www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


Hoe bestaat het!
60 vragen over schepping, evolutie en de Bijbel 
Don Batten, David Catchpoole, Carl Wieland, Jonathan Sarfati
Uitg. De Banier, Apeldoorn 2009 i.s.m. Mediagroep in Genesis
272 blz. € 9,95 
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...
of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Dit boek geeft antwoord op meer dan zestig veelgestelde vragen over schepping, evolutie en de Bijbel. Het boek gaat in op vragen die bij uzelf kunnen leven en die op u af kunnen komen in gesprekken met anderen, binnen en buiten de kerk. Hoe bestaat het! is ook geschikt voor jongeren die tijdens hun opleiding bevraagd worden over de geloofwaardigheid van de schepping.
De auteurs zijn werkzaam voor Creation Ministries, een organisatie die zich wereldwijd inzet om het wetenschappelijk bewijsmateriaal voor de schepping en de zondvloed te verspreiden.
 


2. Nederlands Dagblad - 18 september 2009 - www.nd.nl

Een verleidelijk boek 

Recensie door René Fransen

Toont de wetenschap aan dat de aarde eigenlijk jong is en dat evolutie niet mogelijk is? Wie het boek Hoe bestaat het, 60 vragen over schepping, evolutie en de Bijbel oppervlakkig leest, krijgt de stellige indruk dat het zo is. Maar wie dieper graaft en de claims van de auteurs nog eens tegen het licht houdt, moet wel constateren dat de keizer bitter weinig kleren draagt. 

De auteurs, alle vier bekende namen binnen het jongeaardecreationisme en allen werkzaam voor de Amerikaanse organisatie ‘Creation Ministries’, zetten in het eerste hoofdstuk hoog in. Acceptatie van de evolutietheorie doet volgens hen het geloof in God verdwijnen, met grote gevolgen: ,,Landen waarvan de inwoners God in het verleden dienden (…) kenden een ongekende veiligheid en welvaart. Nu wankelen deze landen, doordat de mensen God de rug toekeren’’. Zonden als criminaliteit dwingen de overheid tot extra uitgaven, die weer belastingverhogingen veroorzaken. Ook de neergang van de invloed van de kerk in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw koppelen de auteurs aan de introductie van de evolutieleer in het onderwijs. De auteurs gaan met dit boek in de tegenaanval: zij stellen Bijbelse waarheden tegenover een van God losgeslagen wetenschap. 

Het uitgangspunt van de auteurs is, dat de schepping zo’n zesduizend jaar geleden plaatsvond in zes dagen van 24 uur. Dat uitgangspunt deel ik niet, maar ik respecteer het wel. Wat ik niet kan respecteren, is de manier waarop ze dit uitgangspunt proberen te bewijzen via de wetenschap. Het christelijk geloof wordt verdedigd met foute argumenten. Wie op basis van dit boek de discussie met ongelovigen aangaat, en dan met name ongelovigen die enige natuurwetenschappelijke kennis hebben, staat daarom al snel met de mond vol tanden. En dat lijkt mij onwenselijk. 

Wanorde 
Het is ondoenlijk een compleet overzicht te geven van de onjuistheden in dit boek. Ik wil er een aantal uitlichten. Zo wordt in de appendix van hoofdstuk twee de ‘Tweede Hoofdwet van de thermodynamica’ aangehaald, de ,,universele tendens van alle materie- en energiesystemen om uit elkaar te vallen”. Die wet zou het onmogelijk maken dat leven spontaan kan ontstaan, omdat dit een toename van orde en complexiteit is. Ook zou het ontstaan van het universum uit een oerknal (,,orde uit chaos”) tegen deze natuurwet ingaan. Die stelling is eenvoudigweg niet waar. Wanorde (de officiële naam is ‘entropie’) neemt inderdaad toe, op kosmische schaal. Maar dit verhindert niet, dat lokaal de orde juist toeneemt. Zolang die toename maar gepaard gaat met een gelijktijdige (en grotere) afname van orde in het complete systeem (het hele universum) is er niets aan de hand. En dat is precies wat er gebeurde bij de evolutie van het universum en van het leven op aarde. Dat de entropie toeneemt, keurig volgens de hoofdwet, is simpelweg te berekenen. Toch blijven jongeaardecreationisten dit argument herhalen. 

Sprookje 
Dat geldt ook voor de claim dat het magnetisch veld van de aarde steeds zwakker wordt, en dat wie terugrekent, al snel op hoge waarden komt die het leven onmogelijk zouden maken. Conclusie: de aarde kan nooit heel oud zijn. Ook deze claim is al talloze malen ontkracht, maar wordt toch keer op keer herhaald, ook weer in dit boek. 

Verder staan er een aantal citaten in het boek, waaruit moet blijken dat ook evolutionisten eigenlijk vinden dat de evolutietheorie niet veel meer dan een sprookje is. Helaas blijken dergelijk citaten bij nadere controle nogal eens uit hun context te zijn gehaald, waardoor de bedoeling van de auteur is verdraaid. Een uitspraak van fossielendeskundige Colin Patterson (aangehaald op blz. 29-30) suggereert dat hij geen enkel fossiel van een echte tussenvorm kent. Maar Patterson heeft in zijn publicaties vele fossiele tussenvormen beschreven. Wat hij in het aangehaalde stuk beargumenteerde, was dat het niet mogelijk is te bepalen welke fossiele soort de exacte voorouder van een andere fossiele soort is. 

Concreet: er zijn talloze fossielen die tussen dinosauriër en vogel in zitten, maar welke daarvan de uiteindelijke stamvader van de vogels is, en welke een doodlopend evolutiepad vertegenwoordigen, zal nooit helemaal zeker worden. 

Uitzondering 
Verder zet het boek de lezer af en toe op het verkeerde been door uitzonderingen tot regel te verheffen. Natuurlijk, er zijn vissoorten die zowel in zoet- als in zoutwater kunnen leven. Maar om te beargumenteren dat Noach geen vissen in de ark hoefde mee te nemen, omdat vissen in het brakke water van de vloed kunnen overleven, is dit te mager. Ook is het waar dat bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen in korte tijd een dik pakket aan afzettingen kunnen vormen. Maar daarmee is niet aangetoond dat ook de kilometers hoge afzettingen van de Grand Canyon (en daaronder gelegen lagen) in korte tijd zijn afgezet. 

De auteurs willen met hun verwijzingen naar de wetenschap de letterlijke lezing van Genesis verdedigen. Ruimere interpretaties, zoals de kaderopvatting (die – kort door de bocht geformuleerd – stelt dat het bij Genesis gaat om het overbrengen van een boodschap, niet om letterlijke geschiedschrijving) verwerpen zij. Inderdaad zitten er flinke haken en ogen aan de kaderopvatting. Maar problemen zijn er ook voor wie Genesis letterlijk leest. 

Op een aantal problemen gaan de auteurs in. Noodgedwongen moeten ze daarbij veel aannames doen, die niet altijd even logisch zijn. Zo zouden voor de zondvloed bergen lager zijn geweest, en vormde het land één aaneengesloten continent. De verschillende schollen dreven na de zondvloed uit elkaar. Het eerste argument wordt onder meer met Psalm 104: 6-8 ‘bewezen’. Hier gaat het over bergen die oprezen en dalen die daalden. Maar wie de psalm in zijn geheel leest, ziet dat alle andere verzen vooral over de schepping lijken te gaan. Waarom zitten daar dan drie verzen over de zondvloed in? Het lijkt veel logischer ook die verzen op de schepping te betrekken. 

Voor het snelle uiteendrijven van de aardschollen is door jongeaardecreationisten een wetenschappelijk model gemaakt, ‘op hol geslagen subductie’. Maar hoe aannemelijk is het, dat aardschollen met enkele meters per seconde uit elkaar drijven? Het model wordt met veel technische termen beschreven, maar is uiteindelijk geen wetenschap. Wie even doorzoekt, ontdekt dat het model alleen kan kloppen door een reeks van wonderen. Ik heb geen probleem met wonderen, maar ze horen niet in een wetenschappelijk model thuis. 

Zo worden met enige regelmaat Bijbelteksten en wetenschap tot het uiterste, en soms daar voorbij, opgerekt om maar uit te komen bij de vooraf vaststaande conclusie: de aarde kan niet oud zijn, en evolutie kan niet waar zijn. 

Hoe bestaat het geeft een scheef beeld van het wetenschappelijk bewijs voor een oude aarde en evolutie. Het is wel goed en leesbaar geschreven. De eenvoudige antwoorden op complexe vragen maken het boek verleidelijk. Maar de manier waarop de eigen standpunten worden onderbouwd, is in zeer veel gevallen onzorgvuldig, onvolledig of rondweg onjuist. En daar heeft niemand iets aan. 
 


1. Uitdaging - juni 2009 - www.uitdaging.nl




Nieuw boek dat creationisme verdedigt

Nu de discussie rondom schepping of evolutie actueler is dan ooit, heeft uitgeverij De Banier in samenwerking met Mediagroep in Genesis het boek Hoe bestaat het! op de markt gebracht. Een Nederlandse vertaling van The Creation Answers Book – volgens de achterflap al jaren een standaardwerk in creationistische kring.


Recensie door Ruben Hadders


In het boek worden zestig vragen over schepping, evolutie en de Bijbel beantwoord. Hoe kunnen we weten dat God bestaat? Hoe zijn de verschillende menselijke 'rassen' ontstaan? Is de aarde echt in zes dagen geschapen? Hoe zit het met de ijstijd? Zijn koolstofdateringen betrouwbaar? Zomaar enkele vragen die door de auteurs behandeld worden.

Helaas vind ik de auteurs in hun visie soms wel wat beperkt. Helemaal jammer vind ik het dat zij zo fel van leer trekken tegen de restitutieleer (beter bekend als gaptheory), terwijl die naar mijn mening juist wél op Bijbelse gronden te verdedigen is en in principe ook niets met wetenschap te maken heeft, laat staan dat zij 'de kerk enorme schade heeft toegebracht' (pag. 79) zoals de auteurs beweren.

Tegelijkertijd moet ik zeggen dat de auteurs hun mening in elk geval wel op de Bijbel proberen te baseren en daar kan ik alleen maar respect voor hebben, ook al ben ik het niet in alles eens. Veel meer moeite heb ik met die gedeelten waarin wetenschap met wetenschap wordt bestreden, want eerlijk gezegd kan ik daar weinig mee. Dit is misschien interessant voor wie zich bijvoorbeeld wil verdiepen in de betrouwbaarheid van koolstofdateringen, maar aangezien ik zelf geen wetenschapper ben en geen kennis heb op dit gebied, moet ik maar aannemen (lees: geloven) dat het juist is wat de auteurs schrijven.

Misschien is dat ook wel de valkuil waar we voor moeten waken: wetenschap met wetenschap te bestrijden ter verdediging van de Schrift. Ik geloof dat dit ons kan afleiden van de bestudering van Zijn Woord. We - zowel creationisten als 'theïstisch evolutionisten' en iedereen daartussenin - zijn tegenwoordig zo bezig om middels rationele argumenten de ongelovige, die net zo weinig kaas heeft gegeten van wetenschap als wij, te overtuigen van ons gelijk, dat God daardoor weinig kans krijgt om Zichzelf te openbaren. Want hoe belangrijk is het werkelijk om te weten hoe Noach alle dieren in zijn ark kreeg? Of waar het water van de zondvloed vandaan kwam? Natuurlijk, het zijn legitieme en interessante vragen, maar uiteindelijk komt het toch aan op geloof, zo dacht ik toen ik het boek las. Wat ik wil weten is: Wat wil God ons met de ark van Noach vertellen? Wat leren wij in dit verhaal over Hem?

Een vreemde gedachte misschien, maar moeten we überhaupt wel in discussie willen gaan met de wetenschap? We hebben tenslotte wel wat beters te doen! Voor wie zich echter wil verdiepen in deze onderwerpen is Hoe bestaat het! een interessant en redelijk toegankelijk boek voor een zeer lage prijs.

www.vergadering.nu