die God uit haar cultuur probeert te verwijderen, zijn de meeste mensen hun
gevoel voor bestemming kwijtgeraakt. En diegenen die wel geloven dat ze een bestemming hebben, vooral gelovigen, hebben
meestal óf geen idee wat hun bestemming is, óf geloven dat God die bestemming in Zijn soevereine wil op Zijn tijd toch wel
tot vervulling brengt. Deze onderwijsserie wil je uitdagen over beide denkbeelden na te denken.
Deel 2: Hoe word je een levend offer?
Gisteravond zijn we begonnen te spreken over hoe iedereen een vooraf bepaalde bestemming heeft bij God. Maar we moeten er mee
gaan samenwerken. Ze wordt niet automatisch vervuld. Je moet het kiezen. Daar hebben we dus over gesproken en een aantal dingen
behandeld.
De eerste stap is wat we gisteravond hebben behandeld, dat je allereerst moet gaan geloven dat God een voorbestemd plan en
bedoeling voor je leven heeft. En dat alles aan je gericht is op het vervullen van dat ene ding. En dat dit ook de enige
mogelijkheid is om echt succesvol te zijn en ook volledig vervuld en tevreden te zijn. Daar hebben we het gisteravond over
gehad.
Je kunt je bestemming niet per ongeluk vervullen. Je rolt er ook niet toevallig in. Mijn ervaring en die van pastor Bob, en
Dave, en wie dan ook die hier in de bediening staat, is dat je dit echt na moet streven. Het gebeurt niet zonder jouw
medewerking. En het is zelfs meer dan medewerking. Je moet er echt voor gaan en de dingen van God najagen om te zien dat dingen
vervuld worden. De eerste stap die je moet nemen is, dat je dit bewustzijn hebt dat God je met een bestemming heeft geschapen.
Je hebt een doel en je moet volharden om dat te bereiken.
De tweede stap, en dat is waar we vanavond over spreken, komt uit Romeinen 12:1. Dat zou voor velen van jullie een vertrouwd
vers moeten zijn. Romeinen 12:1 zegt: Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen
stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. Dit zijn de verzen die God gebruikte om
mijn leven te veranderen. Dit was het allereerste wat God werkelijk met openbaring tot mij sprak. Ik bedoel, de allereerste keer
dat het Woord van God echt werd.
Ik denk dat ik toen 18 jaar oud was. Ik was bezig Gods wil te zoeken. En zoals ik gisteravond vertelde, had ik een gevoel van
bestemming dat God een bedoeling voor mij had, een plan voor mijn leven, en dat ik moest ontdekken wat dat was. Maar toen ik
jong was en naar school ging, waren de eerste 18 jaar van mijn leven al behoorlijk voor mij uitgestippeld, dus dacht ik niet
veel na over wat ik daarna zou gaan doen. Ik was gewoon bezig. Ik wist dat ik naar school moest en bepaalde dingen moest doen.
Daar was ik dus druk mee bezig.
Maar toen we in het laatste jaar kwamen, hadden ze van die adviseurs die langs kwamen, en je had oriëntatiedagen voor beroepen
en carrière. En we gingen erover praten of je wel nagedacht hebt over wat je in je leven wilt gaan doen. En dat deed mij
nadenken over wat God wilde dat ik met mijn leven ging doen. Ik was een redelijk goede student. Ik hoefde niet echt heel hard te
leren. Als ik in de les zat en goed oplette, hoefde ik niet echt zwaar te blokken om mijn toets te halen. In mijn laatste jaar
van de middelbare school heb ik voor geen enkel onderwerp zelfs een boek opengeslagen. Ik ging gewoon om acht of negen uur s
avonds de Bijbel lezen.
En ik heb altijd mijn dagelijkse Bijbellezing gedaan. Ik ben in een Christelijk gezin opgevoed, dus ik heb iedere dag van mijn
leven een stukje Bijbel gelezen vanaf het moment dat ik oud genoeg was om te lezen. Maat ik had nooit eerder echt de Bijbel voor
mijzelf bestudeerd, opdat God tot mij zou spreken. En ik wist dat God een bedoeling voor mijn leven had, en ik wist niet anders
hoe ik het moest ontdekken dan gewoon het Woord bestuderen. Ik wist geen ander manier waarop God iets aan mij zou openbaren dan
door het Woord te bestuderen.
Dus de eerste zes maanden van de laatste jaren van de middelbare school ging ik iedere avond vanaf acht of negen uur op mijn
kamer de Bijbel bestuderen. Tot een uur of twee, drie in de ochtend. Dat deed ik iedere avond. En waarschijnlijk een maand of
achttien lang, ik had zo’n bureaulamp met een gloeilamp erin. Het was zo’n zwanenhals lamp. En die boog ik over mijn Bijbel.
En als ik slaperig werd, en wegdoezelde, dan knikte mijn hoofd tegen die lamp aan en brandde ik me. Daar schrok ik wakker van.
Ik was gewoon hongerig en wilde echt weten wat de Bijbel me te vertellen had. Ik las dus de Bijbel achttien maanden lang, zeker
vijf tot zes uur per avond.
En in deze periode had ik eerlijk gezegd geen echt grote openbaring. Ik kan je geen geweldige waarheid of zoiets vertellen uit
deze periode, maar het was gewoon dat God hierdoor mijn hart verzachtte en gevoelig maakte. En toen, tijdens de kerstdagen van
1967, zat ik bij een groep die er tussen kerst en nieuwjaar altijd op uit ging. Wij gingen naar New Mexico om te sleeën op
skihellingen en hielden dan gebedssamenkomsten. Het was een groep kerkleden en we hadden dit al een paar jaar samen gedaan. Ook
hadden we een spreker gevraagd. Zijn naam was Ron Dunn. En Ron Dunn preekte over Romeinen 12:1-2. Maar eigenlijk was hij over
iets anders aan het spreken. Ik herinner me niet meer precies wat het punt was waar hij het over had.
Maar, zoals ik al had verteld, 18 maanden lang was ik aan het zeggen: ‘God, ik weet dat U een plan voor mijn leven hebt, en ik
weet dat er een bestemming is’. Maar ik wist niet wat ik moest doen. Ik wilde niet maar iets doen omdat ieder ander het deed.
Ieder ander in mijn familie was leraar geweest. Mijn vader was ooit leraar geweest. Toen hij stierf was hij verzekeringsadviseur
en assistent directeur van een bedrijf. Maar hij was schoolhoofd geweest. Mijn moeder was onderwijzeres geweest, mijn broer,
mijn zus, mijn zwager, zo ongeveer iedere oom of tante was wel professor in Berkely of zoiets. Op één oom na, oom Saffy die
boer was. Hij was de enige in de hele familie. Maar zijn vrouw was ook lerares. Dus iedereen aan alle kanten van mijn familie,
ze waren allemaal leraren en ik ging naar school om netjes die lijn te volgen en leraar te worden, zoals iedereen.
Maar ik was daar totaal ontevreden over. Ik wist dat God een bestemming voor mij had. Daarom had ik dit achttien maanden lang
gedaan. En deze man las Romeinen 12:1-2 en het tweede vers zegt: 2 En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt
hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen (beproeven, onderscheiden) wat de wil van God is, het
goede, welgevallige en volkomene.. En dit laatste deel van het vers: om te kunnen onderscheiden wat de wil van God is, namelijk
de goede en welgevallige en volmaakte, was het de eerste keer dat een vers werkelijk in mijn binnenste explodeerde. Dit was wat
ik God aan het vragen was: ‘God, wat is Uw wil voor mijn leven’? En in wezen had ik hier geen antwoord op gevonden. En
opeens was er dit: ‘Als je dit doet, zul je weten wat de goede, de welgevallige en de volmaakte wil van God is’. En dat
explodeerde gewoon in mijn hart. Ik sprong gewoon bijna uit mijn stoel.
En vanaf kerstmis tot 23 maart 1968, bestudeerde ik Romeinen 12:1 en 2. Ik las het iedere dag, zeggende: ‘God, wat betekent
dit’. En de Heer sprak een aantal dingen tot me. Bijvoorbeeld het woord ‘onderscheiden’. Dat zocht ik op in een
woordenboek en het betekent: ‘zichtbaar worden voor je fysieke zintuigen’. En dat was precies waar ik naar op zoek was. Want
ik geloofde dat God een bestemming voor mijn leven had. Dat was nooit het probleem. Ik wist dat God me ergens voor bestemd had,
maar ik wist gewoon niet wat het was. Ik geloofde wel dat het ergens was. Toen wist ik nog niet dat het in mijn geest was, want
ik had dat allemaal nog niet. Maar ergens wist ik dat de openbaring van God er was, ik wist alleen niet hoe ik het
gemanifesteerd moest krijgen aan mijn fysieke zintuigen. En dat is wat dit vers zegt: als je deze dingen doet, zul je aan je
fysieke zintuigen manifest maken wat de goede, de welgevallige en de volmaakte wil van God is.
En ik begon daarover te mediteren. Ik heb vanochtend maar kort tijd en ik kan hier wel uren lang over spreken, omdat Hij zoveel
dingen hieruit tot mij gesproken heeft. Maar in wezen is dit het kernpunt wat de Heer tot me zei. Op de eerste plaats was ik op
zoek naar Gods specifieke wil voor mijn leven. Wat wilde Hij dat ik deed? Wilde Hij dat ik een prediker werd, of een onderwijzer
of zo. Wat dan ook. En de Heer sprak hierdoor tot mij dat de specifieke wil van God voor ieder van ons verschillend is. Er is
een algemene wil van God voor ieder levend wezen, een algemeen doel, en dat is een levend offer te zijn.
Dat is echt de manier waarop Hij dat tegen mij zei: dat is echt Mijn wil voor jou. Mijn wil voor jou is dat je een volkomen
levend offer bent. En als je dat doet, is het onmogelijk dat je niet Mijn specifieke wil en plan voor je leven zou leren kennen.
Ik weet niet of het bij jou aanslaat, maar voor mij was dit een bovennatuurlijke openbaring.
En ik geloof werkelijk dat de Heer hierdoor heel veel dingen tot me gesproken heeft. Maar Hij zei me, dat als ik erachter zou
komen wat mijn roepingen en mijn gaven zijn, en ik op een of andere manier kon aansluiten op Gods zalving op mijn leven, maar
toch geen levend offer zou zijn, dan zou ik alles verprutsen. Het zijn als de sporten van een ladder. God wil dat je op de
eerste sport begint en dit vervult. En als je dat vervult, neem je de volgende stap en doe je dit en dat.
En de Heer liet me zien dat er veel mensen zijn die op de een of andere manier in hun bestemming gerold zijn. Misschien heb je
wel gaven en talenten. Bijvoorbeeld, je hebt muzikale vermogens, en je weet dat God je die talenten gegeven heeft. En het is
niet maar jij, maar het is gewoon bovennatuurlijk hoe dingen relatief gemakkelijk gaan voor je. Maar als je zou ontdekken dat
God talenten, gaven en vermogens in je leven heeft gegeven, en je bent géén levend offer, dan kunnen precies die talenten die
je hebt je leven verwoesten.
Ik weet niet of iemand dit beseft, maar ik geloof dat dit vaker gebeurt dan dat we zouden willen toegeven. Ik geloof dat er
zelfs pastors zijn, die hebben ontdekt dat God een roeping op hun leven heeft. Maar als je geen levend offer bent, en als jij
niet op de eerste en voornaamste plaats God tot het middelpunt van je leven maakt en Zijn aanwijzingen opvolgt, dan verzeker ik
je dat dít de reden is dat er zoveel rampen en tragedies in de bediening plaatsvinden.
En daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste, als jij jezelf niet als een levend offer aanbiedt aan God, dan heb je
gewoon niet de diepgang in karakter die je nodig hebt om dingen te kunnen volhouden. Pastor Bob heeft eerder over enkele van
deze dingen gesproken, maar je moet niet alleen de openbaring hebben van wat God wil dat je doet, maar je hebt ook de
integriteit en het karakter nodig om er mee om te kunnen gaan.
Ik heb heel wat bedieningen gezien. Ik ben zelf al 36 jaar in de bediening. En ik heb heel wat bedieningen zien komen en gaan.
Mensen die me inhaalden alsof ik in de achteruit stond. Maar weet je, ze hielden het niet lang vol en ze zijn allang verdwenen.
Ik kan nu op dit moment namen noemen, die op een gegeven moment de populairste namen waren in het Lichaam van Christus, maar als
ik ze nu zou noemen, zouden de meesten van jullie niet eens weten wie het waren. Je hebt niet eens van hen gehoord. Ze kwamen en
gingen. En weet je waarom? Omdat ze het karakter niet hadden en dat soort dingen.
De bediening is geweldig, ik hou ervan, ik prijs God ervoor. Ik denk aan sommige van onze Bijbelschoolstudenten die hier zaten
terwijl pastor Bob over enkele van deze zaken sprak. Hij had een hitlijst of hoe noem je dat, een afhaalmenu, en sommigen van
jullie dachten, waar hééft hij het over. Als je lang in de bediening bent, heb je waarschijnlijk diezelfde instelling. Nou, de
bediening is geweldig. Ze heeft haar moeilijke kanten, maar ik houd ervan, ik zou niet anders willen. Je bedient mensen en je
ziet mensen wederom geboren worden. En als jij niet op hun weg was gekomen, waren ze gestorven en naar de hel gegaan. Maar als
dat gebeurt, werpen mensen zich bijna letterlijk aan je voeten omdat ze zoveel van je houden en om je te bedanken voor wat je
gedaan hebt.
Je ziet mensen die genezen omdat jij tot hen gesproken hebt, en je ziet levens veranderen, en huwelijken hersteld. Je ziet
kinderen opgroeien. Ik ken hier een klein meisje, vlak nadat we dit gebouw hadden geopend, ik weet niet waar ze vandaan kwam.
Maar ze kwam hier en vertelde: ‘Mijn vader stierf toen ik 2 jaar oud was, en mijn moeder heeft me opgevoed door te luisteren
naar uw tapes’. Ik had haar nooit eerder ontmoet, maar ze was nu 20 jaar oud of zoiets en ze zei: ‘U bent mijn vader
geweest. Ik heb alles wat ik weet van u geleerd. U weet het misschien niet, maar u hebt me grootgebracht’.
Mensen houden van je en vertellen je hoe je hun levens hebt veranderd, maar als je geen karakter hebt, als je geen levend offer
bent, als jij nog steeds voor jezelf met dingen bezig bent, wist je dat dit je zal vernietigen? Het zal je letterlijk
vernietigen. Als mensen zich aan je voeten komen werpen en zeggen: ‘Als u er niet was geweest, had mij dit of dat nooit kunnen
gebeuren’, moet je deze toewijding hebben gemaakt, dat Jezus meer realiteit voor je is, en dat je meer van Hem houdt dan van
jezelf. Er zijn mensen die gewoon het karakter niet hebben om de dingen die God in hun leven doet vol te houden.
Hier zit dus een volgorde in. God wil allereerst dat je een levend offer bent. En dan dat jij je denken vernieuwt. En dan zul je
ontdekken wat de goede, de welgevallige en de volkomen wil van God is. Je zult de specifieke roeping en richting die God voor je
heeft ontdekken als je allereerst een levend offer bent. Maar als je dit proces ontloopt, en als je deze volgorde omgooit, als
God de bediening voor je zou openstellen en jou gebruiken en je bent géén levend offer, dan zou dit je leven verwoesten. En
God houdt te veel van jou en van de mensen die je moet bedienen, om dat te doen.
Er zijn sommigen van jullie die aan het bidden zijn geweest van: ‘Oh God, gebruik me, oh God, gebruik me. Oh God, open een
deur voor me.’ ‘Oh God, help me dit of dat te doen’. En je hebt de duivel de schuld gegeven, maar waarschijnlijk heeft God
de deur dicht gehouden omdat Hij zoveel van je houdt! Amen? Ik weet zeker dat sommigen van jullie hier echt gezegend door zijn!
Maar het is waar!
Ik herinner me nog de conferentie van Dave Duell. Ik ging daarheen en ik sprak op een van zijn zendingsconferenties, en daar was
een man die uit de homoseksualiteit was gekomen. En hij was nog maar een maand of twee wederom geboren. En ik deed een oproep
voor mensen die zich geroepen wisten voor de fulltime bediening om naar voren te komen. En deze man stond als eerste in de rij.
En toen ik naar hem toeliep, sloeg ik hem over en ging voor de andere mensen bidden. Hij liep dus uit de rij en ging aan het
einde van de rij staan. En toen ik bij het eind van de rij kwam, stopte ik en ik bad niet voor hem.
En tenslotte zei deze man: ‘Jij ontloopt mij om voor me te bidden. Waarom wil je niet voor mij bidden’? En ik zei: ‘Nou,
je wilt niet dat ik voor je bidt.’ Ik wist niet precies wat ik tegen hem moest zeggen, ik wist alleen dat hij gewoon niet
klaar was om in de bediening te staan. En ik had hem nog nooit ontmoet en ik wist helemaal niets over hem. Maar in ieder geval
hield hij mij ter plekke staande en zei: ‘Ik wil dat je nu voor me bidt’. Dus ik zei maar: ‘Oké’. En ik bad voor hem en
in wezen was het woord voor hem: ‘Jij bent maar bezig de duivel te bestraffen en je zegt dat het de duivel is die je weerhoudt
om in de bediening te gaan. Maar het is niet de duivel. Het is Gód die iedere deur voor jou om in bediening te gaan sluit. Hij
is degene die de mensen bij je vandaan houdt omdat als God nu de deuren voor je zou openen, zou jij je bediening verwoesten en
jezelf erbij’. En dit woord beviel deze man helemaal niet.
Maar het was waar. Hij kwam zelfs jaren later naar me toe om me te bedanken en zei: ‘Dat was een waar woord’. En hij had
genoeg integriteit om een keer naar mij toe te komen en over mij te profeteren toen ik een keer in ‘Green Mountain Falls’
was en in zijn kerk sprak. Dat vereiste heel veel moed van zijn kant, na wat ik over hem had gezegd. En wat hij profeteerde was
juist. Maar in ieder geval, deze man, zonder hem te willen beschuldigen, hij dreef gewoon nog steeds door en ging in de
bediening vóórdat hij het aankon. En hij viel in de bediening, raakte weer verstrikt in homoseksualiteit en dient God niet
meer. De laatste keer dat ik hem zag wilde hij niet eens met mij praten. Hij was verbitterd.
Maar ik verzeker je, dat veel mensen deze volgorde proberen te veranderen. Ze gaan maar aan de slag om een werk voor God te
doen. Vlak voordat God me deze verzen liet zien, in die achttien maanden waar ik je over verteld heb, dat ik aan het zeggen was:
‘Oh God, gebruik me. Oh God, gebruik me’. En één van de dingen die de Heer me vertelde was dat Hij zei: ‘Als je ooit
bruikbaar wordt, zal ik je gebruiken’. Hij zei: ‘Bid niet nog eens gebruik me. Ik wil je nog liever gebruiken dan dat jij
wilt dat Ik je gebruik. Want de ogen des Heren gaan over de ganse aarde, om krachtig bij te staan wiens hart volkomen naar Hem
uitgaat’. ‘Het probleem zit er niet in dat jij Mij moet smeken om jou te gebruiken, het probleem is, dat je niet bruikbaar
bent’. En Hij zei: ‘Je zou moeten bidden: ‘God maak me bruikbaar’.
En ik verzeker je dat op het moment dat je bruikbaar bent, God je zal gebruiken. God zal deuren voor je openen. En het vreemde
is, dat wij allemaal denken dat we bruikbaar zijn, lang voordat God denkt dat we bruikbaar zijn. Wij denken allemaal: ‘God, ik
ben er nu wel uit’. Je kunt natuurlijk niet wachten tot je volmaakt bent, want als dat zo zou zijn, zou God helemaal niemand
van ons kunnen gebruiken. Maar je komt wel zover dat je een grens passeert, dan heb jij je lesgeld wel betaald. En als God dan
de deuren voor je opent, dan weet je het ook, omdat je al door zoveel moeilijkheden bent gegaan dat je weet dat het niet door
jouw enorme wijsheid of jouw geweldige vermogens is gekomen, maar dat je weet dat het de genade van God was. En als er dan
succes begint te komen geef je alle eer en glorie aan God in plaats van aan jezelf. En mensen hebben gewoon tijd nodig om dat te
leren.
In feite sprak de Heer in de zomer, ik dacht 28 juni 1999, in ieder geval in die week. En Hij zei: ‘Nu begin je pas te doen
waar Ik je voor geroepen heb om te doen’. En ik zit als sinds 1968 in de bediening. Maar dat was in 1999, dus dat is zo’n 31
jaar en Hij zegt: ‘Je begint nú pas te doen waar Ik je voor geroepen heb’. Hij zei: ‘Als je gestorven was, of er was iets
gebeurd zodat je voor deze tijd was gestorven, was je Mijn plan voor je leven misgelopen. Al het andere was voorbereiding’.
En dat is voor sommige mensen ontmoedigend. Want ze denken: ‘Man, 31 jaar? En al die dingen die jij hebt gedaan? En je zegt
dat je nu pas begint te doen wat je moet doen’? Nou, zo was het bij mij. Ik ben misschien wel een trage leerling, dat weet ik
niet. Ik zeg niet dat dit bij iedereen zo moet gaan, maar als je in de Schrift kijkt, weet je dat Mozes 40 jaar voorbereiding
nodig had. Van David weten we niet precies hoe lang het duurde, maar ik heb geprobeerd dat uit te rekenen en dat is minstens 13
jaar voorbereiding geweest voordat hij klaar was voor de dingen van God. Bij Jozef duurde het 22 jaar voordat de visioenen die
God hem had gegeven uit begonnen te komen.
En als je naar het Nieuwe Testament gaat, had Paulus 3½ jaar in de Arabische woestijn nodig. En daarna, ik ben het precieze
aantal jaren vergeten, voordat Barnabas hem kwam halen, was nog een aantal jaren. En hij was de aller-snelste in het hele Woord
van God. God heeft gewoon tijd nodig om met dit vlees af te rekenen en een deel van dat proces. Ik geloof niet dat God ons
beproevingen oplegt, maar je moet gevormd worden. Je moet de dingen bewijzen. Het kan geen theorie voor je zijn. Je moet het in
de praktijk brengen. En het duurt gewoon een tijd voordat je de rijpheid en de stabiliteit ontwikkelt die nodig is om te doen
waarvoor God je geroepen heeft om te doen.
Dank je voor die oorverdovende stilte.
Niemand vindt dit een leuke boodschap. En het mag je niet bevallen, je kunt het verwerpen maar ik zeg je dat dit gewoon de
manier is waarop het werkt. Je kunt wel proberen een instant bediening op te zetten, maar ik verzeker je dat het niet zal
werken. Echt, het enige wat je kunt doen, is volgens dit vers, dat je jezelf tot een levend offer moet maken en zover komen dat
je zegt: ‘God, ook al wilt U dat ik de rest van mijn leven maar tot drie mensen spreek, ik ben bereid dit te doen, en ik zal
getrouw zijn en deze drie mensen dienen alsof het drieduizend mensen zijn’.
En op een gegeven moment zul je over een drempel stappen waar dit geen theorie meer is, maar praktijk en realiteit voor jou is
geworden, dat je bruikbaar wordt, en niet de eer voor jezelf zult houden. En satan zal niet in staat zijn om je door trots
jezelf te laten verheffen, om je daarna af te schieten. Als God ziet dat dit realiteit is geworden binnenin je, dán zal God
opeens deuren beginnen te openen en zo. Maar ik denk dat tussen de tijd dat je eenmaal deze toewijding maakt en dat je voor deze
test slaagt, dat kan enige tijd duren. Ik kan niet zeggen hoe lang dat zal zijn of door welke dingen je heen zult gaan. Maar je
zult door een proces heengaan, waardoor wat binnenin je is op de proef gesteld zal worden.
Ik beweer niet dat God die beproevingen stuurt. Satan is tegen je. Satan is tegen jouw bediening en ik kan je verzekeren dat je
problemen zúlt hebben. En er zúllen tegenslagen optreden. Maar je zult in staat moeten zijn om je focus te handhaven. Verander
nóóit je focus. Wijk nooit af van de visie die God in je hart heeft geplaatst, maar wees tegelijkertijd óók geduldig. ‘God,
het hoeft niet vandaag te gebeuren, ik ga dit niet forceren om te gebeuren’.
Weet je, op dit moment zou ik wel zoveel verschillende kanten op kunnen. En één van de manieren waarop God me deze dingen
heeft geleerd is door deze karakterstudies. Onze tweedejaars klas weet nog wel dat ik hierover heb lesgegeven. Ik heb net
onderwezen over David, Abraham, Jozef, al deze mannen. Dit is één van de dingen die in hun leven functioneerde.
Jozef was 13 jaar lang geduldig en volgde God bij ieder stap die hij deed. Hij was getrouw, getrouw, getrouw, en toch leek het
alsof hij bij iedere stap die hij deed, verder wegraakte van zijn doel. Als slaaf verkocht, vervolgens in de gevangenis gegooid.
En toch diende hij trouw in al die situaties. Maar voor mij is het meest bijzondere aan Jozef dat hij 30 jaar oud was toen hij
heerser over Egypte werd. De Farao nam zijn eigen ring en deed die aan de hand van Jozef. En hij zei: ‘Geen mens of zelfs een
hond kan een poot verzetten in dit land zonder jouw toestemming’. Hij had absolute macht en gezag over alles.
Maar het grootste over Jozef was dat het, nadat hij absoluut gezag had gekregen, nog negen jaren duurde voordat zijn broers
kwamen en voor hem bogen. Hij had dat af kunnen dwingen! Hij had met het leger van Egypte op ze af kunnen gaan en hen omsingelen
en gedwongen hebben hun knieën te buigen. Hij had die visioenen en dromen af kunnen dwingen! Maar een van de geweldigste dingen
van Jozef is dat hij niet alleen geduldig was toen hij een slaaf was, of in de gevangenis, toen hij helemaal niets kon doen,
maar ook toen hij absolute heerser werd van dat land. Hij handhaafde nog steeds diezelfde focus en blééf afhankelijk van God.
Nou, dat spreekt boekdelen voor mij.
Het is één ding als je in moeilijke tijden getrouw blijft, maar welke opties heb je dan? Dan is het óf opgeven en de handdoek
in de ring gooien, óf volhouden en op God blijven vertrouwen. Maar wat pas echt een grote test voor je karakter is, is als
alles goed loopt en je bent voorspoedig geworden en je bent nu in staat om alles op je eigen kracht te verwerkelijken. Blijf je
dan nog steeds van God afhankelijk? Zie je, er zijn heel wat mensen die op dit punt de fout in gaan.
Jozef had het volledig kunnen mislopen en wat Gods oorspronkelijke bedoelingen en plannen voor zijn leven waren geweest kunnen
kwijtraken. Maar hij was een levend offer. Zozeer zelfs, dat hij niets deed om Gods plannen en visie voor zijn leven te
realiseren. Hij bleef gewoon God dienen.
En ik verzeker je, dat dit in zoveel mensen ontbreekt, ze missen de juiste volgorde. Zovelen van ons zijn over hun bestemming
gestruikeld. God heeft je in de bediening geroepen of zoiets. En ik zeg dit niet over iemand individueel of vanwege kennis die
ik heb over mensen die hier zijn, maar ik zeg dat ik heel wat predikers heb gezien die in de bediening zijn om hún koninkrijk
te bouwen. Zodat zij voor zichzelf een naam kunnen creëren. Zien zij een andere pastor, die hetzelfde soort bediening heeft,
maar is hun kerk groter, dan worden ze bitter en jaloers: ‘Hoe kan het toch dat ik dit niet zie gebeuren. God, waarom hebt U
hén zo gezegend’?
Weet je dat dit een van de redenen is dat wij onze eigen leidersconferenties zijn begonnen? Want ik ben op leidersconferenties
geweest waar je moest gaan zitten afhankelijk van hoe belangrijk je was. En ik zat natuurlijk altijd op de laatste rij. En ik
keek om me heen. En het was gewoon een afknapper. Want het leek wel alsof ieder ander voorspoedig was. En ze kwamen zich
voorstellen en zeiden dan: ‘Ik ben pastor over duizend. Over hoeveel ben jij pastor’? En dat soort dingen. En het waren
gewoon mensen in de bediening, die wat God in hun leven had gedaan, gebruikten om iemand anders beschaamd te doen staan door hen
met zichzelf te vergelijken. En dat soort dingen.
En daarom zijn wij onze eigen conferenties begonnen. Je draagt geen pakken van $ 500,- zodat de sukkel naast je met zijn
armoedige pakje van $ 100,- er armoedig uitziet. En wij zijn onze eigen conferenties begonnen om dat soort dingen kwijt te
raken. Maar ik verzeker je dat ik het zó vaak gezien heb onder predikers. Het gaat allemaal om: ‘Kijk toch wat ik heb gedaan’.
Je vertelt mensen alles wat jij hebt gedaan en probeert jezelf met anderen te vergelijken zodat jij je goed kunt voelen. Ik
verzeker je dat je dan geen levend offer bent.
Er zijn mensen in veel kleinere kerken, zoals waar ik gisteravond over gesproken heb, zoals Lawson en Barbara die een kerk
hebben van 100 mensen in een stadje van 300 inwoners. Ze zijn een groter succes dan mensen die in een stad leven met een miljoen
inwoners en die er duizend in hun kerk hebben. Ik verzeker je dat God anders tegen dingen aankijkt. Maar er zijn zoveel mensen
in de bediening die zo vleselijk zijn. Ze zijn helemaal geen levend offer. Het is helemaal niet zo dat ze God op de eerste
plaats zetten. Ze gebruiken de bediening als een manier om naam en faam te verwerven. Ze willen dat mensen erkennen en beseffen
wie zij zijn. ‘Kijk eens wie ik ben. Kijk hoe belangrijk ik ben’. En ik verzeker je dat dit je als prediker zal belemmeren.
God houdt daar niet van. De Heer staat daar niet achter.
En natuurlijk spreek ik niet tegen iemand die hier is. Dit is natuurlijk voor alle mensen die niet zijn gekomen! (Gelach). God
heeft dit op mijn hart gelegd voor iedereen die hier niet is. Weet je, wij hebben allemaal met deze zelfzucht te maken. En ik
verzeker je dat er een moment in je leven moet komen dat je besluit dat er maar één God bestaat en dat jij hem niet bent. En
je houdt op met jezelf te aanbidden en jezelf te dienen. En je maakt iemand anders en iets anders belangrijker dan jezelf. Het
verbijstert me hoeveel mensen dit niet gedaan hebben. In feite durf ik zelfs te beweren: de meerderheid van de mensen.
En nogmaals, ik weet dat we hier geweldige mensen hebben, maar ik verzeker je dat hier heel wat predikers zijn, die hebben
ontdekt wat hun gaven zijn, en je hebt een gedeeltelijk verlangen om God te dienen, maar als het je alles gaat kosten en als je
wist wat je zou moeten lijden en doorstaan om in staat te zijn God te dienen, zou je er vandoor gaan. Je zou iets anders gaan
doen. Je leidt nog steeds je eigen leven. En dat is precies het punt dat verhindert dat je bruikbaar bent. God houdt teveel van
je om een bediening voor je te openen en je daar te plaatsen, omdat het je aan integriteit ontbreekt om in staat te zijn wat God
in je leven wil doen te bewaren.
En de manier om dit aan te pakken is dat we onszelf moeten vernederen en tot het punt komen waar we onszelf tot een levend offer
maken.
En zoals ik al eerder vertelde. Ik had 18 maanden gebeden: God wat is Uw wil voor mijn leven. En God toonde me door deze verzen
dat Zijn wil voor mij was om een levend offer te zijn. En het maakte geen verschil of ik Zijn specifieke wil ontdekte, en dat ik
ging doen wat Hij me opdroeg te doen, als ik geen levend offer was. Dan zou ik het mislopen. Het doet er helemaal niet toe als
ik een bediening zou hebben en mensen over de hele wereld mij zouden kennen. Als ik voor de Heer kom te staan is mijn
persoonlijke relatie met Hem het enige waarover ik mij zal moeten verantwoorden. Wat heb ik gedaan? Heb ik Hem gezocht? Staat
God op de eerste plaats in mijn leven?
Als Hij niet op de eerste plaats komt in mijn leven, verzeker ik je dat dit God niet behaagt. En ik zeg niet dat Hij me dan gaat
straffen. Want God is een God van genade en heeft met al mijn mislukkingen al afgerekend. Maar het behaagt Hem niet. En je kunt
een grote bediening opbouwen, maar als het hout, stro en stoppelen zijn, zoals in 1 Korintiërs 3 staat, en God beproeft het,
dan zullen er heel wat predikers voor God staan die grote gebouwen en roem en faam hebben opgebouwd, grote bedieningen met tapes
en boeken overal. Maar als God met ze klaar is, blijkt alles een grote hoop as. Heel weinig goud en zilver en kostbaar
gesteente. Het was allemaal werk van het vlees.
Het doet er helemaal niet toe wat jij met jouw talenten en vermogens kunt doen. Het gaat allemaal om, waar God je toe geroepen
heeft om te doen, en doe je het op de manier zoals God het wil? En daar zul je jezelf voor moeten verantwoorden.
Ik weet niet of je er ooit over nagedacht hebt, maar ik ben wel eens naar zoiets geweest waar ze van die popsterren hebben die
dingen doen die niet van God zijn. En dan zijn er vijftig tot honderdduizend mensen. En dan denk ik: ‘Het is niet alleen God
die volle zalen trekt’. Je kunt de waarde van een bediening niet vaststellen op basis van hoeveel mensen er op af komen of
zoiets. En dan zie je sommige van de christelijke dingen die opgevoerd worden, en ik verzeker je dat er geen integriteit is, het
heeft geen enkele waarde, maar de mensen komen met duizenden opdagen.
Je kunt geen zalving vaststellen alleen op basis van financiën of aantallen mensen of dat soort dingen. Je hebt een toewijding
nodig: ‘God, ik zal een levend offer zijn’. En weet je wat het doel van een offer is? Je kruipt het altaar op, zodat je aan
jezelf kunt sterven. Je maakt jezelf volledig kwetsbaar en volledig ter beschikking van iemand anders. Achttien maanden lang heb
ik gebeden: ‘God laat me zien wat Uw wil is’. Nou, Gods wil voor jou is dat je een levend offer bent.
Ik heb daarna vier maanden nodig gehad om hierover te mediteren, om zelfs maar te gaan beginnen te begrijpen wat een levend
offer was. Je hebt me hierover horen spreken. Maar op 23 maart 1968 tijdens een gebedssamenkomst zag het eruit alsof het zo uit
de blauwe lucht kwam vallen. Maar de waarheid is, dat ik bezig was met God te zoeken. En God is bezig geweest mijn hart klaar te
maken. En uiteindelijk, ‘boem’, zag ik wat ik in mijzelf was, los van Christus. Het vleselijke deel van mijzelf, waar ik van
iedereen schouderklopjes kreeg. En ik was mijnheer de rechtvaardige zelf, en leider van al deze dingen in de kerk. God liet me
zien dat al deze rechtvaardigheid als vuile vodden zijn, omdat het zelfgerechtigheid was.
In één avond, een uur en 45 minuten, veranderde mijn hele leven van eigengerechtigheid en zelfgerichtheid, en zelfbewustzijn
over wie ik was, en bekeerde ik me daarvan. Natuurlijk, ik was al wederom geboren toen ik acht jaar oud was en ik was al de
gerechtigheid van God. Maar ik kreeg een openbaring van mijn gerechtigheid bij God die niet was gebaseerd op wat ik had gedaan,
maar op basis van wat Jezus voor mij had gedaan. En dat transformeerde mijn leven gewoon totaal. Het veranderde mij.
Ik weet gewoon niet hoe ik dit tegen andere mensen moet zeggen. Want God gaat verschillend met mensen om. Niet iedereen is
hetzelfde. Maar ik was achttien maanden lang bezig geweest met zeggen: ‘God, gebruik me, God, gebruik me. God gebruik me’.
En vier maanden lang was Hij bezig tegen mij te zeggen: ‘Je bent niet bruikbaar. Je moet een levend offer zijn’. En dat ben
ik gaan zoeken. En ‘boem’, op een avond heb ik de witte vlag gehesen en een toewijding aan Jezus gemaakt zonder enig
voorbehoud.
Dat is altijd iets subjectiefs. Iemand kan best denken: ‘Nou, ik weet niet zo zeker of jij je leven wel volledig aan God hebt
toegewijd’. Maar ik garandeer je, dat er gewoon niets meer over was gebleven om over te geven. Ik zat in een gebedssamenkomst
met alle leiders van de kerk en al mijn vrienden en leeftijdsgenoten op wie ik zo’n indruk maakte. Ze waren zo onder de indruk
van mij, dat ze me ieder zondag vooraan in de kerk lieten komen en schouderklopjes gaven vanwege hoeveel mensen ik tot de Heer
had geleid. En al dat soort dingen.
En ik keerde mezelf binnenstebuiten en begon al mijn arrogantie en eigen gerichte instelling te belijden. En ik begon zelfs
dingen te belijden waarvan ik tot op dat moment niet eens wist dat ze er zaten, tot Gods licht op me begon te schijnen. En ik
ruïneerde totaal ieder reputatie die ik ooit maar bezat en keerde mezelf totaal binnenstebuiten. Ik beleed gedachten,
gevoelens, emoties die smerig en goddeloos waren. Ik wilde totaal schoon schip maken voordat God me zou doden. Zo voelde ik dat
toen.
Maar ik maakte een totale toewijding. En ik weet nog dat ik de volgende ochtend naar mijn baptistenkerk ging. En ik wist de
woorden er niet voor, ik wist gewoon niet wat ik moest zeggen, maar ik vertelde hen: ‘Ik heb een ontmoeting met God gehad. God
is aan mij verschenen’. En ik zei:’Ik zal nooit meer dezelfde zijn. En voor die tijd, iedere keer als wij een
opwekkingsdienst hadden, vroegen ze een hertoewijding, een nieuwe aanraking. ‘Je hebt iets nieuws van de Heer nodig’. En het
was altijd dat je iets nieuws moest doen voor de Heer, iedere keer als ze een uitnodiging gaven. Als wij een dienst van vijf
avonden hadden, ging ik vijf avonden achter elkaar naar voren en wijdde mezelf opnieuw toe. En dan bekeerde ik me weer. Als ik
een ‘hertoewijder’ had gehad, had ik die van mij versleten. Want vanaf acht jaar oud, ging ik iedere keer naar voren, ik
bekeerde me iedere keer. Ik was altijd op zoek naar iets nieuws en probeerde iets te bereiken.
Maar op 23 maart 1968 gaf ik alles wat ik had aan God, zonder enige restricties. En de volgende ochtend stond ik voor die kerk
en probeerde uit te leggen wat er was gebeurd. En ik zei: ‘Je zult nooit meer zien dat ik mijn leven opnieuw zal toewijden. Je
zult mij nooit meer zien dat ik moet zeggen: God ik geef mijn leven aan U’. Want ik had alles gegeven dat ik had. Er was niets
meer over. En sommigen van jullie denken: ‘Ik weet niet of ik dat ooit kan’. Nou, dit is míjn getuigenis en daar blijf ik
bij. Ik heb me absoluut, totaal overgegeven aan alles wat God in mijn leven wilde doen. En om dat te bewijzen sprak de Heer tot
me en zei me dat ik van school af moest gaan. Toen ik van school af ging, raakte ik $ 350,- per maand overheidsuitkering kwijt.
Ik raakte mijn vrijstelling van dienstplicht voor studenten kwijt. Ik werd opgeroepen voor militaire dienst en naar Vietnam
gestuurd. En er zaten geen verborgen voorwaarden aan. Toen ik in Vietnam zat, wist ik dat ik precies daar was waar God wilde dat
ik zou zijn. Het was een logisch gevolg van wat God me had gezegd te doen. Ik was bereid dat allemaal te doen. Het zag er een
aantal keren naar uit dat ik zou sterven, en ik had daar geen enkel probleem mee. Jij kunt misschien mijn toewijding in twijfel
trekken, maar ik had er zelf geen enkele twijfel over. Ik maakte mezelf tot absoluut totaal offer, en dat is wat mijn leven
volkomen omkeerde. En vanaf dat moment begon ik in de juiste richting te gaan.
En de Heer sprak hierdoor tot mij en zei: ‘Als jij jezelf tot een levend offer maakt en dan niet gelijkvormig aan deze wereld
wordt, maar hervormd wordt door de vernieuwing van je denken, dan zul je ontdekken wat de goede, de welgevallige en de volmaakte
wil van God is’. En de Heer stelde het zo: ‘Je zult dan letterlijk Mij moeten verwerpen, je zult bewust en opzettelijk
moeten rebelleren om nog te voorkomen dat je ontdekt wat Mijn volmaakte wil voor je leven is’.
En zo is mijn leven vanaf die tijd geworden. Ik heb nooit zoiets gezien als een gesloten deur of zo, en gezegd: ‘Ik ga deze
deur open beuken door gebed en ik gá deze dingen tot stand brengen’. Zo is mijn leven niet geweest. Mijn leven draait
helemaal om, gewoon God liefhebben en God zoeken en als ik dat doe, dan opent God gewoon bovennatuurlijk deuren en laat de
dingen werken.
Nou zit daar nog steeds inspanning aan vast. Je moet het nog steeds najagen. En ik moet nog steeds vast leren staan en tegen
ongeloof vechten en dat soort dingen. Maar ik heb nog nooit met God hoeven worstelen en God ook maar overhalen om wat dan ook te
doen. Ik geloof echt dat Gods volgorde is, op de eerste plaats beseffen dat je een bestemming en een doel hebt, en dán moet je
erkennen dat de eerste stap naar de vervulling daarvan is, dat je een levend offer moet zijn.
En als jij nog steeds je eigen leven bestuurt, als jouw eigen wijsheid nog steeds overeind staat, naast die van God, en af en
toe ga je nog in discussie met God of Hij je echt wel de allerbeste aanwijzingen geeft: ‘God, ik denk toch echt dat dit of dat
beter is’, als jij nog steeds vertrouwt op je eigen inzicht, moet je de witte vlag hijsen en je daarvan bekeren.
Ik doe nog steeds van alles. Ik maak fouten en dat soort dingen. Maar ik verzeker je dat dat niet is omdat ik voelde dat God me
ergens toe leidde en ik dacht: ‘Ik denk dat mijn eigen idee beter is’. Dat speelt al meer dan 30 jaar geen enkele rol bij
mij. Ik doe af en toe domme dingen, omdat ik dan geen tijd heb genomen om te vragen en te zoeken. Je maakt daarom fouten. Ik zeg
dus niet dat ik perfect ben. Maar ik verzeker je, dat als God tot me spreekt en me zegt iets te doen, dan is die kwestie wie de
baas is en wie de uitvoerder en wie de leiding heeft in deze zaak al 36 jaar geleden geregeld. En zo wil God het. En dat
betekent nog niet dat ik dit volmaakt gedaan heb.
Weet je, ik moet hier het volgende aan toe voegen. Want als ik hierover spreek gaan mensen denken dat het een kwestie is van
één keer een toewijding, en dat was het dan. Alsof je nooit meer met je vlees te maken krijgt en nooit meer met zelfzucht of
zelfgerichtheid. Zo werkt het helemaal niet. Totaal niet.
Ik heb dit voorbeeld vele keren gebruikt. Ik heb ooit met James Erwin gesproken, de man die op de maan is geland. Ik was echt
heel nieuwsgierig naar zijn verhaal, hoe dit allemaal gebeurd is. En ik dacht dat ze zo’n technologie hadden, dat ze die
capsule naar de maan afgeschoten hadden en dat ze precies landde op de plek die ze hadden uitgezocht. En hij vertelde me dat ze
in werkelijkheid gewoon afgeschoten werden, in de richting van de maan en dat ze vier en een halve dag lang, iedere 10 minuten
een koerscorrectie moesten uitvoeren. En hij vertelde dat de koerscorrectie soms maar een fractie van een graad betrof. En
andere keren vloog die capsule in een hoek van 90o ten opzichte van de koers die ze moesten gaan. En dan moesten ze 10 minuten
lang gas geven om hem weer de kant op te krijgen waar hij heen moest. In werkelijkheid gingen ze zigzaggend naar de maan.
Ze hadden een landingszone uitgezocht van vijfhonderd mijl. En toen ze landden, probeerden ze daar te landen. En hij vertelde
dat toen ze uit de ‘Luna Lander’ stapten, hij over de grens had kunnen springen. Ze hadden de landingszone van vijfhonderd
mijl bijna gemist! Het was niet perfect. Het was helemaal niet op de manier waarop ik dacht dat het ging. Maar ze vertrokken
gewoon en maakten voortdurend van die correcties. Maar ze bleven áltijd naar dat doel gaan.
En zo is het ook als je jezelf een levend offer maakt. Ik heb die toewijding met mijn hele hart gemaakt. Zonder enig voorbehoud.
Maar God kan je niet alles over je zelfzuchtige persoon in één keer laten zien. Als Hij dat zou doen, zou je het niet
aankunnen. Je zou het niet aankunnen als je jezelf precies zou zien vanuit Gods gezichtspunt. Als je zou zien hoe zelfzuchtig en
hoe vleselijk je bent. Je zou het gewoon niet aankunnen.
En bovendien lukt het je nooit om met jezelf af te rekenen en dat het daarna nooit meer opduikt. Ik heb altijd mensen gehad, als
ik over iets dergelijks predik, die komen vragen: ‘Wilt u het ‘zelf’ bij mij uitdrijven?’ Nee, dat kan helemaal niet. De
enige manier om het ‘zelf’ bij je uit te drijven is je doden! Dan zul je vrij zijn van het ‘zelf’. Dan ben je
ogenblikkelijk veranderd! Maar dat is de enige manier. Zolang als je in dit lichaam bent, zal het oude vleselijke zelf er zijn
en het zal altijd de neiging hebben zichzelf te verheffen en te denken dat jij het middelpunt van het heelal bent, en dat de
hele wereld om jou draait. Je zult met deze zelfgerichtheid af moeten rekenen.
De Heer sprak dus tot me: ‘Het is net als met naar de maan reizen’. Je kunt werkelijk vandaag een besluit nemen en zeggen:
‘Ik maak mezelf tot een levend offer, want ik ben nog steeds het middelpunt van mijn universum. Ik gebruik de bediening nog
steeds om mijn eigen naam te vestigen, zodat ik mezelf belangrijk kan vinden. Ik hou niet echt van deze mensen. Ik doe het
allemaal om mezelf.’ Als jij vandaag die openbaring krijgt en een toewijding maakt: ‘God, ik wil een levend offer zijn’,
dan zul je binnen tien minuten de gelegenheid krijgen voor een koerscorrectie.
Je gaat weer naar achter en iemand neemt precies dat stuk fruit dat jij wilde. En je hebt weer een gelegenheid om te zeggen: ‘Ach
weet je, het is meer gezegend om te geven dan om te ontvangen’. En heel de rest van je leven zul je iedere tien minuten een
koerscorrectie moeten uitvoeren. Ik heb nog steeds een ‘zelf’ en het is niet dood. Het bestaat nog steeds. En ik moet
voortdurend aan mijzelf sterven en me aan mijn toewijding vasthouden. Maar zo gauw ik besef wat ik doe, is er geen twijfel aan,
ik weet dat ik verkeerd doe en dat dit niet de manier is waarop ik mijn leven wil leiden. En ik bekeer me daarvan.
Als jij dus een toewijding maakt, betekent het niet dat je nooit meer een probleem zult hebben. Maar je hebt wel nodig om een
toewijding te maken en dit proces te beginnen om een levend offer te zijn. En alleen als je dat vervult, zul je werkelijk
gekwalificeerd zijn om de volgende stap te nemen.
En broeders en zusters, ik zeg dit nu in liefde, maar ik verzeker je dat God sommigen van jullie heeft tegengehouden om
voorspoedig te zijn. En dat God je kerk verhindert om te groeien en een zegen te zijn. Want je bent niet genoeg aan God
toegewijd om het succes te kunnen hanteren. Je zou er opgeblazen van raken, en satan zou je erdoor vernietigen. Je zou de mensen
beschadigen en jezelf vernietigen. God houdt teveel van je. Hij houdt meer van jou dan van wat jij voor Hem zou kunnen doen. En
Hij wil dat jíj een levend offer wordt. Als je dat nog niet bent, moet je dat doen. Amen? Prijs God.
Ik wil dus verder gaan langs deze lijn, over het zijn van een levend offer. En sommigen van jullie hebben me deze dingen eerder
horen zeggen, maar ik geloof dat het voor herhaling vatbaar is. Ik kan gewoon niet spreken over het vervullen van jouw door God
gegeven bestemming zónder hier over te spreken. Want er komt nóg iets kijken bij dit ‘een levend offer zijn’ uit Romeinen
12:1 en dat is dat je gaat inzien dat het bij jouw redding en in jouw bediening in wezen allemaal gaat om jouw persoonlijke
relatie met God.
Het enige dat we moeten doen als we andere mensen bedienen of met hen iets delen, moeten zijn iets nemen dat God al in onze
levens heeft gedaan. Iets dat actief en levend is in onze levens en dat aan andere mensen doorgeven. En ik geloof dat een van de
grootste fouten die predikers maken, is dat ze naar het Woord gaan, of ze gaan naar een conferentie om een boodschap te
verkrijgen die ze aan andere mensen kunnen doorgeven, terwijl het niet eens in hun eigen leven werkzaam is. Dat maakt het tot
schallend koper en een rinkelend cimbaal, en het heeft geen enkele impact, omdat het in je eigen leven geen realiteit is.
Ik heb Kenneth Copeland het volgende horen zeggen. Toen ik het hem hoorde zeggen wist ik het nog niet zo zeker, maar door de
jaren heen ben ik het er helemaal mee eens geworden. Hij mediteert zeker twee jaar over iets, voordat hij erover spreekt. Waar
het om gaat is, dat je het moet léven. Het moet openbaring zijn geworden voor jou, voor je het aan andere mensen probeert over
te brengen. Zo vaak moedigen we andere mensen aan om een persoonlijke relatie met God te hebben, terwijl onze eigen relatie van
geen kanten deugt. Dat is tragisch. Het is een ramp als een prediker ooit zijn eigen relatie met God verliest, omdat hij het zo
druk heeft met de prediking.
En toch gebeurt dat heel gemakkelijk. Als jij een reguliere baan zou hebben, die zou vereisen dat je 24 uur per dag, 7 dagen per
week, ieder dag van het jaar beschikbaar zou moeten zijn, zouden de meesten van jullie daar niet aan beginnen. De meesten van
jullie zouden zeggen: ‘Ik heb een gezin en ik heb ook nog andere verantwoordelijkheden’. Maar veel predikanten zijn 24 uur
per dag beschikbaar. Als er iets in je kerk gebeurt, dan bellen mensen op ieder uur van de dag of de nacht. Ik herinner me dat
een vriend van me op weg was naar zijn eerste vakantie in zeven jaar. En terwijl ze de deur uitliepen ging de telefoon. En zijn
vrouw smeekte hem: ‘Alsjeblieft, neem niet op’. En hij zei: ‘Maar ik ben de pastor, ik móet opnemen’. En hij nam de
telefoon op, en een van de leiders van de gemeente was gestorven en hij moest naar de familie en annuleerde zijn vakantie.
Je zou een reguliere baan nooit zoveel van je tijd in beslag laten nemen en zulke eisen aan je laten stellen. Maar vanwege de
bediening kunnen wij letterlijk zó gefocust raken en zo in beslag genomen worden dat je helemaal geen tijd meer voor God hebt.
Bediening kan je relatie met God volkomen verwoesten!
Een jaar of twintig geleden sprak ik hierover in een leidersconferentie, hier in Colorado Springs. En deze vriend van mij die
hier op de conferentie was, ging terug naar zijn eigen kerk en zei: ‘Vanaf nu is maandag mijn vrije dag. Als je dood gaat moet
je op een andere dag doodgaan. Maandag is nu mijn vrije dag en het maakt niet uit wat er gebeurt. Ik zal mijn compagnons op de
hoogte stellen, zodat ze andere mensen kunnen bellen, maar mij zul je niet te spreken krijgen. Want de maandag is voor mijn
relatie met God en voor de relatie met mijn gezin. Je kunt verder hoog of laag springen, maar dat is mijn vrije dag.’ En
direct daarna kwam een vrouw naar hem toe en zei: ‘Maar pastor, de duivel neemt nooit een vrije dag’. En hij keek haar aan
en zei: ‘Dus als ik geen vrije dag neem, dan ben ik precies als de duivel’! Dat is een goed antwoord!
Je moet beseffen dat het geweldig is om in de bediening te zijn en uit bewogenheid mensen lief te hebben. Maar je moet je
persoonlijke relatie met God in stand houden. Daar gaat het allemaal om. Als je aan het bedienen bent en je moet water putten,
maar de bron is opgedroogd, dan maakt het niet uit hoe, hoe heet dat ook weer, zo kun je zien hoe goed ik opgeleid ben, hoe
homiletisch correct je bent, heet het zo? Het doet er niet toe of je alle puntjes op de i kunt zetten en alle streepjes op de t.
Er zit dan gewoon geen leven in je. Als jij geen levende relatie met God hebt, kun je geen leven overbrengen en de mensen niet
vrij zetten.
Wat ik dus aan je wil vertellen is hoe fundamenteel een persoonlijke relatie met God is, om je bestemming te vervullen. En dit
zou ik niet eens moeten hoeven te zeggen. Sommigen zullen denken: ‘Dit is toch elementair’? Maar zo gauw we hier allemaal in
leven dan ga ik wat anders prediken. Amen?
Ik hoorde een verhaal over iemand die preekte over Johannes 3:16. En ze vonden de preek geweldig en stemden dus voor hem als
pastor. En in de eerste week als pastor preekte hij over Johannes 3:16. En ze dachten: hij is zeker vergeten wat hij vorige week
heeft gepreekt. Natuurlijk zeiden ze niets. En de tweede week als pastor preekte hij over Johannes 3:16 en de mensen begonnen
zich af te vragen: wat is er mis met deze man. En de volgende week sprak hij weer over Johannes 3:16. Ze kwamen in vergadering
met de oudsten bijeen en zeiden: ‘Als hij dat volgende week weer doet, gaan we er iets van zeggen’. De volgende week preekte
hij weer over Johannes 3:16. En tenslotte stonden de diakenen op en spraken met hem en zeiden: ‘Pastor, dit is al de vierde of
vijfde week dat u over Johannes 3:16 spreekt. Weet u niets anders? Wij willen dat u over iets anders spreekt’. En hij zei: ‘Ik
zal een afspraak met jullie maken. Zo gauw jullie gaan léven wat ik spreek, dán ga ik over iets anders prediken’. Als we het
zo zouden doen, zouden we niet zoveel verschillende preken hebben. Maar we denken dat we steeds met iets nieuws moeten
komen.
Dit is zo fundamenteel hier. Johannes 3:16 zegt: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft
gegeven, zodat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’. Laat ik uitleggen wat dit niet zegt.
Dit zegt dus niet dat God de wereld zo lief had, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven zodat je niet verloren gaat. Punt.
De Heer is niet op de eerste plaats gestorven om jouw zonden te vergeven. Dat is niet het doel van redding. Het is alleen zo dat
de zonde een barrière vormde, tussen ons en God en een verhindering was voor onze relatie met God. En daarom stierf de Heer wel
degelijk voor onze zonden, en heeft Hij inderdaad die barrière weggenomen. Maar waartoe? Opdat je eeuwig leven zou hebben. Niet
opdat alleen maar je zonden vergeven zouden zijn.
En de meeste mensen denken dat eeuwig leven voor altijd voortbestaan is. Maar dat is het helemaal niet. Want direct hierna, in
hetzelfde hoofdstuk als je naar het laatste vers gaat van hoofdstuk 3 staat er: 36 Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige
leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. Dit zegt dus, dat als je
in de Zoon gelooft, dat je eeuwig leven hébt. Dit is niet iets dat ooit in de toekomst gaat plaatsvinden, het is geen
toekomende tijd, maar realiteit voor de tegenwoordige tijd. Ik kan je alleen al in de evangeliën drie andere verzen laten zien
die over eeuwig leven gaan als een bezit voor de tegenwoordige tijd.
Dit gaat dus niet over iets dat pas gebeurt als we sterven en naar de Heer gaan. Sommige mensen denken dan, dat het dus moet
gaan over de kwaliteit van leven. Het soort leven dat je leidt. Nou, dat is er wel deel van, maar laat ik je een definitie
geven. Dit is de definitie van de Bijbel zelf: Johannes 17. Hier is Jezus aan het bidden in de hof van Getsemane, op de avond
voor zijn kruisiging. En in Johannes 17:2 zegt Hij: 2 Zoals U Hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat Hij het eeuwige
leven geeft aan allen die U Hem gegeven hebt. 3 En dit is het eeuwige leven, en dit is definitie van eeuwig leven: ‘dat zij U
kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt’.
Eeuwig leven is niet naar de hemel gaan of voor eeuwig bestaan. Hitler leeft ook voor eeuwig. Mussolini leeft voor eeuwig.
Sommige mensen beweren: ‘Het is voor eeuwig bestaan in de hemel’. Nee, dit leert dat eeuwig leven een bezit is voor het nu,
tegenwoordige tijd. En dat eeuwig leven is: ‘God de Vader kennen én Jezus Christus’. Sommige mensen denken: ‘Dat is
teleurstellend. Ik dacht dat het wel meer was dan ze gewoon kennen’. Nou, dit gaat over het ‘kennen’ in de Bijbelse zin
van het woord. Zoals er staat dat ‘Adam zijn vrouw Eva kende en ze werd zwanger en baarde een kind’. ‘Kaïn kende zijn
vrouw’. Dit gaat over een verregaande intimiteit.
Neem dat allemaal eens naar Johannes 3:16, want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, máár tot een intieme persoonlijke relatie met Jezus komt. Als jouw zonden
vergeven zijn, maar je hebt geen intieme, persoonlijke relatie met Jezus, loop je het doel van redding mis! Dat is een radicale
uitspraak.
Maar dit is niet wat de kerk tegenwoordig predikt. Want de grote lijn van de evangelisatie die tegenwoordig plaatsvindt gaat
van: ‘Bekeer je of anders…. Keer je om of verga’. ‘Wordt gered zodat je niet naar de hel gaat’. In wezen wordt er
gepredikt dat God de wereld zo lief had, opdat je niet verloren gaat. Punt. En het eeuwige leven wordt niet benadrukt. We hebben
geen persoonlijke relatie met God benadrukt. We vertellen mensen dat het hele doel van tot de Heer komen is, zodat je zonden
vergeven worden, opdat je niet naar de hel gaat.
En door dat zo te zeggen hebben we gelovigen op een bepaalde manier geleerd dat dat het doel van redding is. Zodat je niet naar
de hel gaat. En als dat het enige gevolg van redding was, zou dat al geweldig zijn. Het zou al veel meer zijn dan we verdienen.
En als dat het enige gevolg van redding was, zou ik het nog prediken, omdat het nog steeds meer zou zijn dan we verdienen en het
nog steeds geweldig nieuws is.
Maar dat schiet zo ver te kort aan weergeven waar Jezus voor gekomen is. Hij kwam niet alleen om je zonden te vergeven, zodat je
niet zou verloren gaan, maar zodat je een intieme en nauwe persoonlijke relatie met Hem zou krijgen. En omdat wij dat niet als
het doel van redding hebben voorgesteld, gebeurt het dat de meeste mensen zich bekeren, en ze worden wederom geboren en als ze
eenmaal de zekerheid van hun redding hebben ontvangen, nou, waarom zou je nog verder naar de kerk gaan? Waarom zou je verder nog
het Woord bestuderen? Wat is de zin die dingen doen? Tenslotte hebben ze al wat ze zochten! Ze hebben hun doel bereikt. En dus
zoeken ze net genoeg de Heer en gaan net genoeg naar de kerk om hun geweten gesust te houden en het vol te houden tot aan de
hemel.
En dat is de reden dat je mensen bijna moet dwingen om dingen te doen en op zoek naar de Heer te gaan. Want dit is wat de kerk
heeft gepredikt. De Bijbel zegt dat geloof komt door het horen, en het horen door het Woord van God. En als wat wij prediken en
wat mensen geloven alleen maar is: ‘Kom tot Jezus, zodat je zonden vergeven worden en je niet naar de hel gaat’, dan is dat
waar ze geloof voor krijgen en waar ze voor leven. En je zult ontdekken dat de overgrote meerderheid van mensen die zich
christen noemen, dat hebben gekozen om aan de hel te ontkomen. Maar ze hebben niet als doel van hun leven: intieme en
persoonlijke relatie met Jezus.
We zeggen dat dit is voorbehouden voor de superheiligen. Het is voorbehouden voor de volwassen en rijpe christenen, en we
denken: ‘Laten we blijven bij de basis dingen’. Dit ís de basis. Dit ís de kern van Johannes 3:16, een van de meest
bekende verzen van de Bijbel. Dit is het dóel van redding. Wij zouden mensen moeten gaan vertellen dat het doel van redding
niet is om je zonden vergeven te krijgen, maar om een intieme relatie met God te krijgen, dat de Almachtige God zoveel van je
houdt, en Hij zó vol is van jou, dat God de Almachtige tijd met jou wil doorbrengen en je allerbeste vriend wil zijn. Zoals Gil
al besprak dat we ieder uur van ieder dag met Hem kunnen communiceren. De Heer is er altijd en bewoont de lofzang van Zijn
mensen . God houdt gepassioneerd van ons.
Je weet, ik heb dit eerder gebruikt. Ik citeer Rob Thomson vele, vele malen. Hij zei: ‘God houdt zoveel van me dat Hij mijn
foto in zijn portemonnee heeft. En een grote foto op zijn schoorsteenmantel’. Amen? God houdt van ieder van ons op die manier.
God wil dat ieder van ons individueel een intieme relatie met Hem heeft. Maar de meeste mensen hebben dat niet. Hier spreek ik
voor een groep predikers. Maar mijn persoonlijke ervaring met vele pastors is, dat ze een bijzonder arme relatie met God hebben.
En dat komt vooral vanwege de eisen die aan hen gesteld worden. Ze staan toe dat andere mensen letterlijk de tijd in beslag
nemen die ze met God zouden moeten doorbrengen. En vaak prediken ze over dingen die ze 20 of 30 jaar geleden hebben gepredikt.
En er zijn heel wat pastors die gewoon niet de Heer liefhebben, en niet die relatie in hun leven hebben. Hoe moeten ze in
hemelsnaam aan andere mensen geven wat ze zelf niet hebben? Jouw persoonlijke relatie met God en die onderhouden, is wat mij
betreft de sleutel die álle andere dingen opent. En ál het andere werkt van daar uit.
Als jouw bediening, jouw kerk en jouw relatie met God aantast, dan is dat het eerste wat je moet veranderen en de juiste
prioriteit weer stellen. En als dat niet kan moet je met de bediening stoppen. De bediening mag nooit ten koste gaan van jouw
relatie met God. De Heer zou je allerbeste vriend moeten zijn. En als je dat soort relatie zou hebben, waarin de Heer voor jou
persoonlijk is, ik bedoel dat je hoort van de Heer, dat is besmettelijk!
Ik weet niet hoe ik dit moet uitleggen, maar de meesten van jullie hebben dit meegemaakt. Waarschijnlijk hebben de meesten van
jullie het wel op enig moment ervaren. Maar de waarheid is, dat we hierin op en neer gaan. Maar het zou dé constante factor in
je leven moeten zijn. Jouw persoonlijke relatie met God zou je allereerste prioriteit moeten zijn. Je zou zoals we in dat oude
baptistenliedje zongen: ‘Iedere dag met Jezus is beter dan de dag ervoor’. Het zou iedere dag beter moeten zijn. Maar voor
zoveel mensen is het een herinnering aan toen God hen twintig jaar geleden aanraakte, toen je met de Heilige Geest werd vervuld.
En na die tijd heb je nooit meer zo’n vervulling gehad. Weet je, zo zou het niet moeten zijn. We zouden een voortdurend leven
moeten hebben, waarbij de vreugde des Heren in ons leven stroomt. En zo gaat het niet altijd.
Het punt dat ik duidelijk probeer te maken is, dat dít het doel van redding is. Hier gaat het allemaal om. En dit zou onze
persoonlijke ervaring moeten zijn. Dat onze persoonlijke relatie met God het meest geweldige in ons leven zou moeten zijn. Dat
je relatie met God beter is dan die met je partner. Beter dan je relatie met je kinderen. Beter dan je relatie met de mensen. Je
zou meer enthousiast moeten zijn over de Heer dan over de kerk.
Al die dingen zijn heel eenvoudig te zeggen, maar moeilijk te realiseren en in je leven werkzaam te krijgen. Maar dit is gewoon
fundamenteel. Als wij dat zouden doen, als we gewoon gemeenschap met de Heer zouden hebben, geloof ik werkelijk dat wat er dan
gaat gebeuren gewoon verbazingwekkend is. Als we van God horen en vreugde des Heren binnen in ons hebben, maakt het in al het
andere gewoon een enorm verschil uit.
Eén van de dingen waar we veel mee te maken hebben, en waar we veel over horen is de ‘burn-out’ van pastors. Ik heb
statistieken gehoord van ‘Focus on the family’ dat 80% van alle mensen die in de bediening gaan, binnen vijf jaar stoppen.
En van de 20% die overblijft, heeft 80% een burn-out en denkt over stoppen na. Dat betekent dat slechts een 4% van de hele groep
mensen die in bediening staat werkelijk in volle kracht werkt en ervan geniet en tevreden is in hun bediening! De meeste
bedienaars staan op het randje van een ‘burn-out’. En ik kan je verzekeren dat daar heel veel oorzaken voor zijn. Er is veel
aan de hand.
John Williams vertelde me dat een van de studenten in de school zelfmoord pleegde. Een van de ouders gooide water in het gezicht
van het schoolhoofd en gaf hem de schuld daarvan. Dat soort dingen kunnen je aantasten. Dat kan een probleem zijn. En ik begrijp
dat er dat soort dingen zijn, maar werkelijk, je kunt al deze dingen niet beheersen. Mensen zullen tegen ons spreken en er
zullen problemen zijn. Pas op als iedereen goed over je spreekt! Als je nooit tegen de duivel opbotst, komt dat omdat je in
dezelfde richting gaat. Keer je om en ga tegen de stroom in, en er zal weerstand zijn. Het is zwaarder om tegen de stroom in te
zwemmen dan met de stroom mee. Je kunt over alle problemen praten waar predikers mee te maken hebben. Maar het kernpunt is, dat
het niet gaat om de druk van buiten af, maar om het vacuüm van binnen dat de oorzaak is van onze pijn en ons gekwetst
worden.
Velen van jullie hebben mij al dit voorbeeld horen gebruiken, maar van toen ik in de zesde klas zat [groep 8], herinner ik me
dat mijn onderwijzer een metalen gasfles nam, een 3 liter fles, en hij plaatste die boven op een brander, en toen de fles heet
was geworden, draaide hij de dop erop en zette hem op zijn bureau en ging verder met de gewone les. Ik zat vooraan naar die
metalen gasfles te kijken. Nu is het zo dat lucht uitzet als ze heet wordt en een groter volume inneemt. Dus toen hij de dop
erop schroefde en ze afkoelde, kromp de lucht weer ineen en vormde een gedeeltelijk vacuüm van binnen.
En deze gasfles op dat bureau begon te kreukelen en te verschrompelen en deukte ineen. Hij viel voor me op de grond alsof iemand
er op had geslagen en het ding in elkaar had gebeukt. Maar niemand had hem aangeraakt. Ik verzeker je dat dit indruk op me
maakte. Hij vertelde ons dat dit alleen maar kwam door de normale atmosferische luchtdruk. Normaal was die fles in staat dat te
weerstaan als er evenwicht was met de druk van binnen. Maar zodra er van binnen een vacuüm ontstond, was de normale druk
voldoende om dit ding te laten bezwijken.
Je kunt hier praten over hoe moeilijk jouw omstandigheden zijn. Ik weet niet of je het hebt opgemerkt, maar op onze
leidersconferenties doen we alle mogelijke moeite om te zeggen dat we van jullie houden en met je meeleven. En we proberen je te
bemoedigen. Maar we gaan niet mee zitten huilen en zeggen: ‘Oh ja, het is echt verschrikkelijk allemaal’.
Ik herinner me een keer dat Dave een echtpaar naar voren riep op een leidersconferentie. Die stonden bijna te huilen, omdat het
allemaal zo erg was. Je kon zien dat ze depressief waren. En Dave liep naar hen toe en zei: ‘Zo spreekt de Heer: Mijn
kinderen, wees niet bedroefd, als Ik God niet was, zou ik óók ontmoedigd zijn’. Dat is wat sommige mensen willen. Ze willen
dat je bij hen komt zitten en zegt: ‘Ja, het is echt allemaal vreselijk’. Ik zeg dus niet dat je geen problemen hebt. Maar
de relatie die je met God hebt en de vreugde en de vrede die je van binnen ter beschikking hebt door de Heer Jezus Christus, is
zó oneindig veel groter dan welk probleem er ook maar op je af komt, dat het zelfs niet waard is om het in vergelijking daarmee
te noemen.
Er is geen reden, geen góede reden, voor wie dan ook hier om te mopperen en te klagen over hoe moeilijk je leven is. Ik
verzeker je dat we mensen hier zouden kunnen brengen en je laten zien waar zij mee te maken hebben, waarbij vergeleken jouw
problemen ineenschrompelen tot niets. En zij aanbidden God en loven en prijzen God. De meesten van jullie weten niet wat er
gaande is in het leven van Pastor Bob, en het is niet aan mij om daarover te vertellen. Maar ik verzeker je, dat deze man met
dingen te maken heeft, waardoor de meesten van jullie verpletterd zouden zijn. Maar weet je, hij heeft een persoonlijke relatie
met God die hem zich laat verheugen. Ik heb Bob hier zien zitten in sommige van de allerergste momenten van zijn leven, en hij
was gewoon enthousiast over God en God aan het loven en prijzen. Dat komt omdat er een druk van binnenuit is, die oneindig veel
groter is dan de druk van buiten.
Maar wij lopen meestal van binnen leeg rond. De meeste predikers lopen zó leeg rond. En bij velen gaan er zelfs dagen en weken
voorbij, zonder dat ze het Woord openen, behalve als ze een boodschap nodig hebben om aan iemand anders te geven. Je bidt
voortdurend, maar je bidt voor andere mensen. Je bidt niet persoonlijk, gewoon de Heer lovend, liefhebbend en prijzend en de
Heer dankend. Als wij gewoon dit eeuwige leven zouden vasthouden, deze relatie met de Heer, en erkennen dat dit het is waar het
allemaal over gaat, en als je tijd zou besteden aan gewoon de Heer lief te hebben, dan zou Hij je zó vol energie houden, zó
vol vuur, dat het er gewoon niet toe doet, wat wie dan ook je aandoet, je zult het zelfs bijna niet opmerken.
Dat is precies wat de Schrift zegt in 1 Korintiërs 13. Eén van de vertalingen die spreekt over Gods soort liefde, zegt: Hij is
geduldig, vriendelijk en doet al die dingen. Ik dacht dat het de ‘Living Bible’ was, zegt: ‘Hij merkt zelfs het onrecht
lijden niet eens op’. Als je erover na blijft denken hoeveel God van je houdt, kom je op een punt dat het allemaal niet zo
belangrijk is. Als iedereen je aanvalt, weet je, Jezus predikte een boodschap, waarvan ze dachten dat hij kannibalisme aanprees.
Ze zeiden: ‘Hij zegt dat we zijn vlees moeten eten en zijn bloed drinken’. Maar Hij zei niet: ‘Oh, nee, jongens, jullie
begrijpen me niet goed’. En Hij ging niet proberen het uit te leggen. Hij maakte het zelfs erger. En ze zeiden: ‘U beweert
dat we uw vlees moeten eten en uw bloed drinken’? En Hij maakte het nog erger en zei: ‘Als je Mijn vlees niet eet en Mijn
bloed niet drinkt, dan heb je geen leven in je’. Hij redeneerde het niet weg, Hij maakte het zelfs nog moeilijker. En de hele
menigte verliet Hem.
En Hij wendde zich tot Zijn discipelen en vroeg: ‘Gaan jullie ook weg’? En ik verzeker je dat Hij niet jammerde: ‘Jongens,
laten jullie me nu ook in de steek? Laat me alsjeblieft niet alleen’! Het was niet in zelfmedelijden en dat soort dingen. Nee,
Jezus wist wie Hij was. Hij had een relatie met de Vader. En zijn relatie met de Vader was gewoon genoeg voor Hem. Het maakte
niet uit of iederéén Hem had verlaten. Hij zou nog steeds gehoorzaam blijven aan Zijn Vader. En ik weet dat het pijn doet als
mensen je kerk verlaten. Als sommigen van je beste vrienden zich tegen je keren. Ik heb al die dingen meegemaakt.
Maar weet je, als het erop aan komt, en als we gewoon aangesloten zouden zijn op dit eeuwige leven, als we gewoon zouden
genieten van onze relatie met God, dan zeg ik niet dat je blij zou zijn om mensen te zien vertrekken, want je weet dat het niet
goed voor hen is, en je weet dat het niet goed is voor de kerk, en ik zeg niet dat je erdoor gezegend wordt, maar als je zo’n
relatie met God hebt, dan doet het er niet echt toe.
Als het zo is, dat als iemand je verwerpt en je bekritiseerd, en ze vonden je preek maar niets, en hen bevalt dit niet en dat
niet. En ze bekritiseren de manier waarop je dit of dat doet. Als je dan als een kaartenhuis in elkaar stort, dan komt dat omdat
je geen zinderende relatie met God hebt. Want ik verzeker je, dat de geest van een mens hem staande houdt in zijn lijden. Dat is
wat de Schrift zegt. En broeders en zusters, ik probeer dit in liefde te zeggen, maar ik probeer wel heel rechtstreeks te zijn
in wat ik zeg, maar velen van jullie likken je wonden en spreken over hoe erg het allemaal is en over alle problemen die je
hebt.
En ik zeg niet dat het geen problemen zijn, en dat je geen onrecht is aangedaan, maar de reden dat je zó gekwetst en zó
geraakt bent, komt omdat je tekortschiet in je relatie met God. Als je de juiste relatie met God zou hebben, zou je zover komen
dat het er allemaal werkelijk niet toe doet. Weet je, als op dit moment de president van de Verenigde Staten zou bellen en deze
samenkomst onderbreken, en ze zouden zeggen: ‘Lynn, de president wil met je spreken en hij wil dat je bij hem komt eten,
vrijdagavond, op het witte huis’, als zo iets zou gebeuren en iemand loopt naar je toe en zegt: ‘Ik vind je niet aardig’.
Dan is het veel gemakkelijker om te zeggen: ‘Nou, wie mag jij dan wel zijn? De president vindt me wel aardig. Het interesseert
me niet echt of jij me aardig vindt of niet’. Hopelijk breng je het iets diplomatieker dan dit, maar in wezen is dit wel de
manier waarop het werkt.
Bob zei hetzelfde. Hij was op bezoek geweest bij de president van Oeganda en bij enkele belangrijke bedieningen. En toen kwam
een of ander leeghoofd, zo noemde hij dat, naar binnen en begon op hem te foeteren. En dan ben je net op bezoek geweest bij het
hoofd van een land en hebt van alles gedaan. En dan is het echt van ‘wie ben jij dan wel. Wie stierf er en maakte jou tot God?
Waarom zou jou mening belangrijk zijn?’
Weet je waarom het je zo raakt als mensen je verwerpen? Omdat je geen tijd hebt doorgebracht bij de Koning der koningen en de
Heer der Heren. Als wij in de aanwezigheid van de Heer zijn, zegt de Bijbel: ‘Overvloed van vreugde is bij uw aangezicht,
liefelijkheid is in uw rechterhand, voor eeuwig’. Als jij geen overvloed van vreugde hebt en lieflijkheid voor eeuwig, dan ben
je niet in de aanwezigheid van de Heer geweest. Het zijn niet jouw problemen die jou verslagen en ontmoedigd en depressief
maken. Het is jouw gebrek aan relatie met de Heer die dat veroorzaakt. Meestal gaat dit vanzelf weer over!
Mensen zijn er dol op om uitvluchten te hebben en ze zeggen in wezen: ‘Oh, het is zó moeilijk’. Zodat jij naar huis kunt
gaan met het gevoel: ‘Oh, het lag niet aan mij, het is écht moeilijk’. Nou beweer ik niet dat wij alles veroorzaken wat er
gebeurt, maar als wij onszelf zouden voorzien van alles dat in Jezus Christus in ons bezit is gesteld, zou het je door alles
heen dragen. Je hebt niet nodig dat iedereen je aardig vindt.
In feite hebben we zulke slechte voorbeelden van leiderschap in de laatste paar jaren in dit land, mensen die altijd met hun
vinger in de lucht staan te kijken welke kant de wind opblaast en in die richting regeren ze dan. En dat is de manier waarop de
meeste leiders ook besturen. Als je een boodschap predikt waardoor mensen de kerk verlaten en mensen boos worden, dan mag je die
boodschap niet meer prediken van de meeste leiders. Het gaat er niet om wat God zegt en wat de waarheid is. Velen van ons zitten
voordurend op te letten hoe de bezoekersaantallen zijn en hoeveel er in de collecte zit. En nogmaals, ik wil niet zeggen dat je
dingen moet prediken om mensen te beledigen, maar ik zeg wel dat je moet prediken wat God op je hart legt. Maar de waarheid is
dat de meesten van ons gevoeliger zijn voor de mensen dan voor God.
De meeste mensen nemen meer input aan van mensen dan van God. Ik verzeker je, dat als je dat doet, je nooit je de door God
gegeven bestemming voor je leven zult vervullen. Je moet zover komen dat je van mensen houdt. Je bedient mensen, maar het
fundament is dat het je relatie met God is die al het andere doet werken. En omdat je in gemeenschap met God leeft en God blij
met je is, wat kan het je schelen wat de mening van iemand anders is?
En als dat niet jouw manier is, verzeker ik je, dat de Bijbel zegt dat de vrees voor mensen je een strik spant. Je zult in de
val lopen. Je komt vast te zitten. En broeders en zusters, ik zeg deze dingen in liefde, maar ik weet dat hier predikers zijn
die worstelen met verwerping en er zijn allerlei dingen met je gebeurt, maar d de reden dat je zo gekwetst bent, is omdat jij je
niet de relatie met God eigen gemaakt hebt die voor je beschikbaar is.
Ga in de aanwezigheid van de Heer en begin je in Hem te verheugen. En God zal je een uitweg uit de puinhoop wijzen. God zal je
laten zien wat je moet doen. God zal je wijsheid geven. Het is niet jouw bediening, het is Gods bediening. God is degene die je
geroepen heeft. Hij is degene die een bestemming voor je heeft. De Heer kan je door alles heen helpen. En wij hebben dit
fantastische, overweldigende privilege dat we deze intieme, nauwe relatie met de Almachtige God mogen aangaan. Maar de meesten
van ons maken daar geen gebruik van. Wij maken ons druk, druk, druk met andere dingen. En natuurlijk is daar ook een plaats
voor. Je moet je ook bekommeren om de details van de bediening. Maar niets, niets, niets gaat ooit boven de persoonlijke relatie
met God uit.
Als er ooit een tijd in je leven is geweest dat je meer verliefd op God was, en enthousiaster over God dan je vandaag de dag
bent, dan klopt er iets niet. Je moet je relatie met God op de allereerste plaats in je leven houden. Als je echt gebruik zou
maken van dit ‘Eeuwige Leven’ en als je in vreugde en vrede met de Heer zou wandelen, dan straalt dat gewoon van je uit.
Mensen mogen je, en mensen voelen zich door je bediend en gezegend. Je hoeft je er niet eens voor in te spannen. Je hoeft jezelf
ook niet te forceren om met een boodschap te komen, of dat soort dingen te doen. Als je een relatie met de Heer zou hebben, dan
straal je dat gewoon uit, en weten mensen dat. Het is aantrekkelijk en mensen verlangen daarnaar.
Ik denk echt dat we de bediening veel te ingewikkeld hebben gemaakt. Wij moeten uitzoeken wat de nieuwste mode is, en de
nieuwste trend, en het Barnay onderzoek lezen. Uitzoeken wat dit nu weer is en dat. En we proberen maar te ontdekken hoe we dit
of dat aan de gang kunnen krijgen. We bezoeken deze conferentie en doen al die dingen. En weet je, het fundament is, dat als je
in vuur en vlam voor God raakt, dan komt de wereld heus wel kijken hoe jij in brand staat.
Als jij vol van de Heer zou zijn, vol van de liefde van God, en als God je allerbeste vriend is, en je enthousiast over de Heer
bent, verzeker ik je, dat mensen zullen willen hebben wat jij hebt. In de allereerste kerk hadden ze geen bumper stickers, ze
hadden geen tv-reclame, geen radioreclame. Ze hadden geen ‘wat-zou-Jezus-doen’ armbanden. Ze hadden niets van die dingen die
wij tegenwoordig hebben, maar die groep onopgeleide, niet getrainde mensen evangeliseerden de hele bekende wereld binnen 30
jaar! En één van de redenen was, dat als ze voor de leeuwen werden gegooid, en ik ben naar het circus Maximus geweest, en naar
het Kolosseum in Rome, dat ze voor de leeuwen werden gegooid, op een staak verbrand en dan zongen ze en prezen en aanbaden
God.
Er is een echt historisch verslag dat Nero zijn vingers in zijn oren stopte en uitriep: ‘Waarom blijven deze christenen maar
zingen’? En een van de redenen dat ze met dat soort dingen stopten was, omdat voor iedereen die ze aan de staak verbrandden,
wel zeven Romeinen uit de tribune sprongen die wilden hebben wat deze mensen hadden. Omdat er zoveel vreugde was. Er zijn
historische gegevens. Toen we de catacomben bezochten, lazen we dit soort dingen. Er zijn verslagen dat christenen onder elkaar
streden om de eer om naar buiten te mogen en gedood te worden. Omdat er zo’n genade op hen lag.
De Bijbel zegt: ‘Naar gelang je dagen, zo zal je kracht zijn’. Ik bedoel hiermee dat zo’n genade op deze mensen was
neergedaald. Ze maakten punten aan palen en staken die zo door mensen heen en verbrandden ze levend. En zij streden erom te zien
wie die eer ten deel mocht vallen. Omdat ze zo’n vreugde in de Heer hadden. Gods aanwezigheid was zó duidelijk. Net als
Stefanus, toen hij werd gestenigd zag hij de hemel geopend en Jezus staande aan de rechterhand van de Vader. En ik geloof dat
Stefanus daardoor, zelfs terwijl hij werd dood gestenigd, de stenen niet eens voelde. Hij zag Jezus en God die hem eerden. Jezus
zit aan de rechterhand van de Vader, maar voor Stefanus ging Hij even staan! Stefanus had zo’n relatie met God dat alles
gewoon in het niet viel, vergeleken met wat hij in zijn hart ervoer. Deze mensen hadden zo’n diepgang van relatie dat het
besmettelijk was. Mensen werden wederom geboren en uiteindelijk moesten ze deze martelingen stoppen omdat het heel Rome
beëvangeliseerde. Dat is geweldig.
Maar tegenwoordig is er niet veel verschil tussen een heleboel christenen en Jehova getuigen of Mormonen die aan de deur komen
kloppen. Ze hebben wel doctrine en leerstelling, maar geen ervaring. Als je begint dit te léven en in de vreugde van de Heer te
wandelen, zullen de levens van mensen veranderen. Dat is wat we nodig hebben. Maar wij kloppen aan de deur en zeggen op ernstige
toon: ‘Wil je niet tot de Heer komen en net zo blij zijn als ik’? En we vragen ons maar af waarom er niemand komt.
Dus ik wil je aanmoedigen als we spreken over hoe jij je bestemming kunt vervullen. Ik geloof persoonlijk niet dat je die kunt
vervullen zonder een levendige relatie met God. Je moet een levend offer zijn en de relatie met God ontwikkelen tot waar je van
God geniet en God je beste vriend is geworden. Ik geloof werkelijk dat dit een essentieel onderdeel ervan is. En het is gewoon
verbijsterend hoe mensen dit laten schieten. En ze raken verstrikt in alle andere details. Als je gewoon God op de allereerste
plaats stelt, zoek eerst het Koninkrijk van God, en alle andere zaken worden gewoon vanzelf geregeld. Jullie hebben daar de
grootste pret, is het niet? Maar als we gewoon de Heer zouden liefhebben, regelt al het andere zichzelf. En ik kan je gewoon
niet vertellen hoe vaak het bij mij ging van: ‘God, ik weet gewoon geen oplossing voor dit probleem, ik weet geen oplossing en
ik kan er ook geen verzinnen’. Maar weet je wat ik dan doe? Ik ga gewoon de Heer aanbidden en loven en prijzen en ik wentel al
mijn zorgen op de Heer en vergeet het in wezen gewoon. Omdat ik er toch niets aan weet te doen. En God regelt de zaken dan.
Dingen gebeuren dan.
Van de meeste dingen waar we ons druk over maken, herinner jij je over een week of twee weken niets meer. En over een jaar zijn
ze allemaal verdwenen, maar je laat ze nu je hele denken in beslag nemen, zodat je niet in staat bent de Heer te aanbidden en te
loven en prijzen. Mensen, dat is gewoon verkeerd. Laten wij gewoon het Koninkrijk van God op de eerste plaats stellen en de Heer
liefhebben. Amen? Prijs de Heer.
Deel 3. Vernieuwing
van je denken.
|