www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu
10 RECENSIES
Moderne wetenschap in de Bijbel
Ben Hobrink
Gideon, Hoornaar
360 pagina's, € 18,80
ISBN 9060677943
Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)... of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl
Er is wetenschap in de Bijbel, veel meer dan in enig ander boek uit de oudheid. Hoewel historische en controleerbare feiten slechts
terloops worden genoemd, getuigen ze van een diep wetenschappelijk inzicht. Hoe is die kennis in de Bijbel terechtgekomen? Een
fascinerende vraag! Bioloog Ben Hobrink laat in zijn uitvoerig gedocumenteerde boek onomstotelijk zien dat de Bijbel kennis bevat die
de wetenschap duizenden jaren vooruit is. Toepassing daarvan had miljoenen mensen het leven kunnen redden, zoals bij de epidemieën
van melaatsheid, pest en cholera. Ook nu zou deze kennis talloze ziektegevallen kunnen voorkomen, zoals hart- en vaatziekten en
geslachtsziekten.
Zelden werd zo'n breed scala aan wetenschappelijke kennis uit de Bijbel op leesbare wijze bijeengebracht en toegelicht. Omdat veel van
die kennis menselijkerwijs niet te weten viel, moet er indertijd een grote Auteur achter de vele auteurs van de Bijbel hebben gestaan.
Tot die conclusie leidt het boek dat u nu in handen hebt.
Drs. Ben Hobrink heeft biologie gestudeerd aan de Vrije Universiteit en aan de Universiteit van Amsterdam, met voedingsleer als
zwaartepunt.
Lees ook dit
interview in EO-Visie (2013)...
Video's
uit 3 lezingen...
10. Profetisch
Perspectief – augustus 2006
Recensie door G. Hette Abma
De Bijbel is de wetenschap ver vooruit
Herhaalde malen voelen mensen zich ertoe gedrongen te melden dat de Bijbel geen boek is om de natuurkunde of de biologie te
bestuderen. Ze hebben groot gelijk. De Heilige Schrift is erop gericht ons te oefenen in de omgang met God. Ten onrechte wekt men
evenwel de indruk dat er veel in de Bijbel voorkomt dat wetenschappelijk gezien volstrekt achterhaald is. In een kortgeleden
verschenen studie ‘Moderne wetenschap in de Bijbel’ heeft drs. Ben Hobrink op een overtuigende manier aangetoond dat het tegendeel
het geval is.
Maatregelen tegen melaatsheid
Al had zich de wetenschap in Egypte en Babel tot een uniek niveau ontwikkeld, toch kwamen de geleerden bij het voorkomen en
bestrijden van ziekten niet verder dan primitief bijgeloof. Opmerkelijk genoeg is daarvan niets terug te vinden in de Bijbel. Ook
worden we niet geconfronteerd met medische en wetenschappelijke blunders van de Egyptenaren en Babyloniërs. Het wekt juist steeds
meer verwondering dat door Mozes strenge hygiënische maatregelen getroffen werden, waardoor voorkomen kon worden dat gigantisch veel
mensen door akelige ziekten besmet raakten.
De Bijbelse maatregelen om uitbreiding van tsaraat (melaatsheid) te voorkomen waren bij nader inzien zeer progressief. Door een
geleerde uit onze tijd wordt opgemerkt dat Leviticus 13 het basismodel vormt voor de wetgeving betreffende de volksgezondheid. Alle
melaatsen werden gedwongen de legerplaats te verlaten. "Zolang iemand deze plaag heeft, zal hij buiten de legerplaats wonen (Lev.
13:46) Bovendien moet hij de bovenlip bedekken en roepen: onrein, onrein! Aan de opdracht om de neusgaten en de snor te bedekken
moeten we opeens terugdenken, wanneer we zien hoe een chirurg een doek voor zijn neus doet tijdens een operatie. Ook al wist de
Bijbelschrijver niets af wat de oorzaak was van het besmettingsgevaar, toch werden adequate maatregelen aanbevolen. Een hoogleraar in
de medische geschiedenis geeft uitdrukking aan zijn bewondering voor de praktische wetten in de Bijbel: "Het 13 de en 14 de
hoofdstuk van Leviticus zijn gewichtige officiële documenten, die het verdienen om in letters van glanzend goud geschreven te worden,
omdat zij de kiem vormen van de moderne profylaxe (bescherming) tegen besmettelijke ziekten!"
Remedie tegen pestepidemie
Lang niet altijd toonde men waardering voor de waardevolle aanwijzingen die in de Bijbel gegeven worden. Dit bleek met name in de
donkere Middeleeuwen. Er zijn toen verschillende gruwelijke pestepidemieën geweest. Ben Hobrink wijst erop dat veel mensen de Joden
de schuld gaven. Er was een aanleiding voor om dit te denken. In het Joodse getto van Straatsbrug greep de besmettelijke ziekte niet
om zich heen. Hoe kon dat dan? Daar gaf echte de arts Balavignus allerlei aanwijzingen. Op grond van zijn kennis van de Bijbel kwam
hij tot de slotsom dat de onhygiënische toestanden in de stad de oorzaak waren van de pestepidemie. Hij gaf in 1348 het bevel de
gehele Joodse wijk te reinigen en alle afval te verbranden. Dit deed hij geheel in de lijn van de reinigingswetten van het boek
Leviticus. De reactie van de bevolking was absurd. Men nam niet ogenblikkelijk de hygiënisch maatregelen over, maar klaagde de Joden
aan als hoofdverdachte bij de verspreiding van de pest in Europa. Na extreme folteringen 'bekende' hij de bronnen en waterputten van
de christenen vergiftigd te hebben. In de jaren 1348 en 1349 volgden pogroms in heel Europa. Triest dat men in het zogenaamde
christelijke westen van Europa door schade en schande van het antisemitisme wijzer moest worden. Men ontdekte het gunstige effect van
de opdracht tot afzondering. Een regel die we vinden in Leviticus 13:4 7. Wie weet dat de medische term quarantaine daarvan afstamt?
Wat was de Bijbel de tijd ver vooruit! Alleszins de moeite waard om er nauwkeurig studie van te maken.
Voedselwetten
Dikwijls spreken christenen heel kortzichtig over de achterhaalde voedselwetten. Het heeft eigenlijk voor ons geen betekenis meer.
Aanvankelijk heeft God tegen Noach gezegd: "Alles wat leeft, zal u tot spijze zijn" (Gen. 9:3). Later komt Hij daarop terug
en zegt dat alleen reine dieren gegeten mogen worden (Lev. 11). Jezus geeft te kennen: "Niets dat van buiten de mens in hem komt,
kan hem onrein maken (Marc. 7:15). Ben Hobrink vraagt zich dan af: “Is God zo grillig dat Hij twee keer op een besluit
terugkomt?" Hij komt dan tot de slotsom: "Nee, in principe mogen alle dieren gegeten worden, maar voor je gezondheid is het
beter om alleen reine dieren te eten." Er is eindeloos veel gediscussieerd over de bedoeling van de voedselwetten. Volgens de
schrijver moet je die wetten bekijken vanuit het oogpunt van de moderne voedselleer. Je ziet dan hoe perfect ze in elkaar zitten. Ze
zijn niet geschreven vanuit ethische of religieuze motieven. Er wordt wel gedreigd met straf, omdat de Israëlieten anders geen
gehoorzaamheid aan de dag gelegd zouden hebben. Alleen op die manier kon God zijn volk tot een gezonde levensstijl dwingen.
Nog altijd hebben die oude regels en wetten hun betekenis voor de hele mensheid. Het is heel intrigerend te lezen welke overwegingen
gelden bij het onderscheid tussen de reine en de onreine dieren. Dikwijls gaan we er voetstoots van uit dat het allemaal hopeloos
achterhaald is. Wat moeten wij met het voorschrift: "Al wat gespleten hoeven heeft en wat herkauwt onder de dieren moogt gij
eten" (Lev. 11:3). Waarom is de consumptie van alle vleeseters verboden? (Lev. 114 7, 26v) Daar blijken de overwegingen in
verband met de gezondheid een rol te spelen. Er is het gevaar van besmetting met trichinen en parasieten. Verder zijn de roofdieren de
'gezondheidspolitie van de natuur'. Ze hebben de zeer belangrijke taak om zwakke, zieke en dode dieren op te ruimen. Waarom noemde
Mozes de varkens onrein? Wroetend in de aarde vreten ze alles op wat ze tegenkomen. Het is de geëigende manier om dodelijke ziekten
op te lopen. Wanneer alle specifieke regels aan bod komen blijkt het steeds weer te gaan om de volksgezondheid en het bewaren van het
biologische evenwicht. Overtuigend weet Hobrink duidelijk te maken dat de bestudering van de eerste vijf boeken van Mozes echt zijn
vruchten kan afwerpen. Helaas voelt hij zich ertoe gedrongen de volgende retorisch vraag te stellen: "Hoe lang zal het duren,
voordat de mens de regels van de Bijbel op waarde weet te stellen?"
De betrouwbaarheid van de Bijbel
Razend interessante dingen weet Hobrink te melden over het perfecte bootmodel van de ark van Noach en de realiteit van de
wereldwijde zondvloed. Omstandig wordt aangegeven dat de Bijbelse boodschap heel betrouwbaar is. De archeologie bevestigt in allerlei
opzichten wat we in de Schrift lezen. Opeens dringt zich aan mij de gedachte op: las ik ooit eerder, dat de Bijbel toch gelijk heeft?
Ongetwijfeld zijn anderen met mij beducht voor een zekere krampachtigheid. Toch zou ik van harte willen aanbevelen kennis te nemen van
alles wat er te lezen is in het boek van Hobrink. Wanneer hij schrijft over schepping of evolutie blijkt hoe wankel het nog altijd
overheersende evolutionisme gefundeerd is. In de moderne biologie is geen enkel bewijs voor de evolutie te vinden. Ook uit de geologie
blijkt dat evolutie onmogelijk is. Ben Hobrink is ervan overtuigd dat de bewijzen tegen de evolutie zo overweldigend zijn, dat niemand
een echte evolutionist kan zijn op grond van wetenschappelijke feiten, maar alleen op grond van filosofische voorkeur. Zo komt hij tot
zijn persoonlijke overweging: 'Als het christelijk geloof op zo weinig feiten zou zijn gebaseerd als de evolutietheorie, dan zou ik
beslist atheïst worden. Derhalve: Neem het dankbaar ter hand en lees het allemaal zelf.
9. Opbouw – 20 januari 2006
De bijbel, zijn tijd ver vooruit
Boekrecensie door Arjan Grevengoed, Zeewolde
Moderne wetenschap in de Bijbel, is de titel van het rijkelijk geïllustreerde boek van bioloog Ben Hobrink. Maar bij de bijbel denk
ik niet meteen aan 'modern' en al helemaal niet aan 'wetenschap'. Het laatste deel van de bijbel is immers bijna 2000 jaar oud en het
primaire doel is om te vertellen over de relatie tussen God en de mensen, het is een geestelijk boek. Hobrink echter, neemt de lezer
mee op een reis door het Boek der boeken, langs allerlei wetenschappelijke feiten die in geen ander boek uit de oudheid zijn
aangetroffen. Hierbij worden veel verschillende thema's behandeld, zoals bijvoorbeeld voeding, gezondheid, hygiëne, de evolutie,
landbouw en milieu en sociale regels. Deze onderwerpen worden toegelicht met behulp van feiten uit de hele bijbel, oude en nieuwe
testament.
Besnijdenis
Het onderwerp dat mij het meest verbaasde gaat over de besnijdenis. In Leviticus 12:3 staat dat de besnijdenis van een pasgeboren
jongen per se op de achtste dag moet geschieden, ook als deze dag op een sabbat of een andere heilige feestdag valt. Pas in de
twintigste eeuw is men er achter gekomen waarom. Men heeft namelijk gemeten wat het verloop is van het aantal bloedstollingelementen
gedurende de eerste dagen na de geboorte. Deze elementen zorgen ervoor dat een wond stopt met bloeden. Het normale niveau hiervan is
100% maar tijdens de eerste dagen verloopt dit van circa 90% tijdens de geboorte, tot circa 40% op de derde dag. Een verwonding tussen
de tweede en de vijfde dag zal een baby dus ernstig in gevaar brengen. Na de derde dag gaat het niveau snel stijgen tot circa 110% op
de achtste dag, daarna zakt het weer tot het normale niveau. Op de achtste dag heeft een baby dus meer bloedstollinglichaampjes dan op
enig andere dag in zijn leven! Een bloeding zal dan dus snel stoppen. Oftewel, de achtste dag is de perfecte dag voor de besnijdenis.
Hygiëne
In de boeken van Mozes staan zeer strikte regels voor hygiëne die ons moderne mensen niet vreemd maar juist normaal overkomen.
Maar zo ingeburgerd zijn deze regels nog niet zo lang. Voor ons is het gewoon om regelmatig je handen te wassen. Tot in de negentiende
eeuw echter, was dat bij ons in het ontwikkelde westen nog niet zo gebruikelijk. Hobrink geeft een voorbeeld van een kraamkliniek in
Wenen rond 1840. Daar voerden artsen 's ochtends eerst een lijkschouwing uit bij de patiënten die de afgelopen nacht waren overleden,
om vervolgens, zonder de handen te wassen, in de kraamafdeling onderzoek uit te voeren bij de aanstaande moeders. Het gevolg was dat
zo'n 17% van de moeders stierf (het gemiddelde in die tijd lag zelfs op 25%). Toen een nieuwe arts als regel stelde dat eerst de
handen gewassen moesten worden, daalde het sterftecijfer naar 2%. Het heeft daarna nog vele jaren geduurd voordat het wassen van de
handen gebruikelijk werd in westerse ziekenhuizen. Wat een contrast met wat God 3500 jaar eerder al aan Mozes had opgedragen. In
Numeri 19:11,19 staat namelijk het volgende: 'Hij die het lijk van enig mens aanraakt, zal zeven dagen onrein zijn... en hij zal zijn
klederen wassen, zich in water baden en des avonds rein zijn.' Men had in het gekerstende West Europa toch beter moeten weten.
Schepping of Evolutie
Een discussie over de evolutietheorie van Darwin mag natuurlijk niet ontbreken in een boek van een christelijke bioloog. Hij gaat
er dan ook zeer uitgebreid op in. De evolutietheorie, die uitgaat van de geleidelijke ontwikkeling van bacteriën via eenvoudige
organismen tot zeer complexe wezens zoals de huidige mensen en dieren via een proces van toeval, kwam mij altijd redelijk
geloofwaardig over (terwijl het in mijn hoofd wel strijdig was met mijn scheppingsgeloof). Maar na het lezen van dit hoofdstuk ben ik
volledig overtuigd van het werk van de Schepper. Hobrink gaat in op tal van zogenaamde feiten die de evolutietheorie zouden bewijzen.
Maar op zeer overtuigende wijze weet hij deze te ontkrachten. Eén van de belangrijkste argumenten die hij aandraagt is dat de
veronderstelde overgangsvormen tussen bijvoorbeeld een vis en een landdier, nooit zijn aangetroffen. Wat me opviel was een foto van
een versteende boom die horizontaal door verschillende aardlagen heen steekt. Dit zou alleen kunnen als deze lagen zeer snel zijn
gevormd, bijvoorbeeld door de zondvloed.
Startpunt
Hobrink heeft een makkelijk leesbaar boek geschreven dat tevens een (semi )wetenschappelijk karakter heeft. Nagenoeg alle
feiten/beweringen zijn voorzien van een bronverwijzing.
Tevens wordt verwezen naar aanvullende literatuur als de lezer verdere verdieping zoekt. Het boek wordt afgesloten met een persoonlijk
getuigenis van de auteur waarin hij tevens aangeeft dat de kernboodschap van de bijbel niet gaat over wetenschappelijke juistheid maar
over Jezus Christus die gekomen is om de relatie tussen God en de mensen te herstellen. Voor een lezer die God nog niet kent zal dit
boek een startpunt kunnen zijn voor het opbouwen van een relatie met zijn Schepper, mits hij bereid is onbevooroordeeld te lezen. De
gelukkige lezer die God reeds persoonlijk kent, zal zich verbazen over de wijsheid van de Heilige Schrift en de grootheid van God.
8. Reveil - november
2005 - www.maandbladreveil.nl
De Bijbel staat boordevol voorschriften waarvan wetenschappers pas sinds enkele decennia
de wijsheid zijn gaan inzien. Bijvoorbeeld de voorschriften over epidemieën, hygiëne en voeding. De schrijvers van de Bijbel konden
destijds de achterliggende gedachten simpelweg niet kennen. Er moet daarom wel een grote Auteur achter de Bijbel hebben gezeten. Dat
is een goed onderbouwde conclusie van dit boek. Daarnaast komen onderwerpen als natuurwetenschappen, schepping versus evolutie en de
betrouwbaarheid van de Bijbel aan bod. De auteur gaat de onderwerpen met sterke
argumenten en veel overtuigingskracht te lijf. Dit boek is voor de leek een eye opener en daarom een aanrader. (FW)
7. CV-Koers - november
2005
Boekrecensie door Tjerk de Reus
Het is steeds gebruikelijker om de Bijbel te beschouwen als een boek dat qua boodschap
goddelijk gezag heeft, maar dat wat betreft de feiten die erin staan niet helemaal serieus te nemen is. Denk aan de ark van Noach. Hoe
zou het kunnen, alle dieren in de ark? Er lijken maar twee wegen te zijn: óf je beschouwt het ark verhaal als een verzinsel, óf als
een onbegrijpelijk wonder.
Drs. Ben Hobrink kiest een andere weg. Hij legt in zijn boek Moderne wetenschap en de
Bijbel uit hoe het heeft gekund. Hij rekent voor hoe groot de ark was en komt vervolgens tot de conclusie dat de ark ruim genoeg
was voor het dierenrijk. Bovendien had de ark een uitgekiende bouw, die het schip bijzonder zeewaardig maakte. Pas eeuwen en eeuwen
later werd in de scheepsbouw ontdekt welke voordelen het arkmodel heeft.
Hobrink schrijft in zijn opmerkelijke en goed leesbare boek ook over bijbelse gegevens
inzake hygiëne, gezondheid, geslachtsziekten, epidemieën en evolutie. Je wrijft je ogen uit bij veel van zijn constateringen. De
Bijbel blijkt talloze praktische adviezen te bevatten die werkelijk zeer heilzaam zijn. Van varkensvlees mijden tot je dagelijkse
wasbeurt. Ook betoogt hij dat de evolutiegedachte niet erg aannemelijk is. Kortom, een opmerkelijk en in veel opzichten verrassend
boek.
6. Oogst - 10 november
2005
Schatkamers van het Woord
Boekrecensie door Krijn de Jong
Het maakt een groot verschil vanuit welke optiek je de Bijbel leest. Lees je de Bijbel
bijvoorbeeld zoals een notaris een testament leest of lees je juist door de ogen van de erfgenaam? De auteur van het boek 'Moderne
Wetenschap in de Bijbel', Ben Hobrink, heeft gekozen voor de tweede optie.
Wat een verademing. Wat een blijdschap wekt het lezen van de Bijbel op die manier. Wat een ongedachte bron van kennis en wijsheid
boren we hier plotseling aan. En wat komen we vaak zaken tegen die de moderne wetenschap ,ontdekt' heeft. Hadden we Gods wetten beter
in acht genomen, veel epidemieën zouden niet gewoed hebben. Wat een tere zorg ging er van de wetgever uit toen Hij de wetten
betreffende hygiëne en voeding door middel van Mozes aan Zijn volk gaf. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me dat voor het lezen van dit
boek niet in die mate had gerealiseerd. De wet van Mozes heeft opnieuw kleur voor me gekregen.
Conclusies
'De wetenschap' heeft van de meesten van ons zorgelijke bijbellezers gemaakt. De Bijbel is volgens de wetenschap op veel terreinen
niet toereikend. Hobrink laat ons in zijn boek zien wat er allemaal wel in de Bijbel staat. Zijn hoofdstelling is: 'In de Bijbel staan
geen verslagen van wetenschappelijk onderzoek, geen verslagen van de bijbehorende proefstellingen en resultaten, maar wel van de
bijbehorende conclusies'. Hij weet heel veel aan te voeren om de lezer van de juistheid van zijn stelling te overtuigen. Het aardige
daarbij is dat hij niet dramt of dwingt, maar dat hij met passie en overtuiging zijn lezers weet mee te nemen.
Leerzaam
Het boek geeft in een achttal hoofdstukken een menigte aan bijbelfeiten met betrekking tot bestrijding van epidemieën, hygiëne,
voeding, natuurwetenschap, schepping en evolutie en de betrouwbaarheid van de Bijbel. Hoewel hij karrenvrachten feiten aanvoert,
vervalt hij nergens tot een saaie opsomming. Het blijft een levendige beschrijving. De auteur laat overtuigend zien dat bijvoorbeeld
op het gebied van de bestrijding van epidemieën de boeken van Mozes basisboeken zijn. Het reinigen van het lichaam en van de kleding
na het aanraken van dode mensen en dieren en het idee van quarantaine vormen nog altijd de basis van de bestrijding van besmettelijke
ziekten. Leerzaam zijn ook de voorbeelden die hij op dit gebied geeft uit de Europese geschiedenis.
Rijker
Schrijnend en inspirerend is de geschiedenis van de Hongaarse dokter Ignaz Semmelweis (1818-1865). Deze bevlogen en bewogen arts kon
er niet mee leven dat er in zijn kliniek zoveel kraamvrouwen overleden. Hij gunde zichzelf geen rust voordat hij de oorzaak gevonden
had. Hij ontdekte dat de oorzaak van het hoge sterftecijfer lag in het feit dat de artsen hun handen niet wasten nadat ze een patiënt
behandeld hadden, in het bijzonder na een lijkschouwing. Ongelofelijk was de manier waarop hij door zijn jaloerse superieuren werd
tegengewerkt. De levens van de jonge moeders kwamen voor hen op de tweede plaats. Pas na Semmelweis' dood waren ze bereid hem gelijk
te geven en volgden ze zijn methode. 'Moderne wetenschap in de Bijbel' geeft veel meer dan hier even kan worden weergegeven. Een boek
dat rijker maakt. Lees het en ontdek de schatkamers van het Woord van God.
5. Terdege
- 2 november 2005 - www.terdege.nl
Wetenschappelijke lessen
in de Bijbel
Boekrecensie door Huib de Vries
Behoefte om de Bijbel te bewijzen, heeft drs. Ben Hobrink niet. Wel wil hij anderen laten
delen in zijn verwondering over bijbelse voorschriften waarvan de schrijvers de achtergrond niet konden bevroeden. De moderne
wetenschap biedt dat inzicht wel. En onderstreept daarmee het gezag en de wijsheid van de grote Auteur achter de Schriften.
Al 26 jaar werkt voormalig biologiedocent Ben Hobrink als voorlichter bij Open Doors, een organisatie die zich inzet voor vervolgde
christenen elders in de wereld. Zijn biologische kennis kwam hem in eigen land van pas. Naar aanleiding van discussies met leerlingen
van de middelbare school publiceerde hij in 1985 het boekje 'Evolutie, een ei zonder kip', als weerwoord tegen de pretenties van het
darwinisme. De inhoud verwerkte hij in hoofdstuk zes van het recent verschenen 'Moderne wetenschap in de Bijbel', dat een veel bredere
opzet heeft. Met een vloed aan gegevens toont Hobrink aan dat het spreken van de Bijbel over allerlei natuurwetenschappe- lijke
onderwerpen opvallend nauwkeurig is. En dat de wetten die Mozes uit Gods mond optekende, in niets aansloten bij de wijsheid van de
Egyptenaren, waarin hij was onder wezen. Pas enkele duizenden jaren later onthulde de moderne wetenschap geleidelijk het heilzame
karakter van de spijs- en reinheidswetten van Israël. Had de mensheid zich aan deze voorschriften gehouden, dan waren tal van
volksziekten, epidemieën en rampen voorkomen.
De variatie aan onderwerpen die hij aansnijdt, tekent de brede interesse van de medewerker van Open Doors. "Bijbellezen is mijn
hobby. Keer op keer lees ik de hele Bijbel door, steeds in een andere vertaling. Dan blijf je nieuwe dingen tegenkomen, ook op het
gebied van de wetenschap. Door mijn werk voor Open Doors had ik de kans om over de hele wereld te reizen. Een keer of acht heb ik
spreekbeurten in Amerika gehouden. De laatste vijf keer heb ik dat gecombineerd met een aantal vrije dagen, waarin ik vooraf
geselecteerde bibliotheken bezocht. Van het Moody Bible Institute, Wheaton College, Southern Baptist University, het Institute for
Creation Research en meer van dat soort instellingen. Van 's morgens tot 's avonds deed ik niet anders dan vluchtig honderden boeken
doorlezen en kopieën maken van interessante gedeelten. Met vijf, zeshonderd kopieën kwam ik thuis, waar ik ze in alle rust kon
lezen."
Al op de middelbare school kreeg Hobrink twijfels bij de evolutietheorie. "Ik wilde
graag m'n biologieleraar geloven, maar drie vragen bleven onbeantwoord, ook toen ik aan de VU biologie ging studeren. Hoe is de
materie ontstaan? Hoe is het leven ontstaan? Hoe is de menselijke geest, het zelfbewustzijn, ontstaan? Ik ben gaan lezen en ontdekte
al snel dat de hele evolutietheorie van veronderstellingen en speculaties aan elkaar hangt. In zijn boek 'Evolution, a theory in
crisis' stelt de microbioloog Michael Denton: "Nooit is Darwins evolutietheorie ook maar één keer bevestigd door ook maar één
ontdekking of wetenschappelijke vooruitgang sinds 1959." Dat schrijft iemand die het creationisme afwijst, maar tegelijk eerlijk
erkent dat voor het darwinisme elke grond ontbreekt.
Die eerlijkheid kom je niet veel tegen onder evolutionisten. Dat bleek wel weer na het voorstel van minister Van der Hoeven voor een
debat over het ontstaan van de wereld. Bekende evolutionistische wetenschappers willen de discussie niet eens aangaan."
Ontdekking
Veelzeggend was voor Hobrink dat de grondgedachte achter de evolutietheorie tijdens de
studie biologie niet aan de orde kwam. "De theorie wordt voetstoots aangenomen. Dat is met veel grote denksystemen het geval.
Iedereen loopt erin mee, wie dat niet doet is naïef of een afvallige. Heel opvallend is dat in de islam. Een moslim mag geen
fundamentele vragen over zijn religie stellen. Iets soortgelijks zie je bij de aanhangers van de evolutietheorie. Ik ben destijds
gevraagd voor een discussie op de radio met een evolutionistische wetenschapper. Dat is niets geworden, want die man was zo zeker van
de evolutietheorie, dat hij de aannames erachter niet eens had bestudeerd. Zodat er weinig te discussiëren viel.
Omdat je als creationist tegen de stroom in moet roeien, word je gedwongen je opvattingen
kritisch te bezien. Een geweldige ontdekking was voor mij dat de Bijbel nu juist het antwoord geeft op de drie vragen die de
evolutietheorie niet kan beantwoorden. Hoe de materie, het leven en de geest van de mens zijn ontstaan. juist bij die drie zaken lezen
we: En God schiep. Bij al het andere lezen we dat God formeerde, met geschapen materie." Omgekeerd werd Hobrink tijdens zijn
studie aan de VU door evolutionisten meer dan eens voor schijnbaar onoplosbare problemen geplaatst. Zo wees een medestudent hem op een
biologische blunder in de Bijbel. "Volgens Leviticus is de haas een herkauwer. Op dat moment stond ik met een mond vol tanden.
Later las ik bij Grzimek, eindredacteur van de encyclopedie 'Het leven der dieren', dat een haas wel degelijk herkauwt, door
reïngestie. Hij eet regelmatig zijn eigen uitwerpselen op, en kauwt op die wijze zijn voedsel nog een keer."
Verwondering
Hobrink schreef zijn boek niet vanuit de behoefte de Bijbel te verdedigen. "Een leeuw
hoef je niet te verdedigen. Ik wil mensen met deze publicatie deelgenoot maken van mijn verwondering over de Bijbel. Er is geen enkel
ander boek uit de oudheid waarin zo veel wetenschappelijk verantwoorde feiten staan. Twintig jaar lang heb ik artikelen verzameld van
toonaangevende geleerden die met hun conclusies het spreken van de Bijbel bevestigen. Meestal zonder dat zelf te beseffen."
Hoe verklaart u dat het merendeel niet tot de erkenning komt dat de Bijbel van goddelijke oorsprong moet zijn?
"Omdat het geloof in God niet afhankelijk is van feitenkennis. Het is niet door kennis, maar door een persoonlijke ontmoeting
met de Heere Jezus, dat een mens tot geloof komt. Daarvoor is de Bijbel geschreven, om ons te leren hoe je door Hem in contact kunt
komen met God de Vader. Hoe de relatie met God hersteld kan worden. Jezus is gestorven om ons met God te verzoenen, dat is de
hoofdboodschap. Tegelijk is er geen enkel ander boek uit de oudheid waarin zo veel wetenschappelijk verantwoorde beweringen
staan."
Tussen het atheïstisch darwinisme en het creationisme ontstond de tussenstroming van Intelligent Design. Hoe waardeert u dat?
"Op zich ben ik daar vreselijk blij mee. Steeds meer geleerden komen tot de conclusie dat aan de macro- en de microkosmos een
ontwerp ten grondslag moet liggen. Waarbij de meesten de logische conclusie trekken dat een ontwerp er niet kan zijn zonder Ontwerper.
Verwisselt een evolutionist het evolutionisme voor de opvattingen achter intelligent Design, dan maakt hij een forse stap in de goede
richting. Ik moet eerlijk zeggen dat het omgekeerde ook geldt. Verwissel je als christen het klassieke scheppingsgeloof voor
Intelligent Design, dan maak je een gevaarlijke stap. Tenminste, als je daarmee het idee van een concrete schepping door de God van de
Bijbel loslaat. Of als je niet meer gelooft in een concrete schepping, maar in een soort theïstische evolutie, die door God geleid
wordt.
Ik heb grote achting voor mensen als Cees Dekker, maar ook het theïstisch evolutionisme
staat op gespannen voet met de Bijbel. De Bijbel zegt bijvoorbeeld dat de dood door de zonde is gekomen, de zonde van één echtpaar.
Als je het evolutionisme daarin wilt passen, moet je tientallen teksten geweld aandoen. Dat geldt ook wanneer je de scheppingsdagen
als termijnen van duizenden of miljoenen jaren ziet. De planten en bomen zijn dan al die tijd zonder zon geweest, want we lezen dat
God de planten op de derde dag schiep, de zon op de vierde dag. Daar moet je vervolgens weer wat op verzinnen!'
Was u wel content met de verschijning van 'Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp'?
"Zeker. De auteurs zijn niet de eerste de beste scholieren, maar wetenschappers van formaat. Dit boek is een steen waar
evolutionisten hun tanden op stuk bijten. Dat blijkt ook, want ze willen de discussie niet aangaan."
Tegelijk typeert Dekker het creationisme als een semi-wetenschappelijke theorie, die ook in evangelische kring steeds minder
wordt aangehangen.
"Wat het laatste betreft, heeft hij gelijk. Ook veel toegewijde christenen zijn zo geïndoctrineerd door de
evolutietheorie, dat ze een compromis gaan zoeken. Een belangrijke oorzaak ligt in het feit dat macro- en micro evolutie worden
verward. De Bijbel weerspreekt nergens de micro-evolutie, variatie binnen een grondtype. We lezen in de Bijbel dat God die grondtypen
heeft geschapen, naar hun aard. Bijvoorbeeld de katachtigen. Daarbinnen is ontwikkeling geweest, maar nog nooit is een katachtige een
hondachtige geworden. Dat zou op macro-evolutie wijzen. Als Dekker zegt dat hij aan creationisten tal van vragen kan stellen die zij
niet kunnen beantwoorden, dan heeft hij natuurlijk gelijk. Zulke vragen zijn er voor iedereen, ook voor mensen die evolutie of
intelligent Design aanhangen. Ik ben wel razend nieuwsgierig wélke vragen hij aan het creationisme wil stellen."
Heeft de Bijbel u wel eens voor vragen gesteld?
"Natuurlijk, maar dat ligt niet aan de Bijbel. Dat ligt aan mij. Het is toch heel arrogant om te denken dat wij met ons motortje
van 1,6 liter boven op onze romp de Heere God, de Schepper van hemel en aarde, kunnen begrijpen. Ik geloof als een kind in de Bijbel
en heb niet zo veel problemen met teksten die ik niét begrijp. Ik heb de grootste problemen met de bijbelteksten die ik wél begrijp.
Om die te doen en ernaar te leven.
De Heere Jezus zegt dat we moeten worden als een kind. Als je de Bijbel goed wilt lezen,
moet je aan je zoontje vragen wat er staat. Dan heb je grote kans op een juiste uitleg, al zijn er natuurlijk ook teksten waarvoor je
een zekere achtergrondkennis moet hebben om ze te kunnen begrijpen. Voor mij staat voorop dat God ons een betrouwbare Bijbel heeft
gegeven. Wat Hij zegt, dat bedoelt Hij, en wat Hij bedoelt, dat zegt Hij. Vervolgens bemoedigt het me als dit door de moderne
wetenschap wordt bevestigd."
Is uw Schriftgeloof ook bevestigd door het werk voor Open Doors?
"Absoluut, veel sterker dan door allerlei wetenschappelijke ontdekkingen. In militaire dienst kwam ik in aanraking met een
dominee die over God sprak alsof hij Hem persoonlijk kende. Dat was ook werkelijk het geval. Via hem kwam ik in contact met Open
Doors, en raakte ik betrokken bij het smokkelen van Bijbels. Als ik zou beweren dat ik in dat werk nooit een wonder heb gezien, zou ik
liegen. God greep meer dan eens in op een wijze die niemand had verwacht. Waarom zou ik dan niet geloven wat Hij zegt in Zijn boek?
Als er een tweespalt is tussen de Bijbel en mijn verstand, ben ik er vast van overtuigd dat dat aan mijn verstand ligt."
Heeft het materiaal dat u in uw jongste boek hebt gebundeld uw geloofsleven veranderd?
"Nee, mijn leven is veranderd doordat ik door Gods genade wederom geboren ben."
Veel christenen beweren dat het er vervolgens niet zo veel toe doet hoe de aarde tot
stand is gekomen.
"Dat zie ik anders. Ik heb nooit geloofd dat Bijbel en wetenschap met elkaar in tegenspraak zijn. Gods openbaring door
Zijn schepping laat niet iets anders zien dan Gods openbaring door Zijn Woord. Als we Gods schepping en Gods Woord nauwkeurig
bestuderen, blijken ze perfect met elkaar in overeenstemming te zijn. Het probleem is dat wij dat Woord vaak zo slordig lezen.
Geweldig vond ik wat ik eens las in het blad Standvastig, van de Gereformeerde Bijbelstichting. In de geschiedenis over de
volkstelling door David wordt in bijna alle vertalingen acht keer gesproken over de dorsvloer van Arauna. Alleen de Statenvertaling
spreekt één keer over de dorsvloer van Aranja, getrouw aan de grondtekst. Arauna was een verachte Jebusiet, en had voor Israëlieten
een nietszeggende naam. Maar als God David zegt dat hij een altaar moet bouwen, past Hij de naam iets aan. Dan zegt Hij niet Arauna
maar Aranja: 'De Heere verheugt Zich'. De Heere verheugt zich als een mens berouw krijgt van zijn zonden en een altaar bouwt om Hem
een offer te brengen. Op diezelfde plek is later de tempel van Salomo gebouwd. Ik krijg echt kippenvel als ik zoiets lees. Met dit
soort dingen staat de Bijbel vol. Als we ervan overtuigd zijn dat het Woord van God de waarheid is, laten we ons er dan ook werkelijk
in verdiepen. Veel christenen gaan verschrikkelijk slordig met de Bijbel om. Dat verdriet me misschien wel even veel als alle
activiteiten van evolutionisten bij elkaar."
Moderne wetenschap in de bijbel
De titel van zijn boek suggereert dat de auteur van Moderne wetenschap in de Bijbel het Woord van God als een
natuurwetenschappelijk handboek beschouwt, maar in zijn voorwoord neemt drs. Ben Hobrink meteen stelling tegen die gedachte. "In
de Bijbel staan geen verslagen van wetenschappelijk onderzoek, geen verslagen van de bijbehorende proefopstellingen en resultaten,
maar wel van de bijbehorende conclusies." Daarmee verklaart hij meteen de ondertitel van zijn boek: De Bijbel is de wetenschap
3500 jaar vooruit.
Rode draad in het fascinerende boek van Hobrink is dat godsmannen als Noach en Mozes
eenvoudig uitvoerden en noteerden wat God hen opdroeg en voorschreef. Zonder te beseffen waarom alles juist op die wijze moest
gebeuren. Door de kennis van de moderne wetenschap is dat inmiddels voor het overgrote deel wel duidelijk. Zo blijken de door God
voorgeschreven maten voor de ark het meest stabiele vaartuig op te leveren, en is de achtste dag de ideale dag voor de besnijdenis.
Het gehalte aan stollingsstof in het bloed is dan hoger dan op enige andere dag in een mensenleven.
Spijswetten
Na een introducerend hoofdstuk besteedt Hobrink aandacht aan de bestrijding van
epidemieën (hoofdstuk 2) en de beoefening van hygiëne (hoofdstuk 3), zoals voorgeschreven in de Thora. Dankzij de reinheidswetten
werden (en worden) joden veel minder geconfronteerd met epidemieën en geslachtsziekten. "Weinig mensen zullen zich realiseren
dat het principe van toiletten, van melaatsenkolonies, stadsreiniging, quarantaine en bestrijding van epidemieën voortkomt uit de
Bijbel", stelt Hobrink vast. Hij typeert deze door God aan Mozes gegeven wetten als een anachronisme. "Ze waren hun tijd te
ver vooruit om door andere volken gehoorzaamd of begrepen te worden." Begrijpen deed Israël ze evenmin, maar omdat ook deze
wetten in een religieus kader stonden, werden ze wel gehoorzaamd.
Hoofdstuk 4 gaat in op de spijswetten voor Israël. "Niet geschreven door mensen met
kennis van zaken, maar juist omdat die kennis ontbrak." Inmiddels bestaat de kennis wel, en is duidelijk dat de dieren die de
Israëliet niet mocht eten, schadelijk waren voor de gezondheid of noodzakelijk voor het biologisch evenwicht in de natuur.
Betrouwbaarheid
Het hoofdstuk Natuurwetenschappen biedt informatie over de ark, de vraag of die voldoende
dieren kon bevatten, de verschillende zondvloedverhalen, het spreken van de Bijbel over de waterhuishouding van de aarde (in Job,
Psalmen, Prediker, Jesaja en Amos), de positie van de aarde in het heelal, de sterren, en de kans dat het uitkomen van zo veel
bijbelse profetieën op toeval zou berusten.
Hoofdstuk 6 belicht schepping en evolutie. Nadat hij een veelheid aan gegevens op een rij
heeft gezet, sluit de auteur af met een persoonlijke overweging. "Als het christelijk geloof op net zo weinig feiten zou zijn
gebaseerd als de evolutietheorie, zou ik beslist atheïst worden."
Hoofdstuk 7 belicht de betrouwbaarheid van de Bijbel. Hobrink wijst onder meer op het feit
dat vermeende onjuistheden in de Bijbel keer op keer ontkracht werden en worden. Nieuwe vondsten bevestigen het klassieke
Schriftgeloof. Zijn slothoofdstuk, waarin een persoonlijk getuigenis is opgenomen, eindigt hij met een citaat uit een toespraak van
Abraham Kuyper. Zooals mijn Heiland aan Mozes en de Profeten geloofde, zoo en niet anders wensch ik ook aan die Schrift te
gelooven.
4. EO
Visie - 26 oktober 2005
Oude Testament met nieuwe ogen bekeken
Boekrecensie door Jan Heijnen
Bioloog Ben Hobrink heeft zich altijd al verwonderd over de voorschriften die God gaf aan
het volk Israël. Twintig jaar lang onderzocht hij minutieus het Oude Testament en legde Gods bepalingen naast gewoonten van andere
volken uit die tijd én naast de huidige inzichten van de wetenschap.
Het resultaat van zijn zoektocht vatte hij samen in het boek Moderne wetenschap in de
Bijbel. Het boek geeft op een geheel nieuwe manier kleur aan het Oude Testament.
Een herkauwende haas
Het begon allemaal met de haas. In Leviticus 11 staat dat de haas onrein is, omdat hij
herkauwt. “Tijdens mijn opleiding biologie werd ik uitgelachen door andere studenten,” vertelt Hobrink. “Ik geloof de Bijbel,
maar iedere bioloog weet dat een haas zijn eten kauwt en doorslikt. Ik heb jarenlang geen antwoord gehad op dit feit. Maar enkele
jaren later las ik iets in een christelijk-wetenschappelijk tijdschrift wat mijn ogen opende. Een haas eet soms zijn uitwerpselen en
kauwt op deze manier zijn voedsel een tweede keer! De Bijbel zit er op dit punt dus helemaal niet naast!”
De Bijbel is geen wetenschappelijk boek, merkt Hobrink op. “Maar oplettende lezers
vinden veel wetenschappelijke feiten die de auteurs van de Bijbel niet konden weten. De Bijbel was zijn tijd 3500 jaar vooruit. Ik heb
de teksten van Mozes vergeleken met die van de Egyptenaren. De wetten die Mozes geeft aan het volk van Israël zijn wetenschappelijk
verantwoord en past onze maatschappij op tal van terreinen toe.”
Hobrink bestudeerde honderden publicaties voor zijn boek. Een van de meest bijzondere
feiten die hij noemt, is waarom jongetjes besneden moesten worden en waarom juist op de achtste dag na de geboorte. “Uit onderzoek
blijkt dat bij mannen die als kind zijn besneden, geen peniskanker voorkomt en bijna twaalf keer minder infecties aan de urinewegen
dan bij onbesneden mannen.” Maar waarom juist op de achtste dag? “Pas in de twintigste eeuw is gebleken dat de achtste dag na de
geboorte de beste dag is om een besnijdenis uit te voeren. Op die dag stoppen bloedingen namelijk een stuk sneller, want juist dan
maakt het lichaam meer bloedstollingselementen aan dan op enig andere dag in het leven.”
Levensstijl
Sommige wetten en voorschriften die Mozes doorgaf, lijken vandaag de dag absurd. Waarom
moesten bijvoorbeeld de mannen en vrouwen van overwonnen Kanaänieten worden gedood? Volgens Hobrink omdat zij vanwege hun levensstijl
een grote kans hadden een geslachtsziekte bij zich te dragen. Ongetrouwde vrouwen in de buurt van Kanaän mochten blijven leven en ver
buiten Kanaän zelfs alle vrouwen. Maar God gaf wel het voorschrift deze vrouwen zeven dagen af te zonderen, te wassen, hun
bezittingen door het vuur te halen en de nagels te knippen. Hobrink: “De incubatietijd van de meeste besmettelijke ziekten is minder
dan zeven dagen. Bovendien moesten kleren, metalen en leren voorwerpen goed worden gereinigd. Het knippen van de nagels was
belangrijk, omdat de nagelriem één van de ergste bronnen van bacteriën is.”
Hobrink weet nog meer voorbeelden. “Lepra is in onze Westerse maatschappij praktisch
uitgeroeid. Ten onrechte denken veel mensen dat deze ziekte niet besmettelijk is. Volgens artsen wordt deze ziekte in het actieve
stadium verspreid door het inademen en doorslikken van leprabacteriën. God wilde dat de melaatse die bacteriën niet zou verspreiden
en liet hem zijn neus, snor en mond bedekken. Bovendien moest de melaatse zijn haren los laten hangen en gescheurde kleren dragen. Op
die manier was voor iedereen duidelijk dat er besmettingsgevaar was en konden de Israëlieten de zieke ontwijken.”
Onreine varkens
De meeste mensen begrijpen ook niet waarom een varken onrein is. “Het eten van
varkensvlees was in die tijd levensgevaarlijk. Tegenwoordig wordt het vlees goed gebakken, maar toen niet. Varkens zijn echte ‘alleseters’:
afval, uitwerpselen, insecten, zieke en dode dieren. Zelfs dode ratten. Ideale omstandigheden om dodelijke ziekten op te lopen. Er
zijn meer dan veertig ziekten die door varkens kunnen worden overgebracht. Ooit las ik in een boek voor slachtdieronderzoek dat je bij
het slachten van dieren kunt zien of ze ziek zijn, behalve bij varkens. De zogeheten gewapende lintworm en trichinen zijn dodelijke
wormen en worden overgebracht via varkensvlees.”
Toch blijkt uit de boeken van Mozes niet direct dat God de wet oplegde vanwege
gezondheidsredenen. “God heeft Zijn wet in een religieus jasje gestopt,” zegt Hobrink. “Hij weet hoe ongehoorzaam de mens is.
Hij had hun nooit kunnen uitleggen dat ze nagels moesten knippen vanwege de bacteriën. Mensen hadden nog nooit gehoord van beestjes
die zo klein zijn dat je ze niet kunt zien.”
Ontbreken
“Hoe lang zal het duren voordat we inzien dat de Bijbel niet is geschreven vanuit
menselijke kennis die in die tijd aanwezig was, maar juist vanwege het ontbreken van die kennis?” zegt Hobrink. “Tientallen
miljoenen mensen hebben in ongeluk en misère geleefd en zijn onnodig vroeg gestorven, omdat er geen belang werd gehecht aan de
simpele en concrete hygiëne- en voedselmaatregelen uit de Bijbel. En nog steeds sterven miljoenen mensen onnodig onder gruwelijke
pijn en ellende.”
De pestepidemie in de veertiende eeuw is een afschuwelijk voorbeeld van deze
werkelijkheid. “Miljoenen Europeanen stierven. Velen vluchtten hals over de kop uit hun huizen. Doden werden in massagraven gegooid
of bleven liggen in hun huizen. Van hygiëne hadden de mensen niet gehoord. Ze waren gewend hun uitwerpselen gewoon op straat te
gooien. Miljoenen ratten bevolkten de steden. Door deze omstandigheden sloeg de pest als een bezetene om zich heen. Alleen in het
Joodse getto van Straatsburg was de situatie totaal anders. Daar woonde een dokter die de door God opgelegde hygiënewetten ten
uitvoer bracht. Deze Balavignus droeg de Joden op de wijk op te ruimen en zich te houden aan de regels en bepalingen uit Leviticus.
Het aantal sterfgevallen vanwege de pest was in het Joodse kwartier minimaal. Helaas namen de inwoners van Straatsburg de
hygiëneadviezen niet over. In plaats daarvan kregen de Joden de schuld van de pest en werden tienduizenden Joden in Europa ter dood
gebracht.”
Ark
Hobrink richtte zich bij zijn onderzoek niet alleen op de wetten die God oplegde aan Zijn
volk. Ook talloze andere feiten die de Bijbel noemt, vergelijkt hij met de huidige wetenschappelijke inzichten. “Neem de ark van
Noach. De verhoudingen van de ark (lengte/breedte was 6:1, red.) waren in Noachs tijd totaal onbekend voor een ‘vrachtschip’. Maar
uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de lengte, breedte en hoogte van de ark de meest ideale zijn om niet te kapseizen bij ruw
weer. In 1594 liet de Nederlandse scheepsbouwer Pieter Jansz Liorne zich inspireren door de afmetingen en platte bodem van de ark.
Zijn vaartuig kenmerkte zich door een verhouding van 4:1, terwijl 2:1 in die tijd gebruikelijk was. Het schip kon eenderde meer lading
vervoeren met een even grote bemanning en zeilde sneller en makkelijker dan de vaartuigen van zijn concurrenten. In zondvloedverhalen
van vroegere beschavingen komt meestal ook een soort van ark voor, maar dan gebouwd volgens onrealistische maten. De ark van Noach is
het enige bootmodel dat voldoet aan de eisen die scheepsbouwers tegenwoordig stellen. De boten uit zondvloedverhalen van andere
beschavingen zouden binnen de kortste keren gezonken zijn.”
Maar pasten al die dieren wel in de ark? Hobrink: “Sla de Bijbel er maar eens goed op
na. God geeft alleen de dieren die niet op eigen kracht konden overleven de opdracht naar de ark te gaan. Er waren minder dan 20.000
soorten landdieren en vogels die niet zonder de ark konden voortbestaan. Maar gingen die allemaal aan boord? God zegt nadrukkelijk dat
elke vogel en landdier naar zijn aard zich bij Noach moest voegen. Met andere woorden: van iedere hondachtige ging één paartje aan
boord, van iedere katachtige eveneens, enzovoort. Er was dus een select aantal ‘basistypen’ nodig om deze diersoorten te laten
overleven. In totaal hebben minimaal 1.400 en maximaal 16.000 dieren in de ark gewoond. Uit berekeningen blijkt dat er genoeg ruimte
in de ark was voor deze dieren, voor eten en drinken én voor acht mensen om te wonen en te werken.”
Toch worden de meeste wonderlijke feiten die Hobrink aanhaalt slechts terloops genoemd in
de Bijbel. “Logisch,” merkt hij op. “Dit Boek kun je niet terzijde schuiven als een sprookjesboek. Het is een geestelijk Boek
dat is gericht op de omgang met God. Des te opmerkelijker is het dat zoveel van die feiten getuigen van een diep wetenschappelijk
inzicht. Deze terloopse opmerkingen zijn zo waar en zo belangrijk voor ons lichamelijk welzijn. Hoe belangrijk moet de essentiële
boodschap voor ons geestelijk welzijn dan wel niet zijn?”
Het boek Moderne Wetenschap in de Bijbel, geschreven door Ben Hobrink, is uitgegeven
door Gideon te Hoornaar en ligt sinds kort in de winkel. ISBN-nummer: 90-6067-794-3, 360 bladzijden, € 18,50.
3. Ellips - oktober
2005
Boekrecensie door Dr. H.Bos
Ben Hobrink
Moderne Wetenschap in de Bijbel
Gelet op het feit dat de Bijbel geen handboek voor wetenschap is en er in de Bijbel geen kruimeltje wetenschapsbeoefening te vinden
is, heeft drs. Hobrink een gedurfde titel voor zijn nieuwste boek gekozen. Ik startte de lezing van dit boek derhalve met gekromde
tenen, maar het moet gezegd: dit boek geeft op overtuigende wijze weer welke enorme wijsheid, inzicht en visie er in de Bijbel te
vinden is, op diverse gebieden die door de moderne wetenschap onderzocht worden.
In het eerste deel van zijn boek bespreekt Hobrink ziekten, hygiëne en voeding. De
conclusie kan niet anders zijn dan dat de Bijbel een onvoorstelbaar wijs Boek is, dat de moderne inzichten op het terrein van voeding
en hygiëne ten tijde van Mozes ruim 3000 jaar vooruit was! Hobrink legt helder en overtuigend uit hoe de Bijbel een onwaarschijnlijk
diep inzicht in de voedingsleer heeft en dat de hygiënewetten getuigen van een inzicht dat onze wetenschap pas de laatste 150 - 200
jaar stapsgewijs is gaan ontdekken, daarbij de bijbelse wijsheden bevestigend.
Hoe kon Mozes, die toch opgeleid was in de Egyptische wetenschap, al deze voor Egypte zo
afwijkende wetten kennen? De enige verklaring is, dat God in zijn liefde dit openbaarde aan zijn volk. Zonder dat er
wetenschapsbeoefening aan te pas kwam. En Hobrink constateert terecht dat de grote epidemieën de wereld nooit geteisterd zouden
hebben als de mensen naar de voorschriften van de Pentateuch zouden hebben geleefd.
Een aantal mozaïsche voorschriften die op het eerste gezicht voor ons onbegrijpelijk
lijken, wordt door Hobrink helder verklaard en toegelicht. Het meest verbazende is dat zelfs ook hart- en vaatziekten en kanker niet
beter voorkomen en bestreden kunnen worden dan door het volgen van de voorschriften van Mozes. Zo dwingt de Schrift ook het respect en
de bewondering af ten aanzien van deze praktische voorschriften, die eeuwenlang door mensen genegeerd of verworpen zijn.
Terecht vraagt Hobrink (p. 123) zich af: 'Hoe lang zal het duren, voordat de mens de
regels van de Bijbel op waarde weet te schatten? Hoe lang zal het duren voordat we inzien dat de Bijbel niet is geschreven vanuit
menselijke kennis die in die tijd aanwezig was, maar juist vanwege het ontbreken van die kennis?'
In het tweede deel komen natuurwetenschappen en het thema 'Schepping of evolutie' aan de
orde en ik moet zeggen dat Hobrink ook hier zeer grondig te werk is gegaan en verrassende, wetenschappelijk verantwoorde dingen laat
zien. Grondig geeft hij uitleg over de bouw van de Ark. Ook hier blijkt het bijbelse inzicht in wat nodig is voor stabiliteit van een
boot ter grootte van de ark onovertroffen. Het Gilgamesh Epos valt daarbij geheel door de mand met zijn kubusvormige 'ark'. Ook
onderbouwt Hobrink het wereldwijde karakter van de zondvloed en komt tot de onomstotelijke conclusie dat de Bijbel een bovennatuurlijk
geïnspireerd boek is.
Ten slotte komt in het derde deel de betrouwbaarheid van de Bijbel en de schriftkritiek
aan de orde. De aanvallen van schriftcritici worden door Hobrink krachtig gepareerd, hoewel er vragen overblijven.
Moderne Wetenschap in de Bijbel is een zeer lezenswaardig, apologetisch boek tegen
een zeer schappelijke prijs. Van harte aanbevolen!
Dr. H. Bos
2. Friesch Dagblad - Geloof
& Kerk vrijdag, 2 september 2005
Levenswerk van bioloog Ben Hobrink over wetenschap in de bijbel
Van de Ark van Noach tot het moderne toilet
Ermelo - Wat is het meest stabiele bootmodel dat nog steeds gebruikt wordt voor de bouw van zeeschepen? De bouw volgens het principe
van de Ark van Noach. Het is een van de opmerkelijke feiten uit het boek Moderne wetenschap in de Bijbel van drs Ben Hobrink.
Recensie dor LODEWIJK BORN
Hobrink (56) studeerde biologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en aan de Universiteit van Amsterdam, met voedingsleer als
zwaartepunt.
Wat je ook vindt van zijn boek, het is in ieder geval een boek wat onderwerpen behandelt die je niet zo snel in de Bijbel denkt te
vinden. Zo schrijft hij bijvoorbeeld over toiletten, geslachtsziekten, sterrenkunde, afvalverwerking, maar ook waarom Johannes de
Doper sprinkhanen mocht eten.
Hobrink: ,,De Bijbel is geen handboek voor moderne natuurwetenschappen en ook niet geschreven om ons natuurkunde, biologie of
sterrenkunde te leren. Het is een boek dat ons vertelt over de relatie tussen God en mensen. Toch is er geen enkel ander boek uit de
oudheid waarin zoveel wetenschappelijk verantwoorde beweringen staan als in de Bijbel.’’
Punt is alleen dat je de Bijbel wel heel goed en vooral ,,zeer gedetailleerd’’ moet lezen, wil je het überhaupt ontdekken.
Hobrink, een ware speurneus, heeft twintig jaar aan het bijna 360 bladzijden tellende boek gewerkt. Hij las er maar liefst duizend
boeken en artikelen voor. ,,Ik haal er 470 van aan in mijn boek’’. Omdat hij voor zijn werk, bij Stichting Open Doors, regelmatig
in de Verenigde Staten is, bezocht hij daar alle belanghebbende universiteitsbibliotheken op zijn onderzoeksterrein.
Hobrink leek ooit een hele andere weg op te gaan dan zich intensief bezig te houden met bestudering van Gods Woord. Hij groeide
weliswaar op in een ,,evenwichtig christelijk gezin’’ maar zocht het lange tijd vooral in andere religies, zoals Zenboeddhisme en
yoga. ,,Ik herinner me nog hoe ik op een afgelegen strand van Terschelling in yogahouding probeerde op mijn hoofd te staan om naar de
zonsondergang te kijken en één te zijn met de natuur.’’
Militaire dienst
In militaire dienst leerde hij echter iemand kennen die hem vertelde over God en wat Hij voor die persoon betekende. Het was het begin
van de ommekeer. Hij kwam in contact met stichting Open Doors, die zich wereldwijd inzet voor vervolgde christenen. De ontmoetingen
met gelovigen in de verdrukking zorgde voor een radicale verandering van zijn geloofsleven.
Hij beschrijft in zijn boek hoe hij aangetrokken werd tijdens de studie biologie om zich in de wetenschappelijke materie en de Bijbel
te verdiepen. Het gesprek tijdens een van middagpauzes ging over wetenschappelijke blunders in de bijbel. Een medestudent haalde
Leviticus 11:6 aan waarin staat: ‘Ook de haas, omdat die wel herkauwt, maar geen gespleten hoeven heeft; onrein zal die voor u zijn’.
Een haas die herkauwt? ,,Dat was belachelijk. Een haas herkauwt niet. Dat doen alleen herkauwers als koeien, schapen, geiten,
giraffes, etc. Maar dieren als hazen en konijnen niet’, werd me voor de voeten geworpen.’’
Hobrink had geen weerwoord, maar ontdekte jaren later het antwoord. ,,Een haas kauwt zijn voedsel wel dégelijk twee keer. Niet op de
manier van een koe of een schaap, maar door reïngestie. Hij eet regelmatig zijn eigen uitwerpselen op en kauwt zo zijn voedsel nog
een keer.’’
Een ander voorbeeld is de Ark van Noach. ,,De ark blijkt het meest stabiele bootmodel te zijn dat er bestaat. Het heeft de ideale
afmetingen en de ideale verhoudingen in lengte, breedte en hoogte voor een zeeschip dat niet aangedreven wordt door een zeil of motor.
Naar dat model worden nog steeds grote zeeschepen gebouwd.’’
In het hoofdstuk over hygiëne ontrafelt hij de oorsprong van het moderne toilet. ,,Met één zin toont de Bijbel de weg tot ontkoming
aan zulke dodelijke epidemieën als tyfus, buiktyfus en dysenterie aan. ,,’Gij zult buiten de legerplaats een plek hebben om u
daarheen naar buiten te begeven; gij zult bij uw uitrusting een schopje hebben en, wanneer gij buiten gaat zitten, daar-mee een gat
graven en uw uitwerpselen bedekken’, staat in Deuteronomium 23:12,13. Het is opvallend hoe exact en juist deze wet van Mozes is. Het
is heel wat anders dan al die mensen die tweehonderd jaar geleden hun behoefte achter het huis deden of misschien wel netjes ín huis,
maar daarna de inhoud van de toiletpot in het open riool langs de straat leegden of uit het dichtstbijzijnde raam kieperden. Een arts
schreef ooit dat de gezondheidsregels zoals die in Leviticus staan beschreven, de basis zijn van onze moderne hygiënewetten.’’
De grond voor quarantaine stond ook al beschreven in het Oude Testament. ,,Als een jood onrein was geworden door een besmettelijke
ziekte, moest hij een periode van reiniging en afzondering in acht nemen. Dat was gebaseerd op de regel in Leviticus 13:4-7, waar
staat dat de priester een besmette patiënt veertien dagen moest opsluiten en daarna al of niet rein verklaren.’’
Vuilnisophaaldienst
In het Joodse getto van Straatsburg bracht arts Balavignus de reinheidswetten in praktijk. Hij gaf in 1348 het bevel de hele
Joodse wijk schoon te maken en alle afval te verbranden. De eerste vorm van de moderne vuilnisophaaldienst. ,,Hij voerde alles uit wat
volgens Leviticus gedaan moest worden. Als gevolg van zijn acties verlieten alle ratten mét hun vlooien, de stadswijk en gingen naar
‘de heidenen’, omdat er voor hen niets meer te halen viel.’’
In de wijk waar Balavignus werkte, kwam vervolgens slechts vijf procent van het aantal pestgevallen voor, vergeleken met de rest van
de stad. Maar in plaats van hem te prijzen, klaagde men de arts meteen aan als een van de hoofdverdachten in de verspreiding van de
pest in Europa.
Het is niet nieuw wat er allemaal in het boek staat. ,,Gezaghebbende bladen als The Lancet en Bulletin of the History of Medicine zijn
echter niet uitgaven die ieder zo maar onder ogen krijgt. Die hebben sommige van deze onderwerpen ook behandeld in hun bladen.’’
Een belangrijk deel van het boek gaat over de scheppings- en evolutieleer. Recent kwam dat volop in het nieuws rond de uitspraken van
minister Van der Hoeven over Intelligent Design. Voor dit deel heeft Hobrink zijn eerdere boek over dit onderwerp Een kip zonder ei
(1985) geactualiseerd. ,,Het is niet mijn bedoeling om wetenschappers te overtuigen. Maar ik geloof dat er heel veel fouten worden
gemaakt bij het in standhouden van de legitimiteit van de evolutietheorie.’’ Hij somt vele missers in zijn boek op.
Hobrink ziet zijn levenswerk als een leesboek en een naslagwerk. ,,Het is voor geïnteresseerden en ik denk dat dominees het ook erg
goed zouden kunnen gebruiken bij hun werk.’’ Tientallen deskundigen lazen met Hobrink mee bij de verschillende onderwerpen en
beoordeelden de teksten. ,,Natuurkundigen, biologen, sterrenkundigen, mensen die werken bij de GG & GD, etc.’’
Rijkdom
De auteur hoopt dat mensen door het lezen van het boek meer ontdekken van de ongelofelijke rijkdom die er in bijbelverhalen is te
vinden. De kernboodschap in de Bijbel gaat niet om wetenschappelijke juistheid of over historische betrouwbaarheid, zo besluit hij in
het slothoofdstuk. ,,De kern is dat Jezus Christus op aarde is gekomen om de relatie tussen God en mens te herstellen.’’
Hobrink heeft de uitwerking van het geloof gezien en daarmee is het boek voor hem ook een getuigenis. ,,Ik heb christenen ontmoet die
meer dan twintig jaar in strafkampen hebben gezeten en die daaruit zijn gekomen met een rotsvast vertrouwen op God en met een geloof
dat net zo reëel en zeker is als de natuur om ons heen. Het verstand en de wetenschap kunnen zulke dingen niet bewerken, maar alleen
de kracht van God.’’
1. Uitdaging
- september 2005
Ben Hobrink komt met een boek om van te smullen
door Jenö Sebök
Hebt u ook nooit begrepen wat de bedoeling is van al die voedselwetten en overdreven reinheidswetten in het Oude testament? Het lijkt
er wel op of ze gegeven zijn om de Israëlieten te plagen. Nu ik het boek van Ben Hobrink gelezen heb, weet ik wel beter.
Al die inzettingen van Mozes, waar de Israëlieten zich zo nauwgezet aan moesten houden, zijn niet gegeven om ze te pesten, maar juist
om ze te vrijwaren van de pest (en andere besmettelijke ziekten). Ben Hobrink maakt duidelijk dat zelfs een ogenschijnlijk futiele
bepaling dat 'alle voedsel dat gegeten mag worden, waar water op komt, onrein zal zijn', in werkelijkheid zeer nuttig is.
Er zijn dit jaar een aantal belangrijke boeken verschenen op het bijbelgetrouwe erf. Ik
denk aan Waarom ik geen atheïst ben van Willem Ouweneel en Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp? door C. Dekker e.a. Mensen die
met dit laatste boek moeite hebben omdat God er slechts 'tussen de regels' in voorkomt, kunnen met Moderne wetenschap in de Bijbel van
Ben Hobrink gerust zijn. Het is te lezen als een loflied op de Bijbel.
Hobrink: "Ik heb het niet geschreven om het bestaan van God of de foutloosheid van de
Bijbel te bewijzen, maar om u deelgenoot te maken van mijn verwondering over dit merkwaardige boek. Een boek vol feiten die de mensen
in de oudheid absoluut niet konden weten. ( ... ) Hoe lang zal het duren voordat we inzien dat de Bijbel niet is geschreven vanuit
menselijke kennis die in die tijd aanwezig was, maar juist vanwege het ontbreken van die kennis?"
Al lezende, krijg je steeds meer bewondering voor de Intelligente Ontwerper, die ook de
Intelligente Inspirator is van de Heilige Schrift. Drieduizend jaar geleden heeft God talloze wetenschappelijke feiten uit zijn
schepping op laten schrijven op een wijze die verstaan kan worden door primitieve volken, maar ook door hoogopgeleide moderne mensen.
Zo is Gods signatuur door heel de Bijbel verweven.
Het dikke, rijk geïllustreerde boek van Ben Hobrink is boeiend en vlot geschreven. Een
echte doorlezer. Voor wie van feiten en cijfers houdt, een boek om van te smullen! En, zoals het een dergelijk boek betaamt, heeft het
een uitgebreid notenapparaat. Hobrink deelt de Mozaïsche voedselwetten in twee categorieën in: goed voor de mens en goed voor het
milieu. Varkensvlees is óngezond, het zit vol met trichinen, die in de tijd van Mozes door geen slager gezien konden worden.
Roofdieren zijn niet altijd ongezond, maar wel nuttig als opruimers van zieke dieren en kadavers, daarom moeten ze beschermd worden.
De bioloog Hobrink kwam op dit idee toen hij jaren geleden een handboek voor
slachtdieronderzoek las. De Duitse schrijver beweerde dat de meeste parasieten die in vlees voorkomen gemakkelijk gezien kunnen
worden. Alleen protozoën, bloedfilariën en trichinen zijn te klein om met het blote oog te zien. Maar daarvan zijn alleen de
trichinen schadelijk voor menselijke consumptie. En die zitten vooral in het vlees van varkens en roofdieren, wat voor de lsraëlieten
verboden werd. Hoe kon Mozes dat weten?
Veel van de wetten en inzettingen van Mozes waren hygiënische wetten. De reinheidswetten
moet je gewoon lezen als hygiënische richtlijnen. Ook de besnijdenis heeft volgens Hobrink, behalve een symbolische, een hygiënische
reden. "In Brazilië, waar bijna niemand is besneden, is het aantal gevallen van peniskanker zeventig keer zo hoog als in
Israël, waar bijna alle mannen zijn besneden." En wist u dat de geslachtsziekte gonorroe al in Leviticus genoemd wordt, mét de
remedie ertegen? Zo geeft de schrijver talloze voorbeelden, met uitgebreide verklaring.
De regel dat de Israëlieten de hele voorraad graan of ander voedsel moesten weggooien als
er een dood dier in gevallen was, is helemaal niet overdreven. Een muis of een rat valt niet zomaar in een amfora met graan. Het beest
is waarschijnlijk gestorven aan een besmettelijke ziekte, die ook voor mensen gevaarlijk is. Wie zo'n beest met z'n handen aanraakte
was besmet, evenals het graan.
De meeste van deze bepalingen uit de Tora. zijn weinig bekend bij ons. We slaan ze meestal
over bij het bijbellezen, want het is allemaal zo ingewikkeld en vaak zo absurd. Alleen die bepaling dat men z'n behoefte moest doen
buiten de legerplaats en dat met een schopje moest begraven, is bij veel mensen nog wel bekend. Maar wie staat er bij stil dat Mozes
met deze simpele regel zijn tijd drieduizend jaar vooruit was? Twee eeuwen geleden was het in Nederland nog heel gewoon dat de mensen
hun behoeften op straat deden, zonder die te begraven. En als men al over een privaat beschikte, in huis of in de tuin, dan werd de
inhoud toch regelmatig op straat geloosd.
Het duurde tot in de 19e eeuw voor men het belang ging inzien van hygiëne. Toen kregen we
ook een bevolkingsexplosie. Die bevolkingsexplosie had Mozes drieduizend jaar eerder al beloofd aan de Israëlieten, op voorwaarde dat
zij nauwgezet Gods inzettingen en verordeningen in acht zouden nemen.
Behalve voeding en hygiëne behandelt Hobrink in zijn boek andere vormen van wetenschap in
de Bijbel, zoals geologie (zondvloed), archeologie en sterrenkunde in de tijd van Mozes en Jesaja, en de betrouwbaarheid van de tekst
van de Bijbel.
Keer op keer blijkt de Bijbel gelijk te hebben, tegen de toenmalige stand van de
wetenschap in, maar in overeenstemming met de huidige kennis. Zo ook het aantal sterren, dat volgens Mozes en Jeremia ontelbaar is,
maar dat sterrenkundigen in de oudheid bepaald hadden op rond 1100 zichtbare sterren. (Ik heb op de zeevaartschool geleerd dat we
slechts 3000 sterren met het blote oog kunnen waarnemen.)
De oude controverse tussen evolutie en schepping, die nu door de leer van Intelligent
Design weer zo in de belangstelling staat, komt met 80 bladzijden ruim aan bod. Dat is te verwachten van een schrijver die ook het
boek Evolutie, ei zonder kip? op z'n naam heeft staan. Dat boek kwam in 1985 voor het eerst uit en hoopt in 2006 de vijfde, geheel
herziene druk te beleven. Op globale en overtuigende wijze rekent Hobrink af met de evolutietheorie. De Intelligente Ontwerper blijft
bij Hobrink geen grote onbekende, maar heeft een naam: God. Uit de aangehaalde boeken blijkt dat de idee van een intelligent ontwerp
waar de laatste tijd zoveel ophef over is, helemaal niet nieuw is. Hobrink citeert een boek uit 1975. Wie op een populaire manier
uitgelegd wil krijgen hoe het allemaal zit met Intelligent Ontwerp, heeft aan dit boek genoeg.
Voor bijbelgelovige christenen is het een bemoediging te weten dat zij geen vrome
verdichtsels navolgen, maar dat de Bijbel vol staat met wetenschappelijke wijsheid die z'n tijd ver vooruit was. Voor ongelovigen is
dit boek een goede reden om de Bijbel eens goed te bestuderen en de wijsheid van dit oude boek te ontdekken.
Op InfoNu
is van Tartuffel een interessant artikel/recensie over het boek te lezen:
De Bijbel is de wetenschap ver vooruit
Hobrink maakt in het voorwoord meteen duidelijk dat de Bijbel geen handboek voor moderne natuurwetenschappen, biologie of natuurkunde
is. De Bijbel handelt over de relatie tussen God en de mens. Desalniettemin is de Bijbel uniek in zijn soort. Hobrink neemt de lezer
mee langs allerlei wetenschappelijke feiten in de Bijbel die in geen enkel ander boek uit de oudheid zijn aangetroffen..... Lees
verder...
|