www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

1 RECENSIE


100 jaar Leven ... Liefde ... Geven
De levensgeschiedenis van Heleen Voorhoeve.
Een leven in twee landen tot eer van de Meester en tot zegen van anderen
Essam Khalil
Uitgeverij Daniel 2013
90 pag.
ISBN 9789079718139
€ 12,50

Dit boek is een samenvatting van de levensgeschiedenis van Heleen Voorhoeve, de Nederlandse zuster, die naar Egypte kwam om de Heer te dienen en daar tot dusver 76 jaar heeft gediend. Dit maakt haar tot de zendelinge die de Heer het langst in een ver land heeft gediend.
Het is het verhaal van een leven dat doorgebracht werd tot eer van de Meester, voornamelijk in een Egyptisch dorp en dat tot zegen was van velen. In haar leven heeft ze de trouw van God op velerlei wijze ervaren.
Lees dit boek als:
* je jong bent en wilt weten hoe je beslissingen moet nemen, die voor je hele leven van geestelijk belang zullen zijn,
* je een dienstknecht van de Heer bent, die de grote waarde wil ontdekken van overgave en toewijding in werk voor Hem,
* je ouders bent, die willen leren wat belangrijk is om in de zielen van je kinderen te zaaien,
* je al wat ouder bent en aanmoediging nodig hebt hoe je in de ouderdom vrucht voor God kunt dragen.

Essam Khalil werd in 1962 in Caïro in Egypte geboren. Al jong leerde hij de Heer Jezus Christus als zijn Redder kennen. In het werk voor zijn Heer richtte hij zich op evangelisatie onder de jeugd. Hij is hoofdredacteur van het wijdverspreide tijdschrift نحو الهدف ('Naar het Doel'), dat hij in 1993 begon uit te geven voor studenten van hogescholen en universiteiten. Vanaf 1997 heeft hij gewerkt als fulltime dienstknecht in de 'vergaderingen' in Egypte. Al veel jaren geleden werd Essam geïnspireerd en gemotiveerd door de toewijding en dienst van zuster Heleen Voorhoeve. Hij slaagde erin haar te overtuigen van het nut om haar ervaringen over haar leven en werk voor de Heer in Egypte te beschrijven.

El Set
Roeping en werk van Heleen Voorhoeve (1912-2014) in Egypte
Joris Voorhoeve
Primavera Pers, Leiden 2022
Paperback, 112 pag.
ISBN 9789059973701
€ 18,50

Ze was nog maar een tiener, maar Heleen Voorhoeve (1912-2014) wist al op haar zeventiende wat haar bestemming was: strijden voor onderwijs aan meisjes in Egypte, om hun een kans te bieden op een beter leven en hen te behoeden voor een vroegtijdig huwelijk. Dat was in de jaren 1920 een ongebruikelijk toekomstbeeld voor een jonge vrouw. In 1937, toen ze 25 jaar was geworden, kreeg ze eindelijk toestemming van haar ouders om te vertrekken.
In het dorp Wadi stichtte ze uiteindelijk een school waar ruim duizend leerlingen onderwijs konden volgen. Heleen leefde daar als een Egyptische, verzamelde donaties van over de hele wereld voor haar school, verzette zich tegen de plaatselijke vrouwvijandige tradities en doorstond heftige tropische ziektes. Aanvankelijk wilde Heleen alleen christelijk onderwijs geven, maar al snel zag ze in dat ook islamitisch onderwijs kon bijdragen aan een betere toekomst van de Egyptische kinderen. Ondanks soms felle tegenstand hield zij haar werk bijna tachtig jaar vol. In 2014 overleed zij in haar school op 102-jarige leeftijd. Duizenden Egyptenaren kwamen naar haar begrafenis.
Waar ontleende deze kleine, tengere vrouw haar vastberadenheid aan? Was het haar rotsvaste geloof in haar missie, haar karakter, de steun van haar bewonderaars, of misschien ook haar sobere levensstijl? Wat was het geheim van haar energie?
Joris Voorhoeve, neef van Heleen en samensteller van dit boek, schetst het leven van Heleen Voorhoeve tegen de achtergrond van de geschiedenis van het moderne Egypte. Het is zowel een eerbetoon aan deze vrouw als een poging haar gedrevenheid te begrijpen.

Beide titels zijn leverbaar via Uitgeverij Daniel: www.uitgeverijdaniel.nl

..


1. - december 2022 - focusopdebijbel.org...

Heleen Voorhoeve (1912-2014) in twee biografieën
 - een vergelijking


Boekrecensie door Gerard Kramer

Het komt soms voor dat een mensenleven in meer dan een biografie wordt beschreven. De zendelinge Heleen Voorhoeve was zo iemand. lk heb haar zelf een aantal keren ontmoet in de jaren dat zij nog periodiek vanuit haar werkplek, Egypte, naar Nederland kwam. Zij vertelde dan tijdens de jaarlijkse Bijbelstudieconferentie in Alphen aan den Rijn iets over haar werk. Ook maakte ik haar mee in huiselijke kring, als ze bij mijn ouders logeerde. lk herinner mij haar als een interessante, energieke vrouw, die diepe indruk op mij maakte. Later heeft mijn echtgenote nog vele jaren (van 1992-2012) met haar gecorrespondeerd.

De eerste van de twee biografieën over Heleen Voorhoeve is geschreven toen zij nog leefde, door de Egyptenaar Essam Khalil, in het Arabisch in 2012. Daarna verscheen een Engelse vertaling van dit boek in de VS in 2013; het was de basis van de Nederlandse vertaling die in datzelfde jaar uitkwam, en die ik hier voor me heb liggen De titel luidt: Essam Khalil, 100 jaar Leven ... Liefde ... Geven. De levensgeschiedenis van Heleen Voorhoeve. Een leven in twee landen tot eer van de Meester en tot zegen van anderen, Uitgeverij Daniël 2013.

Recent verscheen een nieuwe biografie, geschreven door haar neef (tante-zegger) Joris Voorhoeve, getiteld 'El Set'. Roeping en werk van Heleen Voorhoeve (1912-2014) in Egypte, Primavera Pers, Leiden 2022. De verschijning van dit laatste werk was voor mij de aanleiding beide biografieën met elkaar te vergelijken, en ze te bespreken in de volgorde van verschijning.

Het boek van Essam Khalil (2012)
Essam Khalil, fulltime evangelist in Egypte, heeft zijn boek geschreven met het oog op de 100e verjaardag van Heleen Voorhoeve. Hij heeft haar tien jaar eerder geïnterviewd voor een tijdschrift voor jongeren. In dat interview verklaarde zij met beslistheid dat ze niet van plan was ooit een boek over haar eigen leven te schrijven. Khalil voelde zich daarom vrij het dan maar zelf te gaan doen, mede op aandringen van een aantal medechristenen.

Khalil klaagt over het gebrek aan bronnen over het leven van Heleen Voorhoeve. Hij noemt als bronnen nog een ander interview, vijf bandopnames waarop haar stem te horen is, en een paar artikelen over de geschiedenis van de 'Broeders' in Egypte uit Heleens eigen archief (15-16). Hoe groot dit archief was, en hoeveel hij daar verder van heeft mogen gebruiken, vermeldt hij niet. Verder noemt hij een door haar moeder geschreven verslag van het bezoek dat deze aan haar dochter bracht. De titel van dit boekje geeft hij niet; die komt de lezer gelukkig wel te weten dankzij enkele door de 'bewerker' (naar ik aanneem, is dat de in het colofon genoemde vertaler C.G. van Schaik) geplaatste voetnoten (67,70,75) - waarin weer niet wordt vermeld dat dit boekje in 1955 is verschenen. [Het betreft E. Voorhoeve-van Oordt, Brood voor de Egyptenaren, uitg. J.N. Voorhoeve, Den Haag 1955]. Verder noemt Khalil 'een paar ooggetuigen van enkele gebeurtenissen' - allemaal erg weinig specifiek dus. Haast niets wat in de tekst wordt verteld, wordt gedocumenteerd. De paar voetnoten die in het boek zijn afgedrukt, bevatten geen verantwoording van de gebruikte bronnen. Dat wil echter niet zeggen dat Khalil geen lezenswaardig boek heeft geschreven.

De eigenlijke biografie begint bij Heleens ouderlijk huis. De ouders van Heleen waren Johannes (J.N.) Voorhoeve en diens nicht Elizabeth van Oordt. Heleen was hun zesde kind, dat geboren werd op 11 april 1912 en als Helena Voorhoeve werd geregistreerd. Heleen zelf beschrijft haar jeugd als gelukkig. Voor haar beide ouders had ze veel respect.

Vrij gedetailleerd beschrijft Khalil de jeugd en de roeping van Heleen. Hiervoor heeft hij ongetwijfeld kunnen putten nit de herinneringen die Heleen met hem heeft gedeeld. Haar interesse voor Egypte werd gewekt door een niet gedateerd bezoek dat de Egyptische evangelist Matta Behnam bij haar ouders bracht. Haar eigen vader en ook enkele andere Nederlandse broeders hebben vervolgens Egypte bezocht om een indruk te krijgen van het werk van de Heer in dat land. Heleen volgde dit alles met grote interesse.

In 1929 hoorde zij in Den Haag als 17-jarige de Deen Otto Bladel spreken over zijn jaren in Egypte. Bladel vertelde o.a. dat in Egypte behoefte was aan vrouwen die onder vrouwen konden werken, en aan vrouwelijke leerkrachten. Dit was de aanleiding voor Heleens groeiende overtuiging dat de Heer haar riep om in Egypte voor Hem te werken (34). Tot haar teleurstelling wilde haar vader dat ze pas naar Egypte zou gaan als ze 25 jaar oud was, en allerlei praktische aspecten van het leven had leren kennen —zoals de noodzaak in haar eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.
Khalil beschrijft deze voorbereidende jaren, en volgt Heleen dan vanaf 1937 in Egypte. Hij vertelt onderhoudend en gedetailleerd, en heeft een helder oog voor de geestelijke kanten van Heleens werk in Egypte. Soms is de chronologie niet helemaal duidelijk. Het begin van Heleens oogproblemen wordt bijvoorbeeld niet gedateerd (57), maar dat ze paratyfus heeft gehad wordt gekoppeld aan de weinig tactische manier waarop zij op haar ziekbed in december 1948 te horen kreeg dat haar vader eerder die maand was overleden (64).

Heleens moeder legde in 1951 de eerste steen van het schoolgebouw waar zoveel werk zou worden verzet; dit gebouw werd in 1954 officieel in gebruik genomen - vanaf 1952 werd er echter al lesgegeven in de gereedgekomen ruimtes (67-79).

Na de beschrijving van een gebeurtenis uit 1959 volgt een tijdloos hoofdstuk 'Een dag uit het leven van Heleen', dat haar dagindeling aangeeft, zonder dat aangehaakt wordt bij haar leeftijd, omstandigheden of bij bepaalde ontwikkelingen. Daarna wordt de draad van het jaar 1959 weer opgenomen, en worden op twee pagina's (100-101) de jaren 1965, 1966, 1967, 1968 en 1995(!) genoemd. Zo wordt de Zesdaagse Oorlog tussen Egypte en Israel in een alinea van vijf regels afgehandeld. Daarna gaat de auteur plotseling terug naar 1970, het jaar waarin Heleen bijna uitgezet werd - en hoe de Heer gezorgd heeft dat ze toch in Egypte kon blijven (103-109).

In 1997 was Heleen voor het laatst in Nederland; zij was toen 85 jaar oud. Maar een bezoek van Piet de Jager in 1981 wordt pas daarna op dezelfde pagina vermeld (113).
In het slothoofdstuk wordt Heleens afnemende gezondheid na haar 95e levensjaar beschreven, tot haar 100e levensjaar (118-124). Het boek eindigt met een chronologisch overzicht van Heleens leven (125-126. Daarna wordt de kaart van Egypte afgebeeld en besproken (128-129).

Het boek van Joris Voorhoeve (2022)
Een heel ander boek over Heleen Voorhoeve schreef Joris Voorhoeve. Hij baseert het, zoals hij in de `Verantwoording'(109) schrijft, op 'correspondentie, geschriften, persoonlijke archieven en gesprekken'. Veel daarvan bleek al verwerkt in andere bronnen, maar die zijn vaak niet meer te achterhalen, aldus Voorhoeve, die zich daarom de samensteller van dit boek noemt, niet de schrijver (109). Hij heeft niet overwogen om het boek, wegens gebrek aan volledige bronvermelding in deze niet genoemde werken, dan maar niet te schrijven. Hij heeft wel de hulp ingeroepen van een studente Bestuurskunde die vraaggesprekken heeft gevoerd met mensen die Heleen goed gekend hebben, en van twee andere studentes die onderzoek deden naar de historische achtergronden van de jaren dat Heleen in Egypte verbleef. Voorhoeve heeft zelf in 2003 de school in Egypte bezocht en lange gesprekken met zijn tante gevoerd. Het boek van Khalil noemt Voorhoeve overigens niet. Na Heleens overlijden heeft Voorhoeve in 2014 de school opnieuw bezocht en gesproken met haar Egyptische kennissen, gemeentebestuurders en onderwijsautoriteiten in de regio'. Ook mocht hij Heleens correspondentie, agenda's en notitieboekjes inzien en als executeur-testamentair haar nalatenschap afhandelen (109). Voorhoeve heeft 'tekstmateriaal van religieuze aard ( ... ) ingekort of ongebruikt gelaten', niet uit gebrek aan respect voor `Heleens evangelische geloof', maar als gevolg van zijn 'keuze om ook een breder, minder kerkelijk, lezerspubliek te laten kennismaken met Heleens werk' (110). 

Joris Voorhoeve moest 'tante' zeggen tegen Heleen Voorhoeve. Hij heeft duidelijk groot respect voor zijn tante, maar deelt haar geloofsovertuiging niet. Dat is goed te merken aan de afstandelijke manier waarop hij dat onderwerp ter sprake brengt. Hij spreekt over 'haar rotsvaste geloof in haar missie' (8), over de invloed van haar afkomst en religieuze achtergrond' (9). Haar vader Johannes Nicolaas Voorhoeve wordt getypeerd als 'een soort dominee van een geloofsgemeenschap die officieel geen dominees had en ook geen kerk wilde heten, een groep die internationaal bekend is als de Plymouth Brethren, kortweg de Brethren, Bruderbewegung [Dat moet natuurlijk zijn: 'Brüderbewegung'.], Assemblés de Frères [Meestal 'Assemblées de Frères genoemd], of ook wel de Darbisten. De Nederlandse tak van dit genootschap is bekend als de 'vergadering van gelovigen' (9). Voorhoeve stelt dat de 'leden' geen kerkgenootschap willen zijn, maar veeleer zoeken naar 'een 'persoonlijke' verhouding tot Jezus Christus, in de zin van navolging, waarbij de Bijbel gezien wordt als het onfeilbare woord van God' (9). De toekomstvisie van de broeders vat Voorhoeve als volgt samen: 'Ze verwachten de terugkeer van Jezus die, na vele rampen en oorlogen, een rechtvaardig vredesrijk zal vestigen' (9). Voorhoeve gaat ook in op de 'Nederlandse tak van dit genootschap', en herleidt de oorsprong daarvan deels tot Heleens overgrootvader Jacob Voorhoeve (1811- 1881). Diens zoon Herman Cornelis Voorhoeve (1837- 1901), de grootvader van Heleen, wordt door Voorhoeve getypeerd als 'een diepgelovig man die de ene na de andere godsdienstige verhandeling schreef' (10), en die in 1883 een basisschool voor de kinderen in de Haagse Schilderswijk stichtte. Die school bestaat nog steeds en heet inmiddels Koningin Beatrixschool (11).

Vervolgens komt diens zoon Johannes, Heleens vader, aan bod, alsook haar moeder Elizabeth van Oordt - en dan volgt de geboorte van Heleen. Voorhoeve beschrijft hoe de familie in materieel opzicht getroffen werd door de beurskrach van 1929, en verklaart daarmee het moeizame bestaan van de uitgeverij van J.N. Voorhoeve tot de overname door een grotere uitgeverij in 1972. Ook stelt hij dat de familie Voorhoeve graag omging met 'families met geschiedenis' (13).

Dan volgt de roeping van Heleen op 17-jarige leeftijd. Het is de vraag of Heleen zich zou herkennen in wat Voorhoeve noemde, haar droom 'van een school waar zowel koptische als islamitische kinderen terecht zouden kunnen. Door deze bevolkingsgroepen samen te brengen, zou zij hun 'de vrede van de Heer Jezus' kunnen brengen. Ze zou de kinderen leren elkaar te respecteren en hun 'essentiële waarden bij kunnen brengen voor een goede samenleving' (15). Persoonlijk denk ik dat Heleen dit minder horizontalistisch zou hebben geformuleerd.

Interessant is hoe Voorhoeve ingaat op de impact die de Tweede Wereldoorlog had op het leven van Heleen in Egypte. Contact met haar familie in Nederland was in de oorlogsjaren bijna niet mogelijk. Wat de familie intussen had meegemaakt, is Heleen pas aan het eind van de oorlog gewaar geworden (20). In de oorlogsjaren en direct daarna was er geen internationals hulp voor Heleen. Toch bleef de school functioneren.

In de vroege jaren '50 kreeg Heleen bezoek van de bekende Nederlandse schrijver Bertus Aafjes, die voor het schrijver van een romantisch-poëtisch verslag van een reis door Egypte ook de school van Heleen aandeed. Volgens Voorhoeve moet dit bezoek in 1953 hebben plaatsgevonden. Aafjes schrijft in zijn boek 'Morgen bloeien de abrikozen' over Heleen, die hij daar op haar eigen verzoek aanduidt als de 'Engelse schooljuf miss Matthews' (29). Aafjes noemde haar 'de origineelste heilige die je op aarde ooit ontmoeten kunt' (30).

Voorhoeve gaat uitvoerig in op de Britse invloed op het Egyptische onderwijssysteem, en op de Egyptische weerstand tegen het onderwijs aan meisjes. Die weerstand ondervond Heleen vooral sterk in haar beginjaren. Meisjes werden vanaf de puberteit thuisgehouden en jong uitgehuwelijkt. Op hen richtte Heleen zich vooral, en pas later werden er ook jongens op haar school toegelaten. Voorhoeve beschrijft uitvoerig hoe Heleen zich begin jaren '50 inzette voor een nieuw schoolgebouw. Haar moeder werd uitgenodigd om de school in 1954 te openen (54). Voorhoeve beschrijft de Zesdaagse oorlog in 1967 en de dreigende uitzetting van Heleen uit Egypte. Hij doet dat in een doorwrocht relaas, waarna hij ook de naoorlogse politieke situatie onder Nasser en Sadat aanstipt - en wat Heleen daarvan meekreeg (75-81), tot en met de Camp David akkoorden in 1978. Hoewel Heleen niet aan politiek deed, rouwde zij mee met de Egyptenaren om de dood van Nasser in 1970. De school was drie dagen gesloten en de vlag ging 60 dagen halfstok.

Waar Heleen in de jaren '80 mee te maker kreeg, was de toenemende islamisering van de Egyptische samenleving. Heleen wist toch een aantal privileges voor haar school te behouden doordat ze kon aantonen dat ze geen geld van de Egyptische overheid ontving.

'Heleen overleed op 7 mei 2014 in haar school, 102 jaar oud'. In 2000 had ze voor zichzelf een graf gekocht op de koptische begraafplaats, maar daar is ze niet begraven. De Koptische Gemeente besloot dat zij in een crypte onder de kerk begraven moest worden (104).

Het is wel aardig dat Voorhoeve zich afvraagt waardoor zijn tante zo oud kon worden. Hij verklaart dit door haar sobere leefwijze: 'ze rookte niet, dronk weinig alcohol en volgde, lang voordat dit als gezond bekend werd, een Mediterraan dieet. Ze zat zelden stil, liep veel en was altijd bezig' (105).

In de laatste alinea van het biografisch deel geeft Voorhoeve als buitenstaander een mooi getuigenis van haar geloofsleven: 'Heleens geloof vormde de kern van haar bestaan. Zij leefde in een 'ouderwetse' christelijkheid die haar groot vertrouwen gaf en nimmer deed twijfelen aan de roeping zoals zij die al vroeg in haar leven had gevoeld. Ze was niet academisch gevormd, niet filosofisch, en las weinig anders dan de Bijbel en de brieven die ze kreeg. Ze ontwikkelde geen nieuwe theologische opvattingen. Ze was heel praktisch en bleef eigenlijk haar leven lang de energieke, soms wat bazige onderwijzeres, die het geloof van haar vader, de evangelist, zonder vragen omarmd had' (105-106).

Vergelijking van de beide biografieën
Het zal inmiddels duidelijk zijn dat de beide biografieën, al beschrijven ze het leven van dezelfde vrouw, behoorlijk verschillen. Voor Essam Khalil was Heleen Voorhoeve een zuster die samen met hem in de wijngaard stond en de Heer diende. Khalil legt het accent op de bijzondere manier waarop Heleen steeds weer de trouw van haar Heer en Heiland heeft ervaren. Voor Joris Voorhoeve was Heleen een door hem bewonderd familielid, met wie hij het belangrijkste juist niet deelde, en dat was haar geloof. Dat wil echter niet zeggen dat hij niet een bijzonder boek over zijn tante heeft geschreven. Behalve een aantal gebeurtenissen uit het leven van Heleen die ook Khalil noemt, geeft Voorhoeve, wetenschapper en oud-politicus, een aantal boeiende analyses van de internationale ontwikkelingen die hebben geleid tot veranderingen in de Egyptische samenleving - en die Heleen mogelijkheden boden de maatschappelijke omstandigheden van vrouwen en meisjes te verbeteren.

Khalil schrijft m.i. soms wat rommelig en weinig analytisch, maar compenseert dit door het accent te leggen op de geestelijke kant van de persoon en het werk van Heleen Voorhoeve. Bij dat laatste aspect kunnen we bij Voorhoeve nauwelijks terecht, maar hij schrijft helder en gestructureerd. Verhelderend is ook de manier waarop hij het leven van zijn tante in een nationale en internationale samenhang plaatst.

Mijn conclusie is daarom dat de beide, op zichzelf eenzijdige, boeken elkaar uitstekend aanvullen en zeer de moeite van het lezen waard zijn.

www.vergadering.nu