www.vergadering.nu  Recensie-index  www.vergadering.nu

2 RECENSIES


Hitlers ultieme oorlog
Jodenvervolging in bezet Europa
Klaas A.D. Smelik
Walburgpers, maart 2024
€ 29,99
ISBN: 9789464563085
Hardback
272 pag

Dit boek bestellen bij Boekwinkeltjes.nl (tweedehands)...

of zoek bij: fakkel.nl | ichthusboekhandel.nl | goedhartboeken.nl

De vernietiging van de Joden in Europa tijdens het Derde Rijk (Sjoa) was – hoewel niet de enige genocide in de twintigste eeuw – in verschillende opzichten uniek en roept vele vragen op. Hoe kon dit gebeuren in het geciviliseerde Europa? Waarom kregen de nazi’s zoveel ondersteuning van mensen die hun antisemitische ideologie niet deelden?
Klaas A.D. Smelik, deskundige op het gebied van de Jodenvervolging, geeft in dit boek een helder overzicht van de geschiedenis van de Sjoa. De fasering in de Jodenvervolging door heel Europa heen wordt duidelijk uiteengezet en er wordt getoond hoe weinig mogelijkheden Joden hadden om te ontsnappen. De onverschilligheid van de meerderheid van de Europese bevolking tegenover hun lot vormt naast het fanatisme van nazi’s en hun hoogst efficiënte aanpak om Joden op te sporen en te vermoorden, een belangrijke reden dat zoveel Joden zijn omgekomen. Niettemin was er Joods verzet en waren mensen actief om Joden uit de handen van de nazi’s te houden.
Belangrijk is het bij dit alles om de Jodenvervolging vanuit een Europees perspectief te benaderen en zich de vraag te stellen waarom het percentage slachtoffers per land zo verschilt. De vragen die het oproept, zijn nog steeds actueel.


2. - december 2024 (juni 2024) - http://christenenvoorisrael.nl/israel-en-de-kerk

Hitlers ultieme oorlog
  Jodenvervolging in bezet Europa

Boekrecensie door Dr. L. Engelfriet

Hitler typeert het Joodse volk als een ras dat tuberculose veroorzaakt

De veelzijdige theoloog prof. Smelik publiceerde meer dan 25 boeken over de Bijbel, het Jodendom en de oudheid. Hieruit blijkt vooral zijn grote belangstelling voor de godsdienst, de Hebreeuwse taal en cultuur en last but not least de lotgevallen van de Joden.

Dit bock gaat vooral over Hitlers oortog tegen de Joden, de Sjoa, maar geeft bovendien een duidelijk beeld van de verschillende uitwerking daarvan in de Europese landen. Die verschillen worden door zijn analyse zowel in bevriende als in vijandige landen zichtbaar gemaakt. Finland, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Roemenie, Bulgarije, Italië (tot 1943) en Vichy-Frankrijk waren bondgenoten. Bezette gebieden waren: Noorwegen, Denemarken, Nederland, België, Luxemburg, bezet Frankrijk, Tsjechië, Polen, Litouwen, Letland, Estland, Wit-Rusland, Oekraïne, Servië en Griekenland.

HITLERS ANTISEMITISME
Al in 1919 direct na WO-1 manifesteert Adolf Hitler zich als notoire antisemiet. De term is bedacht door Wilhelm Marr, een linkse intellectueel die zijn haat tegen de kerk aanvulde met haat tegen de synagoge, toen hij merkte dat met de emancipatie van de Joden hun religie niet afgedaan had. Hitler typeert het Joodse Volk als een ras dat tuberculose veroorzaakt bij andere volken en uitsluitend belust is op geld. Wilde hij in 1933 het Volk nog uit Duitsland laten verdwijnen, in 1935 volgden de Neurenberger wetten in opdracht van de Führer zelf. Daarmee waren Joden uitgesloten van burgerrechten en van contact met het Duitse, Arische Volk.

Na de uitzetting van vijftienduizend Poolse Joden onder erbarmelijke omstandigheden in 'niemandsland', nam een Pools familielid wraak op een medewerker van de Duitse ambassade. Daarop vond Hitler dat de Joden door zijn Arische volksgenoten gestraft moesten worden. Goebbels moedigde talloze gewelddaden tegen Joden aan. Tijdens deze zgn. Kristallnacht in 1938 werden bijna tweehonderd synagogen in brand gestoken en zeventig door de Hitlerjugend vernield, meer dan vierhonderd Joden vermoord en dertigduizend mannen een jaar opgesloten in kampen. Joodse winkels werden geariseerd (onteigend), maar de Joden moesten een schadevergoeding van één miljard betalen. Het Joodse verzekeringsgeld werd in beslag genomen. Bovendien werd Joodse kinderen de toegang tot openbare scholen ontzegd.

Ik heb dit voorspel op de Sjoa wat meer aandacht gegeven, omdat het standpunt van Smelik hierbij naar voren komt. Hij is van oordeel dat het antisemitisme juist in Duitsland en Oostenrijk zo radicaliseerde, omdat de integratie van de Joden daar zo geslaagd was. Hun groeiende invloed op de maatschappij werd door de bevolking echter niet gewaardeerd en gezien als een bedreiging voor hun land. Smelik meent dat het geschrift over de Joden en hun leugens van de voor Duitsland belangrijke hervormer Maarten Luther daarbij van betekenis is geweest, omdat Luther van oordeel was, dat de Joden moesten vertrekken als zij weigerden een ondergeschikte positie in te nemen: "Drum immer weg mit ihnen." De emancipatie was volgens de antisemieten een fatale dwaling geweest. Maar ook de zionisten werden niet vertrouwd. Zij maakten volgens partij-ideoloog Alfred Rosenberg (1893-1946) deel uit van hetzelfde wereldcomplot. De Arabieren namen het zionisme volgens Smelik trouwens wel serieus. Dat bleek in 1929 tijdens hun bloedige oproer in Palestina.

DE PROTOCOLLEN VAN DE WIJZEN VAN ZION
Dit belangrijkste antisemitische geschrift is nog steeds in omloop. Het is opgesteld door een Rus, die het in opdracht van de geheime dienst schreef. In Rusland was de Jodenhaat volgens Smelik het meest catastrofaal. Het geschrift is een vervalst Frans pamflet dat is omgewerkt tot besluiten van Joodse leiders die streven naar de wereldheerschappij - Hierin zien Hitler, de nazi's en hun leiders de contouren van het internationale Joodse wereldcomplot.

Dat de emancipatie het Joodse gevaar oproept, propageert ook de film 'Der Ewige Jude' waarin de Joden met kruipende ratten worden vergeleken. Zij kregen hierin de rol van parasieten in een gezond volksorganisme toebedeeld. Met dit materiaal ging Hitler aan de heal. Het heeft zijn hele leven na 1919 beheerst. Toen Roosevelt in 1943 na de nederlaag bij Stalingrad aankondigde dat de Duitsers voor de genocide zouden opdraaien, voerde Hitler de vernietiging van de Joden alleen maar op. Een dag voor zijn dood schreef hij in zijn testament dat de oorlog uitsluitend gewild en uitgelokt is door internationale staatslieden van Joodse afkomst; alles is te wijten aan het Joodse Volk, aan het internationale Jodendom en zijn helpers.

DE ENDLÖSUNG
De vernietiging van het Joodse ras ging hand in hand met de strijd tegen het bolsjewisme. Het doel van Hitler was het stichten van een groot Germaans rijk in Europa met 'Lebensraum' voor Duitse boeren.

Die stichting was in het bezette Polen in 1939 begonnen. Daar werden de eerste getto's ingericht, naar het voorbeeld van paus Paulus IV in 1555 in Rome. Dat zouden er in Polen en een bezet deel van de Sovjet-Unie meer dan duizend worden. Het grootste stond in Warschau, dat bijna 450.000 Joden telde, deels dwangarbeiders voor de oorlogsindustrie. Gouverneur Hans Frank voerde in Polen het dragen van witte armbanden met Jodenster in. In Polen werd ook gebruik gemaakt van Joodse raden die de Duitsers met de organisatie moesten helpen: dwangarbeiders uitkiezen, bezittingen verzamelen en de rust bij deportaties handhaven. Terzijde merk ik op, dat van deze nazi bekend is
dat hij na de oorlog bij een Luthers predikant aan het avondmaal heeft deelgenomen.

Door gebrek aan voedsel en het gevaar van ziektekiemen werd bewust geprobeerd via epidemieën het aantal bewoners sterk uit te dunnen. De Poolse regering ging ook later ondanks Hitlers vijandige houding door met haar anti-Joodse politiek van voorheen. Enkele honderden synagogen waren al opgeblazen. Joodse mannen werden in het openbaar vernederd. Studenten eisten hun vertrek van universiteiten. In Chelmno kwam in december 1941 het eerste vernietigingskamp. En in 1942 begonnen de deportaties van getto's naar Auschwitz en Birkenau.

Maar ook na de oorlog in 1946 vonden in Polen nog pogroms plaats. Na de vermissing van een christelijk jongetje werd zelfs serious met een rituele kindermoord door Joden rekening gehouden. En dan te bedenken dat in de hele oorlog circa drie miljoen Poolse Joden zijn omgekomen. Dat is negentig procent van de vooroorlogse bevolking. Dat was volgens Smelik zonder de hulp van medestanders uit Oekrainë, Letland en Litouwen niet mogelijk geweest. In Litouwen kwam negentig procent van de Joden om door intensieve medewerking van de lokale bevolking, terwijl in Denemarken een storm van verontwaardiging losbarstte tegen de deportatie. Hier toonde de Lutherse staatskerk zich wars van de Jodenvervolging om raciale of religieuze redenen. De Denen lieten de ongeveer 146 gedeporteerde Joden zelfs niet in de steek: het laagste aantal in bezet Europa. De neutrale Zweedse regering ving tegen een riante vergoeding Joden op.

In de Sovjet-Unie verliep die strijd in 1941 niet volgens plan. Omdat elders bij Hitlers bondgenoten op Finland na sterke mannen aan het hoofd stonden, stuitte in hun gebieden de druk van Berlijn om tegen de Joden op te treden op overwegende bezwaren, met name als deze Joden staatsburger waren. Wie dat niet was, werd wel uitgeleverd. Opmerkelijk is dat in antisemitische landen de Joodse kans op overleven groter was dan in tolerante landen als Nederland. In veroverde gebieden werd onmiddellijk begonnen met massale executies en deportatie naar de Poolse concentratiekampen.

NEDERLAND EN BELGIË
Dat het verschil in volksgemeenschap van betekenis was, ziet Smelik ook als hij de Jodenvervolging in Nederland met die in België vergelijkt. De zuidelijke Nederlanden waren nooit van de Spaanse bezetter bevrijd. En tijdens de Franse overheersing was de hardvochtige overheid helemaal in diskrediet geraakt. En in 1914 zagen de Belgen de Duitsers Brussel binnenkomen. De Nederlandse gezagsgetrouwheid was de Belgen daardoor vreemd. Nederland kende weliswaar krachtig protest: Cleveringa in Leiden, de unieke Februaristaking en de opstelling van Nederlandse kerken. Maar de medewerking aan de deportatie van onze landgenoten was soms overdreven groot: politie en ambtenaren leken het de bezetter naar de zin te willen maken.

Hoewel de meeste Joden in België niet de Belgische nationaliteit hadden werden zij door de overheid beschermd. Zij protesteerde tegen de Duitse racistische maatregelen die in strijd waren met het oorlogsrecht. Tegen de Jodenster protesteerde geen enkele gemeente in Nederland, maar het college van burgemeesters in Brussel wel. Door samenwerkende organisaties werd de deportatie van circa achtduizend Joodse kinderen verijdeld.

Niettemin werd 45 procent van de Joden in Belgie slachtoffer van de Sjoa, het minst in Brussel. In Nederland bedroeg dat percentage 75. Dat is een van de hoogste in Europa.

De gezagsgetrouwheid schrijft Smelik toe aan de calvinistische instelling van veel Nederlanders. Inderdaad komen we die bij de invloedrijke voorman van de Gereformeerde Gemeenten, ds. G.H. Kersten, tegen. Hij deed zelfs een oproep aan scholen van zijn signatuur om Joodse kinderen bij de bezetter te melden. Daartegenover staan echter predikanten van de familie Overduin. Met name Leendert Overduin heeft veel voor de Joden in de oorlog gedaan. Hem werd zelfs de Yad Vashempenning toegekend. De calvinistische gezagsgetrouwheid vraagt wel om enige nuancering. De vlucht van de Nederlandse regering en het staatshoofd heeft veel Nederlanders in verlegenheid gebracht. Toch kozen nogal wat gereformeerden voor het verzet. Smelik merkt trouwens zelf op dat de protestantse predikanten in de zeventiende eeuw tot de conclusie waren gekomen dat de Joden nog steeds Gods uitverkoren volk vormden. Alleen in de Republiek hoefden de Joden toen niet in getto's te wonen. Vlak voor de oorlog getuigden A.H. de Hartog, K.H. Miskotte, J. Buskes en H. Berkhof van het naderend onheil. Dat neemt niet weg dat de Joodsche Raad, evenals de ambtenarij en de politie, meewerkten aan de deportatie. De Raad stond voor duivelse dilemma's; dat zie ik als verzachtende omstandigheid. Binnen Joods Nederland werd het optreden van hun twee voorzitters veroordeeld. De Joodse Raad van Enschede volgde echter niet al de aanwijzingen van de landelijke rand in Amsterdam, wat enig verschil gemaakt heeft.

De studie van professor Smelik is van grote waarde. Nauwkeurig en helder beschrijft hij Hitlers leidmotief. Zijn gestructureerd overzicht per land laat zien welke factoren de deportatie van Joden beïnvloed heeft. Ik heb daarvan slechts enkele voorbeelden kunnen geven. Ik onderschrijf de conclusie van Smelik dat de desinteresse in het lot van de Joden bij omstanders het meest verontrustend is. Daar kan dit goed leesbare boek nu verbetering in brengen.


1. Profetisch Perspectief - december 2024 - www.profetischperspectief.nl

Hitlers ultieme oorlog

Boekrecensie door Krijn de Jong

Pijnlijk en schaamtevol is het dat Hitler in heel Europa zoveel medewerking kreeg. Medewerking om zijn boosaardige plan, de totale uitroeiing van het Joodse volk, tot uitvoering te brengen. En mocht je nog steeds in een heldenrol van Nederland geloven, dan moetje zeker het recent verschenen boek van prof. Klaas Smelik lezen: 'Hitlers ultieme oorlog'. Alle heldendaden ten spijt, Hitler had ook in ons land vooral veel support. Langzaam is dit pijnlijke inzicht gerijpt. Er was wel veel afstand in de tijd voor nodig. Bijna 85 jaar geleden begon de oorlog. Jaren daarvoor waren de geesten al door Hitters propagandamachine rijp gemaakt om het Joodse volk als een ontaard ras te zien. Die propaganda heeft verwoestend resultaat gehad. Het drong door tot in de kleinste dorpen.

FLAKKEE
Je zou zo graag een uitzondering tegenkomen. Maar telkens word je weer teleurgesteld. In het Reformatorisch Dagblad (26-09-24) lees ik een artikel over de Joden op Goeree-Overflakkee. Ik lees het met bovengemiddelde interesse. Het is mijn bakermat. Ik schrik van de kop boven het artikel. 'Flakkee behandelde Joden kil en bureaucratisch.' Tijdens de oorlog en ook na de oorlog. Zonder bevel van hogerhand leverden de burgemeester en de veldwachter van het Flakkeese dorp Oude Tonge slager Cohen over aan de Duitsers. De collega's (concurrenten) van de slager hielpen ook een handje. In het klein zien we hier een beeld van hoe het de Joden tijdens de oorlog in heel Europa verging. Overijverige overheden en afgunstige burgers. Dat deze houding zich na de oorlog voortzette, is voor ons nu moeilijk voor te stellen. Een van de enkele overlevenden van de Joodse gemeenschap op Flakkee, Debora Rood, schreef over de weinige steun en aandacht na de oorlog: 'Ik kon dat niet begrijpen.' Pas na tien jaar procederen kregen ze hun eigendommen terug en de overlevenden moesten zelf de kosten van de opslag van hun meubelen betalen. 'Ik kon dat niet begrijpen' is de titel van het rapport geworden dat nu over hen geschreven is. Ook deze titel staat voor veel meer. Als het over de Holocaust gaat, is dat de muur waarop je telkens te pletter loopt. Het is niet te begrijpen. Waarom?

EUROPA
Ook Smelik geeft in zijn boek geen antwoord op de waarom-vraag. Voor het antwoord op die vraag moeten we bij een ander Boek te rade gaan. Wat Smelik wel doet, is heel veel en heldere informatie verschaffen. Hij beschrijft de ideologie van de Jodenvervolging (hoofdstuk 2), hij geeft een inkijk in de vele getto's en vernietigingskampen (hoofdstukken 3 en 6). Het meest leerzaam voor mij waren de hoofdstukken 8 en 9: de Jodenvervolging in de verschillende Europese landen. Eén voor één worden de landen in kaart gebracht. Hoe verhielden ze zich tot Duitsland? Hoe werd er met de Joden omgegaan? Wat werd er voor hen gedaan? Wat waren de gevolgen? Die gevolgen bleken zeer uiteenlopend. Toen Nederland aan de beurt was, heb ik die paragraaf in eerste instantie overgeslagen. Ik voelde weerstand en schaamte. 75 procent van de Joodse Nederlanders is omgekomen. Ons land hoort voor wat het percentage slachtoffers betreft bij de top.

INFORMATIE VERSUS PROPAGANDA
Smelik, voormalig hoogleraar Hebreeuws en Joodse studies aan verschillende universiteiten, schreef zijn boek vanuit bezorgdheid over de snel teruglopende kennis van de Holocaust. Een kwart van de jongeren gelooft dat de Holocaust een mythe is. 'Hoe kunnen we een tweede Auschwitz voorkomen als de kennis over het eerste Auschwitz bij steeds meer mensen ontbreekt?'

LICHTPUNTJES
Lange tijd overheerste in Nederland de gedachte dat we niet anders konden. De intimidatie en het geweld van de nazi's waren te overweldigend. Smelik laat zien dat dat maar ten dele waar is. Er waren landen waar de overheid zich krachtig tegen de Jodenvervolging verzette. En niet zonder resultaat. Finland, Denemarken en Bulgarije zijn daarvan lichtende voorbeelden.

BEELDEN
Foto's vertellen niet zelden een krachtig verhaal. Dat geldt ook voor de coverfoto op Hitlers ultieme oorlog. Een foto uit 1944. Je ziet een drukke winkelstraat in het centrum van Boedapest. Aan de linkerkant van de straat loopt een lange stoet Joodse vrouwen met hun handen omhoog. Aan de rechterkant van de straat wandelen en winkelen de andere inwoners van Boedapest. Ze tonen nauwelijks enige interesse voor de vrouwen. Van de eerste vier vrouwen van de stoet kun je het gezicht onderscheiden. Je blijft kijken. Wat zou er door hen heen zijn gegaan? Wat is er van hen geworden? Nog even terug naar Flakkee. In Sobibor staat een herdenkingssteen voor drie Flakkeese families. We lezen:'Zo wreed verstoord, dat gelukkige leven met elkaar op Flakkee'


www.vergadering.nu