Meer
over The Passion of the Christ...
Bode
- Magazine voor bijbelstudie
- april 2004 www.medema.nl/tijdschr/bode.htm
The Passion: een recensie
door Henk P. Medema
Teruglopend
vanaf Pathé Arena door de maartse voorjaarszon, langs de
spoordijk naar station Duivendrecht, denk ik: zo moet het ook
geweest zijn in Jeruzalem, de volgende dag. Jezus was dood, maar
de zon scheen, de vogels floten, en de meeste mensen gingen
fluitend aan het werk, praatten hoogstens nog wat na. 'Dat was
me wat, zeg, gisteren! Wat een toestanden! Kon jij het goed
zien? O, je hebt op de muur gestaan - nou, ik stond er nog
dichter bij, in de tuin van die rijke man, hoe heet-ie ook weer.
Zwart van de mensen.' Ik heb het ook zien gebeuren. Misschien u
intussen ook, op het witte doek. THE PASSION OF THE CHRIST. Dit
kan een mens nooit vergeten.
Kijken van dichtbij
Dit is natuurlijk niet de eerste Jezus-film, en ik heb ze lang
niet allemaal gezien. Maar wat ik van andere films soms gezien
of gehoord heb: vrijzinnig, oneerbiedig, oppervlakkig,
kitscherig - niet één van deze adjectieven kan op Mel Gibsons
film worden toegepast. Het is heel echt, het komt heel dichtbij.
Zo kan het geweest zijn. Petrus' verloochening speelt zich af in
het tumult dat in het huis van de hogepriester ontstaat, niet
in een rustige conversatie. Wat men met Jezus doet, is niet veel
minder dan een lynchpartij als Hij wordt geslagen, gegeseld,
afgeranseld, afgetuigd. Ze smijten met Hem, ze slaan Hem zo hard
ze kunnen. Stromen van bloed vloeien uit zijn wonden.
Daartussendoor geeft de camera ons allemaal flashbacks van
Christus' leven. Van het water waarin Pilatus zich vergeefs wil
schoonwassen, verglijdt het beeld naar de voetwassing in de
Bovenzaal. Van de huilende Maria bij Golgotha schuift de camera
naar de jeugd van Jezus, bij zijn moeder thuis. Als 'de andere
Maria' (vereenzelvigd met de overspelige vrouw van Jh8!) bij het
kruis Jezus' voeten kust, wordt het beeld gevuld niet bloed,
tranen, en de lange haren van Maria. Beeldende taal, vol
filmische citaten: de slang die Hij in Gethsemane onder zijn
voet vertrapt, de Geest als een duif boven Jezus. En vooral, het
meest indringend, de Man van Smarten zelf, zó zeer lijdend
dat je liever niet wilt kijken, iemand voor Wie men het gelaat
verbergt, zoals Jesaja zei.
De Joden, de Romeinen, en iedereen
Rondom
het kruis de hoofdrolspelers - althans: de mensen die denken dat
ze dat zijn. De Joden, de Romeinen, iedereen. Pilatus is een
niet onsympathieke, maar aarzelende, slappe politicus. De
hardvochtige Romeinse soldaten komen breed en gruwelijk
grijnzend in beeld, als sadisten, die telkens door hun meerderen
tot de orde moeten worden geroepen. Kort maar raak getekend zijn
de beelden van de decadentie aan het hof van Herodes. De joodse
leiders zijn arrogante theologen in protserige gewaden, de
lippen dikwijls in minachting gekruld bij het noemen van de
naam van de gehate Nazarener. Het verbaast me dat ik bij de vele
beelden van de menigte in Jeruzalem totaal geen gojim zie, geen
heidenen. Terwijl juist rond het Pascha duizenden proselieten
uit tal van landen in de stad moeten zijn geweest. Wij waren er
ook bij, althans onze verre voorouders. Even lijkt het hier
alsof Gibson toch de balans van de schuld laat doorslaan naar de
kant van de Joden. Terwijl we de soldaten nadenkend zien worden
bij het kruis, merken we bij de joodse leiders wel hevige schrik
als de voorhof van de tempel scheurt - maar verder gaan hun
gevoelens kennelijk niet. En toch: is er sprake van
antisemitisme in deze film (zoals Ronny Naftaniel, de directeur
van het CIDI, onmiddellijk na de perspremière zei)? Niet
uitdrukkelijk, of zelfs: uitdrukkelijk niet. Maar misschien had
Gibson meer aandacht moeten besteden aan de overwegingen van de
Joden. Het beeld dat de Bijbel geeft, is dat van vrome
jaloersheid, ik-gerichte religiositeit, een combinatie van
eigenwaan en oprechte bezorgdheid over wat zij voor een
afschuwelijke dwaalleer hielden. Laten we niet vergeten dat
Jezus het serieus meende toen Hij zei:'Ze weten niet wat ze
doen.'
Jezus
Wie
is de échte Hoofdpersoon? Geen twijfel: Jezus. Ik kijk naar de
film: is Hij het ook echt? Dit beeld is zeer indringend, en in
zijn lijden is Hij diep ontroerend. Toch: ik miste wat. In de
flashbacks over zijn leven is Hij zó prachtig menselijk, zo
liefdevol, zo dichtbij. Als Hij bijvoorbeeld als jonge timmerman
een tafel in elkaar knutselt, maakt Hij een grapje naar Maria en
geeft haar spontaan een zoen. Naarmate de lijdensweg voortgaat,
wordt Hij steeds meer een gesloten Jezus. Vriendelijk geneest
Hij het oor van Malchus, geduldig spreekt Hij Latijn met Pilatus.
Maar hoe dichter wij Golgotha naderen, des te meer wordt Hij ook
in zijn lijden steeds ontoegankelijker voor menselijke zintuigen.
Hier is Hij enerzijds in zijn lijden zo diep afgedaald: dieper
kan een mens niet gaan. Hier raakt Hij anderzijds buiten ons
bereik, en spreekt Hij een script uit van bijbelse teksten
(tegen Maria zegt Hij bijvoorbeeld:'Zie, Ik maak alle dingen
nieuw'). Eén oog van Hem is dichtgeslagen, en zo maakt Hij
letterlijk maar half oogcontact met de mensen om Hem heen, en
met de kijkers. Maria komt veel dichterbij. We zien haar
gevoelens, haar tranen, we kijken in haar ogen. Zij kan ook
dichtbij de Heer komen, Hem kussen, zodat zijn bloed op haar
gezicht achterblijft. Als je dichtbij Jezus wil komen, moet je
dichtbij Maria zijn, lijkt de film te suggereren. Daar zit, denk
ik, een belangrijke gedachtewereld achter over beelden van God
en van Christus, waarover ik elders nog wel eens wat hoop te
schrijven.
Wie
deze film gaat bekijken, mag en moet zelf een eigen mening
vormen. Of, wat mij overkwam: niet zozeer een mening, maar
verwarring over de tegengestelde emoties die omhoogkomen, afkeer
van de harde beelden, ontroering door het beeld van de Heer,
boosheid op de booswichten, verootmoediging door
herkenbaarheid van sommige karakters. En de erkenning dat een
mensenhart (in ieder geval het mijne) de capaciteit mist om
zulke enorme dingen te verwerken. Zeker is: deze beelden vergeet
je nooit weer.
|