www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu
Nederlands Dagblad - 11 februari 2006 - www.nd.nl

Hans Hoddenbagh,
directeur van Wycliffe Nederland

door Maarten Vermeulen

Als hij op de A27 in de file staat, komt het ineens omhoog. Wat doet hij hier nog? Waar is zijn plek? Niet hier, maar daar ook niet helemaal. Later gaat hij een huisje huren in Benin, samen met zijn vrouw. Voor Hans Hoddenbagh geen huis met IKEA-spullen. En werk is er genoeg. Miljoenen mensen wachten op een bijbel in hun eigen taal.
Hans Hoddenbagh heeft iets ongrijpbaars. Het heeft te maken met de korte lach die regelmatig klinkt. Op het eerste gezicht om onzekerheid te verbergen, maar eigenlijk is het de lach van de vrijheid. Losgemaakt van gedoe rond pensioen en christelijk ruziemaken over de wederkomst. Je ziet het vaker bij mensen die terugkeren van het zendingsveld. Ze hebben gezien wat van waarde is.

Na een jarenlang verblijf in Togo en Benin is Hoddenbagh nu directeur van Wycliffe Nederland. Wereldwijd zijn honderden mensen bezig met het vertalen van de Bijbel. Geen stam of taal is te klein, ook niet als het gaat om slechts een paar honderd indianen. Want wat voor mensen onbelangrijk is, is voor God belangrijk. Dat weet hij uit ervaring. En uit de Bijbel. Was het volk Israël ook niet het kleinste, toen het werd uitverkoren? ,,Wij denken vaak: vier miljoen mensen is een grote groep, daar moet het voor gebeuren. Maar het mooie aan God is dat hij begint bij wat klein en verachtelijk is. Dat vind ik echt schitterend.''

Hoddenbagh vertaalde het Nieuwe Testament in het Kabiyè, een taal uit Noord-Togo en was betrokken bij de vertaling in het Fon, gesproken door twee miljoen mensen in het zuiden van Benin. Het gebeurt nog steeds dat hij tijdens reizen door Benin mensen 'zijn' vertaling ziet lezen. ,,Ze hebben natuurlijk geen idee dat ik daaraan meegewerkt heb, maar ik vind het een kick om het te zien. Die lichtpuntjes zijn belangrijk. Die motiveren om hier op kantoor allerlei onbenullig werk te doen. Belangrijk werk, echt. Het moet hier goed geregeld zijn, maar ik geef de voorkeur aan het veldwerk.''

In 2025
In juni vorig jaar trad Hoddenbagh plotseling uit de relatieve rust waarin Wycliffe opereert. Kort daarvoor had een bekende Nederlandse voorganger berekend dat de wederkomst van Christus dichtbij was, op basis van cijfertjes van Wycliffe. In 2025 zou de bijbel in alle grote talen van de wereld beschikbaar zijn. En daarmee is de komst van Christus aanstaande, concludeerde de voorganger.

Als het de laatste dagen betreft, reageren christenen vaak enthousiast. De conclusies werden overgenomen en Hoddenbagh hoorde al van verwijzingen in preken. ,,Het klopt niet'', zegt hij nog maar een keer. ,,De cijfers worden verkeerd begrepen.''

In 1999 presenteerde Wycliffe een mission statement: in 2025 moet er in elke taal een vertaalproject zijn gestart. Een ambitieus doel, eerdere voorspellingen gingen uit van 2150. Hoddenbagh pakt het juryoordeel van de Transparantprijs erbij, een landelijke wedstrijd 'wie heeft het beste jaarverslag'. Samen met Amnesty International kreeg Wycliffe de hoogste score voor een heldere doelstelling. ,,Het werkt ook. Onlangs hebben we berekend dat we nu in 2038 in elke taal een vertaalproject kunnen hebben. Het is nog geen 2025, maar al wel een enorme sprong vooruit. Op kantoor maken we er al grappen over: we moeten uitkijken, anders zijn we tien jaar geleden klaar.''

Dan serieus: ,,De wederkomst is iets waar je voorzichtig mee moet zijn. In de Bijbel staat dat niemand het uur of de dag kent, al kan ik me goed voorstellen dat mensen ermee bezig zijn. Ik denk dat het beter is je te richten op de zendingsopdracht. In hoeverre hebben we die vervuld? Dat is een gezondere uitdaging. Mensen moeten niet zo aan de haal gaan met cijfers.''

Opnieuw geboren
Zijn vader was vertegenwoordiger van het Licht, zoals de verkoper van lampen zichzelf graag noemde. ,,Hij knoopte voortdurend gesprekken aan met mensen over het geloof. Als puber schaamde ik me kapot.''

Hoddenbagh groeide op in de Vergadering, een relatief kleine geloofsgemeenschap. Een prettige tijd, waarin het soms zware geloof thuis werd gecombineerd met humor. In diezelfde periode verslaat Hal Lindsey met zijn boeken over de eindtijd zijn duizenden. Hoddenbagh verslond De planeet die aarde heette. Het boek had een verlammend effect op hem. ,,Ik had geen interesse meer in de zending. Ik was zo bezig met de toekomst, met de snelle komst van de Heer, dat mijn zicht op zending vertroebeld raakte. Het zou toch allemaal snel afgelopen zijn, dus wat had het voor zin?''

Het was zijn vrouw die Hoddenbagh wakkerschudde. Ook zij werkt voor Wycliffe, op dit moment bij personeelszaken. Geboren in Zuid-Afrika en opgegroeid in Indonesië en Amerika. ,,Zij had een wat gezondere kijk op de toekomst. Dat heeft erg geholpen bij mijn latere keuze voor Wycliffe te gaan werken.''

Met een hts-diploma op zak, meldde Hoddenbagh zich aan om te helpen bouwen aan een vertaalcentrum in Togo. Tijdens de verplichte taalcursussen, bedoeld om iedere werknemer de impact van het vertaalwerk te laten begrijpen, raakte hij in de ban van vreemde talen. Na verdere studie reisde hij af naar Benin om het Fon-vertaalproject over te nemen en begon daarna met een vertaling in Togo.

Het gereedkomen van een vertaling is een wonderlijke ervaring. Het is meer dan zomaar een bijbel in een vreemde taal. ,,Je bent tijdens het vertaalwerk bezig met Gods Woord. Dat wordt als het ware opnieuw geboren in een taal. In Openbaring wordt beschreven dat het hele universum op zijn kop staat als Jezus wordt geboren. Ik heb het idee dat er ook van alles gebeurt als God in een nieuwe taal spreekt.''

Soms vindt God in een taal nieuwe deuren om tot mensen te spreken, is Hoddenbaghs ervaring. Toen het Nieuwe Testament uitkwam in Kabiyè werd dat feestelijk gevierd. Gedeeltes van de tekst werden onder vrolijk tromgeroffel gezongen. ,,Dat was het geslachtsregister van de Here Jezus, helemaal op muziek gezet. Voor die stammen zijn geslachtsregisters ontzettend belangrijk: hoe verder het teruggaat, hoe betrouwbaarder. Soms werken we samen met een organisatie die bijbelboeken op bandjes verspreidt. Veel bandjes met het Lucasevangelie zijn stukgedraaid op de plek van het geslachtsregister. Moslims in Nood-Ghana zitten dat helemaal uit te pluizen.''

Ja, Paulus waarschuwt tegen te veel aandacht voor geslachtsregisters, dat weet Hoddenbagh ook wel. ,,Wij snappen die waarschuwing helemaal niet. Geslachtsregisters vinden we saai, die lezen we nauwelijks. En ook in vertaalwerk is het verleidelijk om de registers over te slaan en te beginnen met de kern van het evangelie. Zo werkt het dus niet in Togo.''

Te groot, te zwaar
Liefde voor het woord van God, dat is wat Hoddenbagh drijft. Niet dat hij overdreven veel leest - ,,iedere dag een kort stukje'' - maar de Bijbel heeft een stempel op zijn leven gezet. Het is de stem van God, dat gunt hij iedereen. ,,Laatst moest ik een vertaling controleren van Jona. Ik was op dat moment erg gepikeerd omdat mijn frequent flyerpasje van Air France afliep. Ik had het jaar daarvoor te weinig gevlogen. Zo'n pasje geeft recht op bepaalde voordeeltjes, bijvoorbeeld dat je mag wachten in de businesslounge. Toen ik Jona las, werd ik getroffen door het geklaag van de profeet omdat het luxeboompje achter hem verwelkte. Jona zegt dan: 'ik ben verschrikkelijk kwaad. En terecht!'. De discussie die hij voert met God heb ik ook een beetje gehad. Die ruimte heb je als christen. Zó met God mogen praten, dat zet je vrij.''

Tegelijkertijd drukt de grote opdracht soms zwaar op Hoddenbaghs schouders. Het is weliswaar Gods boodschap, maar christenen hebben de taak die te verspreiden. ,,God heeft een groot risico genomen door het in onze handen te leggen. Daar worstel ik wel eens mee: God, dit is een onmogelijke taak! Het is te groot, te zwaar.''

Door het vertaalwerk en het contact met andere culturen, leest Hoddenbagh de Bijbel anders dan vroeger. Dan blijkt maar weer eens hoever het Westen is weggedreven van de bijbelse gewoonten. ,,Een vervangend offer bestaat bij ons niet. Een lam dat moet sterven, zegt ons niks. Vlees koop je bij de slager en kinderen weten nauwelijks waar het vandaan komt. In Togo werd door een islamitische familie een huis ingewijd waarbij een ram werd geslacht. Mijn dochters stonden daar met hun neus bovenop. Ze begrepen er niets van. Maar iedereen uit die stam begrijpt dat er iets te gebeuren staat, als ze lezen: zie het lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt.''

Ook de wiskundige precisie waarmee Nederlandse christenen een tekst lezen en daar toekomstvisies aan ophangen, begrijpt Hoddenbagh steeds minder goed. De mensen die hij ontmoette in het veld hadden daar geen interesse in. Hoddenbagh lacht: ,,Ze kijken heel erg uit naar de verlossing, maar het maakt ze geen zier uit hoe dat gebeurt. Het belangrijkste is dat de Heer terugkomt, de rest zien ze wel. Een aansprekende gedachte. Ook ik weet dat het ooit gaat gebeuren. Hoe, daar wil ik niet al te veel boeken meer over lezen.''

Toen hij nog maar net begonnen was, ontmoette Hoddenbagh een Ghanese taalconsulent. ,,Een hoogontwikkelde man. 'Fijn dat je hier bent gekomen', zei hij, 'een heleboel zendelingen leren hier God kennen'. Het lijkt er misschien op dat wij naar Afrika gaan om te vertellen hoe het zit, zo is het in de praktijk niet.''

Afhankelijk
Salaris krijgt de directeur van Wycliffe niet. Zijn loon wordt al 22 jaar betaald door vrienden en kennissen. In die tijd heeft hij nooit wakker gelegen vanwege geldzorgen. ,,Sterker nog: in het veld hadden we vaak meer dan genoeg. Ook hier leef ik van wat mensen geven. Dat gaat goed, zolang je niet te veel nadenkt over wat andere directeuren verdienen.'' Hij lacht. Als iemand zestigduizend euro verdient en hij is er blij mee, is dat prima. Maar het geeft ook een verantwoordelijkheid die hij níet hoeft te dragen. ,,Ik kan het goed relativeren. Mijn beste vrienden uit Afrika moeten met tweehonderd euro per maand rondkomen, en die werken even hard als ik. En ik heb niet de indruk dat je gelukkiger bent als je iedere week rondloopt in IKEA en in een duur huis woont. Ik heb er geen verlangen naar. Echt niet.''


Toch is er iets veranderd sinds hij directeur is. De totale onbevangenheid van vroeger is weg. De afhankelijke positie is soms lastig te accepteren. ,,Ik weet niet waarom dat zo is. Misschien omdat ik de mensen die mij ondersteunen nu ook tegenkom. Leven van giften is makkelijker als je ergens in Afrika met je enkels in de modder staat, dan als medewerker in Nederland. Tegelijkertijd ben ik liever afhankelijk van God dan van een 'gegarandeerd' pensioen.''

Hoddenbagh heeft leren vertrouwen op God. Soms tegen wil en dank, zoals die keer dat hij tyfus kreeg. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis was vijfhonderd kilometer weg, medicijnen waren er ook niet. ,,Als er dan voor je gebeden wordt door Afrikaanse christenen... Het is allemaal veel bewuster. Hier stappen we naar de dokter. Dat zou ik ook doen, als ik nu ziek word. Het lijkt erop dat mensen God vertrouwen als het niet anders kan. Dat is dubbel. Maar toen ik uiteindelijk doodziek in een Afrikaans ziekenhuis lag, kreeg ik een visioen over de wederkomst. Het had ongetwijfeld met de hoge koorts te maken, maar het was echt heel mooi. Het gaf vrede. In Nederland was dat waarschijnlijk niet gebeurd. Ik ben ook niet op zoek naar dit soort ervaringen.''

Torenbouw
Het is God die verwarring zaaide in Babel, daarvan is Hoddenbagh zich bewust. Ooit spraken de mensen één taal. ,,Die torenbouw speelt mee in mijn achterhoofd. Maar sinds de uitstorting van de Heilige Geest is er iets veranderd. Christenen kunnen elkaar verstaan, dwars door praktische barrières heen. Je leest dezelfde Bijbel, gelooft in dezelfde God. De Geest doorbreekt taalgrenzen. Dat is voor mij een teken dat wij daarmee verder moeten. Dat is door christenen niet altijd begrepen, het heeft eeuwen geduurd voordat de Bijbel loskwam van het Latijn. Er zijn enkelingen geweest die wel een vertaling aandurfden, aan het begin van de Reformatie bijvoorbeeld, maar we zijn gestopt na de belangrijkste talen.''

Op het eerste gezicht is het goedkoper en makkelijker een stam van een paar honderd mensen Engels of Frans te leren en ze dan een Nieuw Testament te geven. Maar schijn bedriegt. Engels en Frans staan wat structuur betreft ver weg van de inheemse talen in Afrika. ,,In Togo zou je de mensen Frans kunnen leren, dat is nog steeds de officiële regeringstaal. Maar Frans is voor de meeste mensen de taal van de kolonisator. Het is alsof je een Nederlander na de Tweede Wereldoorlog Duits leert spreken, hem een Bijbel geeft en zegt: dat moet je eens lezen.''

En het gevaar van gescheiden werelden ligt op de loer. Mensen lezen de Bijbel in het Frans en in de kerk bidden ze Frans. Thuis offeren ze aan de voodoo en spreken ze in hun eigen taal. ,,Als God jouw taal spreekt, is Hij bereikbaar en niet alleen 'in het Frans' aanwezig. Ik geloof dat God iedere taal spreekt.''

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu