Inleiding

Teksten&Meningen

Relatief zwijgen

Kuen

 

De rol van de zusters in de samenkomst
Een bijbelstudie door Lex Klein Haneveld gepresenteerd op een gemeente-avond
Zwolle - juni 2004


TEKSTEN & MENINGEN

1 Kor. 11: 5
Maar iedere vrouw, die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan, want zij staat gelijk met ene, die  kaalgeschoren is.
  
1 Kor. 14:34
Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de  gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken,  maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt.

Twee teksten die elkaar lijken tegen te spreken:

1 Kor. 11: 5 > Bidden of profeteren indien gedekt

1 Kor. 14:34 > Zwijgen

Met andere woorden:

1 Kor. 11: 5 > Wel profeteren of bidden, maar onder voorwaarden.

1 Kor. 14:34 >Zwijgen, niet profeteren, in tongen spreken of bidden.

Hoe los je deze tegen stelling op?
Dat moet gebeuren met de uitleg van deze teksten.


Meningen

Mening 1:
Uit diverse schriftplaatsen blijkt dat vrouwen in de gemeente niet mogen bidden of profeteren

1 Kor 11:5 is geen gemeentelijke bijeenkomst

Mening 2:
Uit 1 Kor. 11:5 volgt: vrouwen mogen profeteren en bidden.

1 Kor. 14:34: zwijgen is niet absoluut en algemeen

Om deze tegenstelling tussen 1 Kor. 11:5 en 1 Kor. 14:34 op te lossen, zijn er - in grote lijnen - twee mogelijkheden:

Mening 1: vrouwen mogen niet profeteren of bidden in de gemeente, dus heeft 1 Kor. 11:5 geen betrekking op een bijeenkomst van de gemeente, maar is b.v. een huissamenkomst, een vrouwenbidstond, o.i.d.

Mening 2: vrouwen mogen dus wel bidden/profeteren. Niet valt in te zien waarom dit buiten de gemeente zou zijn. Dus moet 1 Kor. 14:34 iets anders betekenen.


Argumenten 1 Kor. 11:2-16

Mening 1

- In 1Kor. 11:2-16 wordt niet over samenkomst gesproken.

Mening 1: m.b.t plaats bidden: klopt: er wordt niet in Bijbel gezegd waar dit bidden plaats vindt.
Voorstanders mening 1: dus thuis, binnenkamer, vrouwenbijeenkomst, in ieder geval waar geen mannen bij zijn.

Mening 2

- Uit tekst blijkt niets over de plaats van het bidden.

Mening 2: blijkt waar: klopt ook. Er staat evenmin dat dit niet in de gemeente is.

- Pas in vs. 17 gaat het over
  samenkomst.

- Als enkele leden van de gemeente
 bij elkaar zijn, is dat nog geen
 gemeentelijke samenkomst

- In de eerste eeuw kende men geen tot weinig onderscheid tussen samenkomsten.

- Mat. 18:20 ‘waar twee of drie ...’

3e punt: echter: vergaderingen en veel andere gemeente ontlenen hun legitimiteit voor het samenkomen aan Mat. 18:20: ‘Waar 2 of 3 in mijn naam bijeen zijn, ben ik in hun midden.’ Daar is geen verdere beperking. Dat is de basis van het samenkomen. Onderscheid maken tussen wel of niet gemeentelijk kan hierop niet worden teruggevoerd.

Argumenten 1 Kor. 11:2-16

Mening 1

Onderworpenheid 
(1 Kor. 14:34)

Ondersteuning van stelling dat er geen sprake kan zijn van gemeentelijke samenkomst wordt gevonden in 1 Kor. 14:34: zwijgen i.v.m. onderworpenheid (of – beter – ondergeschiktheid).

 

 

1 Tim. 2:8-15 – mannen bidden – vrouwen moeten stil zijn.

hier wordt een tegenstelling gezien: mannen overal bidden – maar vrouwen moeten zich in stilheid laten onderrichten >> zwijgen – een vrouw zal alleen voorgaan in gebed als er geen man is die dat kan doen. (H.L. Heijkoop)

 

1 Kor. 11:16: geen argument dat voorgaande op gemeentelijke samenkomst slaat

De gewoonte in 1 Kor. 11: 16 slaat op gelijk hebben of strijden: het ter discussie stellen van apostolisch onderwijs.

Mening 2

Bidden en profeteren zijn normale activiteiten in bijeenkomst gemeente.

Bidden en profeteren zijn normale activiteiten in bijeenkomsten gemeente. Als Paulus zijn voorschriften geeft voor situatie buiten samenkomst, dan had hij dat moeten vermelden.
Bovendien: ook van toepasssing voor bidden in huis en/of binnenkamer?
Argument dat verbod op bidden in samenkomst pas in hoofdstuk 14 komt, is onlogisch als hij dan eerst voorschriften over bidden geeft in hoofdstuk 11. Het wordt niet door verdere tekst ondersteund.

Profeteren is tot opbouw van de gemeente.

Verder: hoe kan de gemeente worden opgebouwd, als iets niet in de samenkomst mag gebeuren? Dan bereik je hooguit een deel van de gemeente. Profetie is per definitie openbaar.

1 Kor. 11:16 betrekt dit op praktijk der gemeenten
(gewoonte van hoofd niet of wel bedekken)

Veel schrijvers verklaren 1 Kor. 11:16 aldus: heeft betrekking op gewoonte van bidden door mannen met gedekt hoofd of vrouwen met ongedekt hoofd, zo’n gewoonte heeft Paulus niet.


Conclusies 1 Kor. 11:2-16

Conclusies: geen conclusies in de zin van 'die mening is goed' of 'die mening is verkeerd'.
Iedereen moet zijn eigen conclusies maar trekken.
Wel een paar vragen. Ieder moet zijn eigen antwoord maar geven.

- Is het logisch te stellen dat natuurlijk 1 Kor. 11: 2-16 niet op de gemeentelijke samenkomst slaat?

- Is het absoluut zeker dat 1 Kor. 11:2-16 voor alle situaties geldt?

- Kan de gedachte dat 1 Kor 11:2-16 (ook) op de samenkomsten van de gemeente betrekking heeft, onbijbels genoemd worden?

Als je vindt dat 1 Kor. 14:34 bidden en profeteren - dus ook lied opgeven - verbiedt, dan kun je zeker volhouden, dat 1 Kor. 11: 2-16 niet op gemeentelijke samenkomst slaat.
Maar je kunt dan niet stellen dat een andere visie per definitie onbijbels is.


1 Kor. 14:26-39

Mening 1

Zwijgen in vs. 34 betekent 
dat vrouwen niet zelfstandig
mogen optreden (zoals bij
bidden of profeteren).


Dus: niet bidden of liederen
opgeven
Mening 2

Omdat bidden of profeteren
in samenkomst is toegestaan
(zie 1 Kor. 11), kan het
zwijgen niet absoluut 
bedoeld zijn.

Dus: Bidden en liederen
opgeven is toegestaan

Hier heel kort de meningen weergegeven, met conclusie.
De argumenten komen verderop.


Argumenten 1 Kor. 14:26-39

Mening 1
  • - 1 Kor. 11 gaat niet over gem. bijeenkomsten,
    dus kan 1 Kor. 14 op zichzelf beoordeeld worden.
  • - Het staat er uitdrukkelijk
     
  • - Vrouwen mogen zelfs geen vragen stellen

Mening 1:
Er staat toch duidelijk dat ze moeten zwijgen!
Andere betekenis mogelijk?? Toch maar zekere voor het onzekere nemen.

Vrouwen mogen geen vragen stellen. Nou, als dat zelfs niet mag, dan mogen ze andere dingen zeker niet.

Alle argumenten worden nog eens opgesomd in ‘Die Frau in der Gemeinde’ van Kuen, pag. 160-163.

Mening 2
  • - Omdat 1 Kor. 11 algemeen bedoeld is, moet er een oplossing voor 
    1 Kor. 14: 34-35 komen.
  • - Oplossingsmogelijkheden
    Tekst later tussengevoegd?
    Citaat van Judaïsten?
    ‘Relatieve zwijgen’

Mening 2:
Om 1 Kor. 11 en 1 Kor. 14 met elkaar in overeenstemming te brengen zijn er een aantal mogelijkheden.

Vier hoofdgroepen, waarvan één stelt: vrouw moet zwijgen.
Zie hiervoor ook Kuen: 160-163.

De andere drie ‘oplossingen’: 
later tussengevoegd: niet ondersteund door oudste handschriften
Citaten: ligt niet voor de hand
Relatieve zwijgen: verderop uitwerken.


Argumenten 1 Kor. 14:26-39

Mening 1
  • vs. 26-33: regelt spreken in tongen en profeteren
  • vs. 34 e.v. regelt de rol van vrouwen in de samenkomst
  • Vs 31: ‘allen’= alleen mannen
  • De ondergeschiktheid is algemeen

Mening 1: Vs. 26-33 gaat over spreken in tongen en profeteren door mannen (want vanaf vs. 34 wordt vrouwen het zwijgen opgelegd).
Vanaf vs. 34 gaat over de houding van de vrouwen, en dan algemeen, alle uitingen die ze zelfstandig zouden kunnen doen. Op grond waarvan? Niet duidelijk geworden.

Allen: worden alleen mannen mee bedoeld 
>> nl. mannelijk meervoud
>> allen betekent lang niet altijd iedereen, dus hier ook niet.

Mening 2

 

  • ‘.. allen lering en allen opwekking ontvangen ..’
      - twee betekenissen in één zin

  • Ondergeschiktheid heeft geen betrekking op bidden

Mening 2: Dan wordt dus in één zin één woord in meer betekenissen gebruikt.

Want alle keren is allen in de grondtekst hetzelfde “pantez” (pantez)

Allen betekent inderdaad soms ‘een (representatief) deel van ..’, maar dat is een ondergeschikte betekenis en komt niet zoveel voor. Op grond waarvan kun je in deze teksten tot die beperktere betekenis besluiten?


Argumenten 1 Kor. 14:26-39

Mening 1

Toelichting ondergeschiktheid:

  • 1 Tim. 2:8-10:
    (niet bidden)
  • 1 Tim. 2: 11-12:
    (geen onderricht of gezag)
  • Conclusie uit 1 Kor. 11: de vrouw moet altijd haar plaats onder de man innemen

Mening 1:
1 Tim. 2 : 8-15: de mannen moeten overal bidden met opheffing van heilige handen. De vrouwen mogen dat niet, maar die moeten zichzelf in een stemmig gewaad of in stemmige kleding versieren met schaamte en ingetogenheid. Zij moeten zich laten leren in stilheid, in alle onderdanigheid, en mogen zelf absoluut niet leren en evenmin over de man heersen. Ze moeten in stilheid zijn, schrijft de apostel nog eens. Dat slaat dus niet alleen op de samenkomsten, maar is algemeen waar, voor alle gevallen en in alle omstandigheden.

In 1 Korinthe 11 is de conclusie, dat de vrouw altijd haar plaats onder de man moet innemen, zoals de man altijd zijn plaats onder Christus moet innemen. Hieruit volgt al, dat een vrouw niet hardop zal bidden, dus niet zoals men dat noemt 'zal voorgaan in het gebed' als er een man bij is. Ze zal dat alleen doen als ze alleen met vrouwen of kinderen is, en er dus geen man is die het kan doen.
Algemene conclusie: zwijgen betekent zwijgen. Hier wordt weliswaar niet gesproken over bidden of het opgeven van liederen,maar dat zijn sturende , leidinggevende activiteiten die zich slecht verdragen met het verbod om zelfs maar een vraag te stellen.

Mening 2
  • 1 Tim 2:8
    Grondtekst: 
     - Ik wil dan bidden de mannen met ..., 
     - evenzo ... de vrouwen in waardige kleding

  • Gaat om wijze van bidden

Mening 2:
Letterlijke volgorde in grondtekst: ik wil dan bidden ..
‘Evenzo’ kan dan ook op ‘ik wil dan bidden’ slaan, en de tekst beschrijft dan de gebedshouding van mannen en vrouwen.


www.vergadering.nu/zwolle  -  Adres: Brink 13, 8021 AP Zwolle  -  Meer over 'de Vergadering'