www.vergadering.nu Recensie-index www.vergadering.nu 1 RECENSIE Bijbelcommentaar Deel 1... | Deel 2... | Deel 3... | Deel 4... | Deel 5... | Deel 6... | Deel 7... | Deel 8... | Deel 9... | Deel 10... | Deel 11... | Deel 12... 1. Nederlands Dagblad - 20 juni 2008 - www.nd.nl Een monumentaal en bruikbaar commentaar
Overzichtelijk De lezer krijgt waar voor zijn geld, in ruim 1000 blz. Na een algemene inleiding volgt de tekstverklaring van drie Bijbelboeken, met voorafgaand een oriënterend gedeelte over opbouw, boodschap en auteurschap van deze boeken. De commentaar zelf is overzichtelijk afgedrukt: op de linkerpagina de Hebreeuwse tekst met transcriptie, interlineaire vertaling en zgn. Strongnummers, geflankeerd door de vijf bekende Nederlandse Bijbelvertalingen. Het slot van het boek bevat elf relevante excursen over diverse onderwerpen, met een stevig accent op chronologie en archeologie. Een grote hoeveelheid recente literatuur is verwerkt, waardoor ook dit deel echt up to date is. De signatuur van de commentaar is orthodox en behoudend, maar wel open voor eerlijke vragen waarvoor het huidige wetenschappelijke onderzoek ons stelt. Moderne inzichten inzake structuur en opbouw van Bijbelboeken krijgen brede aandacht, terwijl de historisch kritische uitleg van de laatste twee eeuwen kritisch verwerkt wordt aldus de tekst op de omslag. Het is niet erg, overigens, om ook die moderne literair structurele vondsten steeds kritisch te verwerken. Zo kunnen bijvoorbeeld vraagtekens gezet worden bij de indeling die H.H. Klement geeft van het boek 2 Samuël. De recente studie van J. S. Kim, die vorig jaar in Apeldoorn promoveerde met een studie over 2 Sam. 21, had op dit punt verhelderend kunnen werken (dit boek staat overigens wel in de literatuurlijst). De exegese is beknopt maar terzake. Voor het detailwerk moet men in de voetnoten zijn, en daar wordt veel geboden. Bij de voorbereiding van dit boek is hard gewerkt en diep gegraven, zo merkt de lezer geregeld. Toch zou je soms ook willen doorvragen, exegetisch en theologisch. Een paar voorbeelden. Dat in 2 Sam. 1 uitgerekend een Amalekiet, de dood van Saul aan David komt berichten, wordt geconstateerd maar verder niet verwerkt terwijl toch het 'Amalekthema' onmiskenbaar van belang is in het Oude Testament, en niet het minst ook in de boeken Samuël. De merkwaardige situatie bij de dood van Abner roept ook vragen op: waarom treedt David niet als rechter op tegenover de moordenaar Joab? Hij is blijkbaar niet bij machte Joab aan te pakken, aldus de uitleg. Hoezo? David blijkt ondertussen immers wel bij machte een verschrikkelijke vervloeking over Joab en zijn familie uit te spreken (2 Sam. 3:28,29), en daarna Joab te commanderen om te rouwen over Abners dood en op zijn sterfbed geeft hij Salomo het bevel Joab alsnog te liquideren... waarom niet eerder? Hier blijven vragen liggen. Te snel Ook bekruipt de lezer wel eens het gevoel dat de exegese te snel gaat. Is het wel waar dat 2 Sam. 22 en Ps. 18 'op enkele details na' hetzelfde zijn? Het gaat om een tekst die dezelfde inhoud heeft, maar met evidente verschillen dat roept vragen op over de tekst en canongeschiedenis. Of bij een voetnoot over de beruchte tekst 2 Sam. 21:19, waar staat dat Elchanan (en niet David) de Gatiet Goliat heeft gedood: 'Als het Goliat is, dan moet het een andere Goliat zijn' zo'n uitleg legt niet veel uit. Bij de exegese van 2 Sam. 1, het lied van David bij de dood van Saul en Jonathan, zou het poëtisch karakter van dit lied beter verdisconteerd moeten worden. De woorden 'Verkondigt het niet te Gat / in de straten van Askelon' (vs. 20) worden nu wat merkwaardig letterlijk opgevat als een oproep om niets tegen de Filistijnen te zeggen, omdat David nog niet op de hoogte zou zijn van het feit dat de Filistijnen het lijk van Saul al gevonden hadden. Als hieraan vervolgens een argument ontleend wordt voor een datering van dit lied onmiddellijk na de executie van de Amalekiet, kan dat maar moeilijk overtuigen. Een laatste voorbeeld betreft 2 Sam. 24, de drie straffen waartussen David kan kiezen, volgend op de zonde van de volkstelling. Uiteindelijk pleit David als een herder voor zijn volk: ik ben schuldig, maar wat hebben deze schapen gedaan. Bij deze tekst had ik liever een passage gelezen over de vraag naar het godsbeeld (is David hier soms barmhartiger dan God?) dan een gedetailleerde uiteenzetting hoe het precies mogelijk was dat David de verderfengel vanaf het dak van zijn paleis kon zien. Interpretatie Goede woorden worden gewijd aan de aard van de geschiedschrijving in het Oude Testament: het gaat niet om nauwkeurige annalen, maar om geïnterpreteerde geschiedenis. Daar wordt direct aan toegevoegd: het is en blijft geschiedenis, geen fictie. Akkoord maar hier beginnen de vragen natuurlijk pas. Welke waren de historiografische conventies in de tijd van de Bijbelschrijvers? In hoeverre werkten hun eigen culturele inzichten in op de wijze waarop zij de geschiedenis weergaven? De auteurs van SBOT willen zo dicht mogelijk blijven bij een letterlijk historische werkelijkheid waar in de geschiedschrijving naar verwezen wordt. In de waardevolle excursen wordt hiervoor ook allerlei materiaal aangedragen, en ik heb respect voor de belezenheid die hieruit blijkt. Niet dat alle vragen worden opgelost hoe zou het ooit kunnen maar de lezer krijgt veel om over na te denken. Mooi is aan het slot van de interessante excurs over de historiciteit van het koninkrijk van David/Salomo (die door moderne onderzoekers, de zgn. minimalisten, ontkend wordt) de zinsnede dat wij altijd moeten beseffen dat de zekerheid van het geloof niet ligt in de zaken die wetenschappelijk aantoonbaar zijn. Wat ik van deze commentaar nu weer niét verwacht had, is de lichte sympathie waarmee over de liturgische dans wordt geschreven, met daarbij het advies om uit het oudtestamentische materiaal algemene kaders voor de dans af te leiden maar aardig is het wel! |