www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

3 RECENSIES


A. van de Beek
Hier beneden is het niet.
Christelijke toekomstverwachting
Uitgeverij Meinema, Zoetermeer 2005, 128 blz., € 12,50
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

Eeuwenlang hebben christenen geloofd dat onze bestemming in de hemel is. De aarde was slechts een plek van voorbereiding. Is dat hemelgeloof niet een ontsnapping uit verantwoordelijkheden en zorg voor de aarde? En wat moeten we met de voorstelling van de hemel nu we weten dat het heelal niet een ‘daarboven’ en ‘beneden’ kent?
Eeuwenlang hebben christenen gedacht dat op een dag Jezus zal terugkomen op de wolken en alle mensen zal oordelen. Kunnen we ons zo’n scenario nog als reële mogelijkheid voorstellen? Hebben juist veel christenen bovendien niet grote moeite om te geloven dat God sommige mensen redt en anderen naar de hel stuurt? God is immers absolute liefde.
Eeuwenlang hebben mensen geloofd in de opstanding van de doden. Wat betekent dat voor mensen in de eenentwintigste eeuw? Kan een lijk herleven?
Veel mensen hebben moeite met het erfgoed van de traditie. Anderen hebben dat allerminst. Zij geloven in een letterlijke wederkomst, een lijfelijke opstanding, een opneming in de hemel en een grote scheiding tussen de mensen. Maar bedoelen zij daarmee hetzelfde als christenen uit de eerste eeuw?
Deze vragen komen aan de orde in dit boek, dat niet alleen bedoeld is om vragen te beantwoorden maar ook om mensen aan het denken te zetten.
De auteur is hoogleraar symboliek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en directeur van het International Reformed Theological Institute.


3. Wapenveld - februari 2006 - www.wapenveldonline.nl

Hier beneden is het niet
Christelijke toekomstverwachting
Dr. A. van de Beek

Recensie door Ab Noordegraaf

Een van de vragen die in de eschatologie altijd weer aan de orde komen, is die tussen de aardse werkelijkheid en de toekomstige openbaring van Gods koninkrijk. Gaat het God om de aarde of is de hemel onze bestemming? Of zit het nog weer anders in elkaar en deugt dit dilemma niet. In de theologie van de twintigste eeuw is de gerichtheid op de hemel en het hiernamaals verdacht geworden. Invloeden van Marx en Nietzsche werkten door in de moderne theologie. Een lied als ‘Oog omhoog, het hart naar boven’ van Jodocus van Lodenstein scoort bij velen niet hoog. Ongezonde wereldmijding is veler oordeel. Onder invloed van het religieus socialisme werd leven in de hoop vooral vertaald in ethische categorieën als werken aan een betere wereld vanuit de gedachte dat het God om de aarde gaat. Met name in de theologie van de Wereldraad werden de brandende sociale en politieke problemen de invalshoek voor de theologische agenda. Voeg daarbij het feit dat men onder invloed van Bultmann en zijn aanhangers niets meer wist te beginnen met de apocalyptische voorstellingen van engelen en demonen, hemel en hel.

Maar doe je daarmee recht aan het bijbels getuigenis en de klassieke theologie? Bram van de Beek stelt die vragen aan de orde in een uitdagend en spannend geschreven boekje dat je kunt typeren als een theologisch essay met een sterke meditatieve ondertoon.

Van de Beek onderscheidt in het spreken over heden en toekomst drie typen of modellen. In de oecumenische beweging gaat het vooral om een maatschappijkritische theologie van de vernieuwing van de wereld, een optimistische theologie van de vooruitgang. Daarnaast zie je met name bij evangelische christenen een theologie van de geborgenheid als een ankerpunt in de crises van onze samenleving. Een derde type is de theologie van het oordeel, eeuwig wel en eeuwig wee om het wat ouderwets te zeggen. Van de Beek kiest met name voor dit type. In het Oude Testament klinkt de roep om de openbaring van Gods gerechtigheid, zijn rechtzettend handelen dat een einde zal maken aan goddeloosheid en onderdrukking en de verlossing van de armen en ellendigen betekent.

Het is de verwachting van de dag des Heren, een verwachting die zijn vervulling gevonden heeft in de kruisdood en de opstanding van Christus. In Jezus’ komst en werk heeft God oordelend en bevrijdend ingegrepen. Aan het kruis neemt God zelf de verantwoordelijkheid op zich voor zijn schepping. Daar wordt de vraag beantwoord of God ingrijpt in de geschiedenis. Als we zeggen ‘waarom grijpt God niet in?’, dan kijken we verkeerd. We moeten kijken naar het kruis. En de opstanding van Christus is de bevestiging van het kruis en daarmee de doorbraak van Gods heerschappij. De verwachting van het koninkrijk is met Christus’ komst uitgeteld. Nu beleven we de geboorte van een nieuwe aarde. De opstanding betekent het einde van de geschiedenis. Alles wat er nadien gebeurt is als het ware naspel en uitwerking van dit gebeuren. In het laatste oordeel van God gaat het uiteindelijk alleen om de vraag of we bij Jezus willen horen die ons oordeel gedragen heeft en die onze gerechtigheid is. Diepzinnig en bewogen schrijft Van de Beek over hemel en hel. Vooral het laatste is iets wat nauwelijks nog ter sprake komt in de doorsnee prediking. Toch wil de schrijver aan het bijbelse spreken over deze aangrijpende realiteit recht doen. Hij wijst er op dat we ook hier moeten letten op Gods rechtzettend handelen, waarbij de slachtoffers ontferming ontvangen en zij voor wie zelfontplooiing het hoogste doel was, geoordeeld worden.

Het zal duidelijk zijn dat de auteur door zo te spreken met een theologie van de verandering en de vooruitgang geen raad weet. Wie van Christus is, is vreemdeling op aarde. De doop betekent een volstrekte breuk: sterven en opstaan met Christus. Het boeiende is dat dit pleidooi voor vreemdelingschap geen doperse mijding is. Want de schrijver beklemtoont in sterke woorden de lichamelijkheid van de opstanding in lijn met het Oude Testament en de vroege Kerk. ‘Het geloof in de opstanding van het lichaam is dus het geloof in de godheid van God en de belijdenis dat Hij de Schepper is’ lezen we op p. 75. Maar ook de theologie van de geborgenheid schiet te kort omdat daarin te weinig doorklinkt van de ernst van het oordeel, de breuk van de doop. ‘Het oordeel tast de wortel van de geborgenheid aan’ (p. 20).
Ik heb dit boek geboeid gelezen. Het is allerminst een academisch betoog ver verwijderd van de vragen van kerk en samenleving. Tegenover allerlei tendensen het heil binnenwerelds te maken en de werkelijkheid van de hoge en verheven God te ontkrachten is deze tegenstem in het theologische discours van grote waarde. Tegenover evangelische theologie van de glorie en een belevingscultuur waarin de kernwoorden zonde en genade, rechtvaardiging en oordeel heel weinig gehoord worden, roept Van de Beek ons terug tot de kern van het reformatorisch belijden.
En toch blijf ik achter met de vraag of dit alles het hele verhaal is. Kun je de prediking van de hoop uitsplitsen in drie modellen? Loopt het in de Bijbel en ook in de reformatorische theologie niet veel meer door elkaar heen? Kun je inderdaad zo massief over het einde van de geschiedenis spreken? Wat betekent het dat we leven tussen de tijden? Met Pinksteren zijn de laatste dagen aangebroken. Maar juist Lucas die dit vermeldt in Handelingen 2 is de getuige van de voortgang van de heilsgeschiedenis als het Woord gemeentestichtend de wereld ingaat op de adem van de Geest. Zijn er – hoe gebroken ook – geen voorlopige gestalten van de Geest aan te wijzen als tekenen van hoop? Dat deze vragen direct de praktijk raken bewijst de discussie van Van de Beek met mensen van de IZB over evangelie en cultuur. Ik heb het gevoel dat bij Van de Beek alles zo zeer geconcentreerd is in het oordeel van kruis en opstanding, dat er toch een reductie plaats vindt die geen ruimte biedt voor sociale ethiek en culturele arbeid als vrucht van de Geest in het leven der dankbaarheid.

Maar – en dat is het gelijk van de auteur – met de laatste woorden loop je het risico te vervallen in een cultuuroptimisme dat de kerk al zo vaak schade heeft berokkend. Het blijft een spannende vraag hoe we de gerichtheid op de hemel en het bezig zijn op Gods aarde hebben te verbinden. Je vindt die spanning ook bij Calvijn in boek III van de Institutie. En misschien moeten we die spanning er ook maar inhouden. Mensen als Van de Beek houden ons in ieder geval bij de les van het evangelie. Misschien is het indrukwekkende slothoofdstuk van zijn boekje over de toren van Babel en de maaltijd van het Lam wel de beste samenvatting van wat de schrijver ons wil meegeven. Mij althans heeft, bij alle aarzelingen die ik heb, zijn betoog me toch ook diep geraakt.


2. Nederlands Dagblad - 21 oktober 2005 - www.nd.nl

Boekbespreking  door KOERT VAN BEKKUM

Heilzame eenzijdigheid

Van tijd tot tijd doet de Amsterdamse VU-dogmaticus A. van de Beek christelijke Nederland opschrikken met een stevig signaal. Geen nieuw boek in de door hem gestarte reeks onder de titel 'Spreken over God', maar een kort alarmerend schotschrift dat een scherpe boodschap verkondigt, zonder al te veel ingewikkelde theologische redeneringen en verwijzingen.

Zo verscheen in 1999 Ontmaskering, een vlammend protest tegen de neiging van christenen zich aan te passen aan de heersende cultuur. Ook Van de Beeks jongste pennenvrucht laat zich moeiteloos tot deze categorie rekenen. Vanuit een diep geloof, doorkneed in de bijbelse geschriften en met veel gevoel voor wat er speelt, houdt hij de lezer voor dat een mens niet leeft voor het hier en nu, maar voor straks, als Jezus Christus zal oordelen en zo alles goed zal maken.

Hoop

Als het gaat om de christelijke toekomstverwachting signaleert Van de Beek drie typen van hoop. Sommigen zoeken het in de vernieuwing van de wereld, in het verbeteren van de situatie hier en nu en met het oog op de toekomst van de aarde. Deze theologie liftte mee op het optimisme van de Verlichting, maar is intussen door de harde werkelijkheid achterhaald. In de plaats daarvan heerst nu de theologie van de geborgenheid. Dit geloof ziet wel dat alles stukloopt en dat mensen hierin de verantwoordelijkheid niet langer kunnen dragen, maar legt de nadruk op rust die een mens mag vinden in het evangelie.

Daartegenover plaatst Van de Beek een derde type, namelijk de theologie van het oordeel. Deze theologie beseft dat in het kruis heel de wereld onder het oordeel ligt en dat sinds de bevestiging daarvan in de opstanding van Jezus het laatste oordeel is begonnen. De aarde zucht en is in barensnood. Het heeft daarom geen zin om te hopen op verbetering van de wereld. je gaat toch ook tijdens de bevalling geen positiejurk meer kopen? De tijd doet er niet meer toe en christenen staan voor andere vragen dan het voelen van hun geborgenheid of het beschrijven van Gods reddende handelen in de geschiedenis. Ze liggen onder het oordeel. Waar het om gaat is: wordt het schuldig of niet schuldig? En: wordt er wel recht gedaan?

Opstanding

Van de Beek heeft een heerlijk eenzijdig boek geschreven dat een eenentwintigste eeuwse christen op tal van punten op zijn of haar grondvesten doet schudden. Zoals het een goede preek betaamt. Hij overtuigt in zijn stelling dat recht doen de kern is van de bijbelse boodschap van de opstanding. Met die opstanding krijgt het kruis wereldomvattende betekenis en neemt God een voorschot op het laatste oordeel en zijn herschepping van alle dingen. Volgens Van de Beek gaat het hier om een echt oordeel en het gaat in dit leven dan ook om dat oordeel: ben ik schuldig of word ik vrijgesproken? Heel fraai en zonder afbreuk te doen aan de rechtvaardiging in Christus doet Van de Beek zo recht aan die bijbelteksten waarin staat dat God werkelijk de eindbalans van ons leven zal opmaken.

Tegelijk zijn er ook vragen te stellen met de grote nadruk op de verwerping van het hier en nu en het centraal stellen van het oordeel. In de Bijbel is de opstanding niet alleen de bevestiging van het kruis, maar ook het bewijs dat nieuw leven mogelijk is. Gods trouw aan zijn schepping na die opstanding geeft leven, vreugde en licht, ook al in het hier en nu.

Het ligt deels aan zijn methode van theologiseren dat dit ondergesneeuwd raakt. Onder de indruk van bijbelkritiek heeft Van de Beek altijd een theologisch uitgangspunt gezocht buiten de Schrift. Voor 1989 zag hij dat in Gods zigzagbeweging door de geschiedenis naar het einde. Maar in de jaren negentig nam hij daar onder invloed van de verschrikkingen in de wereld afscheid van. Ook dit boek bevat prachtige passages die de macht van het kwaad, de dubbelheid van het leven en de schuld van de mens uittekenen. Van de Beek vertrekt nu daarom liever vanuit het verschil tussen tijd en eeuwigheid: God is goed en de schepping ligt altijd en in alles onder het oordeel. Dat ook de schepping ooit goed is geweest, is volgens hem onmogelijk.

Conclusie

Toch durft Van de Beek dit niet tot het einde toe door te redeneren. In hoofdstuk 2 tekent hij de veroordeling van het aardse leven in zulke schrille kleuren en het plaatsvervangende lijden van Christus in zo algemene termen dat je als lezer vanzelf denkt dat dus iedereen behouden zal worden.

Toch trekt hij die conclusie niet. Dat komt natuurlijk omdat Van de Beek de zonde tot het einde toe serieus wil nemen. En met een lege hel blijft kwaad waarover geen berouw bestaat uiteindelijk toch onbestraft. En dan zou er geen recht zijn. Maar klinkt daarin niet de bescherming van het christelijke belijden, het getuigenis van de kerkvaders en de bijbel zelf door, die hem ervoor behoeden door te slaan?

Van de Beek merkt ook ergens kort op - en dat met recht! - dat natuurlijk ook noties als verbetering en geborgenheid bij God in de Bijbel en het christelijk geloof hun plek hebben. Blijkbaar zet hij in het hier en nu alleen andere accenten.

Ondanks de titel is de werkelijkheid van vandaag in dit boek dus van zeer groot belang.

In heilzame eenzijdigheid begeeft Van de Beek zich keer op keer in het grote spanningsveld tussen enerzijds de vroegkerkelijke en de gereformeerde theologie en anderzijds de gevaarlijke, geseculariseerde maar tegelijk van religie knisperende wereld van de eenentwintigste eeuw. Het is afwachten waar in dit veld hij zich in zijn volgende boek zal ophouden.





1. CV-Koers, oktober 2005

A. van de Beek
Hier beneden is het niet.
Christelijke toekomstverwachting
Uitgeverij Meinema, Zoetermeer 2005, 128 blz., € 12,50


Boekbespreking  door Tjerk de Reus

A. van de Beek
Hier beneden is het niet

De Amsterdamse theoloog A. van de Beek heeft een nieuw boek gelanceerd: Hier beneden is het niet. Wie Van de Beek de afgelopen jaren enigszins gevolgd heeft in zijn publicaties, kan niet verbaasd zijn dat hij ook nu weer een uiterst prikkelend en tegendraads betoog houdt. Dat blijkt al uit de titel: Hier beneden is het niet. Dat is een uitdrukking die stamt uit een wereldmijdende vorm van christendom, het zeventiende-eeuwse piëtisme van Jodocus van Lodenstein. Die uitdrukking is in de loop der tijd op veel manieren onder kritiek gesteld, juist ook in de hoofdstroom van de protestantse kerken. Want God heeft toch mensen geschapen voor een taak ‘hier beneden’? Mogen we dan de wereld verachten met een onmatige ‘hemelzucht’? Van de Beek ontkent dit niet, maar hij stelt er iets tegenover: Gods ‘mening’ of oordeel over deze wereld, inclusief het mensengeslacht. Hoe luidt dat oordeel? Dat wordt duidelijk op Golgotha: mens en wereld zijn ‘dood in de zonden en de misdaden’. Wie dit te pessimistisch vindt, begrijpt de diepte van Jezus’ kruis niet, aldus Van de Beek. Wat hem betreft haalt dit inzicht een streep door allerlei activisme om de wereld te verbeteren. Juist onder christenen is daarvoor het animo vaak erg groot. Maar wat valt er te verbeteren aan een wereld die door God gewogen is en te licht bevonden?
Met zijn karakteristieke, geladen zinnen zet Van de Beek uiteen hoezeer (theologische) denkbeelden over de intrinsieke waarde van de mens een poging vormen om het afgrondelijke oordeel van God achter zich te laten. Het maakt voor Van de Beek geen verschil of dat nu een vorm van humanisme is of een geloofsvisie waarin alles verwacht wordt van de vernieuwing door de Geest. Realistisch geloofsleven komt bij Van de Beek vooral neer op inzicht in de verdorven aard van mens en wereld, vervolgens leven in gemeenschap met de gekruisigde Christus en een uitzien naar de dag waarop Christus de wereld rechtvaardig oordelen zal. Maar wat moeten we doen in de tussentijd, totdat Hij komt? Van den Beek stelt een leven voor ogen in heiligheid: apart gesteld voor Hem, in dienst aan de naaste. Maar dat kan nooit een ‘programma’ worden om de wereld te verbeteren of zelf te stijgen op de ladder van deugdzaamheid, goede werken en Geestesvervulling.
Van de Beek zegt meer dan hier kan worden aangestipt. Duidelijk mag zijn dat het onverstandig is dit boek ongelezen te laten. Het ontneemt je de welgedane tevredenheid met ons kerkzijn vandaag, met onze goede bedoelingen en onze ‘fijne’ relatie met de Heer.

www.vergadering.nu