www.vergadering.nu De Leesmap www.vergadering.nu
6 juli 2009 - INFORMEEL (infobulletin van de evangelische Hogeschool Amersfoort) - jaargang 32 - www.eh.nl

AFSCHEID PROF. DR. WILLEM J. OUWENEEL

De EH neemt deze maand afscheid van één van de docenten van het eerste uur: Willem Ouweneel. Willem heeft aan de wieg gestaan van de EH, heeft het eerste onderwijsprogramma mede vorm gegeven en is 32 jaar lang docent geweest. Een geweldig lange periode. Dat betekent, als ik het goed inschat, dat hij een kleine 4000 studenten heeft mogen onderwijzen, onder twee generaties jonge mensen. Dat heeft een enorme invloed.
We zijn Willem bijzonder erkentelijk voor zijn inzet en toewijding aan het werk van de Evangelische Hogeschool en we hebben dat onderstreept tijdens een afscheidsbijeenkomst op 24 juni jl. Willem zal niet opgevolgd worden door één specifieke docent, maar binnen ons team zijn diverse docenten die onderdelen van wat nu het takenpakket van Willem was, kunnen overnemen.
Het moge duidelijk zijn dat we in Willem een unieke medewerker zullen gaan missen, maar we zien met dankbaarheid terug op alles wat hij voor velen heeft betekend met zijn enorme kennis en prachtige geestelijke gaven. Zijn werk is gezegend en ook voor de toekomst wensen wij hem dat toe! In de wetenschap dat we in Christus verbonden blijven.

Els J. van Dijk


32 Jaar Evangelische Hogeschool

Nu ik eind juni de EH verlaat, kijk ik nog één keer terug om te beschrijven hoe het 32 jaar geleden ook al weer begon. In 1976 begonnen binnen de Stichting tot Bevordering van Bijbelgetrouwe Wetenschap de plannen op te komen voor de stichting van de Evangelische Hogeschool. De 'bende van vier' (F.J. Kerkhof, W.J.J. Glashouwer, J.A. van Delden en ik) kwam geregeld bij elkaar, bij voorkeur in de reusachtige woonkamer van Kerkhof. Al in de auto, van en naar Nieuw-Beijerland, discussieerden Willem, Koos en ik over vele thema's. En met zijn vieren bespraken we Bijbel en Wetenschap (dat nu ELLIPS heet), planden we allerlei studiedagen en... ontwikkelden we het plan voor de Evangelische Hogeschool.

Ik geef toe dat ik als evangelische jongen, totaal niet gewend aan zulke maatschappelijke bedrijvigheid, hier wel van die ondernemende gereformeerden heb moeten leren voordat ik aan het idee begon te wennen. Maar toen ging ik ook helemaal voor het idee van een (wat we later noemden) `basisjaar', dat een brugfunctie tussen het secundaire en het tertiaire onderwijs zou vormen en dat christenjongelui zou helpen zowel bijbels als wetenschappelijk, zowel geestelijk als psychisch en intellectueel, beter gefundeerd aan de vervolgstudie te beginnen. Op 6 november 1976 vond in Amersfoort in de allang afgebroken `Oude Tram' een oriënterend gesprek plaats met een aantal belangstellenden. Daar waren behalve wij vieren aanwezig: mr. H.J. van Beerschoten, ds. L.W.J. Blokhuis, drs. R.H. Matzken en L.F. Venderbos. Bijna vanaf het eerste uur werden ook drs. A. Keizer, drs. N.C. van Velzen en drs. H.R. Murris bij het werk betrokken.

Het begin
Op 21 januari 1977 riepen Kerkhof, Glashouwer, Van Delden en ik de Stichting Evangelische Hogeschool in het leven. In die korte tijd is enorm veel werk verzet, zodat al in september 1977 het eerste Academische Jaar, zoals het toen heette, van start kon gaan. We zorgden voor uitvoerige reclame, zodat we dat eerste jaar al met zo'n 25 studenten konden beginnen, we zorgden voor ondersteuning uit alle geledingen van bijbelgetrouw Nederland, we huurden enkele lokalen in een schoolgebouw én we verdeelden de werkzaamheden: Kerkhof en Glashouwer namen met anderen plaats in het eerste bestuur van de EH, terwijl Koos van Delden als eerste directeur zou optreden. Zelf kreeg ik de eretitel van hoofddocent en voorzitter van de docentenraad. Maar we beloofden elkaar dat wij ‘uiteraard’ al het werk zoveel mogelijk samen zouden blijven doen. Dat was ook zo; Koos en ik woonden bestuursvergaderingen bij zoveel we wilden en er werden regelmatig brain stormings gehouden met alle hoofdfiguren in en rond de school. Er waren geen rangen en standen. Later, toen de school uitbreidde en een formeler karakter kreeg, is dat natuurlijk anders geworden.

Koos en ik hebben het concept van de Evangelische Hogeschool een beetje afgekeken van de Vrije Hogeschool te Driebergen onder leiding van wijlen prof. dr. Bernard Lievegoed, die ongeveer hetzelfde beoogde als wij, maar dan op antroposofische grondslag. Samen gingen we met hem praten om ideeën op te doen, zoals het belangrijke idee van het mentoraat (al heeft dat de eerste jaren van de EH nog niet veel voorgesteld). En terwijl onze kinderen aan het zomerse strand van Katwijk speelden en onze vrouwen gezellig keuvelden, ontwierpen Koos en ik in zwembroek het programma voor het eerste studiejaar. Op 5 september 1977 vond de plechtige opening plaats van het eerste Academische Jaar van de Evangelische Hogeschool te Amersfoort. Glashouwer sprak namens het bestuur het openingswoord ('Onze roeping tot deze taak'), ik verrichtte met een rede over `Bijbelgetrouw wetenschappelijk onderwijs' de eigenlijke opening, en Blokhuis sloot af met een opbouwend woord namens de Raad van Toezicht en Advies (‘In afhankelijkheid').




Een nieuw begin was gemaakt, dat ook een belangrijke nieuwe fase in mijn eigen leven zou betekenen. Van alle mannen van het allereerste uur heb ik het, naast Henk Murris, verreweg het langst aan de EH mogen volhouden. Ik heb de verhuizing meegemaakt naar een eigen schoolgebouw aan de Grote Haag, en later naar een veel groter gebouw aan de Drentsestraat (1987/88). De eerste vakken die ik doceerde, waren geschiedenis van de wijsbegeerte en systematische wijsbegeerte, later aangevuld met vakken als psychologie, apologetiek, ethiek, koorzang, moderne stromingen, theologie en cultuurgeschiedenis.

Veranderingen
Het lijdt geen twijfel dat de EH in de loop van 32 jaar behoorlijk wat veranderingen heeft ondergaan. Aan de grondslag is gelukkig nooit iets veranderd; we zijn elkaar altijd blijven aanspreken op de Bijbel als het betrouwbare en gezaghebbende Woord van God. Maar de tijden zijn wel veranderd. In 1977 lag de nadruk veel meer op de intellectuele aspecten van het EH-onderwijs; er werd in die tijd, zoals gezegd, nog van een 'Academisch Jaar' gesproken. Ook moeten we bedenken dat de academische opleidingen met slechts één faculteit (theologisch bijv. Apeldoorn en Kampen, technisch bijv. Delft, economisch bijv.
Rotterdam) toen nog `hogescholen' heetten, terwijl ze nu 'universiteiten' genoemd worden. 'Hogescholen' zijn vandaag de dag hbo-opleidingen. Dat heeft ongemerkt ook tot een zekere ontwaarding van de naam Evangelische Hogeschool geleid.

De EH heeft daar zelf ook aan mee gedaan doordat geleidelijk het accent steeds meer weg verschoof van de academische kant naar de vormende kant, zowel in de aangeboden vakken als in de steeds grotere betekenis die het mentoraat (later tutoraat geheten) gekregen heeft. Ik zie dat overigens eerder positief dan negatief. De behoefte aan stevige psychische en geestelijke vorming leek met de jaren inderdaad groter te worden. Daardoor is de EH geleidelijk een wat andere school geworden, maar niet per se een slechtere. De EH bereidt nog steeds terdege voor op de vervolgstudie aan universiteit of hbo, maar zij bereidt meer dan vroeger ook voor op het leven, zowel tijdens als na de vervolgopleiding.

Het Traject — waarbij studenten pas eind januari instromen — is naast het Basisjaar (dat eind augustus begint) een enorm succes gebleken. Het afgelopen halfjaar liepen er zo'n 320 studenten op de EH rond! Dat laat wel zien dat de EH nog steeds in een enorme behoefte voorziet.

Daarbij is het zeker een wonder te noemen dat mensen van zo geheel verschillende pluimage - bevindelijk-gereformeerd, orthodox-gereformeerd, evangelisch, in alle maten en soorten - al die 32 jaar zo goed hebben weten samen te werken. Af en toe laaiden de interne discussies wel eens hoog, maar dat hoort bij een dergelijke diverse school. Belangrijk was dat we elkaar altijd konden blijven aanspreken op de gemeenschappelijke grondslag. Met diezelfde kerkelijke en leerstellige diversiteit zal het ook verder gaan met de EH. Graag spreek ik mijn vertrouwen uit in de mensen die het werk aan de EH zullen voortzetten en eindig ik met een hartelijke wens: EH, ga voort onder de rijke zegen van de Allerhoogste!

Prof. dr. Willem J. Ouweneel


oktober 2009 - INFORMEEL (infobulletin van de evangelische Hogeschool Amersfoort) - jaargang 33


 

De Leesmap-index


 

www.vergadering.nu