www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu

T.B.Joshua - Genezingen in Nigeria

Laatste Nieuws......

Charisma  - Een verslag van Wim van de Berg

Heerlijkheid in Nigeria

Op bezoek bij profeet T.B. Joshua

In Zottegem (België) begon het bij het voorgangersechtpaar Van de Branden. Zij waren net terug van een reis naar Nigeria en hadden daar de heerlijkheid van God gezien. Stralend gaven ze hun verslag. "Immanuel!" riepen ze steeds. De vrouw van de voorganger vertelde van haar genezing. Er was echt wat met hen gebeurd. 

Door Wim van de Berg 


Na de dienst namen ze me mee naar huis. Bij de koffie toonden ze mij een videofilm. Afschuwelijke beelden van verrotte mensen zag ik. Ik kreeg de koffie niet meer door mijn keel. Verkankerde geslachtsdelen, tumoren zo groot als een appel aan geteisterde lichamen. Dan verschijnt er een zwarte man in beeld, die zijn handen naar hen uitstrekt. Hij beweegt zijn handen en soms is het, alsof hij de ziektes eruit trekt. Dan loopt hij verder naar duizenden andere zieken. De camera blijft bij de patiënt, die na een poosje begint te 'druipen'. Gezwellen barsten open en de kankers druipen op de grond. Er is een speciale afdeling voor deze zware zieken. Als het tijd is voor bediening staan of liggen ze buiten op straat. Allemaal hebben ze een groot stuk papier voor zich, waar hun kwaal op staat geschreven. De videofilm eindigt abrupt, maar Van de Branden had het met eigen ogen gezien.

Thuis vertel ik alles aan mijn vrouw. Ik moet vechten tegen opkomende tranen. Mijn vrouw zegt: "Wim, je moet er naar toe". Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Zonder uitnodiging van de kerk kom je er namelijk niet in. Als enige Nederlander reis ik tenslotte met een groep Belgen naar Lagos, de hoofdstad van Nigeria.

Botsing
En zo zat ik vrijdag 26 februari in het vliegtuig naar de immense Sahara onder mij te kijken. Van vrijdag tot vrijdag zou het duren. Ik zou getuige zijn van een ontzaglijke botsing tussen het rijk van satan en het rijk van God. Maar zover was het nog niet. Op het vliegveld werden we overgebracht naar een bus van de kerk. 
De kerk, of wat daarvoor doorgaat, is van binnen en van buiten beschilderd met bijbelse taferelen in een kermisachtige stijl. Zoete plaatjes van Jezus met hele krachtige teksten erbij. Als we met de groep en met nog meer gasten uit Zuid-Afrika en Engeland naar binnen lopen, worden we opgewacht door een groot aantal blije mensen. Jonge mensen willen mij helpen mijn bagage naar boven te brengen. Daar worden we naar een slaapzaal gebracht met stapelbedden. Alles is volgepakt want ruimte is hier een probleem. Vanaf nu ben ik een vrijwillige gevangene van deze kerk. Het is niet toegestaan de stad in te gaan.
Een vriend uit Duitsland wilde vasten, omdat hij er thuis bijna niet aan toekwam. Maar toen men er achter kwam werd het gemeld bij de profeet, die het verbood. Hier waren wij niet aan gewend. Het absolute gezag van de profeet was duidelijk aanwezig. Achteraf zag ik, hoe wijs zijn besluiten waren.
Maar ik had hem nog steeds niet gezien. Dat kon nog wel even duren, want nadat we ons verfrist hadden werden we in een zaal gebracht waar we video's te zien zouden krijgen. Schokkende beelden van bezetenen, die verhoord werden. Demonen die door mensen heen spraken en ons een beeld toonden van de duistere kant van de geestelijke wereld.

Demonen en bevrijding
Afschuwelijke dingen zagen en hoorden we. Bekentenissen van ondenkbare zonden. Standaard is als heksen (mannelijke en vrouwelijke) bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik ben een agent van de duivel. Ik heb een demon in mijn ogen, hoofd, hart, vagina of penis. Mijn missie is om mensen te verderven, hun tot slaven te maken, te vervloeken, kinderen te vernielen en welgestelden te verarmen." Ze leggen uit welke rol de verschillende lichaamsdelen daarbij spelen.
Een enkele keer hoorden we van geesten, die tot taak hadden ongelukken te veroorzaken en zelfs chaos te scheppen en burgeroorlogen te veroorzaken. Eentje deed schepen zinken. Ergens wist ik dat alles wel, maar hier stond de vreselijke realiteit van de satanische wereld voor ons. Onder druk van God werd hun masker afgerukt. Ik zou nog talloze van deze dialogen horen.
Maar het zien van de bevrijdingen maakte steeds alles weer goed. Met zinvol geweld van God werden demonen uitgedreven. In Jezus' naam en met fonkelende ogen sprak de profeet de boze geesten aan. De mensen werden neergesmakt. Ze schudden onder de kracht die op hen werd uitgeoefend. Niemand vangt hen op. Ze vallen in het stof en worden vuil. Als ze getroffen worden, dan grijpen ze vaak naar hun geslachtsdelen en schreeuwen van de pijn. Eindelijk liggen ze stil. De profeet zegt: "U bent vrij, ga maar staan". Er staat een ander mens op. De wilde gespannen uitdrukking in de ogen is weg. Rustig begeven ze zich naar het altaar en buigen zich diep voor God. Daarna gaan ze zitten. Dit soort bevrijdingen zag ik vele malen. Tijdens de bevrijding moesten ze Jezus aannemen en zijn heerschappij belijden. De hel en de hemel ontmoeten elkaar op aarde. Wat een botsing! Wat een krachten! Wat een heerlijkheid van God! Wat ben ik blij dat ik bij Hem behoor, die zonder meer de Sterkere is.

Toverij
Een ander fenomeen was het arresteren van heksen en tovenaars. Op zondag en woensdag worden de grote diensten gehouden, maar geen mooie preken. De profeet leest iets uit de bijbel. Iemand ander leest het nog eens. Er wordt wat bij gezegd. Hij leest een gedrukte tekst voor, die hij heeft geschreven. Het zijn diepe waarheden, die een kind echter kan begrijpen. Maar dan, op een gegeven moment, gaat de man Gods naar het ronde platform in het midden van de kerk. Daar bindt hij de macht van toverij en hekserij. De kerk doet mee. Ploseling vallen de bezetenen op de grond. Hun voeten slaan kruiselings over elkaar en ze zijn machteloos. Wij (de pelgrims uit het buitenland) rennen door de kerk om dit fenomeen te zien. We mogen, of liever gezegd: we moeten het zien. De heksen blijven gebonden. Een onzichtbare macht heeft hun voeten gebonden. Van zondag tot woensdag blijven ze liggen. Ze worden op het toilet geholpen en gedragen. In de volgende samenkomst kunnen ze bevrijd worden, als ze hun zonden belijden en Jezus aannemen. Een Belgische verpleegster probeerde de voeten van elkaar te krijgen bij één van deze mensen, maar slaagde er niet in. 
De profeet noemt een naam vanaf het podium en zegt: "Acht jaar geleden heb je met de vrouw van je vriend geslapen en een kind verwekt. Daarna is het slecht met je gegaan." En vier minuten later meldt de man zich en stomverbaasd zegt hij: "Niemand weet dit, zelfs mijn vriend niet". Hij belijdt zijn zonden en moet dan vergeving gaan vragen.
Een zekere broeder ‘Thomas’ moet zijn voorgenomen reis niet maken, anders zou hij verongelukken en blind worden.

Zondag
Om een uur of vijf worden we gewekt. Om kwart voor zes worden we naar buiten gebracht, waar in het donker duizenden mensen staan te wachten. De mensen worden door potige broeders in bedwang gehouden, zodat de weg langs de kerk voorlopig vrij blijft. Na een tijd worden de mensen geregistreerd en in de straat (die ca. 2,5 m. breed is) in groepen opgesteld.
Ik zie mensen lopen met kreupelen op hun rug. Geteisterde kankerpatiënten met open, vreselijke wonden staan soms zes tot acht uur te wachten. Ook een verlamde koning in een prachtige Mercedes komt aangereden. Het zou nog lang duren voordat hij aan de beurt zou komen, want hier gelden andere regels dan in de gewone wereld.
Toch vraag ik me tot op dit moment nog af: Is hier sprake van een opwekking? Mijn geest wil relativeren. Er is een man Gods die machtige tekenen doet, er is een enorme schare mensen, die om hulp roept en die hulp krijgt. Is het dat?
Pas later, als ik met eigen ogen de speciale biechtdiensten zie, waarin mensen hun zonden belijden en niets achterhouden, dan pas durf ik te zeggen: Hier is een grote bijbelse opwekking aan de gang.

Natuurlijk gaat er wel eens wat mis. Mijn vriend uit Duitsland zag hoe een vrouw neerknielde voor een foto van de profeet en een kruis sloeg. Maar hij zegt: "Misschien bad ze wel vóór hem, in plaats van tot hem". Eén ding weet ik en zag ik: de profeet wil dit niet en kalmeert de mensen, als ze op straat voor hem op de knieën vallen. "Schreeuw niet zo en zie op Jezus", is dan zijn reactie.

Maar goed, ik ga verder met mijn verslag van de zondag.
In de kerk klinkt muziek. Voor Afrikaanse begrippen vind ik het wel wat tam. De kerk loopt langzaam vol. Mensen met tassen worden gefouilleerd op wapens. Er zijn nogal wat mensen die deze T.B. Joshua willen doden. Mensen met werkelijke kracht irriteren de duivel mateloos. Denk maar aan Jezus. Maar goed, als er zo ongeveer vijftigduizend mensen binnen zijn, begint men in de inheemse taal te zingen en dan neemt het enthousiasme toe.
Tussendoor krijgen we wat eenvoudige, maar stevige lessen van de profeet op de televisieschermen, die door de hele kerk verspreid staan. Wie van opschieten houdt en weinig geduld heeft, zit hier verkeerd. Het loopt al tegen de middag (denk ik) als de profeet zelf verschijnt. Hij leest de teksten voor die op hun nieuwe kalender staan geschreven; één voor één! Ik denk even: "Ben ik daarvoor naar Nigeria gegaan?" Maar ook dit gaat voorbij. Dan worden wij, de pelgrims, opgeroepen om met de profeet mee te lopen. Het goddelijke geweld breekt los. Uren volgen we hem op de voet. Elke zieke staat met een groot papier voor zich waarop zijn of haar kwalen beschreven staan. Het aantal aidspatiënten is ontstellend. De man van God staat stil bij een aantal vrouwen met gezwollen buiken. Hij beweegt zijn hand. Bij de vrouwen stroomt ineens water uit het lichaam. Hun buiken worden zacht en een stuk platter. Bij de één gaat het vlug, bij de ander langzaam. Dan lopen we voorbij de mensen met beenkanker. Niets is verbonden. Ik kijk bij iemand haast tot op het bot.
De profeet strekt weer zijn hand uit. Het is geen haastwerk, wat hij doet. Dan, na een soort opruimingswerk (geestelijk) dat hij met zijn handen op afstand doet, beveelt hij de mensen op te staan en te lopen. Ze zijn hun pijn kwijt en lopen. Binnen enkele dagen zullen bij sommigen de gezwellen openbarsten of gaten in het lichaam genezen. De littekens blijven meestal achter, zodat de patiënt nooit kan loochenen dat God een wonder heeft gedaan. Ook wij (voorgangers) moeten nu aan de slag.

Ik heb er maar erg weinig zin in. Wat moet ik doen als er zo'n man rondloopt? Mijn geweten klaagt me aan: Wil jij niet bidden voor deze ellende? Onhandig strek ik mijn handen dus maar uit naar een aidspatiënt. Ik ben niet gewend om het zo van een afstand te doen. De profeet loopt naar mij toe en houdt mijn hand vast. Hij beweegt mijn hand. De man valt voorover en gaat zich tien keer opdrukken. Een groot aantal voorgangers is bezig. Sommigen krijgen het te pakken. De patiënten reageren duidelijk. Ik zie een man met een blauwe vlek voor zijn oog. Blind, denk ik, dat is wat voor mij. In Malawi gebruikte God mij voor eenzelfde soort geval en het gebeurde. Ook een andere, totaal blinde, werd toen genezen.
Ik beweeg mijn hand op de wijze van de profeet. Ik doe mijn best, maar geen verandering. Veertig jaar prediker en nog heb ik het niet onder de knie! Veel tijd om te tobben heb ik niet. Met de profeet gaan we naar buiten. De koning van ‘Ikweetnietmeerwaar’ zit nog altijd te wachten in de hete zon. Met zijn vel papier voor zich: 76 jaar – 1,5 jaar verlamd. De profeet nadert de oude man en dan pakt hij een vrouw bij de hand, zet haar voor de koning en laat haar de genezing doen. Wie iets van de Afrikaanse cultuur weet, die weet ook dat zoiets ongehoord is. Stel je voor een vrouw die een koning... Gedachten aan Naäman uit de bijbel komen boven. Maar de man komt al in beweging. Voorzichtig stapt hij uit de auto. Hij wordt een beetje geholpen. Maar dan, na een paar aarzelende stappen, loopt hij goed. Zijn vrouw danst in vol ornaat. Wij volgen de koning die de kerk inloopt. Onderweg doet hij lopend een enorme plas op de grond. Waarschijnlijk was de zaak ook van binnen gestagneerd. In het midden van de kerk gaan we dansen. We feliciteren de koning. Alles wordt gefotografeerd en met videocamera's opgenomen.

Dan weer naar buiten. De profeet trekt een spoor van genezingen door de massa heen.
Demonen gillen van angst. Een grote neger met woeste rollende ogen wil hem aanvallen. Hij wordt als door een onzichtbare muur tegengehouden. Met alle kracht springt hij opnieuw toe. Hij komt er niet door. Tenslotte valt hij op de grond. De Afrikanen juichen.
Ik ben verbijsterd. Het lijkt wel alsof ik achter Jezus Zelf aanloop! Een jonge man, een helper, talmt even om de man van God door te laten. Deze wil naar een zieke. De jongen staat te suffen. Woest trekt de profeet hem zijn vest van het lijf en gooit het op de grond. De jongen blijft verslagen achter. Ik vraag mij af of men zoiets in onze gemeenten zou dulden? Wat een commentaar zou hij krijgen van onze geduldige zielzorgers! Maar ik ben aan het dromen. Ik moet opschieten. Ik moet rennen om deze goddelijke processie bij te houden. We komen op een groot terrein met allemaal tenten. Massa's kinderen zitten daar; ze zingen of krijgen onderwijs. Als wij voorbij komen, klappen ze voor ons. De meesten van ons zijn doodmoe, maar ik glimlach en zwaai en dat vinden ze prachtig.
Weer terug in de kerk. Niemand is weggegaan. De mensen hebben alles op hun plaats kunnen volgen. Wat ik eerst alleen op een video zag, zie ik nu live.
Het is tijd om de gearresteerde heksen van woensdag te bevrijden. Een hele rij zit met gekruiste voeten dichtbij het ronde podium. Het verhoor begint. Ik word bijna beroerd van de bekentenissen en ga er ook niet teveel over uitwijden. Dan volgen bevrijdingen, zoals ik ze al eerder heb beschreven. De dag begon voor mij om half vijf in de kerk. Het is nu 's avonds zes uur. We verlaten de kerk en gaan wat rusten. Het was me het zondagje wel!

Levende getuigen
Het is weer biechten. In twee talen en dan wordt het nog eens samengevat. Als de profeet erbij is, sidderen de mensen, maar meestal staan er andere mensen de biecht af te nemen. Ze lossen elkaar af. Het eindigt ongeveer zo: "En wat is uw belofte voor uw verdere leven?" Het antwoord is: "Mijn belofte voor mijn leven is: to sin no more (niet meer zondigen)". Dan volgt: "De profeet van God zegt: Houd uw belofte en zondig niet meer in Jezus Naam". Ze lopen naar het altaar en bidden zachtjes. Dat gaat zo maar door. Dan volgen rijen mensen, die gisteren waren genezen. Ook de koning is erbij (lopend). Na hun getuigenis zingen de mensen vaak een liedje. Soms vals, of er wordt ter plekke geïmproviseerd. Een man zingt: "Dank U voor de synagogekerk, Halleluuujaaa!"
Een vrouw getuigt: "God heeft mij zó gezegend!" Ze brengt een koffer met zo’n dertigduizend dollar mee voor de kerk. Nu ik het toch over geld heb! Niemand mag geld geven voor of net na hun genezing. Wanneer er collectes in de kerk zijn, worden de blanke pelgrims trouwens overgeslagen. Zelfs ons verblijf is gratis. Maar toch worden de koppen bij elkaar gestoken en leggen we zo'n f.250,- per man bijeen voor ons verblijf. Eigenlijk is het te gek om los te lopen, maar we zijn hier te gast. Ook worden wij geïnstrueerd om de mensen op straat geen geld te geven. Gevolg: geen bedelend Afrika bij de kerk. Hoe wijs en praktisch is deze man van God. 

De mensen tonen hoe ze genezen zijn. Ze bewegen hun ledematen, tonen hun krukken en medicijnen. Af en toe staat iemand van ons op om een kop koffie te drinken. We zijn wel in Afrika, maar we blijven Nederlander of Belg, nietwaar? De interviewer vraagt aan iemand: "En wat gaat u nu voor God doen?" "Naar de kerk gaan", is het antwoord. God blij, dat begrijpt u wel. Een ex-drugsgebruiker zegt: "Ik betaal mijn verlossing met mijn zonden. Die laat ik achter in de kerk."

Dan is het weer videotijd. Een voorganger (aalmoezenier) heeft aids opgelopen. Hij spreekt in tongen, vast en bidt, maar wordt niet beter. De profeet bestraft hem en zegt dat hij zijn mensen misleid heeft. Hij moet ze vergeving vragen voor wat hij gedaan heeft.
We kijken naar een man uit Griekenland. Hij heeft suikerziekte, is blind, heeft prostaatkanker en zijn hart en maag deugen niet. Verder gezwollen voeten, impotent en misschien nog wel meer. Vóór zijn vertrek heeft hij al mensen om vergeving gevraagd. O ja, hij had ook nog depressies en epilepsie. Misschien wordt het eentonig, maar na een krachtige bediening, waarbij hij schokt en valt, wordt hij volkomen genezen. Zonder witte stok loopt hij ziende verder. Hij schreeuwt en lacht en zegt dat hij weer kinderen gaat maken.
Een blanke vrouw met maagkanker heeft nog maar een paar maanden te leven. Haar haar valt uit, vanwege de chemokuur. Ze wordt genezen en door artsen in Engeland gecontroleerd. De vrouw die ons hierover vertelt, zegt dat deze vrouw toch is overleden. Ze kwam in contact met paragnosten die haar vertelden dat zij die krachten ook bezaten. Omdat ze pas bekeerd was, geloofde ze hen. In het kort: om haar kinderen niet ongerust te maken, zou ze de chemokuur afmaken. Ze stierf aan de kuur door vergiftiging.

Als we de kerk weer ingaan, toont een massa gewezen aidspatiënten ons stralend hun gestempelde documenten, waarop hun genezing vermeld staat. Van gekkigheid gaan we dansen. Ik ben bijna wild van vreugde. De muziek is 'live'. Ik voel het hart van Afrika kloppen en we swingen mee.
De volgende dag gaan we met de bus de stad uit. We gaan de gebedsberg bezichtigen. We komen aan bij een mooie moerasjungle. Dit gebied is van de kerk. Er staan wat mooie Afrikaanse dieren in hokken en er wordt een zwembad gebouwd. Daar mogen de pelgrims later in zwemmen. Over loopbruggetjes gaan we het oerwoud in. Overal zijn heiligdommetjes gebouwd, waar je kunt rusten of bidden. Voor ons is het vreemd om overal naïeve kunst te zien op de muren: Jezus, de apostelen, de profeten, overal kijken ze je aan. Ook levensgrote kruisen met Jezus eraan. Toch kniel ik neer en prijs ik God dat ik dit alles mee mag maken. Onder het lopen vraag ik mezelf af of ik misschien katholiek aan het worden ben? Nou, het zou nog erger worden!
We zien die dag nog wat video's en we krijgen vervolgens les. De bekering, de wedergeboorte, de doop in de Heilige Geest. Ach, denken we, dat weten we al. Maar toch luisteren we aandachtig. Alles wordt opgeschreven. Ik citeer enkele dingen:

Als je niet gekwalificeerd bent voor de waterdoop en je doet het toch, dan zal deze doop een vloek voor je zijn. Hetzelfde geldt voor de doop in de Heilige Geest. Bekering is: alle geboden gehoorzamen.
Wie niet alle geboden onderhoudt, is ongehoorzaam... Roem alleen in wat God doet voor jou. Niet in wat jij doet voor God.
Naar aanleiding van Handelingen 19, 11-16, de zonen van Sceva: de duivel kent je naam als je kracht hebt: ...en wie de strijd aanbindt met boze geesten zal heilig moeten leven.
Het maakt wel degelijk uit, wie de Naam van Jezus gebruikt. Als we hier geen rekening mee houden, zal de agressie van de boze zich op ons kunnen richten en wij zullen niet beschermd worden.

Woensdag
De onvergetelijke woensdag breekt aan. Ik beleef de dag als een droom en ben tweeëntwintig uur op de been zonder moe te worden. Weer worden we heel vroeg gewekt en staan om half zes 's morgens bij een massa mensen op straat. Ze wachten totdat ze worden opgehaald door ordedienst van de kerk. Ze worden weer gesorteerd naar de aard van hun ziekte. De zon komt op, de uren verstrijken. Elke zieke staat met een groot papier voor zich. Al zijn ellende staat er met flinke letters op. Tussen de aidspatiënten staat weer een koning. Nog mooier dan die van zondag en met twee prachtig uitgedoste vrouwen. Ook hij houdt een groot papier vast met ‘Aids’ erop en nog een paar andere ziektes. Als hij eindelijk aan de beurt is, belijdt hij dat hij had gehoereerd en overspel had gepleegd. Daardoor had hij aids opgelopen, waarmee hij vervolgens zijn beide vrouwen had besmet. Het is indrukwekkend, omdat het om een koning gaat die dit alles, ten aanschouwen van tienduizenden, belijdt. Ik weet niet of hij en zijn vrouwen genezen zijn. Ze zullen eerst worden onderzocht. Maar denkend aan die massa stralende gezichten van ex-aidslijders ben ik vol goede moed.

Ik volg de profeet op de voet. Plotseling staat hij stil en grijpt naar zijn keel. Hij kijkt omhoog en ik snap er niets van. Dan zie ik naast me een vrouw met een vreselijk gezwollen keel. De man wendt zich naar haar toe en strekt zijn hand uit en beweegt die. Het lijkt, alsof hij het enorme abces, of wat het ook is, eruit trekt. Dit alles zonder haar aan te raken. De vrouw knielt. Ze begint te kokhalzen en spuwt een geelachtige substantie uit. Beetje bij beetje, totdat er een vieze gele plas voor haar ligt. Haar keel is inmiddels geslonken. Ze gaat door met spuwen, maar wij lopen verder. We belanden bij een groepje kreupelen. Daar zit een vrouw van 23 jaar. De profeet nadert. Hij ziet omhoog en begint te zingen. Een machtig lied. De vele mensen vallen in. Het lied wordt herhaald. De vrouw wacht. Zelfs haar hoofd hangt scheef. Aan weerszijden van haar hoofd is ze kaalgeschoren. Ze is geopereerd en de littekens zijn nog te zien. Haar ouders tonen de cameramensen een koffer vol medicamenten en hulpstukken.

Terwijl de mensen doorzingen, vraagt de profeet aan een medewerker haar de handen op te leggen. Zou God deze wondere wereld van zenuwen en spieren nu herstellen? Ik kijk gespannen naar het gezicht van deze jonge vrouw. Ik sta er vlakbij. Haar lippen bewegen. Ze begint zachtjes mee te zingen. Het lied is uit. In de stilte is de lucht geladen met God. Met hoop en verwachting. Het hoofd van de vrouw beweegt. Ze draait het om, om naar de profeet te kijken. Deze strekt weer voor de zoveelste keer zijn gezegende handen uit. Er komt beweging in het lichaam. Iemand helpt haar om haar voeten naar buiten te doen. Het ziet er allemaal levenloos uit, maar dan gaat ze staan naast de auto en kijkt verwonderd om zich heen. Voetje voor voetje begint ze te lopen. Haar armen bewegen mee. Dan loopt ze steeds beter. Haar ouders schreeuwen. De kerk juicht en klapt. En wij, de blanken, snotteren en snuiten neuzen. 

De andere kreupelen blijven achter. De dag is nog lang niet om. Er wordt gezongen en getuigd en God wordt geprezen. Sommige mensen hoor je zeggen: "De God van T.B. Joshua heeft mij genezen". Ook wij, de pelgrims, moeten iets zeggen voor de camera's en voor de mensen in de kerk. Er zijn nogal wat geoefende sprekers bij. We moeten zeggen wie we zijn, wat we doen en waar we vandaan komen. En natuurlijk wat we van alles denken. 

Als het mijn beurt is, zeg ik dat ik blij ben een echte profeet van God te hebben gezien en gehoord. Iemand, die je niet naar de mond praat en alleen maar zegt dat je een grote kerk krijgt. Maar iemand die de zonde openbaart en ons zegent met de waarheid. Evenals bij de anderen werd ook mijn toespraakje met gejuich en geklap beloond. Wat hebben de mensen in deze kerk een geduld. Ik schat dat het een uur of vijf in de middag was.

Avondmaal
Wij, de pelgrims, gaan met de profeet naar een hoek van de kerk. Het is de laatste woensdag van de maand. Dat betekent: de dag van het Bloed van Jezus Christus. Oftewel het avondmaal, of de communie. We staan voor een grote, lange bak. Daarboven zijn twaalf waterkranen opgesteld. We zingen en prijzen de Heer. Dan gaat broeder Joshua ons voor in gebed. Het verbond met God in het Bloed van Jezus wordt herdacht. En dan bidden we hardop een gebed van toewijding en overgave. Tenslotte besluiten we aarzelend en ikzelf huiverend met: "I will sin no more". Een gebed welt in mij op: "God, wees ons genadig". 
De volle kracht van de woorden van Jezus treft ons. Deze woorden sprak Hij tot een overspelige vrouw: "Ik veroordeel u niet, maar ga heen en zondig niet meer" (Joh. 8-11). Dat eerste stukje, daar kunnen we goed mee uit de voeten, maar dat tweede: "ga heen en ..."!

T.B. Joshua gaat naar de twaalf kranen. Hij wast zijn handen en drinkt, zoals wij dit doen met de wijn van het avondmaal. Zoals ook Jezus vlak voor zijn kruisdood deed. Hij verklaart het water tot het Bloed van Jezus. Dit staat voor Christus’ Bloed, dat voor ons vergoten is tot vergeving van onze zonden. De mensen drinken uit hun hand. Velen hebben flessen bij zich. De kreupelen worden naar de kranen gereden. Ze krijgen te drinken. Sommigen maken hun benen nat en... ze gaan lopen. Een man op krukken, gooit zijn krukken weg en loopt... toch nog kreupel. De volgende dag staat hij tussen de genezen mensen en verklaart die dingen (krukken) niet meer te willen gebruiken. Zijn ene been is nog steeds te kort. 

Maar voorlopig ruisen de kranen onophoudelijk. Uur na uur verstrijkt maar de mensen blijven komen. Afrika drinkt het Bloed van Jezus. Af en toe, als een bezetene of heks wil drinken, valt hij of zij neer voor de bak. De voeten slaan over elkaar en ze moeten worden weggedragen. Aan een meisje dat daar (gebonden) zit, vraag ik: "Hoe kon je dit doen? Je bent 'obadjie' (heks) en toch durf je het heilig bloed van Jezus te drinken?" Ze antwoordt dat ze geen heks meer wilde zijn, maar dit totaal niet verwacht had. 

Mijn vriend uit Duitsland ondersteunt een magere, verzwakte vrouw bij de kraan. Hij helpt haar bij het drinken en merkt dat haar kracht weer terugkomt. Ik krijg een plastic zakje om het water in te doen. Ik wil er twee. Dan sta ik plotseling met twee volle zakjes gezegend water in mijn handen en vraag mij af hoe ik dit water naar Nederland kan krijgen. ‘O ja, in een fles.’ Ik loop naar het winkeltje, waar ze frisdrank verkopen. Ik drink twee flesjes leeg en nog heb ik water over. Dan de rest maar opdrinken. Over vervuld zijn gesproken... Nu even een kurk, waar haal je die vandaan? Een oude negerin ziet me drinken, gieten en tobben. "Ik ga flessen voor u halen, broeder", zegt ze en even later komt ze terug met twee flessen met schroefdoppen. Wat zijn er toch lieve mensen op de wereld! 

Terug naar de kranen; het is drie uur ‘s nachts. De stroom mensen houdt aan. Ik wacht samen met de broeder uit Duitsland op straat. Tegen de kerk buiten ligt een vrouw in een hoekje. Ook zij heeft gedronken maar nu is ze bezig te bevallen. Achter mij staan bewakers. Ze houden mensen in bedwang die willen vechten. Diep in de kerk hoor ik live-muziek. De band speelt de hele nacht door. Op straat liggen honderden mensen en ook kinderen te slapen. Volgens mij is dit de nacht van God. 

Tenslotte komt een meisje ons halen. We moeten naar bed. Ik besef, dat het nog steeds geen droom is geweest. Maar zo tegen vier uur in de morgen is het tijd om te gaan slapen.

De laatste dag
De laatste dag onderhoudt T.B. Joshua zich persoonlijk met ons. 's Middags krijgen we een tas met videobanden, cassettes en een cd cadeau. Daarna de laatste samenkomst met de profeet. Hij vertelt iets over zijn leven. Over de prijs betalen. Na acht jaar bidden (hij begon ongeveer op zijn tweeëntwintigste), startte hij zijn bediening. Als hij vast, slaapt hij niet. En zijn dagelijkse gebed neemt zo'n zes à zeven uur in beslag. Toch heeft hij duidelijk vreugde in het dienen van de Heer. 

Tijdens de les maak ik weer kennis met iets ongelofelijks. Behalve dat T.B. Joshua veel 'in tongen' spreekt, schrijft hij ook in vreemde talen. Hij schrijft wat onbegrijpelijke tekens op (zoiets als Arabisch) en zegt dan wat er staat. Om te tonen, dat het werkelijk een krachtige taal is, vraagt hij één van ons om eerst het Engelse schrift op het bord aan te raken. Niets gebeurt. Dan raakt de man de tekens op het bord aan en valt bijna om. Ik weet hier geen raad mee. Ook met de stelling dat als we de prijs zouden betalen, wij ook zulke enorme krachten zouden doen, heb ik moeite. Een Belgische voorganger vraagt zich vertwijfeld af: "Heb ik dan toch niet de prijs betaald die van mij gevraagd werd?" We komen er niet helemaal uit. Persoonlijk geloof ik dat Gods genade de hoofdfactor is. Verder spelen Gods tijd en plaats ook een grote rol en natuurlijk het 'in Jezus zijn en blijven'.

Na de overigens leerzame dienst mogen we één voor één naar de man Gods komen. Hij vraagt naar onze naam en zegent onze handen. Dan mogen we een tekst uit een doosje pakken. Ik pak er een en het is de tekst die mij ooit tot bekering leidde, met een belofte. Met de hele groep gaan we samen met T.B. Joshua op de foto. Verrijkt en gezegend gaan we 's avonds naar het vliegveld. Een onvergetelijke tijd met een onvergetelijke man was ten einde.

Wim van de Berg is evangelist en voorganger van de Kom en Zie gemeente in Schinnen.

www.vergadering.nu

De Leesmap-index