www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


De boodschap van Genesis 1-11
De morgenstond der schepping
David Atkinson
234 blz., prijs € 15,90
Uitgeverij Novapres, Hoenderloo, 2006.
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...
of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Inhoud: De eerste hoofdstukken van Genesis verkondigen de oorsprong van de wereld en van het menselijk leven op aarde.
David Atkinson past hetgeen hij hier aantreft, toe op de grote kwesties waarvoor wij aan het eind van de twintigste eeuw staan.
Hij stelt dat de eerste elf hoofdstukken van Genesis een ouverture op de rest van de Bijbel vormen. Daarin klinken reeds alle thema's die later in de Bijbel vollediger worden uitgewerkt. Bovendien wekken zij de verwondering voor de creatieve macht en schoonheid van God.

 


2. Nederlands dagblad - 24 november 2006

De boodschap van Genesis 1 -11

DOOR EVERT JAN HEMPENIUS

In de reeks de Bijbel Spreekt Vandaag (Novapres) is De boodschap van Genesis 1-11 - de morgenstond der schepping verschenen. David Atkinson heeft dit boek in 1990 heeft geschreven. De vertaling is goed leesbaar, maar een enkele keer niet geslaagd. Zo heeft bijvoorbeeld het woord 'litanie' in het Nederlands een andere betekenis dan de schrijver bedoelt.

De serie heeft twee doelen, namelijk nauwkeurige uitleg en toepassing met het oog op het heden. De schrijver heeft een breed publiek voor het oog en bewust theologische vaktaal wordt vermeden. Dat laatste lukt Atkinson niet overal. Over de zevende dag (Genesis 2:1-3) schrijft hij: "Omdat God onze tijd betekenis geeft door de 'chronos' om te vormen in 'kairos', roept de brief aan de Efeziërs ons op te wandelen in wijsheid, 'u de gelegenheid [kairos] ten nutte makende" (Ef. 5:15; p. 55). Deze zin zal niet bij ieder overkomen, hoewel hij de woorden 'chronos' en 'kairos' eerder heeft uitgelegd. De aandachtige lezer zal soms het woordenboek raadplegen bij woorden als 'empirische kennis,' 'contingentie', 'panentheïsme' en 'behaviouristisch counselingmodel', maar dan ontvangt hij stof tot nadenken. Enige kennis van wetenschapsfilosofie is handig (zoals bij verwijzingen naar Polanyi). Atkinson schrijft soms beeldend: "De hof is echt een bomenpark en de mens is parkwachter."

Gekkenwerk

Na een korte literatuurlijst en voorwoord, volgt Atkinson de tekst van Genesis 1-11 in zes hoofdstukken op de voet. Hij vraagt zich aan het begin af wat zijn boek kan bijdragen. Genesis 1-11 heeft van zichzelf al zoveel zeggingskracht. "Is dat geen gekkenwerk" om "binnen de beperkingen van een boek van deze lengte" hierover iets te zeggen? In die eerste elf hoofdstukken van de Bijbel komen immers grote thema's aan de orde "als 'schepping', 'kwaad', 'dood', 'genade', 'oordeel', 'hoop' - thema's als leven, het universum en in feite alles." Atkinson is zelf vol verwondering: "over de majesteit van God in zijn scheppende kracht, liefhebbende genade, vreeswekkend oordeel en levengevende hoop". Zijn uitleg getuigt van die verwondering.

Hij besteedt geen aandacht aan theorieën rond het ontstaan van Genesis en wil luisteren naar de tekst zoals die tot ons is gekomen en zo naar het 'goddelijke Woord'.

In hoofdstuk 1 vraagt Atkinson aandacht voor Gods majesteit. Hij beschrijft hoe Genesis 1-11 in het Midden-Oosten van toen met hun afgoden een totaal andere boodschap brengt. In de godenverhalen trad de mens als figurant op die de goden voedsel gaf, in Genesis 1 geeft de Ene God de mens voedsel. De schepping blijft ook een mysterie. Genesis verklaart de schepping niet en geeft geen antwoord op al onze (wetenschappelijke) vragen. Het laat wel zien hoe God orde brengt in de chaos. Deze orde maakt natuurwetenschap mogelijk. Atkinson besteedt enige aandacht aan evolutie als een te onderzoeken wetenschappelijke theorie. Hij wijst evolutionisme als filosofische wereldbeschouwing af. In deze beschouwing wordt alles herleid tot slechts biologische, natuur- en scheikundige processen.

Rentmeester

Atkinson bespreekt Genesis 1-11 binnen het geheel van de Bijbel. Johannes (1) wijst erop dat alles geschapen is door het Woord, dat is Christus, aan wie ook heel de schepping onderworpen zal zijn (Efeziërs 1:9-10). De schepping staat in het kader van Gods Koninkrijk. Atkinson heeft oog voor de belijdenis van de kerk, zoals van Nicea: 'Schepper van... alle zichtbare en. onzichtbare dingen' . De verwijzing naar Deuteronomium 29:29 is hier minder juist. Daar spreekt Mozes over de 'verborgen dingen' en doelt niet op het onzichtbare van de schepping, maar op de toekomst, voor mensen verborgen, maar niet voor God.

Het is nodig dat het christelijk denken over alle belangrijke maatschappelijke thema's, waaronder de zorg voor het milieu en het terrorisme en het karakter van'werk'teruggaat naar het begin, de schepping van God. Het 'heersen' (Genesis 1:28) over de schepping is tot eer van de Schepper. Dat is het principe van de rentmeester. De schepping is er niet om onze behoeften te bevredigen.

Scheppingsmotief

De God van het verbond heeft de mens gemaakt 'naar zijn beeld'. Hij wijst erop dat dit functioneert in relaties, de relatie tot God en tot de medemens. En het ware beeld heeft onder ons gewoond in Jezus. Atkinson merkt scherp op dat de mens zowel beeld van God is als wordt. Het ongeboren kind is een fase in de levensgeschiedenis van het 'beeld van God'. Genesis 1 heeft fundamentele betekenis voor het debat rond abortus. Op meerdere plaatsen wijst hij op het christelijk leven in het licht van de schepping, zoals de omgang rond (homo-)seksualiteit.

Wij stellen wel dat de mens kroon op de schepping is, maar na de zesde dag komt de zevende, aldus Atkinson. Dat is het hoogtepunt, die dag heeft God geheiligd en gezegend. Het valt op dat de eerste zes dagen afsluiten met 'toen was het avond geweest en het was morgen geweest', maar de zevende dag heeft een open einde. De mens ontvangt van God zo de belofte om te delen in zijn rust.

In hoofdstuk 2 komen de schepping van de vrouw, huwelijk en seksualiteit en val in zonde aan bod. Pastoraal schrijft Atkinson over homoseksualiteit en houdt daarbij vast aan het oorspronkelijke scheppingsmotief. Nu het huwelijk aan de vloek van God op de zonde is onderworpen (Genesis 3:16), mogen wij in Christus het herstel zien (Efeziërs 5; p.114). In Christus is de overwinning op de zonde. De zonde kreeg eerst Adam, daarna Kaïn (hoofdstuk 3) en de wereld in zijn greep. God sprak oordeel daarover uit. De zondvloed kwam. Tegelijk was God barmhartig voor Noach.

Aparte aandacht ontvangt het verbond (Genesis 6:18 en de geschiedenis daarvan. De laatste hoofdstukken gaan over de regenboog en God onze hoop en kracht.

Kortom, David Atkinson schreef een boek dat christenen tot nadenken zal stemmen over veel maatschappelijke vraagstukken op basis van het Woord van God, zoals tot ons komt in Genesis 1-11.


1. Oogst - 10 oktober 2006




De boodschap van Genesis 1-11

Recensie door M.J. de Haan

De commentarenserie 'De Bijbel spreekt vandaag' verschijnt onder hoofdredactie van John Stott en Alec Motyer. Vooral de eerste wordt gezien als een van de meest gezaghebbende leiders van de wereldwijde evangelische beweging. Als er dan in deze serie een commentaar verschijnt over de eerste elf hoofdstukken van het boek Genesis, rijst bij mij vooral de vraag: Welke richting wijst men op met betrekking tot de historische en dus 'feitelijke' betrouwbaarheid van deze hoofdstukken?

De uitkomst stelt mij niet gerust. "Lang is aangenomen dat deze hoofdstukken uit de pen van Mozes zijn gevloeid, maar dat geloof heeft de laatste eeuw bij veel geleerden plaatsgemaakt voor een andere visie." David Atkinson, de auteur van dit commentaar probeert de discussie regelmatig te neutraliseren door opmerkingen als: "Hoe sommigen van ons hierover denken, het blijft een feit dat christenen deze tekst in haar canonieke vorm hebben ontvangen." Zo gaat hij ook om met vraagstukken ten aanzien van schepping, evolutie, paradijs, zondeval en zondvloed. 

De overgeleverde tekst van Genesis 1-11 wordt voor 'waar' aangenomen, maar hoeft niet helemaal 'waar gebeurd' te zijn. Een paar citaten die voor zichzelf spreken: "Als evolutie op het niveau blijft van een natuurwetenschappelijke biologische hypothese, lijkt er weinig reden voor conflict tussen de implicaties van het christelijk geloof in de Schepper." "Genesis 2 en 3 vormen een verhaal waarin de schrijver hoogstwaarschijnlijk diverse vertrouwde mythologische motieven heeft geleend en die vervolgens heeft omgezet en geïntegreerd in een nieuw en origineel eigen verhaal." 

“Er is geen archeologisch bewijs voor een universele wereldwijde vloed waarover algemene overeenstemming bestaat." Dat vele dogmatische vraagstukken op heldere en bijbelse wijze worden beschreven en een groot aantal actuele thema's op een goede manier in de tekst worden uitgewerkt, maakt dit voor mij echter niet meer goed.

www.vergadering.nu