Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Geloofsbouwers - 1
Andrew Wommack

Deel 1: De realiteit van geloof.
Deel 2: Wandelen in geloof.
Deel 3: Hoe overwin je twijfel?
Deel 4: Het einde van je ‘zelf’ is het begin van God.

Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Vertaling: 2009 Jan Vossen

Inleiding: 
Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen (Hebreeën 11:6). Geloof is onze overwinning die de wereld overwint (1 Johannes 5:4). Geloof is essentieel voor alles wat we doen in het christenleven. Maar toch hebben veel christenen moeite met geloof. Het lijkt voor velen een illusionaire gedachte. En zelfs degenen die in geloof hebben gewandeld, hebben moeite om die geloofswandel vol te houden. Is het echt zo moeilijk? Niet als je enkele basisprincipes begrijpt.

Deel 1: ‘De realiteit van geloof’

Laten we gaan kijken naar Hebreeën hoofdstuk 11. Diegenen onder jullie die onlangs naar mijn televisieprogramma hebben gekeken, of in een van mijn samenkomsten bent geweest, weten dat ik heel veel over het onderwerp geloof heb gesproken. En dan heb je wellicht enkele van deze dingen al gehoord. Maar deze week heb ik het gevoel dat de Heer tot me heeft gesproken en dat Hij ons in dit gebied van geloof wil aanmoedigen. Hij wil dat wij op een nieuw niveau, in geloof leren functioneren. Dus ook al heb je sommige van deze dingen die ik heb onderwezen al gehoord, je moet ze gewoon weer horen. Ik heb het heel vaak onderwezen, maar iedere keer als ik het zelf hoor word ik weer sterker. Ik word er zelf door opgebouwd. Dus als je denkt dat je alles over geloof wel gehoord hebt, dan ben je waarschijnlijk de eerste persoon die het moet horen. 

Soms als je in geloof functioneert, kun je er van afdwalen en niet eens beseffen wat er aan de hand is. Net als Simson, die wakker werd, en dacht dezelfde dingen te kunnen doen als eerst, zonder te beseffen dat de Geest van de Heer van hem was geweken. Nou geloof ik niet dat de Geest van de Heer van ons wijkt en ik geloof ook niet dat wij ons geloof verliezen, maar we houden wel op er in te functioneren. En soms beseffen we dat niet eens totdat we weer in een atmosfeer van geloof komen, en bij mensen in de buurt die wel in geloof functioneren. Ik denk dat dit je dus echt zal helpen. 

1 Johannes 5:4 zegt: want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof. Als wij dus in geloof functioneren, dan geloof ik dat het wereldoverwinnend geloof is. Dat denk ik echt. En ik denk dat daar geen uitzonderingen op zijn. Voordat ik daar dieper op inga, wil ik je een voorbeeld geven. Ik herinner me, toen ons eerste kind bijna ter wereld kwam, ik geloof dat we nog een maand hadden, maar dat hij twee weken te vroeg kwam. Dus het was twee weken voordat Joshua werd geboren. En dit was in onze armoede dagen. We hadden gewoon geen rooie duit. Het is een lang verhaal, maar als ik het heb over armoede dan was het zeer schrijnende armoede. Wij zaten echt soms weken zonder eten. Toen Jamie acht maanden zwanger was van Joshua heeft ze bijna een maand niet gegeten. Een gedwongen vasten, omdat we geen geld hadden. We hadden de grootste problemen. Ik was pastor van een kerk. We kwamen samen in een van die doordeweekse samenkomsten in het huis van een van de mensen, want we waren niet zo’n heel grote groep.

En ik stond zó ontzettend met mijn rug tegen de muur. We moesten zo’n $ 600,- betalen. Want dat kostte het ons om Joshua in een ziekenhuis te kunnen krijgen. En we hadden ons er al toe verplicht, maar we hadden gewoon geen rooie cent. Echt helemaal niks. En ons hele inkomen in het eerste jaar dat Jamie en ik waren getrouwd bedroeg $ 1250,-. En het tweede jaar vloog het omhoog naar $ 1550,-. En Joshua kwam 13 of 14 maanden nadat we getrouwd waren. In ieder geval, in het voorafgaande jaar hadden we maar zo’n $ 1250,- gehad en ik moest binnen een dag of twee met $ 600,- op de proppen komen om dit ziekenhuis te betalen. Het was gewoon een onbeklimbare berg voor ons. Het was onmogelijk om te doen. 

Wij waren dus hier in deze samenkomst midden in de week. En ik vertelde de mensen: ‘Kijk, ik heb gewoon niets te delen aan jullie. Ik heb zelf nodig om te ontvangen’. En zij dachten: ‘Ja, het zal wel. Jij bent de pastor. Het is Oké’. Dus ik zei: ‘Ik maak echt geen grapje, ik heb echt niets te vertellen’. We zaten in iemands huis, dus zetten we de TV aan en keken naar de ‘700-club’ We gingen dus naar de ‘700-club’ kijken. We waren met een man of zeven, acht en dat zou onze doordeweekse samenkomst zijn: naar de ‘700-club’ kijken. En Kenneth Copeland was de gastheer. En Kenneth Copeland preekte uit 1 Johannes 5:4 waar staat: en dit is de overwinning, die de wereld overwonnen heeft: ons geloof. Hij zei: ‘Geloof is wereldoverwinnend geloof’. En ik zat daar te kijken en luisterde naar hem en ik dacht: ‘Kenneth, ik heb over precies ditzelfde vers gepreekt en ik geloofde het, maar het werkt gewoon niet’. En het was net alsof hij hoorde wat ik dacht. En hij zei: ‘Vertel mij niet dat het niet werkt! Dit werkt wel degelijk! Dit ís de overwinning die de wereld overwint’. En ik dacht: ‘Kenneth, ik heb het geprobeerd’. En hij zei: ‘En dat is het probleem. Je kunt het niet ‘proberen’, je moet het gelóven’! 

En iedere gedachte die ik maar had, daar kwam hij gewoon op terug. Ik bedoel, God was gewoon door Kenneth Copeland tegen mij aan het spreken. Hij wist dat zelf niet, maar hij sprak bovennatuurlijk tegen mij door dat TV programma. In ieder geval, na 15 tot 20 minuten had hij mij volkomen murw gebeukt. Ieder vraag die ik had, alle kritiek die ik gaf weerlegde hij en beantwoordde hij. En tenslotte stond ik gewoon op: ‘In de naam van Jezus, dit IS de overwinning die de wereld overwint, ons geloof’. En ik had het me niet gerealiseerd, maar ik zéi wel de juiste dingen, en ik streefde ook naar de juiste dingen, en ik bád voor de juiste dingen, maar ik functioneerde gewoon niet in geloof en daardoor raakte ik ontmoedigd en werd met vrees vervuld. Dus ik besloot: ‘God zij geprezen, het zál werken’! En ik begon te vasten en te bidden en binnen twee à drie dagen hadden we de $ 600,- al bij elkaar. Voor mij stond dat gelijk aan zes maanden inkomen in twee of drie dagen. Omdat ik éindelijk gewoon God begon te geloven.

Misschien dat hier mensen zijn die zeggen: ‘Ik ben in een moeilijke situatie en je begrijpt mijn omstandigheden niet’, en dat soort dingen. Nu wil ik niet ongevoelig lijken, maar broeders en zusters: Geloof overwint de wereld. Geloof zal je eroverheen helpen. En als jij er niet overheen komt, als jij onder de voet gelopen wordt, als er ontmoediging in je leven is, ik zeg het niet als verwijt, ik zeg het niet als kritiek, ik zeg het om je te helpen, maar ik verzeker je, als je in geloof zou functioneren zou je boven de situatie staan. Je bent misschien nog niet van je probleem af, want soms duurt het even voor geloof zich manifesteert en er moeten bepaalde dingen gebeuren. Maar ik verzeker je dat als je in geloof functioneert, dan staat het op deze manier in 1 Petrus 1:8 Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde. Als jij in geloof bent, zou jij je verheugen met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde. Als je echt in geloof bent, dan zou er een vreugdekreet in je hart zijn.

Ik weet dat sommigen van jullie zeggen: ‘Maar je kent mijn situatie niet’. Nou, nogmaals, ik kan je veel voorbeelden geven waarin ik ook met mijn rug tegen de muur heb gestaan en waarin ik je verzeker dat tegen alle kans en alle logica in ik in staat was God te loven en prijzen. Ik probeer je daarom vanavond te bemoedigen als je denkt ‘ik weet alles al van geloof en ik weet het nu wel’. Maar als er geen vreugde in je is en geen opwinding en enthousiasme in je hart, als jij je geen wereldoverwinnaar voelt, dan verzeker ik je dat je nog wat dingen moet gaan begrijpen over geloof. 
Ik ga deze week dus enkele heel eenvoudige dingen vertellen vanuit mijn visie. Wij komen nooit samen om te overleggen wat we gaan prediken, dus ik weet niet wat die andere jongens gaan vertellen, maar het past op de een of andere manier altijd precies bij elkaar. De Heilige Geest coördineert dit allemaal bovennatuurlijk. En als ik aan jullie zou kunnen overbrengen wat God in mijn hart heeft gedaan over dit onderwerp, garandeer ik je dat het je zal zegenen. Ik beweer niet dat ik geloof uitgepuzzeld heb, en dat ik al wandel in alles wat geloof voor me kan doen, maar ik verzeker je wel dat ik in een mate van geloof wandel waarin het een wereldoverwinnend geloof is. En dus, prijs God, hetzelfde zal ook voor jullie gaan werken. 

Hier in Hebreeën 11 is een heel eenvoudig vers. Bijna iedereen van jullie zal het wel eens gehoord hebben: 1 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. 2 Want door dit (geloof) is aan de ouden een getuigenis gegeven. 3 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.
Nou, dit is echt een heel eenvoudig Schriftgedeelte en dit hoofdstuk wordt ook het ‘geloof’-hoofdstuk genoemd, de galerij van geloofshelden of wat dan ook. Het is een krachtig woord. Het zegt dus: ‘geloof is zekerheid, vaste substantie . Deze preekstoel is substantie. Dit gebouw is substantie. De stoel waarop je zit is substantie. Je kunt ook zeggen dat het realiteit is, of tastbaar. Geloof is echt. Geloof is tastbaar. Dat is wat dit vers zegt. Geloof is de zekerheid van dingen waarop je hoopt en het bewijs van dingen die je niet ziet. 

Als je naar een rechtszaak gaat, zal de advocaat bewijs aanvoeren. En ook al was de jury er niet bij en heeft de misdaad niet echt zelf zien gebeuren, het bewijs dat wordt aangevoerd reconstrueert de misdaad en bewijst wat er werkelijk is gebeurd. Als iemand beweert: ‘Ik heb die mens nooit eerder gezien, ik ben nog nooit in dat huis geweest’, maar je kunt een vingerafdruk van die persoon aantonen, dan bewijst dat ongeacht wat hij beweert dat hij daar geweest is. En al dat bewijs kan je laten geloven en begrijpen dat er iets waar is, ook al heb je het niet met je fysieke ogen gezien of in eigen persoon ervaren. En dat is in principe wat geloof is. Geloof is zekerheid van de dingen waarop men hoopt en het bewijs van dingen die je niet ziet. 

In vers 3 staat: 3 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.
Er staat niet dat het tot stand gebracht is door dingen die niet bestaan, maar door dingen die niet waarneembaar zijn. En dit is een van de belangrijkste punten die ik over probeer te brengen en dat heeft mij echt heel veel geholpen om in geloof te wandelen, en geloof te begrijpen. En dat is dat er een niet waarneembare wereld bestaat, die echt is. Dat er een geestelijke wereld bestaat die echt is. En die geestelijke wereld is de voortbrengende kracht. De geestelijke wereld heeft alles geschapen wat we zien. En de kracht die alles heeft voortgebracht is groter dan de kracht van dat wat geschapen was. De geestelijke wereld heeft bestaan voordat er een waarneembare wereld was en de geestelijke wereld zal nog bestaan als deze waarneembare wereld en alles wat erop is, is vergaan en verdwenen. Geloof is dus de zekerheid van het bestaan van de dingen die in die niet waarneembare wereld zijn. Het bewijs van dingen die niet zichtbaar zijn. Geloof is NIET net doen alsof, en volharden in dingen alsof ze echt zijn, die in feite niet echt zijn. 

Ik weet niet of je dit ooit gehoord heb, maar ik ben feitelijk opgegroeid in een kerk waar dit een van de uitspraken was over geloof die ik hoorde: Geloof is zeggen dat iets zo is, terwijl het in feite niet zo is, maar als je het hard genoeg zegt en gelooft dan wordt het zo. Dat werd mij zo geleerd. Geloof is zeggen dat iets zo is, terwijl het in feite niet zo is, maar als je het lang en hard genoeg zo zegt en gelooft dan wordt het zo. Er zijn in feite heel veel mensen die, ongeacht of ze het zo formuleren of niet, op deze manier in geloof functioneren. Als ze ziek zijn in hun lichaam, dan zeggen ze: ‘Ik geloof dat ik genezen ben in de naam van Jezus’. Maar ze geloven dat niet écht, het is geen realiteit voor hen, maar ze denken dat als ze het lang genoeg zeggen dat het dan realiteit wórdt. Maar de gemiddelde persoon gelooft niet echt dat het een realiteit is. 

De meeste mensen denken dat geloof gewoon net doen alsof is. Geloof is iets zeggen en dan hopen dat het zo wordt. Maar wat ik probeer over te brengen is, dat geloof het vermogen is om te zíen wat realiteit is. Het is alleen geen fysieke realiteit, het is een geestelijke realiteit. Het bestáát en in werkelijkheid is deze geestelijke wereld méér realiteit dan deze fysieke realiteit.

Weet je dat zelfs in deze fysieke realiteit, in deze zaal, televisie- en radiosignalen zijn? En sommigen van jullie zeggen: ‘Ik geloof niet dat ze er zijn’, omdat je ze niet kunt zien of horen. Maar dat betekent nog niet dat ze hier niet zijn. Ze zijn hier wel degelijk. Ze bestaan werkelijk. En het is allemaal realiteit. Op dit moment, hier in deze zaal, is het enige wat je hoeft te doen om dat te bewijzen, een tv-toestel nemen, stekker erin en aanzetten, en afstemmen. En je weet dat op het moment dat je het signaal wel gaat horen en zien, dat het niet op dát moment pas ontstond. Het tv-toestel produceert geen tv-signaal. Het enige dat het doet is ontvangen wat hier al is. Nu, op dit moment, zijn er tv-signalen in deze ruimte. En als jij ze niet kunt waarnemen, betekent dat nog niet dat ze niet bestaan. Het betekent alleen dat ze in een niet-waarneembare wereld bestaan. En dat is nog steeds in de fysieke wereld, alleen niet waarneembaar. 

Wij zijn erachter gekomen dat er bacteriën bestaan. Je kunt die ook niet zien. Je kunt ze vergroten, maar gewoon met je ogen kun je geen bacteriën zien. We zijn gewoon van heel veel dingen gaan beseffen dat je ze met je eigen kleine kersenpit niet kunt waarnemen, maar dat ze wel degelijk bestaan. En wat de Bijbel zegt is, dat er een hele wereld bestaat, een compleet gebied dat bestaat en realiteit is, maar die gewoon niet gezien kan worden. Als wij zeggen ‘God is met ons’, dan is dat niet iets wat we proberen te láten gebeuren omdat we het zéggen, maar de realiteit is, dat God écht bij ons is, of we dat nu waarnemen of niet. De kracht van God is áltijd binnenin ons. Geloof is áltijd bij ons aanwezig. Wij zíjn al genezen door de kracht van God. 

Dat zijn géén uitspraken die we doen in de hoop dat ze zo worden, maar ze zijn werkelijke in de realiteit bestaande feiten. In de geestelijke wereld is God in ál Zijn kracht en heerlijkheid in deze ruimte vanavond bij ons aanwezig. Niet alleen in deze ruimte maar binnen in ieder van ons. De glorie van God woont binnen ín ons. Dat is niet maar een geloofsuitspraak. Ik gebruik die term niet graag omdat het klinkt alsof het geen ware uitspraak is. Maar als je werkelijk begrijpt wat geloof is, dan is een geloofsuitspraak de énige uitspraak in het rijk van de realiteit. Al het fysieke dat wij zien en waar we mee omgaan, daarvan weet je, als je dit juist begrijpt, dat het geen kwestie is dat je ontkent dat de fysieke wereld bestaat, maar je gaat wel ontkennen dat de fysieke wereld dé realiteit is. Dit is niet écht. Ik weet dat sommigen van jullie dit heel vreemd vinden. Het is er wel echt, maar het is niet de échte realiteit. Het is niet de uiteindelijke realiteit. Alles in deze fysieke wereld is onderworpen aan deze geestelijke wereld. Als jij zover komt dat je méér beheerst wordt door wat je in geloof ziet en wat het Woord van God zegt, moet deze fysieke wereld de knieën daarvoor buigen. 
Ik zeg niet dat kanker niet bestaat. Maar het feit dat door de striemen van Jezus je al genezen bént is méér realiteit dan het feit van de kanker en de pijn die je in je lichaam voelt, en de diagnose van de arts en al die andere dingen. En als jij zover kunt komen dat wat je zíet door geloof méér realiteit is dan wat je ziet of voelt door je fysieke ogen, is dát het moment dat de geestelijke wereld deze fysieke wereld begint te domineren. Het is echt heel eenvoudig, maar dit is wat de meeste mensen niet begrijpen. 

Laten we naar een voorbeeld hiervan kijken in 2 Koningen hoofdstuk 6. Dit is waar Elisa, de profeet van God, de koning van Israël alle aanvalsplannen van de koning van Syrië onthulde. Ze hadden oorlog met elkaar. En iedere keer als de koning van Syrië de koning van Israël probeerde te overrompelen had de koning van Israël het al gehoord van Elisa en een hinderlaag opgesteld voor de koning van Syrië. En daarom staat er in vers 11: En het hart van de koning van Aram werd hierover verontrust; hij ontbood zijn dienaren en zei tot hen: Kunt gij mij niet meedelen, wie van de onzen op de hand van de koning van Israël is? Met andere woorden. Hij had besloten dat er een verrader moest zijn omdat, als er geen spion in het spel was die alle strijdplannen verraadde, het onmogelijk was wat de koning van Israël deed. En in vers 12 staat: Doch een van zijn dienaren zei: Neen, mijn heer de koning, maar Elisa, de profeet in Israël, deelt aan de koning van Israël de woorden mee, die gij in uw slaapkamer spreekt. 13 Toen zei hij: Gaat en ziet, waar hij is; dan zal ik hem laten gevangennemen. Nadat hem gemeld was; Zie, hij is te Dotan, 14 zond hij daarheen paarden en wagens, een sterk leger; zij kwamen des nachts en omsingelden de stad. 
15 Toen de dienaar van de man Gods des morgens vroeg opstond en naar buiten trad, zie, een leger omringde de stad, zowel paarden als wagens. En zijn knecht zei tot hem: Ach, mijn heer! wat moeten wij doen? 

Nou, als jij de aanvalsplannen had verraden van een of andere buitenlandse koning die tegen de VS streed, en jij verraadde alle aanvalsplannen en op een ochtend word je wakker en je ziet het hele leger van die vijand om je huis heen, dan zou je weten waar ze voor gekomen zijn. Toch? Dat was wat Gehazi deed. Gehazi wist: het spelletje is uit, ze zaten flink in de nesten. En hij zei: Ach, mijn heer! Wat moeten wij doen? Dat is ouderwets Nederlands voor totale paniek. En kijk wat Elisa toen zei in vers 16: Maar hij zei: Vrees niet, want zij, die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn. Man, dat is gewéldig. Zie je dat als je niet begrijpt wat ik zeg, dat geloof niet is zeggen dat iets zo is, terwijl het in feite niet zo is, zodat het dan zo gaat worden? Dat is geen geloof. Als jij dat denkt, dan geloof ik dat dat het is wat geloof zo’n slechte reputatie heeft gegeven. Mensen keren zich daardoor af, en zeggen: ‘Je bent gewoon een van die ‘noem het en neem het, spreek het en pak het’–mensen die dingen proclameren. En je denkt dat je iets tot aanzijn kunt proclameren. En mensen kijken daarnaar en zeggen: ‘Je bent een leugenaar, je vertelt gewoon de waarheid niet’. 

Als jij denkt dat het enige dat bestaat de fysieke, natuurlijke wereld is, als dat jouw gebied van realiteit is, als jij realiteit zo ziet, als het is alsof je oogkleppen op hebt en zegt: ‘Dit zijn de grenzen, alleen wat ik kan zien, horen, proeven, ruiken of voelen, dat is echt’, als dat is wat jij gelooft wat realiteit is, in dat geval zou Elisa hebben gelogen. Want Elisa zei: Vrees niet, want zij, die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn. Je kon de vijand met duizenden tegelijk tellen. Weet je, in het natuurlijke gebied was het geen ware uitspraak. Maar als jij denkt dat het enige wat waar is, wat echt is, het gebied van de werkelijkheid is, alleen het natuurlijke gebied, dan moet je concluderen dat Elisa loog. 

Maar de waarheid is, wanneer je het héle gebied van werkelijkheid erbij betrekt. Zie je, de geestelijke wereld is geen bijgeloof. Het bestaat ook niet maar zo af en toe, er is een blijvende, geestelijke wereld. Er zijn vanavond demonen in deze zaal. Er zijn engelen in deze zaal. De Geest van God is in deze zaal. Niemand van ons kan die dingen zien. Sommigen kunnen het af en toe wel. Niet zo lang geleden kwam een studente naar me toe en zei dat ze een engel had gezien die achter mij stond. En ik twijfel daar niet aan. Ik heb veel mensen dat soort dingen horen zeggen. Ik heb het zelf nooit gezien. Ik hoef het niet te zien want ik geloof het. Ik geloof dat er een geestelijke wereld bestaat. Er zijn hier demonen en ook engelwezens. Maar iemand zegt: ‘Hoe kun je dat nu beweren’? Nou, omdat het Woord van God is als een raam waardoor je in de geestelijke wereld kunt kijken. Dit zegt je gewoon wat geestelijke waarheid is. Johannes 6:63: de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven. Gods Woord is een volmaakte beschrijving van geestelijke dingen. 

Het is geen kwestie van je ogen dicht doen en je maar inbeelden waar je zin in hebt. Zo kun je in de geestelijke wereld komen die níet van God is. Je kunt in de demonische geestelijke wereld komen die onjuiste dingen manifesteert. Ik heb het erover dat je door het Woord van God letterlijk in de geestelijke wereld kunt kijken. Zo zien we. En op basis van het Woord van God geloof ik dat hier demonen zijn en engelen. Maar dan zegt iemand: ‘Heb je dan niet gebeden en alle demonen eruit gegooid’? Als we alle demonen zouden bestraffen zou er helemaal niemand hierbinnen zijn! En ik ben niet tegen mensen, maar weet je, ziekte is heel vaak demonisch. Jezus wierp demonen uit bij mensen om af te rekenen met ziekten. Depressie is demonisch. Ontmoediging is demonisch. En ik ga geen discussie aan of ze bezet, bezeten, belaagd, bedrukt of wat dan ook zijn. Wie kan dat nou wat schelen. De Bijbel spreekt erover dat ze ‘gedemoniseerd’ zijn. Het deed er niet toe in welke mate. We moeten niet muggenziften over dat soort dingen. 

Ik zeg je dat als je verslagen of ontmoedigd bent, dan heb je demonen die zich met jou bemoeien en als we alle demonen zouden binden, zouden we hier helemaal niemand overhouden. Ja, er zijn hier demonen. Maar er zijn ook engelen, en de kracht van God is hier aanwezig. En alleen maar omdat jij dat niet ziet, betekent het nog niet dat ze hier niet zijn. Ze zijn gewoon hier. Maar mensen zeggen: “Ik probeer gewoon realistisch te zijn, ik ben niet zo een van die ‘noem het, neem het, spreek het en pak het mensen’, ik probeer gewoon realistisch te zijn, en ik zeg dat ongeacht wat jij zegt, en ongeacht wat positieve belijdenis zegt, en ongeacht of de Bijbel zegt dat ik door Zijn striemen ben genezen, ik zeg je dat ik ZIEK ben. Dát is echt!” Maar dat is helemaal niet echt! Het is niet de volledige realiteit. Het is misschien wel waar, maar het is geen waarheid. Het is niet de troefkaart. 

In het fysieke gebied heb je misschien een ziekte in je lichaam, maar het is óók waar dat in je geest dezelfde kracht hebt die Jezus uit de dood opwekte. En het hangt er gewoon vanaf of je de natuurlijke waarheid jou laat domineren of de geestelijke waarheid jou laat domineren. Dus als iemand zegt: ‘Hé, ik probeer gewoon realistisch te zijn. Ik ben geen huichelaar. Ik ben misschien niet genezen, maar in ieder geval geen huichelaar’. Nou, je bent wél een huichelaar. Want je bent een wederom geboren persoon die de Geest van God in zich heeft. Het bovennatuurlijke leven van God is in je, en in plaats van handelen naar wie je bent in de Geest, identificeer je jezelf meer met het fysieke, het natuurlijke. En jij denkt dat dit de echte jij is. En je bent bang om iets te zeggen dat in tegenspraak is met wat je ziet, hoort, proeft, ruikt, en voelt omdat jij denkt dat dát de realiteit is. 

Maar ik zeg je dat er een andere wereld bestaat. Er bestaat een geestelijke wereld en er bestaat ook een geestelijke jij. En van binnen ben jíj degene die een wereldoverwinnaar is. Je hebt precies dezelfde macht binnen in je die in de Heer Jezus woonde. Je hebt Godzelf levend binnenin je, en als je de hele realiteit meetelt, de geestelijke wereld én de fysieke wereld, dan lieg je helemaal niet als je zegt: ‘Ik ben genezen door de striemen van Jezus’. Je liegt helemaal niet als je zegt: ‘Ik ben niet verslagen, ik ben niet ontmoedigd’. Want in de geest ben je dat ook helemaal niet. Jouw geest is gewoon geweldig! Dus Elisa zei: ‘Vrees niet, die met ons zijn zijn meer dan die met hen zijn’, en ik denk dat Gehazi dacht: ‘Deze profeet heeft te lang met zijn neus in de Bijbel gezeten, hij is in de war. Hij leeft in illusie, hij zit in ontkenning. 

Maar kijk wat hij in vers 17 deed: Toen bad Elisa: HERE, open toch zijn ogen, opdat hij zie. Ik verzeker je dat zijn fysieke ogen allang wijd opengesperd stonden. Dit spreekt niet over het zien met fysieke ogen. Maar je kunt met je hart zien. Daar ga ik morgenochtend over spreken. Over het wandelen in geloof. Maar je kunt met je hart zíen. Ik ga hier nu niet veel tijd aan besteden. Laat me dit heel snel even zeggen, dat ik geloof dat God ons anders heeft geschapen dan wat we tegenwoordig zien. Ik geloof wel in evolutie. Ik denk alleen niet dat wij uit een klodder slijm zijn geëvolueerd tot wat we nu zijn. Ik geloof wel in evolutie in die zin, dat vanaf het moment dat God ons heeft geschapen, we naar beneden zijn geëvolueerd. We zijn nog maar een slap aftreksel van wat we ooit waren. 

Ik geloof dat toen God de mens schiep, Hij ons niet met vijf zintuigen schiep maar met een zesde zintuig: ‘Geloof’. Ik geloof dat God ons heeft geschapen met een vermogen om met ons hart te zien. En om dingen met ons hart te weten. En daar hebben we nog wat overblijfselen van in ons leven. Waarschijnlijk heeft iedereen hier ooit wel eens een besluit moeten nemen. Je hebt ervoor gebeden, en je voelde je er niet helemaal goed over, maar de logica vertelde je, dít is wat je moet doen. Je bent die koers ingeslagen, volgens de logica, of volgens de druk die werd uitgeoefend door andere mensen. En zodra je merkte dat het gewoon niet werkte zeg je: ‘Ik wíst dat ik dit niet had moeten doen’. Heeft iemand dit wel eens meegemaakt? Je nam een besluit en in je hart wíst je dat het niet klopte, maar je kon er niet achter komen wat, dus je volgde de druk die er was en de logica. Maar in je hart wist je iets waar geen fysiek bewijs voor was. Het was gewoon intuïtief. Je wíst gewoon iets. 

Ik geloof dat God ons heeft geschapen met een vermogen om in geloof te wandelen en dat Adam en Eva dat deden. In de Schrift staat nergens een aanwijzing dat zij God ooit zágen. God wandelde iedere dag met hen in de avondkoelte. Zij hoorden Zijn stem, maar het is niet gezegd dat ze Hem met een fysiek hoorbare stem hoorden. Het zou kunnen. En ik zeg niet dat dit per se niet gebeurde. Maar ze hadden een relatie met Hem in geloof. Het gebeurde in hun hart dat ze God kenden. En ik geloof echt dat God de mens heeft geschapen om door geloof te leven. En om te wandelen naar wat in hun hart geschiedt. Maar wat we tegenwoordig vaststellen, dat mensen gewoon negeren dat er meer bestaat dan wat je kunt zien, horen, voelen, ruiken en proeven, dat maakt ons maar half de persoon die God bedoeld heeft. 

Maar als je tegenwoordig in geloof probeert te functioneren, word je uitgelachen en belachelijk gemaakt. Ze zeggen: ‘Je bent zo’n religieuze dwaas’. En zelfs vele christenen zijn bang om dingen als dit uit te spreken. Maar ik geloof dat dit normaal is voor het christenleven. Geloof is het normale christenleven. Iedereen waarover je leest in Hebreeën 11 zág dingen die je niet kunt zien met je fysieke ogen. Jezus zei voortdurend: ‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen’. Nou, iedereen had fysieke oren. Hij had het over het horen met je hart. Je kunt dingen wéten. Je kunt door de Geest van God geleid worden. We zijn niet bedoeld om slechts fysieke menselijke wezens te zijn. Wij zijn bedoeld om geestelijke wezens te zijn.

Als Elisa dus sprak over: ‘Heer, open zijn ogen’. Dan had hij het niet over zijn fysieke ogen. Hij had het over zien met zijn hart. En er staat: 17…..En de HERE opende de ogen van de knecht en hij zag en zie, de berg was vol vurige paarden en wagens rondom Elisa. Het was niet pas toen zijn ogen van het hart werden geopend dat die paarden en wagens kwamen opdagen, omdat Elisa bad, en boem, opeens verschenen ze. De waarheid is dat ze er al die tijd al waren. Net als bij je TV. Het is niet zo dat de zender pas gaat uitzenden als jij je toestel aanzet. Er wordt de hele tijd al uitgezonden. Jij ontvangt gewoon niet voortdurend het signaal. Je bent je niet altijd bewust van wat er om je heen gaande is. Maar er is altijd een uitzending. 
Zo is het ook met de engelen van God. De Bijbel zegt dat de engel des Heren legert om hen die Hem liefhebben. Maar er staat ook nog dat wat Elisa had, nog niets was vergeleken met wat wij hebben: dat deze mensen vurig naar ónze tijd verlangden. Dus als Elisa al duizenden vurige paarden en wagens om zich heen had, dan heb ik er tienduizenden om mij heen. En jij ook. Het is dus stampvol in deze plaats! Dat is niet maar een wenselijke gedachte. Er zijn hier engelen! Weet je, het beeld van die engel die daar bij de ingang staat, ik weet niet zeker hoe een engel er echt uit ziet, maar ik verzeker je dat ze er beter uitzien dan dat. En dat zou voor mij al goed genoeg zijn. Ik zou graag onder zo’n vleugel staan. Amen? 

Engelen zijn indrukwekkend en wij hebben engelen om ons heen. Wij hebben de aanwezigheid van God binnen in ons. Broeders en zusters, die dingen zijn niet maar uitspraken die we doen in een religieuze setting. Dit is werkelijkheid! Deze dingen ZIJN werkelijk! En als we ze kunnen geloven zijn we in staat toegang te verkrijgen tot die kracht. Maar toch, en ik wil niet te persoonlijk worden, ik probeer gewoon dat je dit gaat pakken, zijn er velen van jullie die zeggen: ‘Oh broeder, ik geloof dat dit zo is’. Maar toch ben jij bang om te vliegen. Je bent bang om op een bergweg te rijden, want je bent bang dat je over de rand kiepert. Je bent bang om ‘s nachts op bepaalde plaatsen te lopen. Je bent bang om bepaalde dingen te doen. Nogmaals, hier is ook wijsheid bij nodig. Ik vind niet de je de duivel gelegenheid moet geven, maar als wij zouden begrijpen dat de Engel des Heren rondom ons is, dat ik duizenden engelen en duizenden en duizenden wagens en paarden om mij heen heb, zou je toch minstens in staat moeten zijn om naar de supermarkt te wandelen. Je zou toch minstens in staat moeten zijn om iemand die ziek is te gaan helpen zonder dat je bang bent dat die bacteriën jou te grazen nemen. 

De waarheid is dat de meesten van ons niet begrijpen tot wat voor macht en kracht wij toegang hebben in de geestelijke wereld. En omdat Elisa dat wel geloofde, stak Elisa gewoon zijn hand op en: 18 Toen de vijanden nu tot hem afdaalden, bad Elisa tot de HERE: Sla dit volk toch met blindheid. En Hij sloeg hen met blindheid naar het woord van Elisa. Ogenblikkelijk was het hele leger met blindheid geslagen. Hij vertelde ze om elkaar bij de hand te grijpen. Ze grepen hun handen vast. Hij zei: ‘Kom achter mij aan’. En hij leidde het hele Syrische leger in gevangenschap naar de koning van Israël. En toen opende hij hun ogen. En deze enkele knokige profeet, nam het machtigste leger op aarde gevangen zonder één boogschot of wat dan ook. Hij nam ze allemaal gevangen, omdat hij wist welke kracht en zalving bij hem was. 

En de Schrift vertelt ons nergens dat Elisa deze dingen had gezien. Ik denk niet eens dat Elisa ze hóefde te zien. Elisa geloofde het. Hij zag in 2 Koningen 2 ook de paarden en de wagens die hem afscheidden van Elia. Hij wist dat ze bestonden. Maar ik geloof niet dat hij ze hier zag. Dat hoefde hij niet. En dat is nog een punt waar veel mensen moeite mee hebben. Heel veel mensen proberen te geloven. Ze zeggen: ‘Oké, ik geloof dat er geestelijke realiteit bestaat die ik niet kan zien’. Ze geloven een periode lang in de hoop dat het zal manifesteren. En als het manifesteert: ‘Prijs God, ik wist dat dit echt was’. En dan verláten ze geloof omdat ze nú de werkelijkheid hebben. 

Maar je kunt zover komen dat je gelooft wat het Woord zegt, en dat is voor jou realiteit. En het interesseert je niet of je het ooit ziet. Het interesseert je in zoverre dat je God wilt verheerlijken en dat je het wilt manifesteren voor andere mensen, maar je kunt zover komen dat geloof méér realiteit voor je is dan wat je ziet, hoort, smaakt, ruikt en tast. Je kunt zover komen dat je niet alleen voor korte tijd in geloof staat, en probeert iets te verkrijgen zodat het ‘echt wordt’, maar je kunt zover komen dat gelóóf echt voor je is. Dus zover dat de geestelijke wereld en wat God over je zegt meer realiteit is dan wat je voelt. Meer realiteit dan wat een arts zegt. 

Toen wij dit gebouw kochten moesten we een lening afsluiten om het te doen. Het is een lang verhaal, maar velen van jullie weten waar ik het over heb. Om die af te kunnen sluiten moest ik een verzekeringspolis afsluiten. En daarvoor werd ik opgeroepen voor een medische keuring. Ik ging daarheen en ze zouden me op een loopband zetten en al die dingen op mijn borst plakken. En die verpleegster wilde het haar van mijn borst afscheren. En ik zei haar: ‘Hé dit is maagdelijk haar. Daar is nog nooit een scheermes aan geweest. Ik ben een Nazireeër. Je mag er niet aankomen’! En in ieder geval, ze probeerden die dingen dus te bevestigen zonder mijn borst te scheren en halverwege de test begonnen die dingen eraf te vallen. De zuster hield er dus een vast, en ik hield er een vast en de arts hield er een vast. En ik ging maar rennen op die loopband. 
In ieder geval, twee weken na die test belde die verzekeringsman mij op en zei: ‘Mijnheer Wommack, zit u in een stoel’? Ik zei: ‘Nee, ik sta, maar ik kan het wel aan, zeg maar wat je wilt zeggen’. Hij zei: ‘Uw loopbandtest was heel slecht. U hebt ernstige, zeer ernstige problemen. U moet naar de arts. En ze gaan u ogenblikkelijk onderzoeken’. En ik zei: ‘Nee, dat is helemaal niet waar’. En hij zei: ‘Ja hoor, het is wel waar, we hebben de uitslagen van die test’. En ik zei: ‘Kijk, al die elektroden vielen er onder de test af.’ En hij zei: ‘Oh, deden ze dat’? En ik zei: ‘Ja’. En hij zei: ‘Ga een nieuwe test nemen’. Hij zei het, dus ik ging. En deze keer schoren ze mijn borst en legden ze van die banden aan om mijn borst om die dingen vast te houden. Ik ging dus 15 minuten lopen. Alles ging prima. Ik sprak met de arts over de wonderen die ik had gezien en alles. En toen we klaar waren zei ik: ‘En, hoe is het? Ben ik deze keer geslaagd? En hij zei: ‘Ja, het ziet er allemaal goed uit’ en hij bladerde er doorheen. 

En opeens stopte hij en kreeg die uitdrukking op zijn gezicht. Je weet hoe die artsen kunnen kijken en het is verbazingwekkend hoe zij je kunnen intimideren. Hij kreeg die uitdrukking op zijn gezicht, begon naar mij te kijken en weer naar die test en zei: ‘Jongen, dit is niet goed. Dit ziet er slecht uit’. En ik zei: ‘Wat scheelt eraan’? En hij zei: ‘U hebt een ernstig hartprobleem. U moet ogenblikkelijk naar een specialist’. Hij zei: ‘Ik heb een vriend, die zal meer onderzoek doen en dit uitzoeken. Ga daar maar naar toe en laat dit uitzoeken’. Hij zei: ‘Ik zal je er vandaag nog heen sturen. Hij zal zijn afspraken afzeggen en je kunt vandaag nog bij hem terecht. Ik bedoel, vandaag nog. U moet onmiddellijk gaan. Vandaag nog.’ En ik keek hem aan en zei: ‘Dat is een leugen. Ik geloof dat helemaal niet’. En je had die arts moeten zien, zo van: ’Je twijfelt aan mij? Ik ben de árts’! Ze zijn helemaal niet gewend om in twijfel getrokken te worden. En ik zei: ‘Dat is een leugen. Ik heb helemaal geen hartprobleem’. En hij zat me aan te staren en ik zei: ‘Jij kijkt naar zo’n stukje papier en jij beweert dat dat bewijst dat ik een hartprobleem heb?’ Ik zei: ‘In de naam van Jezus ga jij me zeggen dat…’ En hij zei: ‘Nou, het bewíjst niet dat u een hartprobleem hebt. Het is gewoon een beetje abnormaal’. Hij zei: ‘Ieders hart is een beetje anders en misschien is er niets aan de hand’. Hij zei: ‘U bent misschien volmaakt gezond, maar u wijkt af van de standaard. En er is gewoon een mogelijkheid dat er iets verkeerd is’. En ik zei: ‘Dat is niet wat u tegen mij zei’. Ik zei: ‘U zei me dat er iets helemaal verkeerd was’. En hij begon terug te krabbelen En ik zei: ‘Weet je, dat is gewoon een leugen’. En uiteindelijk gaf hij het toe en zei: ‘U bent waarschijnlijk zo gezond als iemand maar kan zijn’. 

Maar weet je, ik zeg dit niet om iemand te veroordelen of te kritiseren, maar er zijn velen van jullie hier die als de arts tegen je zou zeggen dat je een probleem hebt en je voelt je volkomen normaal, dan stort je als een kaartenhuis in elkaar. En weet je waarom? Omdat de arts meer realiteit is voor jou dan wat geloof is. Maar ik wéét wat Gods Woord zegt en ik wéét dat ik in gezondheid wandel. En daarom, het interesseert me niet wat een arts zegt, of een advocaat, of een bankier, of wie dan ook. Ik weet wat God zegt en wat God zegt is méér realiteit voor me geworden. Ik zeg niet dat ik er al helemaal ben, maar ik ben wel onderweg, en wat God zegt wordt voor mij meer realiteit dan wat ik met mijn fysieke ogen zie. En weet je wat ik geloof hoe de Bijbel dat noemt? Geloof! 

Wat ik denk dat de Bijbel het noemt als jij de arts iets hoort zeggen dat in tegenstelling is met wat het Woord zegt, en het veroorzaakt bij jou pijn en angst en verdriet, en je moet door al die problemen heen? Ik denk dat de Bijbel dat ongeloof noemt. En dat is niet om iemand te veroordelen. Ik ben niet boos. God is niet boos op mij op de momenten dat ik in ongeloof ben. Maar dat is gewoon hoe de Bijbel het noemt. Het is gewoon ongeloof. Als wij echt in de geestelijke wereld zouden zien, als wij wat Gods Woord zegt zouden nemen, dat door Zijn striemen wij genezen zíjn, zou je gewoon niet bevreesd en beangst en ál die dingen kúnnen zijn als iemand je iets anders zegt. 

Als een bankier je iets anders vertelt, man, ik kan je hier de hele nacht lang verhalen vertellen over hoe we dit gebouw probeerden te kopen en het te verbouwen en alle andere dingen doen. En de dingen die ze ons allemaal gezegd hebben. En hoe wij een jaar daarna hebben besloten helemaal geen lening af te sluiten en we besloten en spraken uit dat we het zouden redden. Gewoon een miljoen dingen, met aannemers en allerlei dingen. En wij hebben gewoon in geloof moeten wandelen en wat God me vertelt is gewoon méér realiteit voor me dan wat ik kan zien, horen, proeven, ruiken en tasten. En ik verzeker je dat mijn staf hier, en je kunt het aan ze vragen, enkele geweldige wonderen zien gebeuren. Wij hebben dingen gezien waar geen enkele fysieke verklaring voor bestaat behalve het bestaan van God. En dat komt omdat God dingen door Zijn woord heeft gesproken tot ons. En heel specifiek tot mij door de Geest. En we stonden op wat God had gezegd in plaats van op wat we zagen. En daardoor zien we nú de fysieke manifestatie van die dingen. 

Ik zeg je dat de geestelijke wereld werkelijkheid is. En we zijn dus niet bezig met te proberen iets te verkrijgen, en met iets wat nog niet gebeurd is te laten gebeuren. Het ís gebeurd, het is écht, het is alleen gééstelijke realiteit. En het enige wat geloof doet is uitreiken in de geestelijke wereld en wat al geestelijk waar is overbrengen naar de fysieke realiteit. Ik probeer niet God zover te krijgen om mij te genezen. Door Zijn striemen wérd ik genezen, en het enige dat ik met mijn belijdenis doe, is die geestelijke realiteit in het fysieke gebied te trekken. 

Zie je, dat soort logica, dingen op díe manier bekijken heeft mij enorm geholpen. Want in plaats van dat ik zeg: ‘Ik ben genezen’ en tegelijk in mijn hart denk: ‘Oh, ik hoop toch dat ik écht genees’, dat annuleert gewoon mijn geloof. Dat werkt niet. Ik heb dit voorbeeld eerder gebruikt. Maar toen Jamie en ik net waren getrouwd hadden we strijd en moeite. Ik was pastor van een kerk en ik had niet eens genoeg geld om een bijbel te kopen. Ik gebruikte de bijbel die ik in Vietnam had. Die zat onder de schimmel, hele boeken, niet alleen maar bladzijden, maar hele Bijbelboeken waren verdwenen. En ik had er zoveel strepen in gezet dat het onleesbaar was geworden. Dus, in ieder geval, hier was ik. Pastor van een kerk en ik had niet eens een complete bijbel. En ik besloot, vroeger of later moet ik gewoon een fysieke manifestatie zien van wat ik predik. En ik besloot: ‘Ik ga God geloven om genoeg geld te hebben om een bijbel te kopen’. 

En het kostte me zes maanden. Sommige van jullie zullen het moeilijk vinden om te geloven en kunnen zich dit niet voorstellen. Ze denken: ‘Je had gewoon andere prioriteiten om je geld aan uit te geven’. In ieder geval, dat was niet zo. Ik was echt arm. Het kostte me dus zes maanden om een bijbel te krijgen. Ik beleed dus en geloofde: ‘In de naam van Jezus, ik heb een nieuwe bijbel. Ik begon ook tegen mensen te zeggen: ‘Ik heb een gloednieuwe bijbel’. En ik had hem fysiek niet. En ik begon het uit te spreken. Maar weet je, in mijn denken had ik deze aanpassing nog niet gemaakt waar we het hier over hebben. Ik besefte niet dat het er écht was! Dat God me deze macht had gegeven en dat ze al geestelijke realiteit was. Ik dacht dat ik het aan het zeggen was, in de hoop dat het ook zo zou worden. En daarom sprak ik en bad ik dat ik een nieuwe Bijbel had, maar zodra ik dat deed kwamen er gedachten als: ‘Wat een man van God ben jij nou wel. Je hebt niet eens een Bijbel. Je zal nooit een Bijbel hebben. Voor jou zal dit niet werken’. En ik moest gedachten van ongeloof bestrijden en onderwerpen. En zes maanden lang werd ik elke tien minuten met gedachten van ongeloof bestookt. De hele tijd bleef de duivel constant maar tegen mij zeggen: ‘Dit gaat niet werken, je krijgt het niet’. 

Maar, dit is mijn punt. Nadat ik mijn nieuwe bijbel had, en haar eindelijk had gekocht en mijn naam erop gegraveerd had, en ik de boekenwinkel uitliep met mijn bijbel onder mijn arm, ogenblikkelijk hield de twijfel of ik het wel zou krijgen op. Ik twijfelde geen moment meer dat ik het zou krijgen zodra ik geloofde dat ik het had. En sommige mensen denken: ‘Nou, natuurlijk, je zou idioot zijn om te twijfelen of je het zou krijgen als je het al had’. Nou, dat is precies mijn punt. 

Weet je waarom sommige mensen zeggen: ‘Door de striemen van Jezus ben ik genezen’ en vervolgens krijgen ze een gedachte: ‘Dit gaat nooit werken’. Weet je waarom die gedachte komt? Omdat je gelooft dat het nog niet écht is totdat jij het fysiek ziet. Jij gelooft niet dat God echt iets heeft gedaan totdat jij het kunt zien, horen, proeven, ruiken, en tasten! Maar wat ik je vertel is, dat God Geest is. Johannes 4:24. En wie Hem aanbidden móeten in Geest en in Waarheid aanbidden. Alles wat je van God ontvangt komt eerst door het geestelijke gebied. En vervolgens manifesteert het zich pas in het fysieke gebied. Als jij het niet in de geest kunt ontvangen, kun je het ook niet ontvangen in het fysieke. Als jij niet gelooft dat het al werkelijkheid is in de Geest en dat jij dezelfde kracht hebt die Christus uit de dood heeft opgewekt dan zal het nooit in de externe wereld manifesteren.

Wij allemaal hebben geloof ik de Geest van God binnen in ons leven en alle kracht en zalving die wij nodig hebben is in de geest. Maar het moet door je hersenen heen gaan. Dat is als de brug die het over moet steken om in het fysieke gebied te komen. Je bent een geest, een ziel en een lichaam. Je ziel is dus als de brug waar het overheen moet steken om in het fysieke gebied te komen. Als je hier een draadje los hebt zitten en je bent niet in staat om de kracht die in jouw geest is over te brengen naar het fysieke gebied, weet je wat je dan doet? Het is net als bij een accu in een auto. Als die accu leeg is, ze werkt niet, dan haal je een andere auto erbij en je sluit die startkabels aan. Je passeert je lege accu en gaat via de kabels rechtstreeks naar de startmotor. En daarbij sla je de lege accu over. 

Nou, als je hier, in je hoofd, de kracht die binnen in je is niet vrijzet, dan ga je naar iemand anders, die de zalving wél heeft stromen en dit, je handen, zijn startkabels. En we passeren die losse draad in je hersenen die je verhindert te geloven. En we gaan rechtstreeks naar je lichaam. Maar zo kun je niet blijven leven. Dat is tijdelijk. En prijs God, er zijn momenten dat wij allemaal zoiets nodig hebben. Maar de sleutel is dat jíj gaat geloven dat jíj dezelfde kracht in je hebt leven die Christus uit de dood heeft opgewekt, en jij gelooft dat het écht is. Ik probeer niet God me van buiten te laten genezen, maar God heeft al dodenopwekkende kracht binnenin mij geplaatst. Het is al hier aanwezig. 

En ik zeg niet ‘Door Zijn striemen ben ik genezen’ om God zover te krijgen mij te genezen, maar ik zeg ‘Door Zijn striemen ben ik genezen’ omdat ik al genezen bén en omdat ik die dodenopwekkende kracht al binnenin mij heb leven. Dán, zie je, dán is het moment wanneer het zich manifesteert. Dán wordt het echt. En je kunt tot een plaats komen waar wat God zegt meer realiteit voor je is, dan wat jij kunt zien, horen, proeven, ruiken en voelen. 
Ik heb dit gisteren gezegd in een kerkdienst die we hier vlakbij hielden. Maar ik heb hier misschien wel honderd keer gestaan in de laatste twee jaren. En ik zág deze plek gebouwd worden en ik zág mensen hier bediend worden. En ik zág die dingen terwijl de bankiers ons vertelden dat het onmogelijk was en dat dit niet ging werken. Maar weet je, ik had het gezíen. Omdat ik het had gezien door wat Gods Woord zegt, door wat God in mijn hart heeft gesproken. En dit is realiteit voor mij. 

Als ik het fysieke ding zie, is dat minder opwindend voor mij dan wanneer ik het door geloof zie. Ik weet niet of je dit kunt begrijpen. We zien nu hoe dit gebouw wordt afgebouwd, terwijl met sommige delen nog heel wat gebeuren moet, maar we zien hoe het af komt. En ik ben al bezig naar een volgende gebouw te kijken. Ik sprak vandaag met Paul Milligan en zei: ‘Dit is toch kleiner dan wat ik had verwacht. We moeten hier snel weer uit. We moeten met iemand gaan praten’. Ik heb Don en Con vorige week met iemand contact laten opnemen in verband met terreinen, om te gaan rondvragen over de aankoop van terrein. Ik ben er al klaar voor om bezig te zijn met iets anders. Ik houd van deze creatieve fase. Ik houd ervan om het te ‘zien’. En ik geniet hiervan, dit is echt bevredigend, en ik sta al weer op het punt om weer in geloof te gaan wandelen. 

Voor sommige mensen is het: ‘Oh, ik ga doen wat ik móet doen, en ik ga volharden en vasthouden in geloof, zodat ik iets verkrijg dat écht is.’ Maar ik ben hier liever bezig in het geloofsgebied te wandelen en te zien wat er in de Geest gaande is, dan rondlopen in iets dat fysiek tastbaar is. Ik weet niet of je dit begrijpt. Ik weet dat sommigen mij raar vinden, maar ik denk dat jij raar bent. Ik denk dat dit geloof is. Dit is de manier waarop het is. 

Sommigen van jullie hebben me dit al horen vertellen, maar we hadden een situatie waarbij we op 4 maart 2001 mijn oudste zoon belden en hij vertelde dat onze jongste zoon dood was. Het bleek dat hij al vier en een half uur dood was. In totaal is hij iets meer dan vier en een half uur dood geweest. Ik vroeg hem wat er gebeurd was, en toen zei ik: ‘Het eerste bericht is niet het laatste bericht’. Dat had ik van Pastor Bob. Daar had hij net over gepredikt op onze predikersconferentie en op 4 maart kwam dat van pas. Prijs God. Prijs God voor de mensen met wie je omgaat. Stel dat ik was omgegaan met mensen die zeggen: ‘Oh, dingen gaan echt slecht, en dat soort dingen’. Maar als je omgaat met mensen die positieve dingen uitspreken, dan zal het je bedienen. 

Het eerste wat dus uit mijn mond kwam was: ‘Het eerste bericht is niet het laatste bericht, dus laat niemand hem aanraken tot wij er zijn’. We moesten ons nog aankleden, en het was anderhalf uur rijden naar Colorado Springs. En wij wonen zo afgelegen dat onze mobieltjes onderweg erheen geen bereik hebben. We hadden dus geen contact en geen verdere informatie. Maar ik begon gewoon God te prijzen en te danken in geloof. Want ik voelde het niet, maar ik geloofde dat het echt was, ik geloofde dat God een goede God was, en zo gauw ik God ging prijzen kwamen er Bijbelverzen in mijn gedachten. Profetieën kwamen in mijn gedachten. 

We hadden een man die lid was van het ‘Power-team’. Die had mij nog nooit ontmoet. Hij kwam naar Dan en Nancy Thompsons kerk in California toen ik daar preekte. En hij kwam pas onder de laatste tien minuten van mijn boodschap binnen. En hij had mij nooit eerder ontmoet of gezien. En na de boodschap kwam hij naar mij toe en zei: ‘Heb jij twee zonen’? Hij had me nooit eerder gezien maar hij wist door de Geest dat ik twee zonen had. En hij begon tot mij te profeteren wat er in hun leven zou gebeuren. En ik moest dat als een Woord van God aanvaarden, want hij had dat op geen enkele andere manier kunnen weten. Hij profeteerde tot mij.
En wij ontmoetten een vrouw in Ierland die heel specifiek tot mij profeteerde en zei dat de jongste zoon de Heer eerder zou gaan dienen dan de oudste zoon. En op het moment dat ze dat zeiden leek dit absoluut onmogelijk. Maar het zou gaan gebeuren. Maar het was toen nog niet vervuld.
Daarom zei ik: ‘Als die woorden van God waren’, wat ik geloofde, ‘dan zal Peter moeten leven’. Je kunt het aan Jamie vragen. Ik begon de Heer te prijzen en te zeggen: ‘Dit is geweldig’. Ik gedroeg me niet idioot, ik was niet dwaas of zoiets, maar ik was me aan het verheugen. Want ik zág het in geloof. Geloof werd werkelijkheid voor mij. 

En toen we in de stad arriveerden vertelde onze oudste zoon: ‘Pap, binnen vijf of tien minuten nadat ik je gebeld had, ging Peter overeind zitten’. Bijna vijf uur dood! Hij was al zwart geworden. Hij lag op een koeltafel. Ik weet niet of het een koelcel was. Met een label aan zijn teen. Hij was bijna vijf uur dood en ging overeind zitten. En nadat met Peter sprak, kwam ik naar buiten en iemand zei: ‘Man, ik wil wedden dat jij uit je dak ging’. Maar ik deed helemaal niets. Want ik had me een uur daarvoor al verheugd. Want ik zág het. Geloof was werkelijkheid voor mij. Ik zou geshockeerd zijn geweest als ik het niet gezien had.

En daarom zeg ik niet dat er met mij iets mis is wat betreft het mezelf uiten in dingen, maar ik had het in mijn verheugen al gedaan. Het is net als dit gebouw. Ik ben enthousiast. Het is een zegening, maar ik had dit lang geleden al gezien. Het is echt wel opwindend op zichzelf, maar het is op dit moment niet opwindend. Ik ben hier al lang geleden enthousiast over geweest. En nu mensen het eindelijk zien en we erin zitten, zeggen sommigen: ‘Wauw… het werkt écht!!!’ Maar dat was voor mij al een jaar geleden: ‘Wauw….het werkt écht!!!’ Amen? Ik zag het al een jaar geleden. 

Je kunt zover komen dat geloof echt is voor je, meer echt dan wat je ziet, hoort, proeft, ruikt en voelt. En ik kan je verzekeren, broeders en zusters, dat er hier binnen niemand is met wat voor soort probleem ook, als jij het geestelijke antwoord zou kunnen zien, dus het geestelijke tegengif voor wat jou probleem ook maar is, en je zover zou komen dat dat voor jou échter is dan de fysieke realiteit waar je mee te maken hebt, dan zou jij je verheugen en God prijzen. Want Gods voorziening is oneindig veel groter dan jouw nood. 
Gods voorziening was al geschapen voordat jij zelfs maar een nood had. God staat nooit voor een verassing. God had al voorzien in jouw nood, lang voor jij ook maar een probleem had. Geloof is echt. God is echt. Zijn kracht is echt. Niet alleen in deze zaal, maar binnenin jou is de ‘dynamo’ van God, het atoomwapen van God. Zelfs krachtiger dan dat. De kracht van God in jou is oneindig veel groter dan welke uitdaging ook voor jou. 

Jij zit hier misschien te denken: ‘Maar je weet niet wat de advocaten zeggen, je weet niet wat de arts heeft gezegd, of wat deze persoon heeft gezegd’. Maar ik zeg: ‘Je weet niet wat God heeft gezegd’. Gods kracht binnenin je is oneindig veel groter dan wat je ook maar nodig kunt hebben. En het enige wat je hoeft te doen is gaan wandelen in geloof en niet in wat je ziet, en als je dat doet, verzeker ik je dat jij je verheugt met onuitsprekelijke vreugde en vol heerlijkheid bent. Man, dat is de overwinning die de wereld overwint. 

En het doet er niet toe als de bankier afhaakt en zegt: ‘Het is onmogelijk’, en je moet terug naar af. Het maakt niet uit als je in geloof kunt zien en de voorziening die God heeft gegeven. Het enige dat Hij hoeft te doen is je één Woord te geven! Eén Woord van God dat tot wie dan ook hier binnen gesproken wordt, kan je leven veranderen. Ik had een Woord van Pastor Bob Nicols: ‘Het eerste bericht is niet het laatste bericht’. En daardoor heb ik een zoon die leeft en die niet dood is, en een kleindochter die ons is geboren, die ik anders nooit zou hebben gezien, als ik niet gewoon een Woord van God had gehoord. 

Man, hoe vaak heeft Dave Duell in mijn leven gesproken. Dave had een Woord over dit gebouw gesproken toen de Heer tot mij gesproken had. Hij wist niet wat de Heer tot mij had gesproken over hoe ik Hem had beperkt. Ik had dat nog niet tegen Dave verteld. En die ochtend stond Dave op. Sommigen herinneren zich dit nog, maar het was de ochtend dat hij zei hoe een ‘mime’ omkeerde. En toen hij zich omdraaide was hij niet zichzelf. Hij handelde als iemand anders, en hij keerde zich weer om en begon tot Jamie en mij te profeteren over hoeveel God van ons hield. En hij wist niets van wat God tot mij had gesproken over groter denken en al die dingen. 

Maar Dave begon te profeteren over hoe de bediening zou exploderen, en hoe de dingen zouden gaan gebeuren. En toen gaf hij me een woord en zei: ‘God zegt: Hij heeft een bank die de hele zaak gaat financieren’. En ik zat te denken: ‘Man, welke bank is dat’? En toen zei hij: ‘Jouw partners zijn die bank’. Dat Woord sprak hij. In ieder geval, ik ben niet de aller-slimste, dus het kostte me even, maar weet je, binnen een jaar of zo stortte alles in elkaar en de bankier wilde ons geen lening geven. En dit was een christelijke leeninstelling! Zij keken naar mijn inkomsten van de drie jaar daarvoor, voordat ik groter begon te denken. En die inkomsten gaven geen reden voor dit gebouw. En zij keken alleen maar dáár naar. 
En ik zei: ‘Ik heb je toch gezegd wat God heeft gezegd’. En hij keek me alleen maar aan. En ik zei: ‘Hé, heeft God niets in te brengen in een christelijke leeninstelling?’ Blijkbaar niet! Het maakte helemaal niets uit. Ze weigerden ons deze lening te verstrekken. En ik dacht, er klopt iets niet. En ik ging bidden en in tongen bidden en ik vroeg om de wijsheid van God, en weet je, in de profetie van Dave Duell, enkele minuten nadat ik in tongen bad, zei hij: ‘Je partners zijn je bank. Je hoeft helemaal geen lening te sluiten om dit te doen.’ 
Dus ik ging zitten en rekende het na. Op het tempo waarin onze inkomsten binnen kwamen had het ons vier of vijf jaar kunnen kosten om dit gebouw af te bouwen. Maar binnen 11 maanden brachten we twee en een half miljoen dollar bijeen bóven onze normale lopende uitgaven. En ook onze lopende uitgaven waren verdubbeld. En toch bracht God nog twee en een half miljoen dollar daar bovenop binnen en dit werd betaald omdat ik een Woord van God had gehoord. En ik zág dat. Is dat niet geweldig? 

En broeders en zusters, ik weet dat er hier veel mensen zijn met heel wat geschiedenis. Er is al heel wat gebeurd tussen jou en de Heer, en God spreekt tot velen van jullie. God heeft tot je gesproken en je hebt woorden van de Heer gehad. En het komt er uiteindelijk op neer: wat is realiteit voor jou? Wat God heeft gezegd? Of wat jij ziet? Wat je hoort van de mensen in jouw kerk? Wat de bankier je heeft gezegd? Wat de arts je heeft gezegd. Wat je familie je heeft gezegd. Wat is echt werkelijkheid voor je? Daar komt het allemaal op neer waar het hier om gaat. 
Ga je af op wat Gods Woord tot je zegt? Gaat dat realiteit voor je zijn of probeer je alleen maar te belijden dat het zo is, terwijl je gelooft dat het in werkelijkheid niet zo is, maar als je het maar lang genoeg belijdt dat het zo is, dan wordt het zo. Als dat de manier is waarop je denkt, dan is dat de reden dat het niet voor je werkt. Want je ziet het niet als echte realiteit. Maar het is echte realiteit. 

Nu betekent dat niet dat je negeert of ontkent dat de fysieke realiteit bestaat. Daar gaat dit niet over. Dat zeg ik ook niet. Ik geloof dat deze fysieke wereld bestaat. Ik geloof alleen niet dat dit HET is. Ik geloof niet dat dit alle werkelijkheid is die er bestaat. Ik geloof dat er een geestelijke wereld bestaat en dat de geestelijke wereld altijd boven de fysieke wereld uitgaat. Geestelijke waarheid is meer realiteit dan fysieke waarheid. 
Sommige mensen vragen: ‘Wat is het nou, ben je nu ziek of ben je nu gezond’? Nou, je kunt allebei zijn. Je kunt ziek zijn in je lichaam en tegelijkertijd genezen zijn door de striemen van de Heer Jezus. En als je de kracht van woorden begrijpt dan is het niet slim om rond te lopen en te belijden wat het fysieke gebied zegt, omdat geloof komt door het horen en het horen door het Woord van God. En ongeloof komt op precies dezelfde manier. Als jij negatief gaat praten en negatief gaat belijden ‘dit gaat niet werken’, dan zal dat je hart en je geloofsysteem beïnvloeden. Ik geloof dat je het Woord van God zou moeten spreken en de kracht van het leven moeten gebruiken. 

Maar tegelijkertijd, weet je dat Jezus in Johannes hoofdstuk 11 werd gevraagd om Lazarus te komen genezen. Maar hij bleef twee dagen langer weg en tenslotte zei Hij tegen Zijn discipelen: ‘Laten we weer naar Judea gaan’. En de discipelen zeiden: ‘Meester, U weet toch dat de Joden U probeerden te doden en U gaat daar weer naar toe?’ Hij zei: ‘Je moet wandelen in het licht dat God je heeft gegeven. Als je in het licht wandelt, struikel je niet. Als je in het duister wandelt, weet je niet waar je heen gaat’. En Hij zei: ‘Onze vriend Lazarus slaapt, maar Ik ga erheen om hem uit de slaap te wekken’. En de discipelen, de vleselijke discipelen, dachten: ‘Als hij ziek is geweest en nu eindelijk slaapt dan is dat goed voor hem!’ En ik geloof dat de reden waarom Hij het woord ‘slaap’ gebruikte was, dat Hij wist dat het woord ‘dood’ voor een vleselijk denkend persoon gewoon het einde betekent. Na de dood is er niets meer. Het is definitief. Het draagt enorme hoeveelheden angst en negativiteit met zich mee. En voor Jezus was de dood meer als de slaap, maar wat mensen dood noemden. Daarom wilde Hij het woord ‘dood’ niet gebruiken. Daarom zei Hij ‘Onze vriend Lazarus slaapt’. 

Maar toen ze Hem verkeerd begrepen, zoals ik me het getuigenis herinner van een vrouw die een kropgezwel aan haar hals had. Ze ging naar voren in een samenkomst en ontving gebed. En ze werd door de Heer aangeraakt en ze wist zeker dat ze was genezen. Ze stond dus voor de menigte en prees God. ‘Prijs God, ik ben vanavond genezen’. En je kon nog steeds dit grote kropgezwel zien. En de mensen gaven haar eerst respijt. Ze dachten: ‘Nou, tenslotte, God heeft haar aangeraakt dus het zal wel weggaan’. En daarom zeiden ze niets. Het volgend jaar kwam ze terug. Ze had nog steeds dit enorme kropgezwel aan haar hals. En ze ging voor de menigte staan en begon te getuigen: ‘Het is vandaag een jaar geleden dat God me van dit gezwel genezen heeft’. En ze begon God te prijzen. En de mensen vonden het nogal raar, maar ze hadden geduld met haar en zeiden niets. Maar het volgende jaar kwam ze weer terug. ‘Het is vandaag twee jaar geleden dat God me van dit gezwel heeft genezen’. En je kon het nog steeds zien zitten. De mensen raakten van streek en zeiden tegen de oudsten: ‘Als ze dit volgend jaar nog eens zegt moeten jullie met haar spreken. Ze kan niet getuigen dat ze genezen is als ze niet genezen is’. 

Het volgende jaar kwam ze weer en zei: ‘Het is nu drie jaar geleden dat ik genezen ben’. Tenslotte riepen de oudsten haar bij zich en zeiden: ‘Je kunt daar niet gaan staan en getuigen dat je bent genezen als je niet genezen bent, want dit bewijst het. Je kunt het nog steeds zien’. En deze vrouw ging in gebed en ze zei tegen de Heer: ‘Heer, ik weet dat U me heeft genezen. Ik geloof dat ik het drie jaar geleden ontvangen heb en ik weet dat het echt zo is. Maar deze mensen kunnen niet geloven als ze het niet zien. God wilt U dat ding wegnemen zodat zij kunnen geloven dat U mij hebt genezen’. En het was verdwenen. Ze stond de volgende dag op en ging getuigen: ‘Ik heb jullie toch gezegd dat ik was genezen?’

Er zijn mensen die niet geloven dat er iets is gebeurd, tenzij ze het zien. Maar de waarheid is, dat het écht is in de geestelijke wereld. Nu moeten we het laten manifesteren in het fysieke gebied, maar ik wil zeggen dat we zover moeten komen dat als het in de geestelijke wereld is gebeurd, dat het dan écht is. 

Laat me terug gaan naar dit verhaal en dan sluit ik hiermee af. Jezus zei dus dat Lazarus sliep omdat Hij niet de negativiteit en het ongeloof wilde dat zou komen door het woord ‘dood’. Maar toen de discipelen niet begrepen wat Hij zei en zeiden: ‘Als Lazarus slaapt dan is dat goed, dan is hij herstellende’, toen zei Hij openlijk: ‘Lazarus is dood’. Nou, de extreme ‘geloofs’-type mensen, zeggen als je zegt: ‘Ik lach me dood’: ‘Oeps, je gaat sterven want je hebt het woord ‘dood’ gezegd’. Dat is nogal extreem. Weet je, de enige reden dat mensen niet dood neervallen als ze zeggen: ‘Ik lach me dood’. Is omdat de Bijbel zegt dat je het in je hart moet geloven én met je mond belijden. Het zijn niet maar woorden. Je moet het geloven. En als je dat soort woorden gebruikt, ik zeg niet dat het goed is om over dood te praten, maar je gaat echt niet doodvallen, iedere keer als je zo iets zegt als: ‘Ik ben me dood geschrokken’. Want je meende dat niet werkelijk. 

In ieder geval wilde Jezus het woord ‘dood’ niet gebruiken vanwege de associaties erbij, maar toen de mensen Hem verkeerd begrepen, zei Hij uiteindelijk: ‘Lazarus is dood, MAAR…’ En Hij plaatste dat woord ‘maar’ daarachter. ‘Maar Ik ben blij omwille van jullie dat Ik daar niet was toen het gebeurde, opdat jullie zouden geloven’. Dat was Zijn manier van zeggen: ‘MAAR, Ik ga hem uit de dood opwekken’. 

Dit is dus de manier waarop je het moet doen. Het gaat niet om het ontkennen dat de fysieke wereld bestaat, je moet daarmee omgaan. En als andere mensen niet in geloof functioneren en niet begrijpen wat je zegt, kun je uitleggen: ‘Kijk, in de fysieke wereld ben ik misschien ziek, en heb ik pijn en koorts. Maar… door Zijn striemen ben ik genezen, en de geestelijke realiteit is groter dan de fysieke realiteit en dit fysieke probleem zal zijn knie moeten buigen’. Zie je, als je het op die manier benadert dan is het in orde. Het is niet verkeerd om te zeggen wat de fysieke waarheid is, zolang als je het maar overstijgt met de geestelijke waarheid! En soms moet je dat doen omdat we in een wereld van ongelovigen leven. 

Greg Moore zei dit op Bob Nicol’s samenkomst waar ik dit jaar was: ‘Het komt er allemaal op neer wáár jij je ‘maar’ neerzet.’ Als je zegt: ‘Ik ben genezen, maar ik voel me nog steeds ziek’. Dan is dat verkeerd. Maar als je zegt: ‘Ik voel me ziek, maar ik ben genezen door de striemen van de Heer’, dan is het prima in orde. Het hangt er allemaal af van waar jij je ‘maar’ plaatst. Dus zet je ‘maar’ op de juiste plek en alles komt in orde. Amen? 

Prijs God, dit zul je onthouden! Dus, broeders en zusters, dit heeft mij werkelijk geholpen, dat als ik iets in het fysieke zie, dan zeg ik niet: ‘Oh God, U hebt het écht gedaan’. Maar ik zie het in het geestelijke en ik zeg: ‘God, U hebt het écht gedaan’. En de geestelijke wereld is meer realiteit voor me geworden dan deze fysieke wereld. Ik kan niet beweren dat ik het volmaakt doe, maar ik verzeker je dat ik het helemaal anders doe dan vroeger. En het is voor mij meer realiteit geworden. En ik geloof dat dit de manier is waarop God bedoeld heeft dat wij zouden leven. 

Ik denk dat jullie allemaal geweldig zijn, ik houd van jullie allemaal, maar als dit een normale groep is, dan zal de meerderheid van jullie niet echt veel in geloof wandelen. De waarheid is dat wij wat wij zien, horen, proeven, ruiken en voelen ons laten domineren. En ook al weet je hoe je de juiste dingen moet uitspreken, en je doet alles correct na, maar meestal proberen wij te zeggen dat het zo is, om het zo te laten worden. Dus in plaats van dat we geloven dat het al zo is en dat we het zo zeggen omdat we het geloven. Dat is anders. En wij zijn de enigen die werkelijk ons eigen hart kunnen beoordelen. 

Maar deze week zal ik enkele dingen met jullie delen waarvan ik denk dat ze je zullen bemoedigen op dit gebied van geloof. En ze zullen je helpen opgebouwd te worden. En prijs God, ik geloof dat als we hier vandaan gaan, ieder van ons dromen en visioenen zal hebben, en woorden van God. En als we dan in geloof kunnen gaan wandelen en deze dingen in geloof als realiteit zien, dan verzeker ik je, dat het niet alleen jouw leven zal veranderen, maar door jou de levens van duizenden zal veranderen. Tienduizenden mensen waartoe God jou heeft geroepen om te bedienen. Dat is de overwinning die de wereld overwint, ons geloof. En wij moeten in geloof komen. Ik verzeker je dat deze wereld met ongeloof doordrenkt is en als je niet oppast krijgt het je te pakken. Het zal jou overwinnen. Amen? 

Ik zeg dit door de Geest van de Heer, maar er zijn sommigen van jullie hier vanavond die ongeloof in je visie hebben laten binnensluipen. En je vervloekt je eigen visie. Je vervloekt je eigen situatie. Je spreekt gewoon natuurlijke waarheid en zegt: ‘Ik wil gewoon eerlijk zijn. Ik wil geen huichelaar zijn, ik probeer dingen niet beter voor te stellen dan ze zijn. Ik probeer gewoon reëel te zijn’. Maar weet je, je vervloekt gewoon je eigen visie door jezelf te beperken tot alleen de fysieke waarheid. Je moet gaan spreken wat God in je hart heeft gelegd en dat niet gaan zeggen terwijl je weet dat het niet waar is, maar hoopt dat het zo waar wordt. Je moet zover komen dat je het werkelijk gaat zien. 
Als God je heeft geroepen om pastor te zijn van een grotere kerk, om meer dingen te doen, meer mensen te redden, meer mensen te bevrijden, meer mensen gedoopt in de Heilige Geest te zien, als dat is wat God tot je spreekt, ga het dan zien van binnen. En ga spreken wat je van binnen ziet. En het is werkelijkheid! Amen? 

Wij zien dat God onze Bijbelschool heeft uitgebreid en we zien nu succes en we zien dingen werkelijk groeien. En dat is opwindend. Maar ik zie nog andere dingen. Ik ga niet de hele tijd van vanavond gebruiken om je te vertellen wat ik allemaal zie. Maar ik heb een grote visie. Ik zie héél veel dingen gebeuren. En nu zijn die dingen écht voor mij. Niemand anders kan ze zien, en ik ben niet boos op anderen omdat ze niet mijn visie hebben. God heeft niet tot hen gesproken. Dat is prima. Maar ik zeg je dat het voor mij realiteit is. En als ik met mijn fysieke ogen zie, zullen sommige mensen zeggen: ‘Man, het heeft écht gewerkt’. Maar weet je, ik zeg nu al dat het werkelijk aan het werk is. Ik kan je heel wat dingen profeteren die God mij heeft verteld en die zullen gebeuren. En ik weet dat ze zullen gebeuren. Maar ze zijn nu al voor mij werkelijkheid van binnen. En als ik het fysiek zie gaat het niet méér werkelijkheid voor mij zijn. Dít is werkelijk. Wandelen in geloof is werkelijk. Zo heeft God ons gemaakt. Wij zijn geschapen als geloofswezens. En broeders en zusters, we moeten úit dat natuurlijke gebied komen en in geloof komen. Daar heeft God ons toe geroepen. Wij zouden geloofsmensen moeten zijn. Amen. Dank U Jezus. Halleluja. 

Deel 2: Wandelen in geloof...


 

www.vergadering.nu