Bijbelgetrouw, krachtig en
praktisch onderwijs van Andrew Wommack
Overzicht van de vertaalde bijbelstudies van Andrew Wommack, klik hier...
Het gezag van de gelovige - 1
Andrew Wommack
Of je het nu prettig vindt of niet, ieder van ons is verwikkeld in een geestelijke strijd.
God is vóór ons en de duivel is tegen ons. Wij bepalen wie het over ons voor het zeggen heeft en dat hangt af van degene met
wie wij samenwerken. In deze oorlog is het onmogelijk om aan de dienstplicht te ontkomen. Onwetendheid van de reikwijdte van
deze strijd is alleen maar in het voordeel van de tegenstander. De duivel houdt ervan in het geniep te werken, zijn enige wapen
is bedrog. In dit onderwijs zet Andrew deze strijd uiteen en laat zien hoe de vijand werkelijk in elkaar zit.
Deel 1: We zijn verwikkeld in een geestelijke veldslag...
Deel 2: Wie 'maakte' satan...
Deel 3: Met de autoriteit komt ook de verantwoordelijkheid-1...
Deel 4: Met de autoriteit komt ook de verantwoordelijkheid-2...
Deel 5: Wetshandhaving...
Deel 6: Het strijdtoneel is in je denken...
Deel 1: Wij zijn verwikkeld in een geestelijke veldslag.
Als we het hebben over geestelijk gezag, wil ik allereerst vaststellen dat de meeste mensen hier een humanistisch denkbeeld over
hebben. En ik weet dat christenen niet gecharmeerd zijn van zo’n zienswijze, maar veel christenen hebben zich deze zienswijze
wel eigen gemaakt. Met humanistisch bedoel ik, dat men de dingen alleen aan de oppervlakte beschouwt, men erkent de geestelijke
wereld niet die achter alle dingen gelegen is. Zo zijn de humanisten. Ze erkennen geen God, over het geheel zijn ze agnostisch,
of atheïst. Humanisten geloven dat alles wat er bestaat fysiek of natuurlijk is, dat er voor alles een natuurlijke oorzaak
bestaat. En helaas moet gezegd worden dat heel veel christenen op dezelfde manier denken, ze beseffen de geestelijke betekenis
niet van wat er allemaal gaande is.
Met dit onderwijs wil ik duidelijk maken dat we in een geestelijke oorlog verwikkeld zijn. Dag in dag uit woedt er een veldslag
in de geestelijke wereld om jouw hart, om het hart van ieder individu, van de samenleving en de hele wereld. Daarin probeert God
mensen te beïnvloeden en te leiden tot gerechtigheid, tot Hemzelf; om in overeenstemming te leven met Hem, zodat de zegeningen
van Hem in ieders leven openbaar kunnen worden. Satan is daarentegen een totale oorlog begonnen om de harten van mensen te
roven, weg van God, zodat hij de vuilnis en het verderf dat hij heeft, in ieders leven kan uitgieten.
Eerlijk gezegd beseffen de meeste mensen, dus zelfs de meeste christenen niet, dat er dag na dag een enorme strijd over je wordt
gevoerd. Dat de keuzes die je maakt en de dingen die je zegt en doet, dat déze dingen beslissen, of God kan domineren in je
leven en Zijn zegeningen kan verwezenlijken die Hij in je leven aanbiedt, òf dat satan overheerst. Satan is niet in staat om
buiten jouw wil om te overheersen. Maar je móet beseffen dat je midden in een veldslag staat. Als je verkiest om dit te geloven
en gaat begrijpen en herkennen wat er aan de hand is, kun je de juiste stappen nemen en jouw situatie verbeteren. Je bent in
staat om de duivel te weerstaan. Jakobus 4:7 zegt: ‘Weersta (bied weerstand aan) de duivel en hij zal van je vluchten.’ Maar
als jij geen weerstand biedt, betekent jouw passiviteit niet dat de strijd niet gaande is. De strijd is weldegelijk gaande, maar
als jij passief bent, betekent dat, dat jij niet zult winnen. Satan zal je dan op dit gebied te grazen nemen. Daarom denk ik dat
dit onderwijs over geestelijke oorlog, het complete onderwijs over het gezag van de gelovige, iets zal zijn, dat een enorm
verschil gaat uitmaken in jouw leven. Er zijn heel veel Bijbelgedeelten die hier over gaan, zoals bijvoorbeeld Efeziërs 6:10-12
‘Voorts, wees krachtig in de Here en in de sterkte Zijner macht. Doe de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen
de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten,
tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.’
Deze terminologie, waar hier staat dat wij worstelen tegen overheden, tegen machten, wereldbeheersers dezer duisternis en boze
geesten, is een verwijzing naar demonische machten. Er bestaat blijkbaar een gezagsketen, een bevelstructuur in het demonische
gebied, die al deze demonische niveaus op een rijtje zet. Maar merk op dat hier staat dat wij niet worstelen tegen vlees en
bloed. Er zijn heel veel mensen die eenvoudig niet herkennen dat heel veel van wat er in hun leven gaande is, niet normaal of
natuurlijk is, en dat er mensen zijn die door de duivel worden beïnvloed en beheerst.
In het nieuwtestamentische Grieks staat dat wanneer iemand bezeten is, dit betekent dat men onder invloed van de duivel is
(letterlijk: gedemoniseerd). En wat christenen er ook van proberen te maken: bezet, bezeten, belast, bedrukt, verdrukt of wat
dan ook, de Bijbel maakt dit onderscheid niet.
Het is een feit dat mensen door de duivel beïnvloed, beheerst en gebruikt worden. Dat is echt zo. En ik denk dat dit gezegd
moet worden omdat er een heleboel mensen zijn die denken dat demonen alleen in Afrika te vinden zijn, ergens in één of ander
derdewereldland. Maar ik kan je garanderen dat er een overvloed aan demonische activiteit gaande is. En hiermee probeer ik over
te brengen, dat veel mensen naar dingen kijken alsof het heel normaal is, terwijl er een heleboel dingen gebeuren om je van je
stuk te brengen, om je te hinderen en lastig te vallen, terwijl wij denken dat het gewone natuurlijke dingen zijn. We herkennen
de geestelijke invloed niet die daar achter zit.
Maar dan moeten we de zienswijze waar het hier over gaat wel aannemen, en erkennen dat er geen sprake is van een fysieke strijd.
Het gaat helemaal niet om die persoon bij jou op het werk, het gaat niet om jouw huwelijkspartner, of dingen die tegen jou in
het geweer komen. Maar dit kan allemaal door satan geïnspireerd, beïnvloed en gebruikt worden om tegen jou te worden ingezet.
Als je alleen al dát zou erkennen, zou het een enorm verschil uitmaken voor de manier waarop jij reageert.
Laat me een voorbeeld geven van een manier waarop dit in míjn leven heeft gewerkt. Ik krijg nogal wat ‘hate mail’ (schimp /
scheldbrieven). Er zijn nogal wat mensen die kritiek op mij leveren vanwege de dingen die ik zeg. En er was een periode dat ik
mij deze dingen behoorlijk aantrok. Ik vroeg me af waarom deze persoon zo boos op mij was en bekeek dit steeds op het menselijke
vlak, waarna ik probeerde om er goed mee om te gaan. Maar na een tijdje ben ik me gaan realiseren dat satan bezig was mij af te
leiden van wat de Heer mij opgedragen heeft om mee bezig te zijn. Ik herkende dat satan iemand gebruikte om tegen mij in het
geweer te komen. En omdat ik verder keek dan die persoon en het niet langer persoonlijk opvatte, alsof deze persoon een probleem
met mij had, doorzag ik dat satan via een mens ingang in mijn leven probeerde te krijgen. Dit hielp mij om het in een ander
perspectief te plaatsen en er anders mee om te gaan. Daardoor vatte ik het niet meer persoonlijk op.
Ik heb meegemaakt dat mensen, zelfs sommige van mijn vrienden, echt gemene dingen hebben gedaan. Maar ik ben in staat geweest om
daar gewoon doorheen te kijken, hen te vergeven en te erkennen dat zij vanuit een situatie reageerden hebben waar zij op een
bepaald gebied gevoelig waren. Satan heeft daar een slaatje uit geslagen en hen gebruikt. En ik was in staat om daar volkomen
doorheen te kijken. Ik zag dat satan hen gebruikt had en was om die reden totaal niet boos of bitter op hen. Ik kon volledig in
vergeving wandelen. Toen zij herkenden wat er gebeurd was en zich bekeerden, was ik ook in staat om de relatie met hen volledig
te herstellen. Dat kwam omdat ik erkende dat het gewoon niet om de persoon ging, maar dat satan mij probeerde te grazen te
nemen.
Wellicht zijn sommigen van jullie het hier niet mee eens, maar hier is een gedeelte waar de Heer Zijn discipelen het volgende
vroeg. Matteüs 16:13-17 ‘Toen Jezus in de omgeving van Caesarea Filippi gekomen was, vroeg Hij Zijn discipelen en zeide: Wie
zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is? En zij zeiden: Sommigen: Johannes de Doper; anderen: Elia; weer anderen: Jeremia,
of één der profeten. Hij zeide tot hen: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de
Christus, de Zoon van de levende God! Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat
niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is.’
Jezus zegt hier dus dat Petrus dit niet vanuit zijn verstand zei. Dit was geen mening die hij zelf had gevormd. Petrus stond op
dat moment onder de invloed van zijn hemelse Vader. De Heilige Geest had hem dit gegeven, hier was sprake van bovennatuurlijke
openbaring. Maar merk ook op dat in vers 21 staat: ‘Van toen aan begon Jezus Christus Zijn discipelen te tonen, dat Hij naar
Jeruzalem moest gaan en veel lijden van de zijde der oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en ten derden
dage opgewekt worden.’ Dit gebeurde dus op dezelfde dag, eigenlijk maar enkele ogenblikken nadat de discipelen de vraag hadden
beantwoord: ‘Wie zeggen júllie dat Ik ben?’ En Petrus, geleid, geïnspireerd en gestuurd door de Heilige Geest had gezegd:
‘U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’ Eigenlijk maar enkele ogenblikken daarna begon Jezus uit te leggen dat Hij
naar Jeruzalem geleid zou worden, dat ze Hem gevangen zouden nemen, dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou opstaan uit
de dood.
En van dezelfde Petrus, die enkele ogenblikken daarvoor werd geïnspireerd en geleid door de Heilige Geest, staat in vers 22:
‘En Petrus nam Hem terzijde en begon Hem te bestraffen, zeggende: Dat verhoede God, Here, dat zal U geenszins overkomen!’
Met andere woorden, Petrus wilde zelfs niet eens in overweging nemen dat Jezus gevangen genomen en gedood zou kunnen worden. En
blijkbaar had hij ook nog eens de uitspraak gemist, dat Jezus op de derde dag uit de dood zou opstaan. Hij had niet eens naar de
hele uitleg geluisterd. Hij stopte daar onmiddellijk en zei: ‘Dat gaat niet gebeuren, ik en de anderen zullen U gaan
verdedigen. Wij zullen niet toestaan dat dit U overkomt.’ En kijk dan eens naar het antwoord van Jezus in vers 23: ‘Doch Hij
keerde Zich om en zeide tot Petrus: Ga weg, achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op de
dingen Gods, maar op die der mensen.’
Een paar ogenblikken daarvoor had Jezus Petrus een compliment gegeven, want Hij zei: ‘Dit komt niet van jou Petrus, maar dit
komt van Heilige Geest. Door de Heilige Geest heeft Mijn Vader je geïnspireerd en deze openbaring gegeven.’ En maar enkele
ogenblikken daarna draait Hij Zich om, noemt satan bij naam en zegt: ‘Ga weg, achter mij’ en laat zo zien dat satan degene
is, die door Petrus heen sprak. Dit was iets dat níet van God kwam, omdat het niet in overeenstemming was met de wil van God,
en Petrus werd op het moment dat hij dit zei geïnspireerd en geleid door de duivel.
Dat is een nogal forse verklaring. En er zijn een heleboel mensen die dit allemaal eigenlijk nogal overdreven vinden. Ze vinden
dat je niet op deze manier op mensen moet reageren. Maar ik kan je garanderen dat er momenten zijn, dat satan door mensen heen,
rechtstreeks tot jou spreekt. Hij gebruikt mensen om tot jou door te dringen. Natuurlijk zullen zij zich hoogstwaarschijnlijk
niet bewust zijn dat ze door de duivel worden gebruikt. Petrus was vast verbijsterd, toen Jezus tot hem zei: ‘ga weg en achter
Mij satan.’ Hij zal zich bijzonder geschokt en gekwetst hebben gevoeld en vast en zeker ook zwaar beledigd hebben gevoeld.
Maar er zijn momenten dat je dit soort dingen moet zeggen.
Je kunt het natuurlijk verkeerd opvatten wat ik hier zeg en telkens, als iemand maar wat zegt of het niet met je eens is, je
omdraaien en die persoon bestraffen, hem zeggen dat hij van de duivel is of door de duivel gebruikt wordt. Maar daar gaat het
niet over. Wat ik wil aangeven is dat satan mensen gebruikt en dat dit verhaal daar een Schriftuurlijk voorbeeld van is. Als jij
daar ontwetend van bent en je aanvaardt die woorden en gaat denken: ‘Ik zal het wel verkeerd hebben, want ik heb volkomen
respect of ontzag voor die persoon en vandaag hebben al drie mensen exact hetzelfde tegen me gezegd,’ dan moet je beseffen dat
satan mensen kan gebruiken, want hij werkt door mensen heen.
Laat me je hier een voorbeeld van geven. Toen mijn oudste zoon Joshua, hij is nu 30, nog maar een jaar oud was, wilde mijn
moeder mij, mijn vrouw en hem trakteren op een uitstapje in de Smokey Mountains. Daar hadden wij absoluut het geld niet voor. In
die tijd zaten we financieel heel krap. Zij bood dus aan de hele reis te betalen en wij namen dat graag aan, het was echt een
buitenkansje voor ons. Mijn moeder was nét begonnen met te proberen God te geloven voor genezing en dergelijke. Zij had enkele
mislukkingen ervaren, voor haar werkte het niet. Daarom twijfelde ze of dat genezingsgedoe wel echt was en was er nogal kritisch
over. Ter informatie, zij is na die tijd helemaal om gegaan en heeft geweldige genezing ervaren. Maar dit was nog in het begin
en zij dacht dat ik onder invloed zat van vrienden die gek geworden waren. Ze probeerde het uit. Het ging niet zoals zij dacht
dat het zou gaan, dus toen wij op het punt stonden om dit uitstapje te maken, had ze last van een verkoudheid en begon negatieve
dingen uit te spreken over Joshua. Ze zei: ‘Hou hem bij me uit de buurt, anders steek ik hem aan’ en meer van dergelijke
uitspraken. En ik zei dan: ‘Nee, hij wordt echt niet verkouden.’ Vervolgens begon ze over het geld te klagen: ‘Ik had dit
uitstapje helemaal niet moeten doen, ik heb er eigenlijk het geld niet voor.’ En ik vertelde: ‘Nou, wij hebben helemaal
niets, nul komma niks, als u het geld niet heeft voor dit uitstapje moeten we nú naar huis. Wij kunnen echt niet bijspringen.’
En dan zei ze weer, ‘Oh nee, ik heb geld zat.’ Ze zat gewoon in een negatieve stemming. Het was een vervelende situatie. In
ieder geval, in de loop van de dag zat Joshua voor de airconditioning. En mijn moeder weer: ‘Zet hem daar toch niet neer, zo
vat hij kou’ en zei ik weer: ‘Hij vat geen kou.’
Voor degenen die het nog niet weten, je zult hebben wat je spreekt en ik was voortdurend bezig al die negatieve dingen te
weerstaan. En al dit gemopper en gezeur hoort beslist niet bij het karakter van mijn moeder. Ze is zondermeer een geweldige
vrouw en heel positief ingesteld. Maar hier was sprake van een hele negatieve spiraal en de hele dag bleef ze maar negatief
spreken. Het was een complete veldslag, over en weer, en ik moest de dingen die gezegd werden voortdurend tegenspreken. En omdat
ze mijn moeder was, probeerde ik alles zo vriendelijk en beleefd te zeggen als ik maar kon. De allereerste nacht verbleven we in
een hotel. We sliepen allemaal op dezelfde kamer, voor Joshua hadden ze een wiegje neergezet. Om elf uur ’s avonds werd Joshua
wakker met een rochel in zijn keel. Het was zo luid dat je het in de volgende kamer kon horen. Hij kon nauwelijks meer
ademhalen, dus stond ik op om te bidden. Ik bad in tongen en bestrafte dit ding. Ik zette mijn geloof vrij en Joshua viel weer
lekker in slaap en alles was in orde. Maar een half uur later gebeurde exact hetzelfde, dus stond ik weer op en pakte het weer
aan.
Dat ging maar door. Van ’s avonds elf uur tot ’s nachts twee uur stond ik ieder half uur op, bad voor Joshua om hem weer in
slaap te krijgen, en ging vervolgens weer naar mijn bed. Ik leek wel een jojo. Tenslotte, tijdens één van mijn uitstapjes van
en terug naar bed, zei mijn moeder ‘Geef nou gewoon toe Andy, hij is zíek.’ En echt, ik had het helemaal gehad. Maar
nogmaals, denk eraan, zij had dit geprobeerd en het had niet gewerkt en nu probeerde zij mij te overtuigen dat dit
genezingsgedoe niet werkte. Ze zei simpelweg: ’Geef nou gewoon toe Andy, hij is zíek.’ En weet je wat ik deed? Ik beveel
het niemand aan, maar dit is nu eenmaal mijn getuigenis. Ik ging recht voor haar staan, stak mijn vinger uit naar haar gezicht
en zei: ‘Satan, in de naam van Jezus, houd je mond, ik aanvaard geen enkele kritiek van jou en niets van deze vloek. Joshua is
gezegend en is niet vervloekt.’ Ik sprak dit woord, en weet je, mijn moeder heeft geen kik meer gegeven. En Joshua is niet
meer wakker geworden. Hij was prima in orde. Hij was gezond en had geen enkel probleem meer. Twee dagen lang heeft mijn moeder
geen woord meer gezegd.
We waren op vakantie, het was een prachtige vakantie, dat kun je je wel voorstellen. Toen mijn moeder eindelijk weer wat zei,
begon ze te huilen: ‘Het spijt me, jij denkt dat ik de duivel ben.’ Ze zat vol zelfmedelijden. Ik zei haar: ‘Moeder, u
weet genoeg, ik heb u het woord van God uitgelegd en u wist dat wat u zei in tegenspraak was met het Woord van God, u had zelf
toegegeven aan satan. Ik ben helemaal niet boos op u, maar ik stond op tegen satan, die probeerde mijn geloof op dit gebied te
roven.’ In ieder geval, God heeft onze relatie volledig hersteld, we zijn er helemaal overheen gekomen. Mijn moeder is één
van mijn beste vrienden. Ze is nu 91 jaar oud. Ze is gezond en een zegen voor ons en iedereen en het gaat prima met ons. Maar
wat ik wel zeg, en je kunt erover zeggen wat je wilt, het was gedaan met het ziek zijn van Joshua. Hij is geen enkele keer meer
wakker geworden en had geen last meer van ademhalingmoeilijkheden.
Ik weet dat er een heleboel mensen zijn die dit een te overdreven verhaal vinden. Maar het is gewoon waar dat satan mensen
gebruikt. Wij zitten midden in een geestelijke oorlog en meestal herkennen we dit niet en wordt alles vanuit een natuurlijk,
menselijk perspectief beoordeeld. Dat is een humanistische wereldbeschouwing. Het filtert God overal uit, het filtert het hele
bovennatuurlijke aspect weg uit alles. Het zijn niet slechts mensen die ons irriteren en dwarszitten. Die mensen worden door
satan beïnvloed, soms zelfs volledig gedomineerd, of beheerst door een boze macht. Wij zien dit eigenlijk voortdurend. Maar de
doorsnee persoon is zich hier totaal niet van bewust, terwijl dat wel zo zou moeten zijn. Zij beseffen eenvoudigweg de
geestelijke dynamiek achter bepaalde dingen niet. Dit inzicht heeft mij geholpen om te gaan met tegenstand. Ik besef dat het
niet God is die er achter zit, het heeft niets met geloof te doen, het is ook geen toeval. Hier is sprake van een reële vijand.
En daar moet je mee afrekenen.
Ik moet nu opeens denken aan een voorval zo’n twintig jaar gelden, de allereerste keer dat ik probeerde een boek uit te geven.
Dat was ons ‘Life for Today’ Bijbelcommentaar, een boek van 600 pagina’s. Het zou dus een grote uitgave worden. Het
inkomen uit mijn bediening was toen nog zo laag, dat het ophoesten van 40 tot 50 duizend dollar voor dit boek gelijkstond aan 2
tot 3 volledige maandinkomsten. Het was dus iets dat tot aan de grenzen van het mogelijke ging. We ontvingen verschillende
uitgevers die ons wilden helpen. Eén daarvan deed ons een aanbod waarbij het bedrag werd teruggebracht tot 27 duizend dollar,
míts we onmiddellijk, dus van tevoren zouden betalen. Ze vertelden dat ze zelf in een vicieuze cirkel zaten en het geld nodig
hadden. Als wij direct zouden betalen, wilden zij ons deze aanbieding doen.
Ik richtte mij dus tot mijn partners. We haalden het geld bij elkaar, 27 duizend dollar. In die tijd meer dan een maand aan
inkomsten. Het was een grote beslissing voor ons. We betaalden deze 27 duizend dollar en het zag er als een prima overeenkomst
uit. Maar binnen een maand nadat we dit hadden gedaan bleek dat de verkoper er met ons geld vandoor was gegaan, en niet alleen
met dat van mij, maar ook van Charles Stanley, Niki Cruz en nog wat mensen. Wij waren alles kwijt! Ik herinner me nog goed dat
die dag mijn manager naar me toe kwam en mij vertelde wat er gebeurd was. Hij zei: ’Die verkoper is er met onze 27 duizend
dollar vandoor en nu moeten we binnen een week nog eens extra 45 duizend dollar bij elkaar zien te krijgen om de zaak te redden.’
Alles bij elkaar ging het dus om meer dan 70 duizend dollar. Ik keek hem aan en in eerste instantie was ik natuurlijk geschokt,
was dit werkelijk waar? Mijn eerste aandrang was die kerel, die er met ons geld vandoor was gegaan, te grazen te nemen en in
elkaar te slaan. Dat kan ik je net zo goed eerlijk vertellen, want zo voelde ik me. Maar nogmaals, het gaat hier om hetzelfde
principe als waar ik het eerder over had. Ik herkende dat dit niet gewoon maar een persoon was die mij benadeeld had. Dit was
satan die mij te pakken probeerde te krijgen. Het was satan die mij wilde beroven. In feite was het satan die tegen mij in actie
was gekomen en al deze dingen had gedaan. Het volgende vers kwam onmiddellijk in mijn gedachten op. Spreuken hoofdstuk 6:30-31
‘Men veracht een dief niet, wanneer hij steelt om zijn begeerte te bevredigen, als hij honger heeft, maar betrapt zijnde, moet
hij een zevenvoudige vergoeding geven, al het goed van zijn huis moet hij geven.’
Omdat ik doorhad dat het niet zomaar een persoon was die 27 duizend dollar van me gestolen had, waardoor het hele grapje me 70
duizend dollar ging kosten, en inzag dat het niet gewoon een persoon was, daar ik herkende dat er demonische dingen waren die
hier achter zaten, werd mijn éérste reactie enkele tellen nádat ik dit nieuws hoorde (buiten die ik eerder noemde), deze; ik
zei: ‘Dit is de duivel.’ Ik werd niet boos op die persoon, ik zei: ‘Dit is de duivel die van me gestolen heeft. Ik heb hem
betrapt. Hij is een dief en heeft me bestolen en ik eis dit zevenvoudig terug!’
Direct pakte ik een velletje papier en begon 7 keer 72 duizend of wat het ook precies was te berekenen en daar kwam ruim 470
duizend dollar uit en in plaats van depressief te worden, boos, gekwetst, verpletterd en alle dingen die aan de hand konden
zijn, stond ik te dansen en God te prijzen en riep ik: ‘Halleluja, dit is geweldig, voor 27 duizend dollar ga ik dit jaar 470
duizend dollar terugkrijgen’ en ik verheugde me. Dit heeft me niet omver kunnen krijgen. Het kon me niet ontmoedigen. Toen dat
jaar voorbij was, waren onze inkomsten bijna tot op de laatste cent met 490 duizend dollar toegenomen. Precies zeven keer het
bedrag dat van me gestolen was. En dat in een periode dat ons totale inkomen nauwelijks 500 duizend dollar per jaar bedroeg. Wij
verdubbelden dus bijna onze inkomsten en ik veranderde iets dat een dramatische situatie had kunnen worden tot een positieve
situatie ómdat ik me realiseerde dat het niet vlees en bloed was waar ik tegen streed, want ik streed een geestelijke strijd:
satan en zijn trawanten waren mijn tegenstanders. Ik heb mensen geld uitgeleend, dat ze mij beloofden terug te betalen terwijl
ze dat nooit hebben gedaan. Ik heb hen dat nooit aangerekend, ik ben nooit boos geworden op ze. Ik heb erkend dat satan tegen
mij aan de gang was. Ik weet zeker dat die personen met satan samenwerkten en hem toestonden dit te doen. Maar ik herken dat
satan tegen mij bezig is en mij probeert te verleiden tot onvergevingsgezindheid, en daarom vergeef ik ze gewoon.
In feite heb ik de mensen het geld, waarvan ze zeiden dat ze het ooit terug zouden betalen, gewoon gegeven. Ik zei: ‘Neem het
maar gewoon aan als een gift.’ Ik ga hier geen bitterheid over zitten koesteren want dat is het gewoon niet waard. En ik weet
dat sommigen van jullie denken: ‘Zoiets zou ik nou nooit doen.’ Maar zie je, ik erken dat er een strijd gaande is en ik sta
echt helemaal niemand, maar dan ook niemand toe om mijn gedachten in beslag te nemen. Niemand gaat mijn hart in beslag nemen,
dan God alleen. Ik zal nooit onvergevingsgezindheid, in wat voor vorm dan ook, koesteren tegen wie dan ook. Ik zal nooit bitter
worden, omdat ik me bewust ben dat satan dit soort dingen gebruikt om een toegangspoort bij mij te creëren. Het begint ermee,
dat je moet erkennen dat, of je het leuk vindt of niet, er een strijd aan de gang is, nú op dit moment om jouw hart en om jouw
gedachten. Want zoals je denkt in je hart, zo zul je handelen en uiteindelijk zijn je handelingen de hoogste uitdrukking van je
gezag en dát bepaalt of God jou leidt, of dat satan dat doet.
In Romeinen 6 vers 16 staat dat wanneer je toegeeft aan zonde je daar ook een dienaar van wordt, en de auteur van die zonde is
satan. Ook dit vers benadrukt in feite dat er een geestelijke strijd gaande is en dat jouw handelingen bepalen of God je
beheerst of satan. Als jij je leden in dienst stelt tot gehoorzaamheid aan gerechtigheid, word je een dienaar van God. Jouw
handelingen zijn héél, héél, héél belangrijk. De meeste mensen erkennen dat handelingen heel belangrijk zijn, voor zover
het de fysieke wereld betreft. Als je iets verkeerd doet en je wordt gepakt, bijvoorbeeld je rijdt te hard en wordt geflitst,
dan zijn er fysieke consequenties. Dat wil zeggen het kost je geld of strafpunten of iets dergelijks. Je zou ook een ongeluk
kunnen krijgen. Er zijn fysieke consequenties en mensen erkennen dit.
We erkennen ook dat als we over mensen praten, we hun gevoelens kunnen kwetsen. Ook ongeloof en ruzie kan mensen kwetsen.
Oppervlakkig gezien erkennen de meeste mensen deze dingen wel, maar ik probeer je te laten inzien dat er veel meer aan de hand
is dan dit oppervlakkige, fysieke niveau, dat er geestelijke processen aan de gang zijn. En of iemand waar jij kwaad over
spreekt daar ooit achter komt of niet, als jij boosheid, afschuw, frustratie, onvergevingsgezindheid en dergelijke uitspreekt,
dan heeft dat effect op jou, of dat nu wel of geen invloed heeft op andere mensen. Ik heb eerder bijvoorbeeld mensen gehoord in
het verkeer die nogal uitgesproken reageerden als ze door een ander gesneden werden. Daar zei ik dan wat van en dan zeiden ze:
‘Dat horen zij toch niet.’ Maar het doet er helemaal niet toe of die persoon het ooit hoort of niet, als jij boos wordt,
bitter of cynisch dan heb je jezelf overgegeven aan satan. Satan is degene die ons op dit soort manieren laat reageren. En
nogmaals, Romeinen 6:16 “Weet gij niet dat in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, diens slaaf zult gij
zijn, hetzij dan van de zonde tot de dood, of van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid.’ Als jij toegeeft aan die boosheid en
die bitterheid, staat er in Jakobus 1:20 ‘Want de boosheid van een man brengt geen gerechtigheid voor God voort.’ Dit zal
dus niet de gerechtigheid van God voortbrengen. Je zult dus nooit in staat zijn om Gods doelen te verwezenlijken door aan je
vlees toe te geven en humeurig, geprikkeld of boos te worden. En of de betreffende persoon het ooit hoort of niet, het zal op
jou zijn uitwerking hebben.
Ik heb eens een man tot de Heer geleid en hij was echt oprecht. Hij kwam van heel ver en was een heel eind gekomen, hij deed het
best goed. Hij knapte oude auto’s op en op een keer was hij met een oude auto bezig. Ik weet niet precies waarom, maar ik ging
naar zijn huis toe en klopte aan bij de voordeur. Ik wist dat er iemand thuis moest zijn, maar omdat niemand naar de deur kwam
liep ik achterom en daar zag ik hem aan het werk. Zodra ik de hoek om kwam, hoorde ik hem vloeken en tieren. Hij had de één of
andere balk in zijn hand en mepte op die auto, hij gaf hem de volle laag. In ieder geval, daar kwam ik, de pastor van de kerk de
hoek om. Toen hij mij zag stopte hij direct. Ik ben ervan overtuigd dat hij iets van overtuiging in zijn hart moet hebben gehad
want hij zei gelijk: ‘Nou, het is maar een auto hoor en het doet er niet toe wat ik er tegen zeg. Het is maar een auto, het
doet er niet toe of ik een auto vervloek of wat dan ook. Het is maar een auto. Ik heb niemand pijn gedaan.’ Ik moest hem
uitleggen, dat het er niet toe doet of het een auto is. Het doet er ook niet toe of het je hond is waarop je boos bent, of een
boom. Het doet er helemaal niet toe wat het is. Maar als jij toegeeft aan een dergelijk soort woede, en al deze dingen
uitspreekt, dan is satan daar als de kippen bij.
Ik kan je garanderen dat satan zijn voordeel zal doen met die woorden. Het zet een deur open in je leven, waardoor satan binnen
kan komen om te stelen, te moorden en te vernietigen. In Jakobus 3:16 staat: ‘Want waar na-ijver en zelfzucht heerst, daar is
wanorde en allerlei kwade praktijk.’ Hier staat álle kwade praktijk en niet één of enkele. Daar staat niet dat het de
duivel in staat stelt tot enkele of sommige mensen te komen. Nee, als jij tot zelfzucht en jaloersheid komt, dan staat dat
gelijk aan de deur wagenwijd opengooien. Je zegt gewoon: ‘Satan, kom binnen, maak het je gemakkelijk en richt maar aan wat je
kunt in mijn leven.’ Het is alsof je een groot doel op je rug schildert en zegt: ‘Mik maar lekker raak.’ Je verandert
jezelf in een schietschijf voor de duivel.
Weet je, de Bijbel zegt…dat Paulus sprak dat hij een zoete geur voor God was, een smaak die God behaagde. Ik veroorloof me
hier een zekere vrijheid. Maar allegorisch zou je het volgende kunnen zeggen. Dat wanneer je een zoete geur voor God kunt zijn,
God jouw leven kan ruiken zodat het Hem verheugt. De negatieve kant daarvan is dan, dat je ook een stank kunt zijn die demonen
aantrekt, zoals bepaalde dingen die ik niet zal noemen vliegen aantrekt. Voor sommige mensen geldt denk ik, dat ze vanwege hun
‘stinkende’ gedrag, vanwege de ‘rottende’ dingen, zoals willekeurige woedeaanvallen, bitterheid, voortdurende kritiek en
cynisme, enz., als het ware een geur uitzenden die iedere demon uit de hele provincie aantrekt naar hun huis. En dan vraag je je
af waarom je problemen hebt. Waarom overkomen mij deze dingen altijd? Dat is gewoon onbenul ten top. Erken dat we in een
geestelijke oorlog verwikkeld zijn. Jouw handelingen, jouw gedachten, jouw uitspraken, zullen óf de kracht van God vrijzetten
in je leven, óf ze zetten de kracht van de duivel vrij.
Er zijn er die denken dat het gewoon tegenzit of dat het hun lot is, en misschien schuif je zelfs de schuld op God, en zeg je:
‘God hoe kunt U nou toestaan dat al deze dingen gebeuren?’ Maar zo werkt het niet. Wij hebben een vijand die rondgaat,
zoekende wie hij kan vernietigen. Hij kan niet zomaar iedereen vernietigen. Jij zult met hem moeten samenwerken. En één van de
manieren waarop satan medewerking krijgt, is door onwetendheid, onbenul. Het kan zijn dat het jou niets uitmaakt als jij woest
wordt op een auto of op een chauffeur die niet kan horen wat jij zegt; als de persoon er niet bij aanwezig is, jij over hem/haar
kan roddelen en over dingen kunt praten, want ze kunnen toch niet horen wat jij zegt. Dat kan wel zo zijn, maar een feit is dat
als jij jouw frustratie en boosheid begint te uiten, satan daar zijn voordeel mee doet.
Het volgende is nog een terrein, waarvan ik je garandeer dat het enkele mensen versteld zal doen staan. Wij denken bijvoorbeeld
dat politici een soort loslopend wild zijn. Dat je de vrijheid hebt om alles maar te zeggen over een politicus wat je wilt. Wij
hebben weliswaar een systeem dat aanmoedigt je ontevredenheid te uiten en daar ook een stem aan geeft, maar er is een verkeerde
en een juiste manier om dat te doen. Ik bedoel dat ik af en toe christenen tekeer heb horen gaan over bepaalde kandidaten, op
manieren, waarvan ik de garantie geef dat het niet gezond is. Je kunt heus wel van mening verschillen zonder demonisch bezeten
te raken, maar door jezelf over te geven aan bijvoorbeeld iemand totaal vernederen, of te schande maken door de woorden die jij
uitspreekt zet je wel een deur open voor de duivel. En het doet er helemaal niet toe, of die politicus jou hoort of niet. Satan
zal zijn voordeel halen uit onze woorden.
Nogmaals Romeinen 6:16 ‘Realiseer je je niet dat aan wie jij je overgeeft om te dienen, diens slaaf zal je zijn? Je moet
beslist een wacht voor je mond zetten. Je moet je gedachten onder discipline brengen, je moet je handelingen beheersen, je moet
herkennen dat iemand uit de demonische wereld iedere dag van je leven zal proberen je onder vuur te nemen en als jij toegeeft,
dringen ze binnen, met geen ander doel dan te stelen, te roven en te moorden. Johannes 10 vers 10 zegt dat. God doet er alles
aan om leiding en heerschappij in jouw leven te krijgen, zodat Hij Zijn zegeningen aan jou kan toevertrouwen, maar satan
probeert jou daarentegen in de val te lokken tot bitterheid, onvergevingsgezindheid en allerlei soorten goddeloosheid. En iedere
keer als je dat doet, vindt er een geestelijk proces plaats. Maar sommige mensen zien dit helemaal niet. Bij iedere handeling
die je doet ben je óf gehoorzaam aan God en maak je ruimte voor de kracht van God in je leven, óf je bent gehoorzaam aan de
duivel en maak je de kracht van de duivel in je leven vrij. Maar de meeste mensen denken hier niet eens over na. Ze laten van
alles in hun leven toe, maar als zij zouden beseffen dat zij de gevolgen hiervan zullen oogsten, zouden ze het nooit doen.
Ik herinner me een student van de Bijbelschool, wiens vrouw aan ernstige depressies leed. Hij bracht haar mee en ik sprak met
haar. Ik begon haar uit te leggen hoe zij van deze depressie zou kunnen genezen. Zij vertelde dat zij al van jongs af aan een
gevecht met depressie had. Elk jaar had ze wel een periode van één of twee maanden dat ze zwaar depressief was en gebruikte
daarvoor medicijnen. ‘Zo wil je toch niet leven?’, zei ik haar, ’je kunt dit overwinnen.’ Maar zij had dit volkomen
aanvaard en geaccepteerd voor haar leven; ze had besloten, het is nou eenmaal zo. En vervolgens begon ze vreselijke dingen te
zeggen, zo van: ‘Ik ben nou eenmaal zo, ik doe er niemand kwaad mee, ik kom er steeds weer uit en over een maand of zo is het
gewoon weer voorbij.’ Vanuit de Bijbel begon ik haar aan te tonen, vanuit Jakobus hoofdstuk 1 dat zonde wordt bevrucht in je
emoties. Telkens als je negatieve emoties hebt (en ik heb het dan niet alleen over droefheid en depressie, het kan ook boosheid
zijn, of angst. Er zijn een heleboel verschillende emoties) word je met iets bevrucht.
Natuurlijk willen een heleboel mensen niet de geboorte daarvan. Je wilt helemaal geen zelfmoord. Je wilt geen mislukt huwelijk,
ruzie of twist. Je wilt niets van deze dingen, maar je staat toe dat al deze negatieve emoties door je heen gaan, zonder je te
realiseren dat je in een geestelijke oorlog verwikkeld bent. En zodra jij eraan toegeeft en je vlees toestaat om zich te roeren
en je begint dit soort dingen te spreken en te doen… Heel vaak zeggen mensen: ‘Niemand hoort het, niemand weet het, het is
geen probleem.’ Maar het is wél een probleem. Jij zet geestelijke kracht vrij, er is een veldslag gaande en de duivel met
zijn demonen zitten gewoon te loeren op een kans.
Ik gebruikte dit vers: 1 Petrus 5: 8-9 ‘Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende
leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof, wetende, dat aan uw broederschap in de wereld
hetzelfde lijden wordt toegemeten.’ Satan kan niet zomaar iedereen verscheuren wie hij maar wil. Als hij dat zou kunnen, als
hij degene was die het bepaalde, dan kan ik je garanderen dat iedereen totaal gebroken en geruïneerd zou zijn. Want dat is zijn
wil. Er staat in Johannes 10:10 dat de dief - en dat spreekt over satan - uitsluitend komt om te stelen, te slachten en te
verdelgen. Dat is precies waar hij op uit is. Als hij vrij zijn gang kon gaan, zou iedereen totaal verwoest zijn en aan de grond
zitten en zou er nergens ook maar iets goeds te vinden zijn. Maar God heeft óók een wil en in het tweede deel van dat vers in
Johannes 10:10 zegt Jezus: “Maar Ik ben gekomen opdat zij leven zouden hebben en dat in overvloed”. Jezus probeert leven in
jou vrij te zetten. Satan probeert te stelen, te roven en te moorden, al het goede dat je maar hebt. En állebei zijn ze bereid
en gewillig én in staat om deze dingen in jouw leven te manifesteren, maar jíj bent de beslissende factor. Als jij je zou
realiseren dat deze strijd nu gaande is, dat nu vandaag, de dingen die jij zegt, de beslissingen die jij neemt en álles wat je
doet, dat je daarmee - óf God in staat stelt om Zijn leven in jou vrij te zetten - óf de duivel in staat stelt het leven van
je te roven dat God je al gegeven heeft, om dat te stelen, te roven en te vermoorden. Het maakt een heel verschil als je op
déze manier naar de dingen zou kijken. Maar de meeste mensen koppelen wat in hun leven gebeurt totaal los van hun eigen keuzes
en handelingen en wijten dat aan het ‘lot’, of wat dan ook.
Ik herinner me een voorval waarbij ik naar een gemeente ging waar men geloofde dat God kón genezen, maar dat het niet altijd
Gods wíl was om te genezen. Kort daarvoor waren ze begonnen te zeggen, “Het is Gods wil dat íedereen geneest.” Dat was dus
een hele nieuwe stap in geloof voor hen. De mensen in die gemeente begonnen het Woord te horen en God voor deze dingen te
geloven. En precies twee dagen vóórdat ik in die kerk aankwam, hadden ze een begrafenis van een jongen van 17 jaar. Hij had
zes weken in coma gelegen. De hele gemeente had gevast en gebeden en geprobeerd om de dingen die hen waren geleerd, dat het Gods
wil was dat deze jongen zou genezen, toe te passen. Maar toch was hij gestorven en twee dagen voordat ik daar kwam had de
begrafenis plaatsgevonden. Er was dus enorm veel beroering in die gemeente en ook veel vragen en twijfels.
Toen ik daar kwam, heb ik de ouders van de overleden jongen opgezocht. Iedere dag ging ik ná de ochtendsamenkomst met hen uit
eten in een poging uit te zoeken wat er gebeurd was. Iedereen had gedaan wat ze konden: ze hadden gebeden, gevast en alles
gedaan wat ze maar dachten te kunnen doen. En toch was de jongen gestorven. Daardoor begonnen heel veel mensen terug te komen
van wat het Woord zegt en zeiden weer: ‘Misschien is het tóch niet altijd Gods wil dat er genezing is.’ Ik vertelde hen dat
dàt niet waar was. ‘Wat is dan het probleem?’, vroegen ze mij, Ik weet niet wat het probleem is, maar ik kan je garanderen
dat Gods Woord zegt dat het Zijn wil is, dat je genezen bent. Hij heeft het allemaal al gedaan. Door de gesprekken met de ouders
ontdekte ik na verloop van tijd het volgende.
De ouders van deze overleden jongen hadden in hun huwelijk zoveel ruzie gemaakt, dat ze besloten hadden om stappen te zetten
voor een echtscheiding. Ze hadden plannen gemaakt en daar met de kinderen over gesproken. Daardoor was er nog meer ruzie en
spanning in het gezin, met veel pijn en emotie. Op de ochtend van de tragedie met de jongen, had de moeder woorden met hem gehad
en gezegd dat zij hem haatte. Ook had ze gezegd: “Ga mijn huis uit en kom nooit meer terug”. Op dat moment meende ze
waarschijnlijk niet echt wat ze zei. Ze zei het in de hitte van de emoties. We weten allemaal dat kinderen soms het bloed onder
je nagels vandaan kunnen halen. Ik heb een paar kinderen opgevoed en ik kan je zeggen dat dit soms moeilijker is dan doden
opwekken. Dus ik wil haar niet veroordelen, maar geef aan dat dit haar woorden waren: ‘Ga mijn huis uit en kom nooit meer
terug.’ Op die dag, de jongen was gekwetst, ging hij de deur uit, overtrad de schoolregels en verliet het schoolterrein. Hij
ging naar het huis van een vriend. Daar kregen ze een pistool te pakken, speelden ermee en per ongeluk schoot deze jongen zich
door zijn hoofd. Dat was de reden dat hij weken in coma had gelegen. De mensen konden maar niet begrijpen hoe het mogelijk was
dat dit was gebeurd. Als het echt Gods wil was geweest dan was hij zeker bijgekomen en zou hij zijn blijven leven. Ze konden het
maar niet begrijpen. Maar de Bijbel zegt in Jakobus 3:16: ‘Want waar na-ijver en zelfzucht heerst, daar is wanorde en allerlei
kwade praktijk.’
Veel mensen zeggen: ‘Ik ben het ermee eens dat jaloersheid (afgunst) niet goed is, niemand houdt ervan, maar ach, dat is toch
heel gewoon. Af en toe is er een beetje ruzie en daar kom je echt wel weer overheen.’ Er zijn mensen die niveaus van ruzie en
strijd in hun leven tolereren. Daarbij realiseren ze zich niet dat ze in een oorlog verwikkeld zijn. De Bijbel zegt in Jakobus
3:16, dat waar jaloersheid (afgunst) en zelfzucht heerst, wanorde is. 1 Korintiërs 14:33 zegt: ‘Want God is geen God van
wanorde, maar van vrede.’ Dus als God niet een God van wanorde is, raad eens wie dat wél is. Satan is degene die wanorde
brengt en waar jaloerzie (afgunst) en zelfzucht is, daar is wanorde en állerlei kwaad werk. Je gooit gewoon de deuren open voor
de duivel en wees dan vooral niet verbaasd als er iemand overlijdt. Als je ziekte ziet opduiken, armoede of tragedie, dan is dat
omdat satan bovenop dat soort dingen springt en hij dat gebruikt in jouw leven.
Ik probeer hier over te brengen dat we in een geestelijke strijd betrokken zijn en dat je je de luxe van ruzie, geharrewar en
jaloezie eenvoudigweg niet kunt veroorloven. Je kunt je niet veroorloven het te laten bestaan. Mensen denken zo, nou ja, een
bepaalde mate van jaloersheid, ruzie, is gewoon normaal, zo gaat het nu eenmaal in het leven. Nee, zo heeft God het niet
geschapen en het is niet Gods bedoeling. Je moet het bestrijden. En ik zeg niet dat we in staat zullen zijn om volkomen vrij van
alle soorten strijd te leven. Maar je moet het nooit zomaar tolereren of je er aan overgeven. En helemaal niet promoten en
denken dat dit er allemaal gewoon bij hoort. Je moet inzien dat iedere keer als je toegeeft aan ruzie, geharrewar, jaloezie en
zelfzucht, dat je een deur openzet voor állerlei kwaad werk. Wát satan ook maar wil doen in jouw leven, als er conflicten en
ruzies zijn, heeft hij toegang.
Toen ik in dienst moest en de basistraining meemaakte werden wij in een situatie gezet met overal explosies om ons heen. We
deden kruipoefeningen, leerden handgranaten gooien, met wapens schieten, etc. En voortdurend hoorde je die explosies om je heen.
In die periode van zes maanden raakte ik eraan gewend, het werd een beetje normaal voor me. Het maakte niet meer zo’n indruk
op me, want ik wist dat ik in de USA was, dat we op training waren en dat niemand mij probeerde te vermoorden. Ik verhardde me
er dus voor, zodat het mij op een gegeven moment niets meer deed. Toen werden we overgebracht naar Vietnam. Ik kwam om twee uur
’s nachts in Vietnam aan in Long Bien en zal het nooit vergeten. Op het moment dat wij het vliegtuig uitkwamen, vond er een
mortieraanval plaats en wij moesten werkelijk tijgeren van het vliegtuig naar een bunker. Daar moesten we schuilen tot de aanval
over was en pas daarna konden we naar buiten. Maar van het ene op het andere moment was de situatie volkomen anders. Het was een
paar uur later dat we ondergebracht konden worden in onze barakken. Ik herinner me dat ik op mijn bed lag dat letterlijk op en
neer schudde vanwege de explosies, terwijl ik lag te mijmeren over wat ik allemaal had meegemaakt. Opeens drong het tot me door
dat dit geen ‘vriendelijk’ vuur was, dit was geen training, iémand schiet raketten op ons af. En opeens realiseerde ik me,
dat ik me in een oorlog bevond. Hier waren mensen die mij probeerden te doden.
Dit was zo’n ontnuchtering. Van de tijd daarvoor kan ik me herinneren dat we onder prikkeldraad doorkropen en dat er
machinegeweren boven ons werden afgeschoten. Wij moesten laag bij de grond blijven, maar zelfs terwijl ik wist dat er enig
gevaar bij was, was ik ervan overtuigd dat het leger me niet ging doden. Men vertelde ons dat de kogels 20 centimeter boven ons
rondvlogen en dat je laag moest blijven. Maar ik bedacht dat het waarschijnlijk wel één of twee meter boven ons zou zijn,
omdat ze helemaal niet het risico wilden nemen iemand te raken, want dat zou een schandaal opleveren. En daarom nam ik alles met
een flinke korrel zout. Ze probeerden de realiteit van een echte oorlog wel na te bootsen, maar het maakte niet echt indruk op
mij en nam het dan ook niet serieus. Maar toen ik in Vietnam was, drong die eerste nacht alles opeens tot me door en besefte ik
dat ik op een plek was, waar mensen erop uit waren om mij te doden en dat veranderde mijn hele houding. Álles veranderde. Ik
kwam zover dat in plaats van maar half half naar instructies en opdrachten te luisteren, men nú helemaal niets hoefde te doen
om mijn aandacht te hebben. In tegenstelling tot die zes maanden daarvoor, toen we in Vietnam een week basisinstructie hadden,
hoe de dingen daar gingen en waar we mee om moesten gaan, was ik één en al oor. Trouwens, iedereen was dat. Wat was het
verschil? Wij beseften dat we nu echt midden in een oorlog zaten, dat het om leven en dood ging. Daarom hadden wij de serieuze
instelling die wij in de VS niet hadden. Zelfs al wist ieder van ons dat wij uiteindelijk naar Vietnam zouden gaan, was er een
enorm verschil op het moment dat we werkelijk beseften dat we middenin een veldslag zaten.
En dit is precies het punt dat ik hier probeer over te brengen. Of je het nu bewust bent of niet, en ik hoop dat je dit door
deze serie gaat beseffen, maar je bent verwikkeld in een veldslag, je zit er midden in! Satan gaat rond als een brullende leeuw,
zoekende wie hij kan verslinden. Satan probeert nu, vandaag, jouw leven te vernietigen. Daar kun je je door laten overweldigen
en angstig door worden, maar de andere kant is, dat God óók rond gaat, zoekende wie op Hem wil reageren. Hij zoekt aan wie Hij
de zegeningen en de zalving kwijt kan. En natuurlijk is God oneindig veel groter en machtiger dan de duivel, is er geen enkele
reden tot paniek en is er geen enkele reden om van angst verlamd te raken. Maar je moet wél nuchter worden. Je moet wél inzien
dat we in een veldslag zitten en dat je je gewoon de luxe niet kunt permitteren om maar vrijelijk toe te geven aan je emoties en
aan het vlees, om maar te doen wat in je opkomt.
Ik spreek voortdurend mensen die graag de resultaten zouden willen hebben die ik in mijn leven heb, maar ze zijn niet bereid om
te doen wat ik doe. Ze willen graag lekker onderuit gezakt blijven zitten en TV kijken, doen waar ze maar zin in hebben en zich
daaraan overgeven. Ze geven zich over aan emoties en gevoelens, die ik nooit zou toestaan, omdat ik inzie dat er een geestelijke
veldslag gaande is. En als ik mijn hart openstel en dat soort dingen toesta binnen te komen in mijn gedachten en in mijn hart,
zal satan daar een slaatje uitslaan. Daarom leef ik een behoorlijk ‘ingeperkt’ leven. Ik wijs een heleboel dingen af die
andere mensen doen. En toch zouden mensen dolgraag willen dat hún kind uit de dood werd opgewekt, op de manier zoals ik dat
door genade van God mocht meemaken. Dólgraag zouden ze die resultaten ook willen zien, maar ze willen niet dezelfde tijd in het
Woord van God besteden. Ze willen niet op die manier God zoeken en zich aan Hem overgeven. Ze willen graag aan de ‘wereld’
mee blijven doen en denken, nou, dat doet toch niemand kwaad. Misschien doet het je niet op datzelfde momént kwaad, maar ik
garandeer je dat er zaad geplant is.
Er is onomstotelijk een veldslag gaande. Je kunt niet in verzoeking worden gebracht door iets waar je niet aan denkt. Als jij
zou stoppen met jezelf openstellen voor ruzies, jaloezie en verdeeldheid, wat wij als amusement beschouwen, zou satan niet zo’n
ingang tot jouw leven hebben om al die ellende aan te richten. Ik herinner me een man die ik tot de Heer heb geleid. Vanaf zijn
vijfde jaar had hij in opvoedingsgestichten gewoond. Hij was de eerste persoon in Californië die voordat hij tiener was al drie
keer door een jury van de rechtbank was veroordeeld. Deze man had in zijn leven zoveel ruzie, spanning en jaloezie meegemaakt en
er was zoveel boosheid en weerzin in hem, dat toen hij wederomgeboren werd en in onze kerk kwam, hij op alles en iedereen
kritiek had. Hij had kritiek op mensen die zeep gebruikten, omdat dat niet natuurlijk zou zijn, terwijl hij er zelf wel wat van
had kunnen gebruiken. Hij had kritiek op mensen omdat ze hun aardappelen schilden, want de schil was juist het meest voedzame
deel ervan. Werkelijk overal had hij kritiek op en na een maand of twee kwam hij naar mij toe en zei: ‘Ik ga weg uit deze
kerk, want er is hier zoveel kritiek.’ Ik werd stoutmoedig en zei tegen hem: ‘Er is heel veel kritiek en strijd in deze
kerk, maar dat komt allemaal bij jou vandaan. Er was hier helemaal geen ruzie en strijd totdat jij kwam en op iedereen kritiek
begon te leveren.’ Ik zei: ‘Jíj bent de oorzaak van al die ruzies.’ Ik wist niet wat zijn reactie zou zijn, maar prijs de
Heer, zijn reactie was goed. Hij antwoordde met te zeggen: ‘Dat besefte ik helemaal niet.’ Ik zei: ‘Dat besefte je niet?
Je komt hier binnen en gaat tekeer tegen mensen en hebt kritiek op zo ongeveer alles wat beweegt en je snapt niet dat mensen dat
niet fijn vinden?’
Hij vertelde mij over zijn veroordelingen in zijn tienertijd. Hij vertelde mij alles over zijn achtergrond en zei: ‘Ik denk
dat ik helemaal niet besefte dat dit ruzie en jaloersheid was. Ik vond het eigenlijk heel normaal.’ Toen jij me onderwees hoe
ik ‘genezen’ moest handelen terwijl ik me ziek voelde kon ik dat doen, omdat ik wist hoe het was om daarvoor ziek te zijn en
te voelen. Maar toen jij me vertelde dat ik in liefde moet wandelen, had ik er geen idee van hoe ik dat moest doen, want ik heb
nog nooit liefde gevoeld.’ Ik moest deze man onder mijn hoede nemen en samen met hem het leven van Jezus doornemen om hem te
leren wat het was om van mensen te houden.
Sommige mensen komen uit een achtergrond, waar ze zo gewend zijn aan schreeuwen en schelden, dat het gewoon voor hen is. Zij
weten niet beter dan dat normaal is in een gezin. Nu mag het er in een heleboel gezinnen zo aan toe gaan, maar dat is niet de
manier waarop God het heeft gewild. En nogmaals, Jakobus 3:16 zegt dat waar na-ijver en zelfzucht heerst, wanorde is en alle
soorten kwade praktijken. Er zijn mensen die gewend zijn dat je je familieleden op een bepaalde manier behandelt, maar vreemden
totaal anders. Een heleboel van jullie zouden het niet in hun hoofd halen om mij op dezelfde manier te behandelen als jullie je
kinderen behandelen. En dan vraag je je nog af waarom je zulke problemen hebt met je kinderen. Nou, probeer eens te schelden en
te schreeuwen tegen mij, commandeer mij eens om mijn bed op te maken, op een manier van: ‘Jij luie donder, waarom heb je dit
of dat nog niet gedaan.’ Moet je eens zien hoe ónze relatie zich dan ontwikkelt. Je hebt dus een dubbele moraal. Je zou een
vreemde niet zo behandelen, maar je eigen gezin, degenen die je het meest zou moeten liefhebben, behandel je wel zo, je gaat
maar tekeer tegen ze over allerlei dingen. En dan vraag je je nog af waarom er rebellie is!
Op die manier werkt het dus gewoon niet. Als jij een goddelijke relatie wilt hebben, begin je met over je tong te waken en kun
je niet allerlei soorten conflicten, ruzies en jaloersheid toestaan. Satan komt binnen als er geharrewar is en afgunst, en hij
vernietigt. Hij richt alle soorten kwade praktijk aan in je leven en dat soort ‘luxe’ kun je je gewoon niet veroorloven. Je
zou ruzie en afgunst moeten behandelen zoals je een gifslang, een cobra in je huis behandelt. Ik kan je garanderen dat velen van
jullie een gifslang in huis niet zouden tolereren. Misschien zou hij zich ergens verbergen op een plek in huis, een luchtrooster
of achter de verwarming of zo en daar op de loer liggen. Je ziet hem misschien wekenlang niet, maar als jij zou weten dat hij
daar ergens zit, weet ik zeker dat sommige van jullie zouden zeggen: ‘Ik heb het gehad, het kan me niet schelen hoelang je
erover doet en wat er moet gebeuren, maar ik ga niet naar binnen zolang die cobra vrij rondkruipt.’ Het is misschien niet een
onmiddellijke bedreiging, maar je weet nooit waar hij zit. Zo wil je gewoon niet leven. Ik kan niet genoeg benadrukken dat
ruzie, afgunst en zelfzucht dodelijker zijn dan een slang. Heb je daar ooit over nagedacht?
Het is de hoogste tijd dat wij uit onze zelfgenoegzaamheid komen en erkennen dat we midden in een veldslag zitten en dat wij
jaloezie/afgunst, ruzie, zelfzucht niet kunnen tolereren. Seksuele immoraliteit; er zijn er onder jullie die naar porno kijken.
Je denkt, ik ga er nooit naar handelen, maar je houd je wel bezig met pornografie. Iedere keer als je dat doet zet je
geestelijke krachten in werking in jouw leven. Je geeft de duivel een voet in je leven en ik verzeker je dat je er een prijs
voor zult moeten betalen. Het zal je verder meesleuren dan je wilt en meer kosten dan je wilt betalen en langer onder een juk
houden dan je wilt zijn. Je zult aan dit soort dingen weerstand moeten bieden en erkennen dat we midden in een geestelijke
veldslag zitten. Je bevindt je niet op veilig terrein waar je handelingen er niet toe doen. Ieder van ons staat iedere dag van
ons leven bloot aan de krachten van de duivel. En weet je, die zál misbruik maken van de dingen die je doet.
In Efeziërs 4:27 staat: ‘…en geeft de duivel geen voet.’ Daar staat dus eigenlijk dat jíj degene bent die satan toegang
geeft tot jouw leven. En hoe gebeuren dat soort dingen? Ze gebeuren door onze handelingen, door onze gedachten, door de dingen
die we zeggen en doen. Jouw emoties kunnen satan een voet geven. En er zijn een heleboel mensen die denken dat je zo af en toe
maar gewoon moet toegeven: dat het goed is om eens helemaal te zwelgen in zelfmedelijden. Om gewoon toe te geven en je
waakzaamheid te laten verslappen. Vroeger dacht ik dat ook. Ik kan me herinneren toen mijn jongste zoon gestorven was, mijn
oudste zoon me belde om te vertellen dat hij dood was. Onmiddellijk kwamen mijn vrouw en ik samen in gebed en spraken ons geloof
uit en wij bevalen hem om weer terug tot leven te komen. Toen wij ons aangekleed hadden en op weg gingen naar Colorado Springs,
had ik negatieve emoties. Ik vroeg me serieus af, hoe lang kun je dit volhouden. Hoe lang kun je sterk blijven? Zo af en toe
moet je gewoon de witte vlag uitsteken en je uiten door jammeren en klagen. Al dat soort dingen voelde ik. Maar ik was me ervan
bewust dat we in een veldslag zaten. Ik was me ervan bewust dat als ik mijn angsten en vrees en mijn ongeloof zou gaan
uitspreken, dat het mijn geloof zou hebben ontkracht. En dus, ook al had ik gevoelens als: dit hebben we verloren, we zijn hem
kwijt, we zijn verslagen, laten we opgeven en stoppen, begon ik mezelf op te bouwen door positieve woorden uit te spreken. Ik
begon te spreken: ‘Hij zal voorzeker niet sterven maar leven en de grote daden Gods verkondigen.’ En ik begon God te loven
en te prijzen en te verheerlijken. Tegen de tijd dat we Colorado Springs bereikten vijf uur nadat mijn zoon gestorven was, kwam
hij terug tot leven. God wekte hem weer op. En ik geloof onvoorwaardelijk dat als ik mijn emoties had toegestaan, als ik ze
geuit en gelucht had, als ik mijn frustraties had uitgesproken, als ik was begonnen met klagen, als ik de dingen had gesproken
die ik voelde, dat satan uit die dingen zijn voordeel had gehaald. Dat is de manier waarop hij zich toegang verschaft tot onze
levens.
Laat me wat Bijbelgedeelten aanhalen uit Spreuken hoofdstuk 18. Er zijn een heleboel manieren waarop satan zich toegang
verschaft tot ons en ik ben niet in staat ze hier allemaal te behandelen. Maar een paar belangrijke zaken wil ik toch
aanstippen. Spreuken hoofdstuk 18 zegt in vers 20-21 ‘Van de vrucht van iemands mond wordt zijn binnenste verzadigd; hij
verzadigt zich van de opbrengst van zijn lippen. Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht
eten.’ Net als met het voorbeeld dat ik gaf over mijn zoon, geef ik je de garantie dat er momenten zullen zijn dat je een
bijna niet te stuiten drang voelt om je frustraties en gevoelens uit te spreken. Er is nog een Bijbelgedeelte uit Matteüs
hoofdstuk 6, waar Jezus spreekt over de leliën in het veld, dat God voor hen zorgt en als Hij al voor al deze dingen zorgt,
hoeveel temeer zal Hij ook voor ons zorgen in al deze fysieke dingen. In Matteüs 6:25 zegt Hij: ‘Daarom zeg Ik u: Weest niet
bezorgd over uw leven, wat u zult eten [of drinken], of over uw lichaam, waarmede u het zult kleden. Is het leven niet meer dan
het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?’ Dan spreekt Hij over de vogels in vers 30 en 31: ‘Indien nu God het gras
des velds, dat er heden is en morgen in de oven geworpen wordt, zó bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen?
Maakt u dan niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Hier
veroorloof ik mij een zekere vrijheid met de Schrift, maar ik geloof dat er een schriftuurlijk principe is, dat perfect
samengaat met wat ik net gezegd heb over Spreuken 18:20-21. Want in vers 31 staat: maak u niet bezorgd ‘zeggende.’ Ik ben
ervan overtuigd dat een gedachte echt van jou wordt, op het moment dat je begint die gedachte uit te spreken.
Je kunt niet verhinderen dat allerlei soorten gedachten bij je opkomen. Toen ik bijvoorbeeld te horen kreeg dat mijn zoon dood
was, kwam er onmiddellijk een gedachte van rouw. Er kwam een gedachte van angst. Er kwam een gedachte van paniek. Ik kon niet
voorkomen dat zulke gedachten kwamen. Ik ben een mens. Kenneth Hagin zei ooit dat het net zo is als met vogels. Je kunt niet
verhinderen dat ze over je hoofd vliegen, die controle heb je niet. Maar wat je wel kunt verhinderen is, dat ze op jouw hoofd
een nest bouwen. Dat kun je wél. Zo kun je niet persé voorkomen dat een gedachte bij je opkomt. Gedachten zullen komen. Je
zult onvermijdelijk negatieve gedachten ervaren, máár, je hoeft ze niet te aanvaarden, ze hoeven geen deel van je te worden.
Hoe voorkom je dat een gedachte jóuw gedachte wordt? Satan zal gedachten, gevoelens en overwegingen in je hart planten. Hoe
voorkom je dat die wortel schieten en gaan groeien en de negatieve oogst voortbrengen die hij probeert te produceren? De manier
waarop je dat doet is door: ‘Je geen zorgen te maken ‘zeggende.’ Zolang je het niet zegt, is het niet van jou, maar op het
moment dat je deze negatieve dingen onder woorden gaat brengen en uitspreekt, worden die dingen van jou en zullen ze hun
negatieve kracht in je leven vrijzetten.
Dit is dus de houding die je moet aannemen. Je zult moeten erkennen dat je je niet de luxe kunt permitteren van het uitspreken
van dingen die tegenovergesteld zijn aan waar je in wilt geloven. Er zijn er onder jullie die geloven voor genezing. Je vraagt
God om je te genezen en je gaat staan en spreekt uit: ‘Ik geloof dat ik genezen ben.’ Maar als je dan niet de fysieke
manifestatie ziet en iemand belt je op en vraagt hoe het met je gaat, begin je ze te vertellen hoe beroerd je je voelt en gaat
uitgebreid op al die dingen in. Je beseft het niet, maar door dat te doen zet je een geestelijke kracht vrij. Ik herinner je
nogmaals aan Spreuken 18: 21 waar staat dat dood én leven in de macht van de tong zijn. Niet alleen kun je leven spreken met je
tong, maar ook dood. En de waarheid is, dat de meesten van ons veel meer dood spreken, dan leven.
Wij bestrijden onszelf met onze eigen tong. Wij hangen ons op aan onze eigen tong. Wij vernietigen onszelf, wij bekritiseren ons
gezin en halen het naar beneden. Ik voel in mijn hart dat ik nu rechtstreeks tot bepaalde mensen spreek. Je bent aan het bidden
voor iets, je bidt voor het herstel van je huwelijk, maar voortdúrend lever je kritiek, haal je het naar beneden en spreek je
je er negatief over uit. Jij zet een negatieve geestelijke kracht vrij, namelijk ‘dood’, die gaat tegenwerken waarvoor je
bidt. En zelfs al is het zo dat God wíl handelen en dit herstel wil bewerken, zet jíj een geestelijke kracht in werking door
je negatieve woorden.
Hetzelfde met je kinderen. Je moet voorzichtig zijn, hoe je over ze spreekt. Nogmaals, ik geloof niet dat het verkeerd is, als
je een feit noemt als het gevraagd wordt. Zeg niet dat alles prima in orde is als dat niet zo is. Je kunt ook zeggen: ‘Nou, er
is een probleem, MAAR en dan pak je het aan met behulp van de woorden waar je geloof voor oefent.’ Het hangt er allemaal vanaf
waar je precies het woordje MAAR tussen zet. Als je zegt: ‘Er is een probleem, MAAR we gaan dit overwinnen’, is alles in
orde. Echter, als je het aanpakt zo van: ‘Nou, ik geloof God voor een wonder, MAAR en je begint dan alle mogelijke negatieve
dingen omhoog te halen en uit te kramen,’ dan heb je dus ter plekke vernietigd, wat je probeert te bewerken. Het is héél
belangrijk waartussen jij jouw MAAR plaatst.
Soms moet je gewoon erkennen dat er een probleem is. Ik heb een probleem, ik moet met ziekte afrekenen, MAAR en dan ga je het te
lijf met het Woord van God. Je moet echt voorzichtig zijn met je woorden. Je woorden zetten óf leven, óf dood vrij in je
leven. En heel veel mensen zijn zich hier niet van bewust en laten allerlei dingen maar gewoon uit hun mond stromen, die ze
eigenlijk helemaal niet willen. Kijk nog eens naar deze verzen in Spreuken 18. In vers 20 staat: ‘Van de vrucht van iemands
mond wordt zijn binnenste verzadigd; hij verzadigt zich met de opbrengst van zijn lippen.’ Let goed op de terminologie die
hier wordt gebruikt, hier wordt een woordbeeld gegeven. Met andere woorden, elk woord dat uit je mond komt is als een zaad dat
naar zijn aard vrucht zal voortbrengen. En als jij klagen, mopperen en negativiteit uitspreekt, weet je dat het negatieve
vruchten zal voortbrengen en jij uiteindelijk die woorden zult eten?
Als jij bitterheid in je hart hebt, dan geef ik je op een briefje dat het begonnen is met het uitspreken van dingen die je nooit
had moeten zeggen. Sommige mensen zeggen nu, oh nee, het ligt aan die ander. Je kunt een vogel niet verhinderen over je hoofd te
vliegen, maar wel dat hij er een nest bouwt. Je kunt niet voorkomen dat er een probleem komt, maar je kunt wel voorkomen dat die
problemen jou domineren en overweldigen als je de juiste positieve dingen zou spreken. Jouw woorden zijn heel belangrijk! En dit
is één van de manieren waarbij satan gebruik maakt van de woorden die wij zeggen (omdat wij niet beseffen dat we in een
veldslag zitten). ‘Door uw woorden wordt u gerechtvaardigd en door uw woorden wordt u geoordeeld.’ Matteüs 12:37
Je hebt er eenvoudig geen benul van hoe belangrijk woorden zijn als je lukraak dwaasheid of ongeloof uitspreekt, of domme dingen
doet. Dan worden het dingen die satan, als brullende leeuw, in staat stellen om je te verslinden, want je hebt je waakzaamheid
laten verslappen. In Handelingen 26:18 gaat het om de woorden die Jezus tot Ananias sprak en die gaf ze weer door aan Paulus.
Dit zijn de instructies die hij zou moeten opvolgen: ‘Om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en
van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het
geloof in Mij.’ Merk op dat de Heer door Ananias zegt dat je het Evangelie moet gaan prediken en als je dat doet het mensen
zal wegtrekken uit de macht van satan naar God toe. Er zijn een heleboel mensen die zich niet realiseren dat satan macht,
controle en grip heeft op hun leven. Zij denken dat het een kwestie is van omstandigheden, van het lot, van geluk en toeval.
Maar dit vers maakt heel duidelijk dat ze onder de invloed van satan zijn geweest.
In Efeziërs 2:1 en 2 wordt gezegd dat wij vóór onze bekering van nature een kind van satan waren en dat wij onder zijn macht
en gezag waren. 2 Korintiërs 4:4 zegt: ‘Ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat
zij het schijnsel niet ontwaren van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.’ Dit zegt dat voordat
iemand wederomgeboren wordt, satan hen blínd heeft gemaakt voor de waarheid van het Evangelie. Besef je dat satan actief aan
het werk is in deze wereld om mensen af te stompen en ongevoelig te maken en hen te verblinden voor dingen die hen de ogen
zouden openen om de waarheid van het Woord van God te ontvangen? Dat is absoluut geen passieve strijd. Satan is actief op zoek
naar manieren om mensen kapot te maken. En één van de toegangen, één van de mogelijkheden die hij heeft is het feit dat
mensen, en zelfs de kerk, over het geheel genomen niet erkennen dat we midden in een veldslag zitten. Ze hebben het totaal niet
in de gaten.
Weet je, ik ben op televisie. Alleen al daarom ben ik niet tegen televisie! Maar het is zeker zo dat televisie als geheel één
van satans voornaamste werktuigen is, omdat christenen eraan vast gekluisterd zitten. Natuurlijk kijken niet-christenen er
waarschijnlijk nog meer naar, maar wij worden compleet vetgemest met een constant dieet van homoseksualiteit, immoraliteit,
geweld, allerlei dingen als ruzie, jaloezie/afgunst, sarcasme, cynisme … ik bedoel maar, dingen die gewoon rioolwater zijn,
worden in onze huizen uitgestort en door satan gebruikt. God kan televisie ook gebruiken. Ik geloof niet dat televisie op zich
immoreel is, maar heel veel van wat er op verspreid wordt, is dat wel degelijk. En ik zeg je dat satan dit soort dingen gebruikt
om mensen kapot te maken.
Mogelijk zijn er onder jullie ook die naar allerlei films kijken en daardoor stel je je open voor lust. Ik kan je garanderen dat
dit een werktuig is van satan en niet van God. Het is verbazingwekkend hoe mensen kunnen denken dat zij het zich kunnen
veroorloven naar dergelijke dingen te kijken in de veronderstelling dat het geen effect op hen zou hebben. In 1 Korintiërs 15
staat in vers 33 ‘Misleidt uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden.’ Dus als jij beweert ‘Ik kan naar dat soort
dingen kijken en het raakt mij niet’, dan bedrieg je jezelf. Volgens dat schriftgedeelde ben je misleid. Je kunt jezelf
wijsmaken dat je daar niet door beïnvloed wordt, maar ik vertel je dat de Bijbel zegt dat je jezelf niet moet bedriegen:
slechte omgang bederft goede zeden. Je kunt gewoon niet in evenwicht blijven en ondertussen jezelf volgieten met al dit soort
dingen. David deed een uitspraak: ‘Ik stel mij geen kwade dingen voor ogen.’ Als christenen dat besluit zouden nemen en
zouden zeggen ‘Ik kijk gewoon niet naar iets dat kwaadaardig is, ik ga geen plaatjes in mijn binnenste van lust projecteren,
niet van boosheid, woede, immoraliteit, haat, jaloezie/afgunst, moord etc.’ Als jij toch dat soort toewijding zou maken en zou
erkennen dat iedere keer dat jij je daarvoor openstelt er een geestelijke kracht is, die vrees, haat en geweld in jou wil
veroorzaken.
Weet je dat je niet kunt handelen naar dingen die je nooit hebt gezien? Eén van de redenen dat wij zoveel geweld in onze
samenleving hebben is omdat wij zoveel geweld op televisie en in films hebben. Eén van de redenen dat wij zoveel immoraliteit
in onze samenleving hebben, is omdat wij zoveel immoraliteit op televisie hebben. Ik geef je op een briefje dat daar een relatie
tussen bestaat en je moet je kop in het zand steken om dit niet in te zien. Er is een veldslag gaande in álles dat er rondgaat
en dat zal óf Gods kracht in jouw leven vrijzetten, óf satans kracht. Dit schriftgedeelte zegt dat de god van deze wereld de
gedachten heeft verblind van hen die niet geloven. Satan is een actieve kracht. Hij is aan het werk. Hij is erop uit om te
stelen, te slachten en te verdelgen. Hij gaat rond als een briesende leeuw, op zoek naar wie hij kan verslinden. En als jij je
kop in het zand steekt en zegt: ‘Nee, ik geloof niet dat we in een veldslag zitten, ik ga gewoon verder mijn gang’ zal er
helemaal niets aan je situatie veranderen’, dan ga je gewoon te gronde. Heel eenvoudig betekent dit, dat jij één van de
oorlogsslachtoffers gaat worden.
Ik benadruk nog een keer de waarheid dat wij in een geestelijke veldslag zitten. Het is in jouw voordeel om te ontnuchteren, om
bij de tijd te raken. Het is in jouw voordeel om jezelf te gaan oefenen en te trainen en klaar te zijn om deze strijd te
strijden. Efeziërs 2:2 zegt: ‘Waarin u vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste
van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid.’ Dit betekent dat als je niet
wederomgeboren bent, dat je zeker één van de kinderen der ongehoorzaamheid bent. Binnenin jou is een geest aan het werk. Dat
zegt dit vers hier. En zelfs als je wél wederomgeboren bent, en je volgt niet in gehoorzaamheid de leiding van God, dan is er
binnenin jou een geest aan het werk. Dat is precies wat de Bijbel hier zegt.
Kolossenzen 1:13 zegt: ‘Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner
liefde.’ Sommige mensen geloven niet eens dat er een koninkrijk of een macht der duisternis bestaat. Daarom kunnen zij niet
echt op waarde schatten waaruit Jezus ons heeft bevrijd. Dit Schriftgedeelte stelt dat wij onder de macht van de duisternis
waren en wij ervan bevrijd zijn. Ik garandeer je dat satan een actieve kracht is, die in de wereld aan het werk is. In
Kolossenzen 2:15 staat dat Jezus de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld heeft en zo over hen gezegevierd.
Door dit te zeggen wordt vastgesteld dat er overheden en machten bestáán, dat ze dus aan het werk zijn en dat je ermee moet
afrekenen.
Ik heb al eerder Efeziërs 4:27 aangehaald, waar staat: ‘…en geef de duivel geen voet.’ Dat legt de verantwoordelijkheid
bij ons. Jíj, door jouw daden, door jouw gedachten, door jouw woorden, geeft óf voet aan de duivel óf voet aan God. Dat is zo’n
diepe waarheid en het is voor mij werkelijk verbazingwekkend hoe mensen hun daden loskoppelen van de resultaten en denken dat er
geen relatie tussen bestaat. Ze hebben geen flauw idee hoe het komt dat satan hen te gronde richt. Ik hoor mensen voortdurend
mij hun trieste verhaal vertellen, maar zij leven een leven dat aan één stuk door in strijd is met God.
Ik kan me een keer herinneren dat mijn paard opnieuw beslagen moest worden. Ik vroeg dit aan iemand die samen met mij naar
dezelfde kerk ging. En terwijl hij met mijn paard bezig was, kwamen we in gesprek. Hij begon over zijn vriendinnetje te praten.
Ik had hem met deze vrouw in de kerk gezien en dacht dat het zijn vrouw was. Maar hij bleef maar over zijn vriendinnetje praten.
En de manier waarop hij over haar sprak overtuigde mij ervan dat ze niet getrouwd waren. Dus ik vroeg hem tenslotte: ‘Zijn
jullie eigenlijk wel getrouwd?’ ‘O nee, wij wonen samen. Wij denken dat het heel verstandig is zo, want in onze
kennissenkring zijn er zoveel gescheiden. Daarom wonen wij voorlopig eerst een half jaartje samen om uit te zoeken of we wel
willen trouwen.’ Waarop ik hem zei: ‘Ik dacht dat jij zei dat je een christen was?’ En hij zei: ‘Ja hoor, ik ben vier of
vijf maanden geleden wederom geboren.’ ‘Realiseer jij je wel dat dit in strijd is met wat God zegt?’ En misschien heeft
hij wel gelogen tegen me, ik weet het niet, tot dan toe was hij heel oprecht, per slot van rekening was hij een kersverse
christen. Volkomen onwetend zei hij: ‘Bedoel je dat God werkelijk iets gezegd heeft over samenwonen als christenen?’ Ik
legde hem het Woord van God uit, waarop hij zei: ‘Oké, we houden van elkaar, we gaan trouwen, het komt allemaal in orde.’
Maar ik zei hem, jij beseft helemaal niet, dat het er niet toe doet wat er in de toekomst gaat gebeuren. Nú op dit moment leef
je op een manier die je berooft van Gods kracht en heb je jezelf overgeven aan satan. Je leeft in overtreding van wat het Woord
zegt en door dat te doen heb je demonische kracht in jouw leven vrijgezet. Ik zei: ‘Satan heeft een makkie aan jou, nu.’ En
naarmate we verder spraken begon hij zijn hart te openen. Normaal kost het een half uurtje om een paard te beslaan; nu duurde
het drie uur. Deze man dronk het allemaal naar binnen en veranderde zijn leven. Hij verliet het huis van zijn vriendin en samen
maakten zij hun leven in orde.
Sommige mensen denken, ‘Joh, daar is toch niets verkeerds aan.’ Jazeker, daar is weldegelijk iets verkeerds aan. God heeft
je gezegd dat je het niet moet doen. En als jij God ongehoorzaam bent en het toch anders doet, dan opent dat een deur voor
satan. Dat betekent niet dat God niet van je houdt. Het betekent ook niet dat God boos op je is. Soms wordt dat wel zo
voorgesteld. Mensen zijn tegen deze morele standaard in opstand gekomen. De kerk zit fout, zeggen ze, om jou te vertellen dat
God niet van je houdt omdat je met iemand samenwoont. Maar dat zeg ik helemaal niet. God houdt wel degelijk van je, Hij wil
gewoon iets veel beters voor jou. Maar doordat jij Gods instructies in de wind slaat, heeft dat tot gevolg dat je ogenblikkelijk
de lusten van je eigen vlees gehoorzaamt en een deur openzet voor de duivel. En satan zal binnenkomen, de kaas van je brood eten
met je brood erbij. Dat is niet wat je wilt en daarom moet jij ermee stoppen. Je zit in een geestelijke veldslag en je kunt je
niet veroorloven om de instructies te negeren die God je heeft gegeven.
Deel 2: Wie creëerde satan...
Onderwijs vertaald van MP3 bestanden. Gedownload van TV)
Oorspronkelijke titel van deze serie: ‘The Believer’s Authority’
Vertaling: Jan Vossen 072-75611769; e-mail: familyvossen@versatel.nl
|