Bijbelgetrouw, krachtig en praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...

Zegeningen en wonderen - 3
Andrew Wommack

Het onderwijs van Andrew Wommack bereikt miljoenen christenen over de hele wereld. Dit radicale onderwijs doorbreekt tradities en leringen die soms generaties lang zijn overgeleverd, maar niet gebaseerd blijken te zijn op een grondig kennen en begrijpen van Gods Woord. Door Andrews onderwijs vallen voor veel christenen de puzzelstukjes van de Bijbel op hun plaats, waardoor het weer een springlevend boek wordt dat hen leven geeft, zoals God het altijd bedoeld heeft. 

Inleiding
Zegeningen en wonderen komen beide van God. Maar welke manier heeft Zijn voorkeur om in jouw nood te voorzien? Als je dit begrijpt en in de praktijk brengt, zul je vrede, geborgenheid en stabiliteit in je leven krijgen. 

Als MP3 bestand te downloaden van: www.awmi.net
Vertaling 2009: Jan Vossen

Deel 1: De kracht van een zegening
Deel 2: De blijvende werking van een zegening
Deel 3: Alleen jij kunt een zegening blokkeren
Deel 4: Wat zijn de zegeningen?


Deel 3: Alleen jij kunt een zegening blokkeren!

Vandaag ga ik verder spreken over zegeningen en wonderen. Ik heb tegenover elkaar gesteld dat zegeningen en wonderen twee verschillende manieren zijn om van God te ontvangen. Je kunt niet zeggen dat een zegen absoluut beter is dan een wonder, want als je in een crisissituatie zit, heb je geen tijd om de zegen van God in beweging te zetten. Stel bijvoorbeeld dat de doctor zegt dat je binnen 24 uur zult sterven, dan heb je een wonder nodig. Je hebt geen tijd om een zegen in werking te zetten. Een wonder kan precies zijn wat je op dat moment nodig hebt, dat kan dus op dat moment het beste voor je zijn. 
Maar over het algemeen genomen is een zegen beter dan een wonder, omdat een zegen in feite een crisis zal voorkomen, terwijl een wonder altijd een crisis nodig heeft, voordat je er een ontvangt. Een zegen is altijd meer overvloedig dan een wonder en als een zegen eenmaal is gegeven kan ze nooit worden herroepen. We hebben het al gehad over Bileam en Balak. Balak was de koning van Moab en hij huurde Bileam in om de Israëlieten te komen vervloeken. En Bileam had genoeg relatie met de Heer dat hij gevoelig was voor de Heer. Hij begeerde echter de beloning die Balak hem had beloofd, maar hij was gevoelig genoeg voor de Heer, dat toen de Heer hem opdroeg Zijn volk niet te vervloeken, hij Hem gehoorzaamde. En uiteindelijk zegende hij Israël drie keer in plaats van hen te vervloeken. Daar hebben we het allemaal al over gehad. 

Het verhaal over Bileam eindigt in de Schrift bij het slot van Numeri 24. En dit is na de derde poging van Bileam om de kinderen van Israël te vervloeken en de beloning op te strijken van Balak, de koning van Moab. Maar de Heer weigerde hem de vrijheid om de Israëlieten te vervloeken. En in plaats daarvan legde Bileam al die zegeningen op de Israëlieten en hij profeteerde zelfs over de komst van de Messias. Er waren enkele heel goede dingen bij die hij zei. En het eindigt in Numeri 24:25 met: Toen stond Bileam op, ging op weg en keerde terug naar zijn woonplaats. Ook Balak ging zijns weegs. 
Het zag eruit dat dit het einde was van het verhaal van Bileam. Maar dat was het niet. Laat ik hier enkele dingen met je delen. Als je dit kunt begrijpen zal dit je echt helpen bij deze serie over zegeningen en wonderen. Want het hoofdpunt dat ik heb gemaakt over het verhaal van Bileam is, dat Bileam probeerde tussenbeide te komen en God zover te krijgen om de Israëlieten te vervloeken, omdat dit in zijn voordeel was. Hij had een enorme beloning in het vooruitzicht als hij een vloek over hen kwam uitspreken. Maar God zei in Numeri 23 vers 19: God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hem iets berouwen zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen? 20 Zie, ik kreeg opdracht om te zegenen: als Hij zegent, kan ik het niet keren. 
Dat was dus krachtig. God heeft dus geweigerd de Israëlieten te vervloeken, Hij heeft hen gezegend.

En Hij heeft in Numeri 23 zelfs gezegd: 21 Hij aanschouwt geen onrecht in Jacob; ook ziet Hij geen kwaad in Israël aan. 
Ik heb al uitgelegd dat het niet zo was dat er geen ongerechtigheid in Jacob was. Ze waren een hardnekkig, koppig, eigenwijs volk. En in Exodus 32 staat dat de Heer hen zelfs volledig had willen uitroeien en een nieuwe natie uit het zaad van Mozes had willen vormen. God was zich wel degelijk bewust van de zonde. Maar als het ging om de vijand die tegen Zijn volk optrad, handelde Hij met hen op basis van het verbond en niet op basis van hun prestaties. 
En op basis hiervan heb ik gezegd dat de zegening van God niet afhankelijk is van jouw prestaties. Ze is uitsluitend afhankelijk van de goedheid van God. En als Hij een zegen aan jou verleent, is dat eeuwig. God zal haar nooit meer wegnemen. Hij kan niet liegen. Hij zal hier niet van gedachten veranderen. Als God een zegen over jou heeft gesproken, dan ben jij gezegend voor wat God betreft. 

Maar betekent dit dat de zegen automatisch in jouw leven gaat manifesteren? Nee! En dat kun je zien aan de Israëlieten. Maar dat kwam omdat zíj de enigen waren die de zegen konden blokkeren. De vijanden van God, zelfs deze valse profeet die de Israëlieten probeerde te vervloeken, was niet in staat het te blokkeren. Satan is niet in staat Gods zegen op je leven te verhinderen. God zal het niet blokkeren. Hij is geen mens dat Hij zou liegen. God zal nooit veranderen. Hij zal nooit anders gaan denken. God heeft Zijn zegen over je uitgesproken en vanuit Gods gezichtspunt is er geen enkel probleem meer. 

Maar het enige wat de zegen van God in jouw leven kan blokkeren ben jijzelf. En laat ik je dit in de Schrift aantonen. We waren natuurlijk hier in Numeri 24:25 gestopt, waar Bileam naar huis ging, en Balak ging terug naar zijn eigen huis in Moab. En dan staat er in Numeri 26 vers 1: Israël verbleef in Sittim, en het volk begon hoererij te bedrijven met de dochters van Moab. 2 Die nodigden het volk uit bij de offers aan hun goden, en het volk at en boog zich voor hun goden neer. 3 Toen Israël zich zo aan Baäl-Peor koppelde, ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël. 
Dus vlak na dit voorval waar Balak Bileam had ingehuurd om de Israëlieten te vervloeken, en dit niet werkte, ging Bileam naar huis. En wat onmiddellijk daarna staat opgeschreven is dat deze Moabitische vrouwen kwamen en de mannen van Israël verleidden om naar hun feestjes te komen, dat eigenlijk orgieën waren. Ze offerden aan Baäl-Peor, een demonische God en de mannen van Israël begonnen seksuele immoraliteit te bedrijven met deze Moabitische/Midianitische vrouwen. 
Hierdoor ontbrandde de toorn van de Heer over hen. Ik ga niet al die verzen lezen, maar je kunt ze zelf lezen in Numeri 25. En Mozes kreeg van God de opdracht om alle oudsten van Israël te verzamelen en door het kamp te gaan en iedereen te doden die deze seksuele immoraliteit hadden begaan en deze afgoden hadden aanbeden. Dit was ook het geval bij een man die een Midianitische vrouw had meegebracht. Mozes en Pinehas waren bij de tabernakel en hadden berouw en baden en vroegen God om genade vanwege deze grote zonde die de Israëlitische mannen hadden begaan door seksuele relaties met deze vrouwen aan te gaan en hun afgoden te aanbidden. En terwijl ze daar rouw over bedreven, liep deze man bij Mozes vlak langs de Tabernakel met deze Midjanitische vrouw, Kozbi geheten. En zij gingen zijn de tent binnen en hadden seksuele gemeenschap en bedierven het. Hij lapte gewoon al Mozes’ aanwijzingen aan zijn laars en Pinehas pakte een speer en doodde zowel de man als de vrouw en daardoor werd de toorn van de Heer gestild en stopte de plaag, en dat was het einde daarvan. 

Maar kijk hier wat in Numeri 26 vers 9 staat: Het aantal van hen die aan de plaag stierven, was vierentwintigduizend. Er stierven dus vierentwintigduizend mensen, door het zwaard omdat Mozes met de oudsten het kamp doortrokken en al de mensen doodden die aan deze afgoderij en hoererij hadden meegedaan, en de mensen die stierven aan de plaag. Vierentwintigduizend mensen stierven. Nu ziet dat eruit alsof deze voorvallen niets met elkaar te maken hebben. Het ziet eruit alsof dit iets is, dat zomaar gebeurd is. Maar ga eens verder naar Numeri 31. Daar is een voorval, niet lang daarna, in Numeri 31 vers 1 staat: 1 De HEERE sprak tot Mozes: 2 Neem voor de Israëlieten wraak op de Midianieten; daarna zult u met uw voorgeslacht verenigd worden. 3 En Mozes sprak tot het volk: Laten er mannen uit uw midden zich voor de strijd toerusten, en zich tegen Midian keren, om de wraak van de HEERE aan Midian te voltrekken. 4 Van alle stammen van Israël moet u er duizend per stam ten strijde laten trekken. 5 Zo werden er uit de duizenden van Israël duizend per stam geleverd, twaalfduizend, toegerust voor de strijd. 6 Mozes liet hen ten strijde trekken, duizend per stam, hen en Pinehas, de zoon van Eleazar, de priester, ten strijde, met de heilige voorwerpen en de trompetten voor het geschal in zijn hand. 7 En zij streden tegen Midian, zoals de HEERE Mozes geboden had; zij doodden al wat mannelijk was.

Maar het verhaal gaat verder, en omwille van de tijd ga ik niet alles lezen en loop hier snel doorheen, ze doodden de vrouwen niet. In plaats daarvan brachten ze de vrouwen als buit mee. En de bedoeling was dat ze al deze Midjanitische vrouwen tot vrouw zouden nemen en dat was de oorlogsbuit. In die dagen was dit niet ongebruikelijk om te doen. Maar Mozes was witheet toen hij terugkwam en zag dat ze niet precies gedaan hadden wat hij hen had opgedragen om te doen, maar ze hadden alle vrouwen en kinderen gespaard en in leven gelaten. 

En dit is wat er staat in Numeri 31 vers 14: 14 Mozes werd erg kwaad op de aanvoerders van het leger, de bevelhebbers van duizend en de bevelhebbers van honderd die van de krijgsdienst terugkwamen. 15 En Mozes zei tegen hen: Hebt u alle vrouwen laten leven? 16 Zie, zíj waren, door de raad van Bileam, voor de Israëlieten de aanleiding tot trouwbreuk tegen de HEERE, in het geval van Peor, waardoor de plaag kwam onder de gemeenschap van de HEERE. 
Dit is een bijzonder belangrijk stukje informatie. Als wij dit stukje informatie niet zouden hebben, en dan een passage die in Openbaring 2 staat, die ik later zal lezen, kan het zo zijn dat je het verhaal van Bileam zou doorlezen, zien dat hij probeerde de kinderen van Israël te vervloeken, maar het lukte niet en daarna ging hij weer naar huis. En we zouden gedacht hebben dat dit het einde van het verhaal was. 

Maar wat er blijkbaar gebeurde, was dat Bileam besefte dat er geen bezwering, geen vervloeking was. Er was niets dat gedaan kon worden om de zegen van God te stoppen. Als God eenmaal een zegen op iemand heeft geplaatst zal God nooit van gedachten veranderen, zelfs de handelingen van iemand zal God niet tegenhouden, omdat de zegen van God onafhankelijk is van prestaties. En dat kun je zien in Numeri 23:21 waar de Heer zei: ‘Ik heb geen onrecht in Jacob gezien en geen dwaling in Israël.’ Het was niet gebaseerd op hún heiligheid of goedheid. En dat is een bijzonder belangrijk stuk informatie. 
Als God eenmaal de zegen geeft, is het eeuwig. Satan kan het niet tegenhouden. Waarom manifesteert de zegen die God op al zijn kinderen heeft gelegd niet gewoon zomaar? Dat komt omdat wij moeten geloven om te ontvangen. Jij bent degene die de zegen van God activeert of deactiveert en dat hangt volledig van jouw geloof af, niet van jouw daden. 

Sommige mensen hebben het moeilijk om hier onderscheid in te maken, omdat in feite, als je iets gelooft, dit zich altijd zal uiten in je daden. Daar zijn ook heel veel verzen van die dat verduidelijken. Jakobus 2 spreekt erover dat geloof zonder werken dood is. Als jij beweert geloof te hebben, nou, toon me dan je geloof zonder je werken en ik laat je mijn geloof zien aan de hand van mijn werken. Er moet dus echt gehandeld worden op basis van geloof, en er bestaat dus echt wel een relatie tussen die twee. Maar als je niet oppast, ga je zomaar denken dat God mensen zegent die heilig zijn en die hun zaakjes voor elkaar hebben. Maar de Schrift en de verzen die ik al gebruikt heb ontkrachten dat! 

Abraham was een man die door God gezegend werd in Genesis 12:2 en 3, en onmiddellijk nadat hij de zegen van God had ontvangen ging hij naar Egypte vanwege een hongersnood. Hij loog over zijn vrouw en was bereid Farao overspel met haar te laten plegen. Abraham zat fout. Abraham’s daden waren niet juist. Maar wie werd door God bestraft? Hij bestrafte Abraham niet, maar in plaats daarvan Farao! Weet je waarom God Farao bestrafte in plaats van Abraham? Omdat Farao niet gezegend was! Farao had de zegen van God niet ontvangen. Farao had geen verbond met God! God handelt met ons op basis van verbond. En ook al deed Abraham enkele domme dingen, dingen die zondig en verkeerd waren, hij geloofde in de zegen van God op zijn leven en daarom functioneerde de zegen van God. 

Ik denk dat het heel belangrijk is dat je dit begrijpt, want anders ga je misschien enkele dingen die ik nu ga zeggen verkeerd begrijpen en denken dat je heilig en volmaakt moet zijn om de zegen van God te activeren. Je handelingen zijn belangrijk. Maar eigenlijk is het een kwestie van je hart. Het is een kwestie van: Geloof je dat je gezegend bent? En als je gelooft dat je gezegend bent, zouden er wat bijbehorende daden moeten zijn, die daarmee gepaard gaan. 

Dit is dus wat er gebeurde. Bileam probeerde de Israëlieten te vervloeken. Hij kon het niet, dus terwijl hij wegging, en dat staat niet opgetekend in Numeri 25, maar er wordt naar verwezen in Numeri 31:16, en tegen Balak zei: ‘Als je ooit de Israëlieten wilt verslaan, dan kun je hen niet vervloeken, je kunt het verbond of de zegen die God op hen gelegd heeft niet verbreken. Maar je kunt de Israëlieten zover brengen dat ze zelf de zegen van God op hun leven stoppen. Zijzelf zijn de enigen die deze gunst en kracht en zalving en zegen van God op hun leven kunnen stoppen.’ En hier in Numeri 31:16, waar Mozes spreekt, staat: Zie, zij waren, door de raad van Bileam, voor de Israëlieten de aanleiding tot trouwbreuk tegen de HEERE, in het geval van Peor, waardoor de plaag kwam onder de gemeenschap van de HEERE. Bileam had dus tegen Balak gezegd: ‘Als jij hen wilt verslaan zul je hen zichzelf moeten laten verslaan. Wat je moet doen is je vrouwen gebruiken, de vrouwen van Midian en laat hen de Israëlieten verleiden om naar een feest te komen voor hun goden. En laat hen offers brengen aan de afgoden en seksuele immoraliteit bedrijven met deze vrouwen. 
Wat ze in wezen deden was de Israëlieten overhalen hun geloof in God te verwerpen! God had hen verteld dat ze geen andere goden voor Zijn aangezicht moesten houden. Dat is een van de tien geboden die in Exodus 20 worden genoemd. De Heer zei: ‘Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult Mij alleen dienen.’ Nu verwierpen ze hun geloof in God vanwege hun lustgevoelens, vanwege het fysieke voordeeltje dat ze zagen in de relatie met deze mooie Midianitische vrouwen en dus gingen ze mee en brachten offers aan de heidense goden. Ze hadden gemeenschap met vreemde vrouwen, waarvan de Bijbel specifiek had gezegd dat ze niet buiten het volk Israël mochten trouwen. En daarmee verwierpen ze in wezen hun verbond. Door hun ongeloof en hun verwerping van wat God hen had gezegd te doen, stopten de Israëlieten zelf de zegening van God op hun leven. En vierentwintigduizend van hen stierven vanwege deze zonde. 

Zie je, dit is waar Balak, de koning van Moab op uit was geweest toen hij Bileam inhuurde om de Israëlieten te vernietigen, zodat hij hen kon vernietigen, en dat hij de Israëlieten kon overwinnen. Balak was teleurgesteld omdat Bileam het niet kon doen. God wilde niet veranderen. Maar Bileam leerde hem hoe hij de mensen kon overhalen om zelf de zegening te blokkeren. En daarom stierven er vierentwintigduizend man. Ze overwonnen niet het hele volk, maar sloegen een flink gat in de bevolking en zagen vierentwintigduizend Israëlitische mannen, die soldaten waren sterven, omdat ze toegegeven hadden aan deze lusten en hun verbond met God verworpen. 

Hier is nog een ander vers dat dit bevestigt. Dat vind je in Openbaring 2. Hier spreekt de Heer tot de engel van een van de zeven gemeenten. En dit is geschreven aan de engel van de gemeente in Pergamus. En in Openbaring 2 staat: 12 En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij Die het tweesnijdende, scherpe zwaard heeft. 13 Ik ken uw werken, en weet waar u woont, namelijk waar de troon van de satan is. U houdt vast aan Mijn Naam, en u hebt het geloof in Mij niet verloochend, zelfs niet in de dagen van Antipas, mijn trouwe getuige, die gedood werd bij u, waar de satan woont. 14 Maar Ik heb enkele dingen tegen u, namelijk dat er onder u zijn die zich houden aan de leer van Bileam, die aan Balak leerde voor de Israëlieten een struikelblok neer te leggen, opdat zij afgodenoffers zouden eten en hoererij bedrijven. 
Hier vind je dus een commentaar op de gebeurtenissen in Numeri. De Heer zegt dat Bileam aan Balak leerde hoe hij een struikelblok voor de Israëlieten neer moest leggen. En de manier waarop hij dat deed was hen overhalen om afgoden offers te brengen, of dingen te eten die aan afgoden waren geofferd en hoererij te bedrijven. Dit is dus een bevestiging van wat er in Numeri 31 wordt gezegd. 

De reden om dit allemaal naar voren te brengen, is om je echt de punten duidelijk te maken die ik zeg over de kracht van een zegen. Hoe krachtig die zegen is en Gods uitgesproken gunst. Dit is wat Abraham, en Izaäk en Jacob en het hele Israëlische volk had, dat welvarend werd en begon te vermeerderen en zo talrijk werd. Het was de uitgesproken gunst van God over hen. Als je de kracht van een zegen begrijpt en dan de blijvende werking van een zegen begrijpt, dat als ze eenmaal gegeven is, zelfs jouw ongerechtigheden de zegen niet zullen stoppen. Net als bij Abraham. Abraham zondigde en maakte er een zootje van, maar Gods zegen bleef in zijn leven werken. Als jij de kracht en de blijvende werking van een zegen begrijpt, dan is het enige wat nog nodig is om deze zegen in je leven te laten werken, jouw medewerking! 

Jij moet ermee samenwerken. Om het nog eens op een andere manier te zeggen. In het natuurlijke gebied heeft God natuurwetten ingesteld, bijvoorbeeld de wet van de zwaartekracht, de wet van zaaien en oogsten, dat zijn gewoon natuurlijke fysieke wetten. Als je een oogst wilt, moet je niet alleen maar bidden voor een oogst, maar je moet het zaad nemen, het planten en meewerken met de natuurlijke wetten die God heeft ingesteld. En dan, als je met die wetten meewerkt, zul je een oogst verkrijgen, waarbij je een klein zaadje plant en wel honderd zaden terugkrijgt voor ieder zaad dat jij geplant hebt. Het is geen wonder maar gewoon de zegen. God heeft dit natuurlijke systeem geschapen en vervolgens gezegend. En Hij heeft de aarde geboden vrucht voort te brengen en granen, al de dingen die we eten, om ons te voeden. God heeft ons gezegend en dit met Zijn mond uitgesproken. En als jij een zaadje plant, is het geen wonder, het is de zegen van God die vastgesteld is. En dat is een fysiek, natuurlijk ding. Maar in het geestelijke gebied bestaan ook geestelijke wetten die de zegeningen beheersen. 
Bijvoorbeeld, er zijn heel wat mensen die tot God bidden om hun financiële noden op te lossen. Ze willen een betere baan, een beter huis, een betere auto. Ze willen meer geld om wat dan ook te doen. En ze bidden en vragen God om in hun behoeften te voorzien. Maar ze werken niet samen met de wetten, de geestelijke wetten die God heeft ingesteld. 

De Bijbel zegt bijvoorbeeld in Lukas 6:38: ‘Geef en u zal gegeven worden. Een goede, geschudde en gedrukte overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met dezelfde maat als waarmede u meet zal ook u toegemeten worden.’
Dat is gewoon een wet van God! Geef en er zal aan je gegeven worden. Maar er zijn heel veel mensen die proberen financiële voordelen en zegeningen te verkrijgen, maar die niet samenwerken met natuurlijke wetten. Ze geloven niet dat als ze geven, dat ook aan hen gegeven zal worden. In plaats van dat ze opereren in geloof en in vertrouwen op wat God zegt, opereren ze in vrees. Ze denken: ‘Maar ik heb dit geld allemaal nodig en als ik hier een deel van weggeef aan de kerk of aan iemand anders, dan bereik ik mijn doel niet. Ik heb dit geld nodig.’ Ze opereren in angst en in hebzucht en hopen dit geld op. En weet je, als je dit doet, stop je de zegen van God in je leven. 

Ik weet dat sommigen van jullie denken, dit is zó anders dan wat veel mensen denken. De meeste mensen denken niet echt in het geestelijke gebied. Ze zien niet echt de kracht van een zegening. Het is de zegen van God die je echt welvarend maakt. Het is Gods goddelijke gunst die over je gesproken wordt. En hoe boor je die zegen aan? Nou, God heeft haar al gegeven. Satan kan haar niet tegenhouden. Dus, waarom ben je niet welvarend? Nou, omdat wij niet echt vertrouwen, en niet echt begrijpen dat er geestelijke wetten bestaan. En God zegt: ‘Geef en u zal gegeven worden.’ Wij vertrouwen daar niet echt op. Wij geloven het niet echt. En dat is de reden dat we ons geestelijke zaad niet hebben geplant. Wij hebben financieel niet gegeven. En daardoor ben jíj degene die de zegen blokkeert om in je leven te manifesteren. God is niet degene die je belemmerd heeft. 
Dus, hoe los je die situatie op? Nou, we gaan meestal naar God toe: ‘Oh God, alstublieft God, raak me aan. Geef me alstublieft geld, geef me alstublieft een nieuwe baan.’ Of wat dan ook. Nou, als je zó’n gebed verhoord krijgt is het pas echt een wonder! Want je werkt niet samen met de wetten van God. Je geeft geen tienden, je geeft geen offers, je geeft niets en toch wil je een oogst ontvangen! Dat zou hetzelfde zijn als iemand die voedsel nodig heeft, maar weigert met de natuurlijke wetten mee te werken en weigert zaad te planten en een gewas te laten groeien en te oogsten en dat soort dingen. Die blijft maar bidden boven lege aarde en wil dat God een oogst doet opkomen. Dat is niet natuurlijk, dat is niet normaal. Dat is niet de manier waarop het werkt. Als zoiets zou gebeuren is het absoluut een wonder. 

Voor velen van jullie is er een absoluut wonder nodig om je financiële noden gelenigd te krijgen, want je werkt niet samen met de geestelijke wetten die welvaart beheersen. Die wetten zeggen: ‘Geef en u zal gegeven worden.’ Die zeggen: ‘Breng de tienden naar de voorraadkamer’, Maleachi 3:10, ‘en vertrouw Mij, probeer Mij uit en zie of Ik u niet de vensters van de hemel zal openen en een zegen zal uitstorten dat u geen ruimte genoeg hebt om ze te ontvangen.’ God zegt dat de manier om welvarend te worden niet is om op te potten en alles wat je hebt te houden, maar je hand te openen en te beginnen met geven. En als jij dat doet en God vertrouwt, ben jíj degene die de zegen van God activeert! 

De Heer heeft gezegd dat Hij het werk van jouw handen zal zegenen, Deuteronomium 28 , en er zijn nog zoveel andere verzen die precies hetzelfde zeggen. In 2 Tessalonicenzen 3 staat: ‘Wie niet werkt, zal niet eten.’ En zo zijn er heel veel verzen die bevestigen dat God arbeid zegent. Maar er zijn mensen die proberen voorspoedig te zijn en God vragen in hun financiële noden te voorzien, maar ze werken niet mee met wat God zegt. Ze werken niet, ze zitten maar te wachten totdat iemand het aan hen geeft. Ze rekenen op een uitkering. Ik weet dat alleen al door dit te zeggen sommigen uit hun vel springen en ik kritiek krijg. Ik geloof dat iedereen wel eens tijdelijk hulp nodig kan hebben. Iedereen kan tussen twee baantjes zitten en ik zeg niet dat iedereen die ooit een uitkering heeft gehad van de duivel is, of tegen God. Dat is niet wat ik zeg. 
Maar ik zeg wel degelijk dat er mensen zijn die voortdurend, eerste, tweede en derde generaties, van uitkeringen leven en het idee hebben dat mensen hen iets verplicht zijn. En die bidden en vragen God om hulp, maar ze steken hun handen niet uit de mouwen om iets te doen. De Heer heeft gezegd dat Hij zal zegenen waar jij je hand toe zet. Wist je dat honderd keer nul nog steeds nul is? Als jij welvarend wilt worden door een zegen, niet door een wonder, dan zul je de wetten van God moeten leren en je hand ergens toe zetten. Je zult iets moeten gaan doen. Je zult moeten gaan werken. Je kunt niet gaan zitten en verwachten voorspoedig te worden zonder iets te doen. Dat is zo eenvoudig dat je hulp nodig hebt om het verkeerd te begrijpen! 

Maar toch hebben wij tegenwoordig miljoenen en miljoenen mensen die denken dat anderen hen iets verschuldigd zijn. Mensen met een loterij mentaliteit, die denken een dollar te investeren en een miljoen terug te krijgen. Dat is géén goddelijk systeem. God gaat je niet helpen de loterij te bepalen. Hij gaat hem niet beďnvloeden zodat jij kunt winnen. Dat is tegen de wet! Als Hij een fysiek persoon zou zijn zou Hij in de gevangenis worden gegooid voor het oplichten van de loterij! God doet dat soort dingen niet. Als jij gaat bidden om een loterij te winnen of dat soort dingen, dus je bidt voor een wonder, gaat God dat soort wonderen niet geven. Zo gaat het niet. Wil jij op Gods manier voorspoedig worden? God heeft een zegen op je bevolen. Hij heeft gezegd dat als jij je hand ergens toe zet, dat Hij het zal zegenen, en dat Hij je kracht geeft om voorspoedig te worden. Er zijn zoveel voorbeelden in de Schrift van mensen die iets zijn gaan doen, en klein begonnen zijn en God gaf hen voorspoed. Maar ieder van hen deed iets. 

In 2 Koningen 4 was een weduwe, haar man was een profeet geweest, maar hij was gestorven en had haar met een schuld achtergelaten. En in die dagen, als jij je schuld niet kon betalen, kon degene die je geld schuldig was, komen en jou of je kinderen nemen en je tot slaaf maken. En deze vrouw vertelde Elisa dat zij en haar twee kinderen op het punt stonden om tot slaaf te worden gemaakt omdat zij de schuld niet kon betalen. En weet je wat Elisa haar opdroeg te doen? Hij vroeg: ‘Wat heb je in je hand?’ - ‘Wat heb je? Ga naar huis en vertel me wat je hebt.’ En ze zei: ‘Ik heb nog een klein beetje olie.’ Dus gaf hij haar opdracht om allemaal vaten en potten en pannen te lenen en met haar zonen de deur te sluiten, en ze schonk die olie uit. Merk op dat het geld niet maar ‘boem’ op kwam dagen. Ze won de loterij niet. Er kwam niet zomaar iemand langs die al haar schulden betaalde. Maar de profeet zei haar om te nemen wat ze had en dat te gaan gebruiken. Ze moest het uitgieten, een stap in geloof nemen. Als het enige wat je hebt een klein beetje olie is, dan was er geloof nodig om al die vaten te gaan lenen, Maar ze had geloof dat God iets zou gaan doen. Als jij doet wat je kunt doen, als jij het kleine beetje dat je hebt, neemt en het gaat gebruiken, dan kan God dat zegenen. 
Maar als jij daar maar zit niets te doen en verwacht dat mensen je gewoon maar geven, is dat gewoon geen goddelijk systeem. Dat is niet de manier waarop de zegen werkt. Nogmaals, er zijn wetten die het natuurlijke gebied beheersen en er zijn ook wetten die het geestelijke gebied beheersen. En in het gebied van voorspoed, als jij voorspoedig wilt zijn, zul je íets moeten doen om welvarend te worden. Er zal geen geld uit de hemel vallen, je zult de loterij niet winnen. Er zijn wel mensen die de loterij winnen, maar God is niet degene die hen de loterij laat winnen. God bepaalt dat niet. God gaat je niet helpen de loterij te winnen. Hij gaat geen dingen regelen, er zal geen geld uit de lucht regenen, als jij voorspoedig wilt worden zijn er geestelijke wetten en zul je moeten beginnen met iets te doen. Zet je hand ergens toe en geef God iets om mee te werken. 

Iedereen kan in een situatie terecht komen waarin je een korte periode hulp nodig hebt. En als je dat een uitkering noemt, geef ik er geen commentaar op. Maar vaak zijn mensen naar mij toegekomen die een uitkering hebben. Ze zijn werkeloos en wachten op een baan. En ik vraag dan: ‘Wat doe je, waarom heb je geen baan?’ ‘Nou,’ zeggen ze, ‘ik kan alleen maar een uurloon baantje krijgen. Een baantje voor zeven of acht dollar per uur. En ik kan dat niet doen, weet je, want ik ben bedrijfsleider en ik wacht op een mooie positie.’ Maar zie je, als jij bij McDonalds zou gaan werken en gewoon beginnen met zes dollar per uur of zeven, wat het ook is dat ze je betalen, dus als jij een baantje bij McDonalds zou nemen, zet je tenminste je hand ergens toe. En dát kan God voorspoedig maken. 

Ik kan je garanderen, ik kan het niet bewijzen, en ik hóef het niet te bewijzen, maar ik geloof dat als er iets met mij zou gebeuren en ik daarom een baantje moest gaan zoeken bij McDonalds, dan kan ik je verzekeren dat ik me uit de naad zou werken. Ik zou alles wat ik had geven aan die baan. En daarom heb ik heel wat mensen gezien die bij McDonalds werkten of in andere van die Fast Food restaurants, ze geven jou het idee dat ze jóu betalen. Ze bedienen je niet en handelen alsof ze geen hersens hebben. Ik garandeer je dat ik in korte tijd een leidende positie zou hebben. En ze leiden mensen op. Ik zou manager kunnen worden, eigenaar van McDonalds en ik garandeer je dat ik in korte tijd welvarend zou zijn omdat ik deze arbeidsethiek heb waarin ik iets zou doen. Ik zou het van ganser harte doen als voor de Heer en God zegent dat. God zegent werk. God zegent geen luiheid. God zegent geen niets doen. Gods zegen zal komen als jij je hand ergens toe zet. Hij zal het werk van je handen zegenen. Hij zal vermenigvuldigen waar jij je hand toe zet. Als jij niet werkt, verwacht dan niet te eten. Mensen, dat is hard maar juist. 
Ik weet dat dit tegen veel trends in onze maatschappij van tegenwoordig ingaat, maar dat is de reden dat heel wat in onze maatschappij van tegenwoordig een zootje is en dat wij sommige van die problemen hebben die we hebben, omdat we deze manier van denken niet hebben. Ik zeg je dat God wil dat je voorspoedig bent. Maar God heeft vastgesteld dat de manier waarop je voorspoedig wordt, is doordat je iets gaat doen en dan vertrouwt dat God het zal zegenen. 

Als je dit kunt begrijpen, hoef je niet te bidden voor Gods zegen, omdat God het al gegeven heeft. En als het eenmaal is gegeven, kan het niet worden omgekeerd. Je hoeft daar niet te zitten en te jammeren en te worstelen en te klagen en tegen alle demonische machten te bidden en alles op het feit te schuiven dat de duivel je hindert zodat dingen niet werken. Satan is een factor, maar alleen als jij met hem meewerkt en aan zijn leugens en misleiding toegeeft. In wezen kun je jouw falen niet aan de duivel wijten. Of jij dit leuk vindt of niet, als jij niet voorspoedig bent komt dat niet door God. Je hoeft Hem dus niet te bedelen. Het ligt ook niet aan de duivel. Als jij gewoon de waarheid kent en zijn leugens verwerpt, speelt hij geen rol. Als jij niet voorspoedig bent komt dat omdat jij niet in geloof handelt op wat God je heeft gezegd te doen. Je bent niet bezig met geven in het vertrouwen dat God jou zal geven. Je doet niets, je hebt je hand niet tot iets gezet. Zie je, er zijn dingen die je moet doen om de zegen van de Heer te activeren. 

Als je een zegening met een wonder vergelijkt, is een wonder relatief gemakkelijk te verkrijgen. Ik bedoel, je bent in een crisissituatie en een kort ogenblik heb je een uitbarsting van geloof en je ontvangt een wonder. Maar het zal niet overvloedig zijn. Het zal tijdelijk zijn. Je zult een crisis moeten hebben voordat je het ontvangt, en later zul je opnieuw een wonder nodig hebben. Maar als je in de zegening van God wilt gaan functioneren, zal er tijd voor nodig zijn. En je zult moeten gaan leren wat de wetten zijn, of dit genezing is, of voorspoed, of vreugde, of vrede, of wat dan ook. Er zijn wetten die al deze dingen regeren. 

Jesaja 26:3 zegt: ‘De Heer zal in volmaakte vrede bewaren wiens denken op Hem is gericht omdat hij op Hem vertrouwt.’ Ik kan je gewoon het aantal keren niet opnoemen dat mensen naar me toe zijn gekomen en hebben gezegd: ‘Wilt u alstublieft voor mij bidden dat ik vrede zal hebben.’ Ze bidden voor vrede, ze vragen God om hen vrede te geven. Maar de Bijbel zegt niet dat vrede door gebed komt. De Bijbel zegt dat vrede komt door je denken op God gericht te houden. Hij zal je in volmaakte vrede bewaren als je denken op Hem gericht blijft. Als jij vrede in je leven wilt, dus als jij het wilt verkrijgen door de zegen van God, door de geestelijke wetten in beweging te zetten, dan zul je een heleboel troep moeten uitzetten, wat je op TV kijkt. Je moet stoppen te luisteren naar al het mopperen en klagen en al dat soort dingen die gedaan worden. Je zult je neus in het Woord van God moeten stoppen en als je dag en nacht op het Woord mediteert zul je succes hebben. Dán zul je voorspoedig worden en dán zal er vrede in je leven komen. 

Laat ik voordat ik verder ga, je nog een gebeurtenis uit mijn leven vertellen. Dit gebeurde me een jaar of twintig geleden. Mijn vrouw en ik geloofden God voor de bouw van ons huis. Er waren heel wat dingen die gebeurden, ik heb geen tijd om op alle details in te gaan. Ik voelde me door God geleid om dit te doen. We huurden een huis en ook al vond ik huren prettig, omdat ik dan niet de schuld en de verplichtingen had. Er zaten wat voordelen aan, maar iedere keer als wij een huurhuis betrokken, verkochten ze dat terwijl wij er in woonden. Het laatste huis waar we woonden verzekerde de man ons dat hij over acht jaar met pensioen zou gaan en wij konden daar gegarandeerd acht jaar lang wonen. Want hij zou wachten tot hij uit het leger met pensioen zou gaan en dan pas in het huis trekken. Binnen zes maanden dat wij er in gingen wonen verkochten ze dat huis! 
Ik weet niet wat het was. Misschien was het de zegen van God op ons leven. Wij schilderden het altijd en knapten het op, en het zag er dan weer zoveel beter uit. Maar in ieder geval, na een poosje bedacht ik: ‘Er is gebondenheid in een schuld, maar er is ook een gebondenheid om iedere zes maanden te moeten verhuizen omdat ze het verhuurde huis hebben verkocht of iets anders.’ Het is een lang verhaal maar ik voelde echt dat God ons leidde. We kochten een stukje grond en ik was bezig met het huis te bouwen. En het zag er naar uit dat het allemaal goed ging. We hadden een speciale V.A. lening . Maar toen liepen we tegen wat problemen aan en het zag er naar uit dat we het geld zouden kwijt raken dat we in de grond hadden gestoken. We hadden al 20.000 dollar aan de fundering uitgegeven. De fundering lag er al. Dus het zag er naar uit dat we niet in staat zouden zijn de overeenkomst af te ronden en dat ik de grond moest verkopen. En het was een slechte tijd, de prijzen zakten en ik zou er geld op verliezen. 
En ik had deze stappen genomen om ons eigen huis te hebben, omdat ik voelde dat dit was wat God wilde dat ik zou doen, En Gods gunst en Gods zegen was op me. We waren deze richting opgegaan en toen liepen we tegen allerlei problemen op. Het was ongeveer 40 minuten rijden van waar ik woonde naar dit stuk grond. En mijn paarden stonden daar en ik moest er iedere ochtend naar toe om ze te voeren. Ik reed er dus heen, voerde ze en reed weer terug. Alles bij elkaar zo’n anderhalf uur heen en weer. En ik herinner me op een dag toen ik daarheen reed dat het leek alsof niets lukte. En dit zijn enkele van deze waarheden waar ik over gesproken heb, over de kracht van een zegening, dat zegeningen geen dingen zijn, maar een zegen is de gunst van God. En omdat ik deze waarheden in mij had, zei ik: ‘Weet je, het interesseert me niet hoe het er uit ziet. Het maakt me niet uit wat er met deze grond gebeurt. Het maakt me niet uit of we alles kwijtraken, ik bén gezegend.’ 

De Schrift spreekt in 1 Timoteüs 6 over het strijden van de goede strijd des geloofs . Dat is precies waar onze strijd helemaal over gaat. Satan probeert ons uit geloof te krijgen. Satan probeert ons over te plaatsen in vrees en in ontmoediging en depressie en ongeloof. En werkelijk, het is geen fysieke strijd, maar je bestrijdt die leugens en houdt vast aan het geloof: ‘Ik bén gezegend!’ En ik herinner me dat toen ik naar dat stuk grond reed dat ik zo hard ik kon schreeuwde. Want soms gaan al je gedachten een andere kant op dan je wilt. En ik heb ontdekt dat dit een van de manieren is om jezelf de juiste dingen te laten denken. Je kunt letterlijk zó hard praten, zo hard schreeuwen dat je denken gewoon niets anders kan denken, je moét je dan wel richten op wat je zegt. 

Terwijl ik daarheen reed schreeuwde ik dus: ‘IK BEN GEZEGEND” En ik benadrukte ieder woord. Ik zei: ‘IK ben gezegend’ en ‘Ik BEN gezegend’, niet ik ga gezegend zijn of ik was gezegend, maar ‘ik BEN Gezegend, nu op dit moment.’ ‘Ik ben GEZEGEND’ en ik schreeuwde dat gewoon uit en streed daar de goede strijd van het geloof. En weet je, ik had een neiging om naar God toe te gaan: ‘Oh God, alstublieft, doe toch iets.’ Maar God had al gezegd dat Hij me al had gezegend met alle geestelijke zegen, en dat God al die dingen al op mij uitgestort had. Ik had een neiging om op de duivel af te gaan en te zeggen: ‘Duivel, ik bestrijd jou en beveel je om hiermee te stoppen.’ Maar de waarheid is dat satan de zegeningen van God niet kan stoppen tenzij ík in ongeloof raak. 
De nadruk ligt dus niet op God te smeken of de duivel te binden. Wat ik deed was aan mijn eigen hart werken. En ik vocht deze goede strijd door te zeggen dat ik gezegend was, en dat ik mijn hand ergens toe gezet had. Ik had deze grond gekocht, ik was begonnen met het bouwen van een huis, en in de naam van Jezus, dit gáát werken. En ik stond daar en vocht deze goede strijd van het geloof en ik weigerde in ongeloof te gaan, en in ontmoediging. Ik moest dat bevechten. En er waren allerlei problemen. Het kwam erop neer dat ze me 15.000 dollar rekenden en die moest bij de overdracht worden betaald. En als ik dat geld niet had, zou de hele zaak afketsen. En hier was het huis, gebouwd en al, met alle rekeningen die open stonden. Maar ik bleef staan en bleef zeggen: ‘Het maakt me niet uit wat ze tegen me doen, ik ben gezegend, gezegend, gezegend.’ En twee dagen voor de overdracht van dat huis ontving ik een erfenis van een verre oom. Die erfenis was al twee of drie jaar in behandeling en ‘toevallig’ twee dagen voor de overdracht ontving ik een erfenis van 20.000 dollar, die al die overdrachtskosten regelde en alles kwam in orde. 

In mijn eigen hart moest ik een strijd strijden om mijn geloof te handhaven dat ik gezegend was. En dit is wat ik aan je over probeer te brengen. God hééft je gezegend. God heeft Zijn zegen bevolen. Gods gunst is al op je. God wil dat je voorspoedig bent. God is niet jouw probleem. Je hoeft bij God niet te smeken, niet te bedelen voor wat dan ook. God heeft je al gezegend voordat je de zegen ook maar nodig had. En je hoeft je ook geen zorgen te maken om de duivel. Hij is een factor in die zin dat hij tegen je liegt en probeert je te misleiden. En als jij zijn misleidingen afwijst, God is aan jouw kant, dan kan satan de zegen niet stoppen. Het enige wat echt een rol speelt is of jij gaat standhouden en je zegeningen in ontvangst neemt door geloof. 

Nou, dat is een krachtige waarheid. Maar ik moet er wat dingen bij zeggen, want ik denk dat de meeste mensen onderuit gepraat zullen worden, omdat de meeste mensen de zegen van God koppelen aan prestatie. Er zijn heel veel dingen in het Oude Testament die dit bevestigen. Ik generaliseer nu heel erg, maar over het algemeen ging God in het Oude Testament met mensen om op basis van prestaties. Daar draaide het in de hele oudtestamentische wet om. Het ging allemaal om regels en voorschriften die jouw gedrag bepaalden. In het Nieuwe Testament komt God tot het hart van alles en verandert Hij iemand van binnen naar buiten. En als je echt van binnen veranderd bent, dan zullen er fysieke daden en gedragingen uit volgen. Geloof zonder werken is dood. Daar ben ik het dus mee eens. 

Maar in de boeken Romeinen, Hebreeën en Galaten zijn zoveel verzen die tonen dat het niet echt je daden zijn op basis waarvan God zijn kracht in je leven vrijzet. Want het is een kwestie van het hart. Als jij nu zegt: ‘Oh ja, ik geloof God’, maar al je daden zijn in tegenstelling daarmee, je gaat maar je gang, je liegt, je vloekt, je steelt, je bedrijft hoererij, je moordt en doet al die dingen, dan kun je beweren wat je wilt, maar je gelooft God niet echt. Je hebt God niet echt lief als al je daden daarmee tegengesteld zijn. Ik zeg dus niet dat daden niet belangrijk zijn. 
Maar ik zeg dat God met ons omgaat op basis van ons hart. En ieder van ons heeft ooit wel eens dingen gedaan die in tegenspraak zijn met wat we echt in ons hart geloven. Uit angst, of alleen maar vanwege het vlees of vanwege menselijkheid zijn er momenten dat we falen. En als jij het punt dat ik hier probeer duidelijk te maken niet begrijpt, als jij denkt dat Gods zegen in relatie staat tot jouw gedrag, dan zal satan je veroordelen, want al onze gedragingen zullen tekortschieten. En wij zullen vallen en stoppen met in de zegen te geloven. Niet omdat we denken dat God het niet kán doen, maar omdat we geloven dat Hij niet bereid is het te doen. Omdat we weten dat we niet waardig zijn. Je moet die loskoppeling maken tussen jóuw waardigheid en Gods zegen. Als jij denkt dat God alleen degenen zegent die de zegen waardig zijn, zal satan de zegen uit je hoofd praten. 

Laat ik je wat verzen tonen die verkeerd geďnterpreteerd zijn en die verkeerd zijn toegepast. En ik zal ze uitleggen in het licht van het Nieuwe Testament. Als je gaat naar Deuteronomium 27, dat gaat over de kinderen van Israël die zich in twee groepen splitsten. De ene groep stond op de ene berg, de andere groep stond op de andere berg. Mozes stond in het midden. En de ene groep zegende de Israëlieten. Als ze alles goed deden zouden deze zegeningen over hen komen, en de andere groep vervloekte de Israëlieten als ze niet zouden doen wat goed was, dan zouden deze vervloekingen over hen komen. Het 26e vers van Deuteronomium 27 vat dit hele gebeuren samen door te zeggen: 26 Vervloekt is wie de woorden van deze wet niet uitvoert door ze metterdaad te doen! En heel het volk moet zeggen: Amen.

Het was niet zo dat als je 90% goed had gedaan en 10% fout dat je dan 90% zegen kreeg en 10% vloek. Dat is niet de manier waarop het werkt. Het was als je niet ALLES doet, als je niet alles volmaakt doet, in plaats van een beetje van de zegen en een beetje van de vloek, kreeg je voor 100% de totale vloek. Je moest óf 100% juist zijn in je prestaties, of je kreeg de vloek in plaats van de zegen. Dat is wat hier staat. En precies hetzelfde wordt gezegd in Galaten 3. Laat ik het opzoeken en dat vers lezen, Maar dit maakt het heel duidelijk. Dit is een commentaar op precies dit vers. In Galaten 3 staat in vers 10: Want allen die uit de werken van de wet zijn, zijn onder de vloek. Er staat immers geschreven: Vervloekt is ieder die niet blijft in alle dingen die geschreven staan in het boek van de wet, om die te doen. 
Dat is een citaat van Deuteronomium 27:26! En hij zegt hier dat als je niet álles precies goed doet, in plaats van een gedeelte van de zegen te krijgen, krijg je 100% vloek. Nou, zo was nu de oudtestamentische wet. Je moest óf alles volmaakt doen, en alles bereiken door je eigen goedheid, en niemand was in staat aan die standaard te voldoen, óf je moest volledig vertrouwen op de goedheid van God en het door genade ontvangen. 

Nu, in het Nieuwe Testament, sinds Jezus is gekomen, heeft Jezus voor ons die prijs betaald en krijg jij gewoon niet wat je verdient! Dat is heel eenvoudig gezegd, maar het is zó diepgaand en zo tegengesteld aan onze religieuze cultuur van tegenwoordig. De meeste zogenaamd ‘christelijke’ kerken van tegenwoordig prediken dat je krijgt wat je verdient. En de reden dat ik dit allemaal naar voren breng, is dat wat betreft de zegen van God jij degene bent die de zegen activeert of deactiveert door jouw geloof. En als ik deze dingen niet duidelijk maak, zullen veel mensen automatisch wat ik zeg omzetten en zeggen: ‘Nou, dat betekent dus, als ik niet alles goed doe, zal de zegen van God in mijn leven niet werken.’ Nee, dat is niet wat ik zeg. Dat is helemaal niet wat ik zeg. Het gaat allemaal om jouw geloof. 

Je kunt iets geloven en als je iets gelooft, zullen daar ook de bijbehorende daden uit volgen, maar je bent een fysiek menselijk wezen dat fouten zal maken en als jij denkt dat God naar je daden kijkt in plaats van naar je geloof, zal satan je veroordelen, want je daden zullen nooit volmaakt zijn. Ik kan hier nog proberen enkele van de religieuze gebondenheden te weerleggen. Want dit is zó overheersend in mensen. Je moet deze loskoppeling maken, dat ook al is het de bedoeling dat je juist handelt, God gaat met je om op basis van het geloof in je hart en niet op basis van je handelingen. Want wij hebben allemaal daden die niet overeenstemmen met ons geloof. Wij schieten op dit gebied allemaal tekort, maar je moet onder deze op prestatie gebaseerde mentaliteit uitkomen. Anders je zult nooit geloven dat de zegen van God in je leven zal werken. 
Je kunt wel geloven dat de zegeningen van God echt zijn en dat ze beschikbaar zijn, je zult alleen niet geloven dat ze voor jóu zullen werken, want jij zult je bewust zijn dat je niet alles volmaakt doet. Nou, ik heb dit voorbeeld al gebruikt, maar Abraham deed niet alles volmaakt. Abraham loog twee keer over zijn vrouw, dat Sarah zijn vrouw niet was! Niet één keer, maar twee keer deed hij dit. En hij was bereid om die koningen zijn vrouw te laten nemen en overspel met haar te laten plegen, zodat hij zijn eigen hachje kon redden. Hij was bang dat iemand hem zou vermoorden om zijn vrouw te kunnen krijgen. Maar dat is verkeerd, hoe je het ook wendt of keert, hoe je het ook wil zien, dat is fout. Abraham deed verkeerde dingen. En vervolgens, in een poging om God te helpen zijn belofte aan Abraham en Sarah te vervullen besloten ze dat Abraham maar gemeenschap moest hebben met Sarah’s slavin Hagar en seks met haar te hebben, misschien was dát wel de manier waarop God deze nakomeling zou voortbrengen. En dat was ook niet bepaald de leiding van God! En uit de vereniging van Abraham en Hagar kwam Ismaël voort, de vader van alle Arabieren. Het hele Arabisch-Israëlische conflict kwam voort uit Abrahams ongehoorzaamheid! Abraham verprutste het minstens die drie keer. En ik denk dat je over meer van de dingen die hij deed nog wel kritischer kunt zijn. Maar hier had je dus drie flinke fouten en toch was Abraham door God gezegend. 
En weet je waarom? Omdat Genesis 15:6 zegt: ‘Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend.’ Abraham ging niet altijd even verstandig te werk, Abraham deed niet alles goed, maar Abraham geloofde God. Als je naar zijn leven zou kijken, dan was gehoorzaamheid de veruit overheersende houding van Abraham. Hij had wel deze drie keer waarin hij de plank flink missloeg, maar over het geheel genomen vertrouwde Abraham God tot op het punt dat hij bereid was zijn zoon te offeren. Abraham vertrouwde de beloften van God, dat God zijn bron was, dat God hem zou zegenen. Zozeer zelfs dat in Genesis 14 Abraham het equivalent van miljoenen aan buit weggaf, die hem rechtens toekwamen. Maar hij deed dat omdat hij zei: ‘Ik wil dat niemand ook maar het idee heeft dat hij Abraham rijk heeft gemaakt. Ik wil dat iedereen weet dat het de zegen van God is.’ 

In het 13e hoofdstuk van Genesis moesten Abraham en Lot uit elkaar gaan, omdat ze zó talrijk waren geworden met al hun vee en schapen, dat het land hen niet meer samen kon voeden. En Abraham gaf Lot de keuze, omdat hij God vertrouwde. Of je neemt het goed bevloeide land daar in de vallei, en ik neem de woestijn, of kies maar welke kant je wilt. Nogmaals, al deze dingen laten zien dat de overheersende houding in Abrahams leven was dat hij een man van geloof was. Maar, hij was niet volmaakt. Hij zondigde. Hij maakte fouten maar Gods zegen kwam op Abraham. Niet vanwege zijn daden maar vanwege zijn geloof. En jij moet oppassen dat je niet in de valkuil stapt van het denken dat je volmaakt moet zijn wil God je kunnen zegenen. Als jij dat gelooft, dan ontvang jij je zegen niet door Jezus, maar ontvang jij je zegen door jezelf. Je kunt dan net zo goed stoppen met bidden en ‘in de naam van Jezus’ zeggen, want je kunt net zo goed je eigen naam daar invullen, omdat de waarheid is, dat je in werkelijkheid naar jezelf kijkt als de bron. 
Nou, dit zijn ferme bewoordingen, maar ik verzeker je dat dit is wat de zegen van God in de levens van mensen blokkeert! Sommige mensen weten niets van de kracht van een zegen. Sommige mensen weten niet waar God ons mee gezegend hééft. Ze zijn onwetend van de Schrift. 

Maar er is een groot aantal mensen die wel weten wat Gods wil is, die weten wat God in hun leven wil doen. Maar het probleem is dat zij weten dat zij het niet verdienen, en ze hebben nog niet de openbaring dat God ons niet geeft wat we verdienen. Het is niet op basis van jouw prestaties maar op basis van genade. En een groot aantal mensen zitten hier in de val en ze worden door hun eigen geweten veroordeeld. Satan bemoeit zich ermee en vergroot onze fouten uit en slaat ons ermee om de oren. Er is een groot aantal mensen dat de zegen van God niet in hun leven laten manifesteren omdat zij zich niet waardig voelen. Dit is een groot probleem waar mensen mee worstelen. 

De meeste mensen geloven dat God álles kán doen, Maar ze twijfelen aan Zijn bereidheid om het te doen, omdat ze weten dat zijzelf niet alles goed doen. Jouw handelingen zijn belangrijk, maar God kijkt echt naar je hart en het is een kwestie van geloof. Abraham zag de zegen van God in zijn leven domineren, niet omdat hij alles juist deed. Hij maakte ernstige fouten maar hij gelóófde God. Je kunt God geloven en nog steeds fouten maken, gewoon omdat je menselijk bent. Niemand van ons gaat alles volmaakt doen. En als jij een prestatiegerichte mentaliteit hebt, waarin jij denkt dat je van God krijgt wat je verdient, zal satan een makkie aan je hebben. Hij zal je veroordelen en je uit de zegen van God kletsen. 

Laat me deze verzen gebruiken uit Deuteronomium 28 dat spreekt over de zegeningen die over je zullen komen als je de wet houdt, en de verzen 15-68 spreken over de vloeken die over je zullen komen als je de wet niet vervult. Kijk eerst hier naar: 1 En het zal gebeuren, als u de stem van de HEERE, uw God, nauwgezet gehoorzaam bent, door u aan al Zijn geboden, die ik u nu gebied, te houden door ze te doen, dat de HEERE, uw God, u dan hoog boven alle volken van de aarde zal verheffen. 2 En al deze zegeningen zullen over u komen en u bereiken, wanneer u de stem van de HEERE, uw God, gehoorzaam bent. 
Als wij verder gaan met ons onderwijs over zegeningen en wonderen zal ik nog terugkomen op Deuteronomium 28:1-14 en we zullen dan spreken over wat sommige van deze zegeningen zijn die over ons komen. Maar allereerst wil ik dat jij je op de verzen 1 en 2 concentreert. 
Er staat: En het zal gebeuren dat deze zegeningen op uw leven zullen komen ‘als’. En dit kleine drieletter woord ‘als’ is hier gewoon een enorm obstakel. Het zegt: ‘Als u nauwgezet gehoorzaam bent aan al Zijn geboden om die te doen en ze allemaal te houden.’ Er staat niet om er zoveel als je maar kunt te houden en te doen. Of als jij nu maar je best doet, zo goed als je kunt, zal God de rest wel aanvullen. Nee, dit zegt dat je volmaakt moet zijn. En nogmaals, in Deuteronomium 27:26 zegt het laatste deel van dat vers: ‘Vervloekt is hij die niet ál de woorden van deze wet volbrengt om die te doen.’ Met andere woorden, in de wet moet je álles houden! 

De mensen die verkondigen dat jij moet presteren, en als jij je tienden niet betaalt, of als jij niet naar de kerk gaat, of als jij dit of dat niet doet, als jij niet heilig leeft, dan zal God je niet zegenen, mensen die dit verkondigen prediken een oudtestamentische mentaliteit. En ik verzeker je dat níemand in staat is om naar die norm te leven! Ik heb mensen precies deze verzen horen nemen en zeggen: ‘Dit is de hele zaak. God wil je zegenen, hier zijn al die zegeningen.’ En ze gaan verder uitweiden over al de zegeningen waar God je mee wil zegenen, enzovoorts. ‘Maar, het probleem is, jij luistert niet nauwgezet genoeg naar de Heer.’ Dus in plaats van dat je 30 minuten per dag bidt moet je een uur per dag bidden. Je moet twee keer per week naar de kerk in plaats van een keer per week. Je moet dit en dat doen. En ze zullen altijd gaan zeggen: ‘Omdat jij niet genoeg doet.’ 

Ik zeg je dat dit vers, als je er goed naar kijkt dan zegt Deuteronomium 28:1: dat je AL Zijn geboden en inzettingen moet doen. Als je het in de context plaatst, zegt 27:26 ‘vervloekt is hij die niet AL de inzettingen van deze wet doet.’ Dit laat echt geen enkele ruimte voor fouten. Als jij gaat proberen Deuteronomium 28:1-2 te nemen en te zeggen: ‘Deze zegeningen komen op mij omdat ik meer doe dan ooit tevoren, ik ga het nog harder proberen, God, ik zoek u meer dan ik ooit heb gedaan’, als dát jouw instelling is, zul jij de zegen van God blokkeren. Omdat jij het namelijk niet volmaakt gaat doen. En op het moment dat je dan faalt, komt al deze veroordeling en schuld op je. En je zult er niet aan twijfelen dat God de kracht heeft, maar je zult twijfelen aan Zijn bereidheid om die kracht voor jou te gebruiken, omdat jij niet genoeg gedaan hebt. 
Dit is de manier waarop een nieuwtestamentische gelovige Deuteronomium 28:1-2 zou moeten lezen: ‘1 En het zal gebeuren, - omdat Jezus - de stem van de HEERE, uw God, nauwgezet gehoorzaam was, door – Zich - aan al Zijn geboden, die ik u nu gebied, te houden door ze te doen, dat de HEERE, uw God, - Hem - dan hoog boven alle volken van de aarde heeft verheven. 2 En al deze zegeningen komen over mij - omdat ik een mede-erfgenaam ben van de Heer Jezus Christus. Omdat ik door geloof alle goedheid van God ontvang die ik niet zelf heb verdiend of bewerkt. 

Hier is nog een vers dat hier bij past, en ik hoop dat je het verschil kunt zien tussen dit en de manier waarop het meestal traditioneel wordt gepredikt. Ja, we zouden juist moeten leven. Ik zeg niet dat je in zonde zou moeten leven. Maar ik zeg dat als jij ooit gaat denken dat je de zegeningen van God moet verdienen, satan je de kaas van je brood zal eten en je brood erbij, omdat hij je altijd iets kan laten zien wat je niet goed hebt gedaan. En dan komt al deze veroordeling over je. Maar kijk ook naar dit gedeelte uit Romeinen 8:1 waar staat: Dus is er nu geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. 2 Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. 
Weet je wat de wet van de zonde en van de dood is? Je kunt het op allerlei manieren uitleggen, maar je kunt naar Deuteronomium 28:1-2 gaan en stellen dat de wet van zonde en dood is: als je zondigt dan krijg je Deuteronomium 28:15-68 waar alle vloeken staan, in plaats van Deuteronomium 28:1-14 waar alle zegeningen staan. Met andere woorden, je krijgt dood, straf, voor je zonden. En er staat dat de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus mij heeft vrijgemaakt van de wet van zonde en dood. Ze heeft mij vrijgemaakt van Deuteronomium 28:15-68. 
Al die vloeken komen niet meer op mij, ook al doe ik niet alles goed, omdat Jezus mij heeft vrijgemaakt van de vloeken die met de wet samenhingen. Ik zal nog andere verzen aanhalen om dat te laten zien. In vers 3 staat: Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als hij was door het vlees. 
Met andere woorden, de reden dat de wet faalde, of niet alles kon doen wat we nodig hadden, was niet omdat de wet onjuist was, of ontoereikend. De wet was volmaakt. Alles wat ons bevolen is te doen door de oudtestamentische wet is het juiste wat we zouden moeten doen! Het is volmaakt. Maar de reden dat het niet werkte is omdat wíj onvolmaakt waren. Niemand van ons kon haar houden. En de oudtestamentische wet was niet van: doe maar zo goed als je kunt en God vult de rest wel aan. Het was, óf jij verdient het door de oudtestamentische wet volmaakt te houden, óf je moet stoppen met op jezelf te vertrouwen en gewoon gaan ontvangen wat je van God nodig hebt als geschenk. Het verbijstert mij hoeveel mensen dit gewoon niet begrijpen!

Dus Romeinen 8:3: Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als hij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees, 
Met ander woorden, Hij onderging het oordeel dat wij verdienden, in Zijn vlees, en vers 4 zegt:: opdat het recht van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest - dus ook al doe ik niet alles volmaakt, ook al zondig ik nog steeds en schiet tekort aan de heerlijkheid van God. 
Wist je dat de gerechtigheid van de wet in mijn geest al is vervuld? Dus kan ik naar Deuteronomium 28 gaan en het op deze manier lezen, dat vanwege Romeinen 8:4, omdat Jezus mijn oordeel voor mijn zonden in Zijn eigen lichaam heeft gedragen op het kruis, en ik nu de gerechtigheid van God in mij vervuld heb, daardoor heb ik, door Christus alle geboden van de wet vervuld. Ik heb nauwgezet geluisterd door Jezus! Zijn goedheid, Zijn heiligheid, Zijn prestaties zijn allemaal aan mij toegerekend. En vanwege wat Jezus heeft gedaan zijn alle zegeningen uit Deuteronomium 28:1-14 van toepassing in mijn leven. Niet omdat ik het verdien, maar omdat ik geloof stel in een Redder die het verdiende, en die mij heeft gezegend met alles wat Hij heeft. Man, dat is goed nieuws. Dat is geweldig nieuws. 

Gods zegen wordt niet aan jou gegeven omdat jij het verdient. Weet je, ik moet nu aan zoveel verzen denken. Deuteronomium 7 , Deuteronomium 8, in Exodus wordt dit verschillende keren gezegd, waar de Heer zegt tot het Joodse volk: ‘Denk maar niet dat Ik jullie het beloofde land in breng omdat jullie het verdienen. Omdat jullie sterker of machtiger of meer waard waren dan alle andere volken op aarde.’ Hij zei: ‘Jullie zijn de geringste van alle volken.’ Hij zei: ‘Ik doe het omdat Ik jullie liefheb, en omdat Ik een verbond heb gesloten met jullie vaderen, Abraham, Izaäk en Jacob.’ Met andere woorden, het is niet op jullie goedheid gebaseerd. En het is ook niet gebaseerd op onze goedheid, dat de zegen van God in onze levens komt. Het is gebaseerd op wat Jezus voor ons deed, en het enige dat wij bij te dragen hebben is geloof. Wij moeten het geloven. 

Nu gebruikte ik Deuteronomium 28 waar staat dat je nauwgezet moet luisteren naar de stem van de Heer en álle geboden doen om deze zegeningen te ontvangen. En ik gebruikte Romeinen 8 om te laten zien hoe Jezus al mijn zonden heeft gedragen en ál deze dingen voor mij heeft vervuld, zodat ik krijg wat Hij verdiend heeft, en niet wat ik verdien. Laat ik nog een ander vers gebruiken dat precies hetzelfde vertelt. In Galaten 3 staan enkele van deze verzen die over Abraham spreken. In vers 6 staat: Zoals Abraham God geloofde en het hem tot gerechtigheid werd gerekend. Dat is een citaat van Genesis 15:6 waar ook staat dat Abraham God geloofde en het hem tot gerechtigheid werd gerekend. Hij geloofde gewoon Gods beloften. En vlak daarna had Abraham gemeenschap met Sarah’s slavin Hagar. God had hem niet gezegd dat te doen. Hij werd rechtvaardig geacht en vervolgens verprutste hij het met een enorme fout. Het was niet omdat hij alles goed deed, maar omdat hij God geloofde. 

Galaten gaat daarom verder met spreken over de oudtestamentische wet, hoe niemand rechtvaardig kan worden in de ogen van God door de wet te houden. En in Galaten 3:12 Maar voor de wet is het niet: uit geloof, maar: De mens die deze dingen gedaan zal hebben, zal daardoor leven. 
Daar zit toch zoveel in! Ik kan daar niet over onderwijzen, want dan blijf ik hier de rest van de dag bij steken. Maar dat is echt een krachtig vers. In vers 13 staat: Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt. 
Er was een vloek geplaatst op iedereen die aan een hout werd gehangen. Jezus werd aan een paal gekruisigd, zodat Hij een vloek werd. God plaatste Zijn toorn, Zijn vloek op Jezus zodat jíj die nooit zou hoeven te dragen. Jezus werd voor ons tot een vloek en heeft ons verlost van de vloek van de wet. 

Wat is de vloek van de wet? Nou, nogmaals, er kunnen meer uitleggingen hiervan zijn, maar je kunt bijvoorbeeld naar Deuteronomium 28 gaan, de verzen die ik gebruikt heb en de vloek van de wet is letterlijk Deuteronomium 28:15 – 68. Deuteronomium 28 kent een totaal van 68 verzen. De verzen 1-14 spreken over de zegeningen die over ons zouden komen als wij alles volmaakt zouden doen. En helemaal niemand in het Oude Testament heeft dit ooit kunnen vervullen en ooit deze zegeningen verdiend. Maar door Jezus wordt Zijn volmaaktheid nu op ons toegepast, zodat zoals er staat in Romeinen 8:4 dat de gerechtigheid van de wet nu in óns is vervuld, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Als jij Jezus tot jouw Heer hebt gemaakt dan ben jij in de geestelijke wereld tot gerechtigheid van God gemaakt en ontvang jij Deuteronomium 28:1-14, de zegeningen vanwege jouw geloof in Jezus. 

Maar de vloek was in Deuteronomium 28: 15-68 en als je een beetje kunt rekenen zou je snel moeten kunnen uitrekenen dat er in Deuteronomium 28 meer vloeken staan dan zegeningen. En je krijgt de vloeken als jij niet alles goed doet. Dat wil dus zeggen, als jij op jezelf vertrouwt. Maar iemand die Jezus tot Heer heeft gemaakt, is verlost van deze vloeken. Ook al falen wij, ook al zouden we niet moeten doen wat we doen, toch krijgen wij deze vloeken niet. 

Dit is dus de manier waarop ik als nieuwtestamentische gelovige Deuteronomium 28 lees. Weet je wat ik doe? Ik lees deze zegeningen en ik zeg: Dit is alles wat God in mijn leven wil doen. En ook al heb ik niet zelf alles volmaakt vervuld, door mijn geloof in Jezus is de gerechtigheid van de wet in mij vervuld, dus iedere zegen in Deuteronomium 28:1-14 is voor mij. En als we verder gaan met deze serie keer ik hier nog naar terug en ga je laten zien wat die zegeningen allemaal zijn. Maar ik lees ook de verzen 15-68 waar staat dat je vervloekt wordt met de schurft en de honingdauw en met zweren en met blazingen. Weet je wat blazingen zijn? Dit zijn ouderwetse woorden, maar blazingen spreken van een vernietigende, verwoestende harde wind, zoals stormen, orkanen, tornado’s. Dat zijn vloeken die over mensen komen. En omdat Galaten 3:13 zegt dat Christus ons heeft verlost van de vloek, dan ben ik daar van verlost. God heeft deze vloek in een zegen veranderd, zodat ik hierop kan staan en alle harde stormen bestraffen die mijn bezit zouden kunnen beschadigen. Dat kan ik doen. En ik héb dat gedaan! Ik weet dat sommigen van jullie dit raar vinden, maar ik heb tegen orkanen gesproken en ik heb er getuigen van. Ik weet niet meer of het 2004 of 2005 was, toen hadden we een orkaan, twee orkanen die door North Carolina zouden trekken, toen we daar in de buitenlucht een samenkomst zouden hebben. En wij hebben daar tegen gesproken. En ze hadden stromende regen voorspeld, overstromingen en harde winden die schade aan zouden richten. En wij hebben die tornado’s en orkanen die langs zouden trekken bestraft en weet je, wij hadden de hele week stralend weer. Ze hadden maandag, dinsdag, woensdag overstromingen voorspeld. Maar dat hebben we niet gehad. En op vrijdagavond kwam het oog van die orkaan langs. En er was een beetje mist, zodat tegen de tijd dat wij met onze samenkomst begonnen in de verte een regenboog te zien was. Het was een dubbele regenboog en het was gewoon schitterend om te zien. Er was alleen een beetje mist, dat was alles. En zo’n 30 tot 40 kilometer verwijderd van Charlotte, boven in de bergen, overal waar je ging, waren er overstromingen en alles. Maar Charlotte kende stralend weer. Wij bestraften het en het werkte! Sommigen zeggen: ‘Dat geloof ik niet.’ Nou, dan zal het voor jou niet werken! Amen? Maar ik geloof het. Ik heb het zien werken! Het werkt. Dat is wat hier gezegd wordt! 

Het zegt ook dat schimmel deel is van de vloek die over je komt als je niet alles goed doet. Nou, door Christus ben ik van de vloek bevrijd. En ik heb meegemaakt dat mijn vrouw en ik in een klein appartement woonden, toen we net getrouwd waren. Het was heel goedkoop en niet geďsoleerd. Het was in Seagoville, Texas. En wij verwarmden het huis en buiten was het koud en als de kou door de muren heendrong en de warmte binnen tegenkwam liep er water langs de binnenmuren en vooral in kasten waar het donker was, en het was vochtig. Daar hadden we last van schimmel. Dus weet je wat Jamie en ik deden? Wij namen dit Schriftgedeelte waar over de schimmel gesproken wordt en wij gebruikten Deuteronomium 28 en ik las dat voor aan die muur! En ik weet dat sommigen zullen vinden dat ik gek ben, maar ik denk dat jij gek bent als je niet doet wat het Woord van God zegt. De Heer zegt: ‘Spreek tot die berg en werp haar in zee.’ Er staat niet: ‘Spreek tot God over je berg’ er staat: ‘Spreek tegen de berg.’ Mozes ging staan en sprak tegen de rots en er kwam water uit. Weet je, als je niet tegen dingen spreekt, dan doe je niet wat God je heeft gezegd te doen in de Schrift. 

Wij hebben letterlijk deze verzen genomen en die voorgelezen aan de honingdauw. En ik zei ‘schimmel je bent vervloekt en Christus heeft mij van de vloek van de wet bevrijd. En daarom beveel ik je om mijn huis te verlaten.’ En ik beval de schimmel te vertrekken. En in twee of drie dagen was die schimmel volledig verdwenen. De muren waren nog steeds vochtig, en was nog steeds vocht in de kasten, maar de schimmel was verdwenen. En iemand zegt: ‘Maar dat geloof ik niet.’ Nou, dan zal het voor jou niet werken! Ik verzeker je dat sommige mensen dit krankzinnig vinden. Maar weet je, het Woord van God is krachtig en de zegen van God is krachtig en wij zijn van de vloek bevrijd. Je kunt dit doornemen en doorlezen en dit spreekt over zweren, builen en uitslag. Weet je, als je uitslag hebt, spreek er tegen en zeg: ‘Christus heeft mij bevrijd van deze vloek’ en beveel die uitslag om te stoppen. En zo gaat het maar verder. 

Het is in Deuteronomium 28:61 waar staat: Ook alle ziekten en alle plagen die in het boek met deze wet niet geschreven zijn, zal de HEERE over u laten komen, totdat u weggevaagd wordt. 
Ál die vloeken die zeggen dat je met melaatsheid getroffen wordt, geslagen met blindheid, geslagen met uitslag en schurft, de honingdauw en de zweren en builen, en dan zegt dit vers 61 nog: iedere ziekte en iedere plaag, alles wat niet specifiek met name is genoemd, die zal de Heer als een vloek over je brengen. 
Nogmaals, Galaten 3:13, Jezus heeft die dingen voor mij gedragen. Hij werd voor mij een vloek zodat ik nooit onder de vloek zou komen. Dus nu kan ik zeggen dat iedere ziekte en iedere plaag, of het nu in de Schrift is gespecificeerd, opgenoemd of niet, of het AIDS is, of een ander nieuw virus. Of ze nu aan komen zetten met de vogelgriep, varkensgriep, wat voor griep ze ook mee aan komen zetten. Het doet er niet toe wat de naam daarvan is, welke ziekte me ook zou aanvallen als een vloek, ik ben van de vloek bevrijd en daarom is het in een zegen veranderd. 

En weet je, als je deze houding niet hebt, als je niet weet dat je gezegend bent, zul je het allereerst nooit zien manifesteren, omdat je het niet met geloof hebt vermengd. 
Als je wéét dat je gezegend bent en je weet dat God deze dingen voor je wil doen dan maak je een fout door alle zegeningen van God afhankelijk te maken van jouw prestaties en je denkt dat je het waardig moet zijn en het verdienen. Dan zul je de zegeningen mislopen omdat jij jezelf zult veroordelen. Je weet dat je niet volmaakt bent en je zult niet in staat zijn erin te functioneren. 

Maar als je dit kunt plaatsen in het licht van het Nieuwe Testament, dat Christus mij heeft verlost van de vloek, dat ik niet krijg wat ik verdien. De gerechtigheid van de wet is in mij vervuld door geloof, dán kun je begrijpen dat ál deze zegeningen voor mij zijn. Dát is goed nieuws! 


Deel 4: Wat zijn de zegeningen?


 

www.vergadering.nu